Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Leeuwarden 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Leeuwarden 2023
CiteertitelVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Leeuwarden 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpverordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 1 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-01-2024nieuwe regeling

20-12-2023

gmb-2024-30144

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Leeuwarden 2023

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

•ambtelijke bijstand: bijstand, verleend door onder het gezag van het college werkzame ambtenaren;

•bijstand: ondersteuning bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere ondersteuning niet zijnde een verzoek om informatie;

•fractieassistent: persoon die werkzaamheden verricht voor één van de fracties uit de raad en door de betreffende fractie bij de griffier formeel is aangemeld en als zodanig is toegelaten

•Penningmeesteroverleg : Het overleg van de penningmeesters van de fracties zijnde degene die het financieel beheer over de fractievergoeding voeren.

Paragraaf 2. Verzoeken om informatie of bijstand

Artikel 2 Verzoek om informatie

1. Een raadslid kan de griffier verzoeken om feitelijke informatie van geringe omvang of om inzage in of afschrift van bij de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester berustende schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat. Een verzoek kan namens een raadslid gedaan worden door een fractieassistent.

2. De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk de verzochte informatie, voor zover deze daarover kan beschikken. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is, verzoekt de griffier de secretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk de resterende informatie zo spoedig mogelijk verstrekken.

 

Artikel 3 Verzoek om bijstand

1. Een raadslid kan de griffier verzoeken om ambtelijke bijstand. Een verzoek kan namens een raadslid gedaan worden door een fractieassistent.

2. De verzochte bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend, voor zover dit naar het oordeel van de griffier in redelijkheid kan worden gevergd. Als de griffier de verzochte bijstand niet kan verlenen, verzoekt hij de gemeentesecretaris om een of meer ambtenaren aan te wijzen die ambtelijke bijstand verlenen.

3. De gemeentesecretaris weigert het verzoek om ambtelijke bijstand als:

a. naar zijn oordeel niet aannemelijk is gemaakt dat de ambtelijke bijstand betrekking heeft op raadswerkzaamheden; of

b. dit naar zijn oordeel het belang van de gemeente kan schaden; of

c. het verlenen van de verzochte ambtelijke bijstand naar zijn oordeel in redelijkheid niet kan worden gevergd. 

4. Als de gemeentesecretaris het verzoek om ambtelijke bijstand weigert, deelt hij dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid door of namens wie het verzoek is ingediend. De griffier of het raadslid kan de burgemeester verzoeken met de griffier en de gemeentesecretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over het alsnog laten verlenen van de ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

 

Artikel 4 Geschil over verleende ambtelijke bijstand

1. Een raadslid dat niet tevreden is over de aan hem verleende ambtelijke bijstand, kan de griffier verzoeken hierover in overleg te treden met de gemeentesecretaris.

2. Als overleg met de gemeentesecretaris niet leidt tot een ook voor het raadslid bevredigende oplossing, kan deze de burgemeester verzoeken met de griffier en de gemeentesecretaris en zo nodig het raadslid in overleg te treden over de aan hem verleende ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

 

Artikel 5 Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

Als het college of een of meer leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of over de inhoud van verleende ambtelijke bijstand, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

 

Paragraaf 3. Fractieondersteuning

Artikel 6 Recht op financiële bijdrage

1. De raad verstrekt een in de raad vertegenwoordigde fractie jaarlijks een financiële bijdrage ter ondersteuning van het functioneren van de fractie. De definitieve hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks door de raad bepaald bij de vaststelling van de jaarrekening voor dat jaar.

2. De financiële bijdrage bestaat uit een basisbedrag van € 5.000 per fractie en een variabel deel van € 1.000 per raadszetel van de fractie. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd met het percentage dat ook voor de indexering van de gemeentelijke begroting wordt gehanteerd.

 

Artikel 7 Besteding financiële bijdrage

1. De financiële bijdrage wordt besteed aan ondersteuning die ertoe strekt de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende rol van de fractie te versterken. 2. De financiële bijdrage wordt in ieder geval niet gebruikt ter bekostiging van:

a. betalingen, inclusief die ter voldoening van contributie, aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van diensten of goederen geleverd ten behoeve van de versterking van de ondersteuning van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie of arbeidsovereenkomst;

b. giften, leningen, beleggingen en voorschotten; of

c. uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege, inclusief uitgaven in verband met verkiezingsactiviteiten.

3. Nadere regels hieromtrent worden door het penningmeesteroverleg vastgesteld.

Artikel 8 Voorschot financiële bijdrage
  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning zoals bedoeld in art 6 wordt jaarlijks voor 31 januari in de vorm van een voorschot verstrekt.

  • 2.

    Het voorschot uit lid 1 wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in de jaren waarvoor de raad de bedragen voor fractievergoeding heeft vastgesteld.

Artikel 9 Verkiezingsjaar

In een jaar waarin de raadsleden aftreden na reguliere raadsverkiezingen of op grond van artikel 56d of 56e van de Wet Algemene regels herindeling wordt, in afwijking van het eerste lid, een voorschot verleend voor de periode tot en met de maand maart en een voorschot voor de periode omvattende de resterende maanden. Het eerste voorschot wordt vóór 31 januari van dat jaar verstrekt; het tweede voorschot vóór het eind van de maand april.

Artikel 10 Gevolgen splitsen en einde bestaan fractie

1. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt de financiële bijdrage zoals bedoeld in art. 6 aangepast aan de nieuw ontstane situatie met ingang van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de wijziging heeft plaats gevonden.

2. Als een fractie tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage ter ondersteuning van die fractie met ingang van de maand volgend op de maand waarin hiervan kennisgeving is gedaan aan de raad.

Artikel 11 Reserve

1. De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de financiële bijdrage ter ondersteuning van het functioneren van de fractie voor het kunnen verlenen van een aanvullende financiële bijdrage ten behoeve van die fractie in volgende jaren

2. De raad stelt de hoogte van de reserve vast per begin van een kalenderjaar met uitzondering van een verkiezingsjaar. Een reserve is niet groter dan 30% van de financiële bijdrage ter ondersteuning van het functioneren van de fractie ten behoeve van die fractie in het voorgaande kalenderjaar op grond van artikel 6.

4. Een reserve blijft na verkiezingen beschikbaar ten behoeve van de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel ten behoeve van de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

5. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie lager zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

 

Artikel 12 Administratieve verplichtingen

1. De financiële administratie wordt gevoerd op basis van het stelsel van baten en lasten. Deze administratie wordt op een zodanige wijze gevoerd dat deze steeds een volledig en juist inzicht geeft in alle bezittingen en schulden, verplichtingen, reserves, baten en lasten, alsmede overige gegevens die voor de financiële verantwoording van belang zijn.

2. De administratie wordt zodanig ingericht dat op eerste aanvraag van de gemeentelijke sector Financiën nadere informatie kan worden gegeven en bescheiden of bewijsstukken met betrekking tot de uitgaven kunnen worden overgelegd.

3. Bij uitgaven worden de onderliggende bescheiden door ten minste twee personen geautoriseerd.

 

Artikel 13 . Verantwoording, controle en vaststelling financiële bijdrage
  • 1.

    De fractie legt uiterlijk zes weken na het einde van een kalenderjaar aan de raad verantwoording af over de besteding van de financiële bijdrage gedurende het vorige kalenderjaar, onder overlegging van een financieel verslag.

  • 2.

    In een jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, wordt de verantwoordingsperiode van een kalenderjaar verlengd met de periode tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden.

  • 3.

    De gemeentelijke sector Financiën controleert het financieel verslag en brengt hieromtrent verslag uit aan het penningmeesteroverleg.

  • 4.

    De raad stelt na ontvangst van de verantwoording en het controleverslag de bedragen vast van:

a. de rechtmatige uitgaven van de fractie de bekostigd zijn uit de vergoeding;

b. de wijziging van de reserve;

c. de resterende reserve;

d. de teveel ontvangen voorschotten.

Artikel 14 Toepassing AWB

Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de financiële middelen die een fractie ontvangt.

 

Paragraaf 4 Fractieassistenten

Artikel 15 Toelating
  • 1.

    De fractievoorzitter meldt de persoon die de fractie als fractieassistent wenst aan te stellen aan bij de griffie. Een fractie kan maximaal 3 fractieassistenten tegelijkertijd hebben.

  • 2.

    De artikelen 10, 12, 13 en 15 Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de fractie-assistent

  • 3.

    De toelating van fractieassistenten wordt overeenkomstig de werkwijze voor raadsleden uitgevoerd conform art. 9 Reglement van Orde

  • 4.

    Drie maal per jaar worden nieuw toegelaten fractieassistenten geïnstalleerd door middel van het afleggen van de belofte en/of eed die past bij de positie en rol van een fractieassistent. Deze installatie vindt plaats in een besluitvormende raadsvergadering.

  • 5.

    Met het eindigen van een zittingsperiode van de raad vervallen eveneens de aanmeldingen van alle fractieassistenten.

Artikel 16 Rechten en plichten
  • 1.

    Een fractieassistent kan als woordvoerder van een fractie optreden in een Informatieve bijeenkomst, in Het Debat en in De Actualiteit zoals bedoeld in art. 13 van het Reglement van Orde

  • 2.

    Een fractieassistent wordt zoveel mogelijk in dezelfde positie met de bijbehorende ondersteuning gebracht als een raadslid, de Verordening Rechtspositie raadsleden 2020 is niet van toepassing op een fractieassistent

  • 3.

    Een fractieassistent heeft geen toegang tot informatie en stukken waarop geheimhouding is opgelegd o.g.v. art. 87 Gemeentewet.

4. Een fractieassistent heeft geen toegang tot een besloten raadsbijeenkomst, informerende bijeenkomst of Debat, tenzij de vergadering anders besluit.

 

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 17 Intrekking oude verordening

1. De Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2014 wordt ingetrokken.

 

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op de datum van publicatie

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Leeuwarden 2023

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20-12-2023

 

De voorzitter

De griffier

Leeuwarden 20-12-2023

Toelichting

Algemeen

Artikel 33 van de Gemeentewet (hierna: wet) bepaalt dat de raad en elk van zijn leden recht hebben op ambtelijke bijstand (eerste lid) en dat de in de raad vertegenwoordigde groeperingen (de fracties) recht hebben op ondersteuning (tweede lid). Met betrekking tot de ambtelijke bijstand en de ondersteuning van fracties moet de raad een verordening vaststellen die ten aanzien van de ondersteuning regels over de besteding en de verantwoording bevat (derde lid). Met deze verordening wordt hieraan uitvoering gegeven.

De formulering van artikel 33 van de wet laat buiten twijfel dat individuele raadsleden, dus ook die behorend tot een minderheid in de raad, recht hebben op ambtelijke bijstand. Op deze verordening kan dus door alle raadsleden een beroep worden gedaan.

De financiële bijdrage voor de fractieondersteuning is een subsidie als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Dit betekent dat titel 4.2 van de Awb van toepassing is op het verstrekken van de financiële bijdrage en dat het besluit van de raad waarmee – na verantwoording en controle – de hoogte van de financiële bijdrage wordt vastgesteld (zie artikel 13) vatbaar is voor bezwaar en beroep.

In deze verordening vervult de griffier een centrale rol. De hoofdverantwoordelijkheid van de griffier is de ondersteuning van de raad; de griffier is onder andere het eerste aanspreekpunt als het gaat om verzoeken om informatie en bijstand. Een nadere omschrijving van en toelichting op de taken van de griffier is vastgelegd in de ambtsinstructie van de griffier. De griffiemedewerkers (ongeacht functiebenaming ) vallen onder het gezag van de griffier.

De griffier vervult, via de secretaris, ook de rol van schakel tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie. Dat de raad over een griffier met griffie beschikt die bijstand kan verlenen, betekent niet dat er geen behoefte is aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. De griffie is, in vergelijking met de reguliere organisatie, beperkt in omvang. Voor specialistische deskundigheid zal in bepaalde gevallen een beroep op deze organisatie dan ook nodig zijn. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. Omdat de griffier geen zeggenschap heeft over de reguliere ambtelijke organisatie zal daarom de secretaris in dergelijke gevallen de ambtenaar die de ambtelijke bijstand verleent moeten aanwijzen. Daarom zijn bepaalde aspecten van de rol van de gemeentesecretaris in deze verordening nader uitgewerkt.

Artikelsgewijs

In deze artikelsgewijze toelichting worden enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven behandeld.

Artikel 1. Definities

Bijstand in de vorm van ondersteuning bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties kan verleend worden door ambtenaren die onder het gezag van de raad vallen (artikel 107e van de wet) of door de reguliere ambtelijke organisatie die onder het gezag van het college valt (artikel 160 van de wet). Hoewel medewerkers van de griffie wel degelijk ambtenaren zijn in de zin van de Ambtenarenwet, is de term ‘ambtelijke bijstand’ in deze verordening voorbehouden aan het verlenen van bijstand door medewerkers van de reguliere ambtelijke organisatie.

Artikel 2. Verzoek om informatie

Raadsleden die feitelijke informatie van geringe omvang nodig hebben of inzage of afschrift van bij de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester berustende schriftelijke stukken, hoeven zich niet via de formele weg van artikel 169, tweede en volgende lid, van de wet tot het college te richten. In dit artikel is bepaald dat zij hun verzoek aan de griffier kunnen richten. Verzoeken die betrekking hebben op documenten waarop al dan niet geheimhouding rust, worden eveneens aan de griffier gericht. Daarbij zij er volledigheidshalve op gewezen dat de griffier een opgelegde geheimhouding in acht moet nemen. Als een raadslid geheime stukken opvraagt die alleen mogen worden ingezien, moet de griffier het verzoek van het raadslid doorgeleiden naar het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd. Een verzoek kan ook namens een raadslid door een fractiemedewerker worden gedaan. De griffier (of één van de griffiemedewerkers) verstrekt de informatie zo spoedig mogelijk (tweede lid). Als de griffier niet in staat is om volledig tegemoet te komen aan het verzoek, kan hij de secretaris vragen of de reguliere ambtelijke organisatie de informatie kan leveren. Het is in lijn met de onderlinge taakverdeling dat de griffier het aanspreekpunt en de aangewezen persoon is om de voortgang in het proces te bewaken.

Artikel 3. Verzoek om bijstand

Ook verzoeken om bijstand moeten aan de griffier gericht worden. Als de griffier of de griffiemedewerkers de verzochte ondersteuning niet kunnen leveren, verzoekt de griffier de secretaris om inzet van ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie. Het is aan de secretaris om te beoordelen of dit toegekend kan worden, het toetsingscriterium ‘in redelijkheid’ zal concreet gemaakt moeten worden waarbij tijdsinvestering één aspect is. Overigens ligt het bij een verschil van inzicht over het al dan niet verlenen van ambtelijke bijstand in de rede dat de burgemeester, als voorzitter van de raad en het college, hierover overleg voert met de secretaris, de griffier en indien nodig ook het betrokken raadslid (vierde lid).

Artikel 4. Geschil over verleende ambtelijke bijstand

Net als bij de weigering om ambtelijke bijstand door ambtenaren vanuit de reguliere ambtelijke organisatie te verlenen, kan de burgemeester ook een rol vervullen als een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar van de reguliere ambtelijke organisatie verleende ambtelijke bijstand. Als er een conflictsituatie ontstaat of dreigt te ontstaan zal de burgemeester ook hier een bemiddelende rol kunnen spelen (tweede lid). De positie van de burgemeester maakt hem bij uitstek geschikt voor deze taak als bruggenbouwer.

Artikel 5. Verstrekking informatie over verzoeken om ambtelijke bijstand

Dit artikel voorkomt dat de betreffende ambtenaar in een spagaat tussen raad en college terecht komt. Als een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk opereert van het college. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een raadslid, is bepaald dat collegeleden zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.

De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Als hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent, behoudt het college dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken.

Artikel 6. Recht op financiële bijdrage

Een concrete vorm voor fractieondersteuning is een financiële ondersteuning. De hoogte van het totale budget voor fractieondersteuning wordt door de raad in de gemeentebegroting opgenomen.

De fractieondersteuning bestaat uit een basisbedrag per in de raad vertegenwoordigde fractie en een variabel deel per raadszetel van die fractie (tweede lid). Deze bedragen worden sinds 2008 jaarlijks geïndexeerd conform het percentage waarmee in de gemeentelijke begroting wordt gewerkt. Het basisbedrag garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op een gelijkwaardig basisniveau te laten ondersteunen. Naar rato van fractiegrootte wordt daarnaast een variabel deel toegekend, zodat ook ieder fractielid op gelijkwaardig niveau ondersteund kan worden. De bijdrage wordt verstrekt voor de duur van de zittingsperiode van de raad (eerste lid). Ook na een gemeentelijke herindeling waarbij de nieuwe raad vanaf 1 januari aantreedt, zal de bijdrage voor de duur van de zittingsperiode van die raad verstrekt worden (op basis van een door de nieuwe raad vastgestelde verordening). De herindelingsverkiezingen zijn dan in november van het jaar daarvóór geweest.

Artikel 7. Besteding financiële bijdrage

Voor wat betreft de besteding van de fractieondersteuning worden de fracties grotendeels vrijgelaten. Van belang is dat de besteding bijdraagt aan het functioneren van de fractie, een goede taakvervuling daar moet een onderbouwing voor zijn bij elke uitgave. Daarnaast is in het tweede lid een aantal doelen genoemd waarvoor de financiële bijdrage voor fractieondersteuning in ieder geval niet gebruikt mag worden. Deze opsomming is niet limitatief. Het is uiteraard niet de bedoeling dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk aanvullen met de financiële bijdrage voor fractieondersteuning en dat ook contributies aan politieke partijen of met politieke partijen gelieerde organisaties via de fractieondersteuning kunnen worden gefinancierd (onder a). Een lidmaatschap van een dergelijk orgaan is immers een individuele aangelegenheid van een raadslid en niet van de betreffende gemeenteraadsfractie. Bij uitgaven die op grond van enige andere wettelijke regeling in aanmerking komen voor vergoeding van overheidswege (onder c) kan onder andere gedacht worden aan bepaalde reis- en verblijfkosten, kosten voor een buitenlandse excursie of reis, kosten voor scholing, kosten voor een computer en internetverbinding en de contributie van bepaalde beroepsverenigingen. Deze komen voor vergoeding in aanmerking op grond van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de wet. In het bijzonder wordt benadrukt dat het dus ook niet is toegestaan om met de financiële bijdrage voor fractieondersteuning verkiezingscampagnes te financieren.]

In lid 3 wordt tot uitdrukking gebracht dat de penningmeesters in overleg gezamenlijk de nadere regels vaststellen over waaraan de vergoeding wel of niet besteed kan worden en op welke wijze de verantwoording wordt ingericht en uitgevoerd, zie ook art. 12

Artikel 8. Voorschot financiële bijdrage

Dit artikel regelt de jaarlijkse, ambtshalve verlening van voorschotten ter hoogte van de overeenkomstig artikel 6 berekende voorwaardelijke aanspraak op de financiële bijdrage. In de uitbetaling van de voorschotten wordt een teveel ontvangen voorschot uit een ‘eervorig’ jaar verrekend. In een jaar waarin de raadsleden naar aanleiding van verkiezingen tegelijkertijd aftreden, wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst, dit is in art. 9 geregeld.

Artikel 9 VerkiezingsjaarDe bedragen (voorschotten) voor een fractievergoeding worden per kalenderjaar betaalbaar gesteld. In een jaar waarin de verkiezingen voor de gemeenteraad in maart worden gehouden levert dat een complicatie op omdat de omvang en samenstelling van de fracties en raad kan veranderen. In een dergelijk jaar worden de voorschotten voor dat specifieke jaar in 2 gedeeld, een deel over het eerste kwartaal en een deel over de 3 laatste kwartalen

Artikel 10. Gevolgen splitsen en einde bestaan fractie

Als er mutaties plaatsvinden in zittende fracties is het wenselijk dat de financiële bijdrage aangepast wordt aan veranderde verhoudingen in de raad. De aanpassing vindt plaats met ingang van het nieuwe kalenderjaar dat op de wijziging volgt. De achterliggende motivering hierbij is dat een raadslid dat zich wil afscheiden van zijn fractie geen directe stimulans zal vinden in de financiële ondersteuning van de nieuwe fractie. Het recht als zodanig bestaat en kan geëffectueerd worden met ingang van het volgend kalenderjaar. Als een fractie uit de raad verdwijnt, dan vervalt het recht op ondersteuning wel direct met ingang van de maand volgend op de maand waarin de raad kennis heeft genomen van dit besluit. De fractie bestaat niet meer en kan dientengevolge ook geen rechten hebben.

Artikel 11 Reserve

Het deel van de financiële bijdrage waarop voorwaardelijk aanspraak wordt gemaakt en dat niet wordt gebruikt, wordt gereserveerd voor gebruik ten behoeve van die fractie in de volgende jaren (eerste lid). Als in die jaren verkiezingen plaatsvinden, dan wordt de reserve na verkiezingen beschikbaar gesteld ten behoeve van de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd (vierde lid). Omdat het niet wenselijk is dat een reserve eindeloos groeit, is hier wel een maximum aan verbonden (tweede lid). Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met mutaties in zittende fracties. De regeling van het vijfde lid voorziet in een regeling voor de situatie dat het zetelaantal vermindert, bijvoorbeeld na verkiezingen.

Artikel 12. Administratieve verplichtingen

Om een goed raadsbesluit te kunnen nemen over de hoogte van de fractievergoeding moet er bepaald kunnen worden dat er een rechtmatige besteding van de fractievergoeding is geweest. Daarom is een deugdelijke administratie en een volledig verantwoordingsverslag over de besteding van de fractievergoeding onontbeerlijk. Hierover worden hierover in het penningmeester overleg afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn bindend en vormen het toetsingskader voor de controle.

Artikel 13. Verantwoording, controle en vaststelling financiële bijdrage

Na controle van het verslag waarmee de besteding van de financiële bijdrage wordt verantwoord en het verslag van bevindingen hiervan, stelt de raad de hoogte van de financiële bijdrage ten behoeve van het functioneren van de betreffende fractie vast. Daarmee ontstaat een onvoorwaardelijke aanspraak op het vastgestelde bedrag. Omdat dit bedrag kan afwijken van het verstrekte voorschot – en dus mogelijk een verrekening dient plaats te vinden – wordt tevens de hoogte van het te verrekenen verschil tussen de vastgestelde financiële bijdrage en het ontvangen voorschot vastgesteld. Onrechtmatige besteding van de fractievergoeding, dat zijn bestedingen die de fractie ten laste van dit budget wil brengen maar welke besteding niet past binnen de afspraken die hierover binnen het penningmeester overleg zijn gemaakt. Deze bestedingen die als onrechtmatig kunnen worden bestempeld, kunnen níet ten laste van het fractiebudget gebracht worden.

Artikel 14De financiële bijdrage voor fractieondersteuning voldoet aan de definitie van subsidie van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Omdat het verlenen van subsidies in de Algemene subsidieverordening ((hierna: ASV) indien van kracht) in de gemeente doorgaans aan het college gedelegeerd is, zal voornoemde verordening uitdrukkelijk niet van toepassing verklaard moeten worden op de bijdrage voor fractieondersteuning. Niet alleen vanwege het dualisme tussen de raad en het college, maar ook omdat het regime in de ASV wezenlijk anders is dan het regime voor het verlenen, vaststellen en verantwoorden van de bijdrage voor fractieondersteuning.

Fractieassistenten

Artikel 15 Toelating Fractieassistenten

Een fractievoorzitter meldt een kandidaat fractieassistent aan bij de griffie. De griffie verzamelt informatie die nodig is om het geloofsbrieven onderzoek te kunnen verrichten. Een fractie heeft recht op maximaal 3 fractie assistenten, ongeacht de omvang van de fractie. De raad van gemeente Leeuwarden heeft besloten om fractieassistenten op een vergelijkbare wijze als raadsleden toe te laten als fractieassistent. Dat betekent dat de commissie geloofsbrieven onderzoek doet naar de vereisten zoals die in de Gemeentewet staan omschreven voor een raadslid in de artt. 10,12, 13 en 15. De kandidaat fractieassistent wordt geïnstalleerd en legt in een raadsvergadering de belofte/eed af. Vanwege het hoge aantal wisselingen fractieassistenten en de daarmee gepaard gaande beslag op de agenda’s voor besluitvormende vergaderingen wordt er nu op drie vaste momenten per jaar een ‘installatie van fractieassistenten’ geagendeerd. De toets door de commissie geloofsbrieven kan bij aanmelding van een beoogd fractieassistent gewoon doorgang vinden, de faciliteiten kunnen worden aangevraagd en een fractieassistent kan zijn werkzaamheden starten.

Artikel 16 Rechten en plichten Fractieassistenten

Een fractieassistent wordt zoveel mogelijk in dezelfde positie gebracht als een raadslid, hierop zijn uitzonderingen. Een fractieassistent kan zijn fractie vertegenwoordigen als woordvoerder in allerlei bijeenkomsten, maar níet in een besluitvormende raadsvergadering. Hij is geen raadslid en als zodanig geen lid van het bestuursorgaan Gemeenteraad die besluiten kan nemen. Een fractieassistent behoeft niet op de kandidatenlijst van de laatste verkiezingen gestaan te hebben om het woord namens zijn fractie te mogen voeren . Een dergelijke lange periode beperkt de instroom van nieuw, jong politiek talent. Het is de verantwoordelijkheid van de fractievoorzitter die de kandidaat fractieassistent aanmeldt, of hij de kandidaat toe vertrouwt namens de fractie op te treden.

Een fractieassistent kan geen beroep doen op de Verordening rechtspositie raadsleden 2020, hij krijgt geen financiële vergoeding op grond van die regels. Het is aan de fractie zelf of en zo ja hoeveel financiële vergoeding de fractieassistent ontvangt. De fractie kan deze kosten ten laste van de fractie vergoeding brengen. Een fractieassistent heeft geen toegang tot geheime informatie en evenmin tot besloten bijeenkomsten.

Slotbepalingen