Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Uitvoeringsovereenkomst Bedrijveninvesteringszone Zaanstad behorende bij de Verordening BIZ Stadshart Zaandam 2024-2028 behorende bij de Verordening BIZ Stadshart Zaandam 2024 - 2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsovereenkomst Bedrijveninvesteringszone Zaanstad behorende bij de Verordening BIZ Stadshart Zaandam 2024-2028 behorende bij de Verordening BIZ Stadshart Zaandam 2024 - 2028
CiteertitelUitvoeringsovereenkomst Bedrijveninvesteringszone Zaanstad 2024-2028
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageBIZ-plan 2024-2028 Stadshart Zaandam

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de bedrijveninvesteringszones

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-01-202401-01-2024Nieuwe regeling

05-09-2023

gmb-2024-29593

z7846985 / d283

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsovereenkomst Bedrijveninvesteringszone Zaanstad behorende bij de Verordening BIZ Stadshart Zaandam 2024-2028 behorende bij de Verordening BIZ Stadshart Zaandam 2024 - 2028

 

Ondergetekenden,

 

De gemeente Zaanstad, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door drs. J. Hamming, burgemeester, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van Zaanstad, d.d. 05-09-2023 hierna verder te noemen “de gemeente”;

 

en

 

Stichting Stadshart Zaandam, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter, penningmeester en secretaris,

hierna verder te noemen: ‘de stichting’,

 

Hier gezamenlijk genoemd “partijen”,

 

 

overwegende dat,

 

  • -

    Bedrijvenvereniging de Stichting Stadshart Zaandam kenbaar heeft gemaakt te willen komen tot de instelling van een bedrijveninvesteringszone (BIZ) zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ) en de gemeente Zaanstad heeft verzocht hieraan haar medewerking te verlenen;

  • -

    de Bedrijvenvereniging voor de uitvoering van de BIZ activiteiten de Stichting Stadshart Zaandam heeft opgericht. En de stichting uitsluitend als statutaire doelstelling heeft het uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van de leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit, economische ontwikkeling of een ander gezamenlijk belang op het bedrijventerrein in de openbare ruimte en op het internet, en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Tot dit doel hoort niet het doen van uitkeringen aan de oprichter(s) of aan hen die deel uitmaken van organen van de stichting;

  • -

    de stichting het plan, getiteld BIZ-plan Stadshart Zaandam 2024-2028, heeft opgesteld, dat bij deze overeenkomst is gevoegd, waarin zij aangeeft hoe zij voornemens is de BIZ-subsidie aan bovengenoemde activiteiten te besteden;

  • -

    de stichting een informele peiling heeft gehouden onder de ondernemers (gebruikers van de panden) in het gebied genoemd in de Verordening;

  • -

    daarbij een aanzienlijk deel van de benaderde bijdrageplichtige ondernemers in het BIZ-gebied zich heeft uitgesproken vóór de instelling van een BIZ;

  • -

    daarmee de verwachting is gewekt, dat kan worden voldaan aan de criteria die artikel 5 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones stelt aan de instelling van een BIZ;

  • -

    de gemeente en de stichting te kennen hebben gegeven zich daarom te zullen inspannen om te komen tot een bedrijveninvesteringszone;

  • -

    op de aan de stichting te verstrekken subsidie de bepalingen over subsidies uit de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn,

  • -

    artikel 7 lid 3 van de Wet BIZ bepaalt dat de gemeente met de subsidieontvanger een overeenkomst sluit als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • -

    de partijen mede gelet op de inzet van publieke gelden te allen tijde een transparante en een democratische wijze van verantwoording zullen hanteren.

 

komen het volgende overeen:

 

 

1. Begrippen

 

In deze overeenkomst wordt verstaan onder

  • -

    Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ);

  • -

    Verordening: de Verordening Bedrijveninvesteringszone Stadshart Zaandam 2024-2028.

  • -

    BIZ-bijdrage: hetgeen daaronder in de Wet en de Verordening wordt verstaan;

  • -

    BIZ-subsidie: de op basis van de Verordening en de Wet te verlenen subsidie;

  • -

    BIZ-Plan: het BIZ-plan 2024 - 2028 BIZ Stadshart Zaandam;

  • -

    College: het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad;

  • -

    BI-zone / BIZ-gebied: de in en bij de Verordening aangewezen bedrijveninvesteringszone.

 

2. Doel van de overeenkomst

 

  • 1.

    De overeenkomst is gebaseerd op artikel 7 van de Wet. Zij beoogt de afspraken tussen partijen te regelen met betrekking tot de instelling van een BIZ voor het gebied genoemd in de Verordening, de dienstverlening door de gemeente in deze BIZ, alsmede afspraken te maken over de activiteiten waarvoor de BIZ-subsidie wordt verleend.

  • 2.

    Deze overeenkomst is een uitvoeringsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Met deze overeenkomst verplicht de stichting zich om de activiteiten zoals opgenomen in het BIZ-plan 2024-2028, uit te voeren en om de te ontvangen subsidie uitsluitend daarvoor aan te wenden.

 

3. Ingang en duur van de overeenkomst

 

  • 1.

    De overeenkomst treedt in werking op de dag dat het College vaststelt dat blijkens de uitslag van de draagvlakmeting zoals genoemd in artikel 4 van de Wet, wordt voldaan aan het over voldoende steun bepaalde in artikel 5 van de Wet.

  • 2.

    De overeenkomst eindigt van rechtswege op 31 december 2028, of zoveel eerder als de subsidierelatie met de stichting eindigt.

 

4. Omschrijving van het gebied waarop deze overeenkomst betrekking heeft

 

Het gebied waarvoor de BIZ Stadshart Zaandam wordt ingesteld, omvat de straten of delen van straten die gelegen zijn binnen de begrenzing, die is aangegeven op de kaart die deel uitmaakt van de Verordening.

 

5. Verplichtingen stichting

 

  • 1.

    De stichting zal geen verplichtingen met financiële gevolgen aangaan die hoger zijn dan de redelijkerwijs voorziene jaarlijkse subsidie van de gemeente.

  • 2.

    De stichting zal geen verplichtingen met financiële gevolgen aangaan die de looptijd van het BIZ-plan overschrijden.

  • 3.

    De stichting is verplicht de gemeente onverwijld te berichten over voorgenomen wijzigingen in haar statuten en eventuele reglementen, dan wel in de uitvoering van het BIZ-plan (artikel 8, lid 2 van de Wet).

 

6. Draagvlakmeting

 

  • 1.

    De gemeente zal zich inspannen om binnen 12 weken na vaststelling van de Verordening een draagvlakmeting uit te voeren, zoals bedoeld in artikel 4 eerste lid, van de Wet om te onderzoeken of er voldoende steun bestaat voor de heffing van de BIZ-bijdrage onder de bijdrageplichtigen, zoals bepaald in artikel 5 van de Wet.

  • 2.

    De stichting zal zich inspannen om voldoende draagvlak voor de BI-zone te creëren en de gemeente ter zijde staan bij deze meting.

 

7. Verordening BIZ Stadshart Zaandam 2024-2028

 

De gemeenteraad zal uiterlijk op 31 december 2023 de Verordening vaststellen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de BIZ. In deze Verordening wordt bepaald, dat een BIZ-bijdrage zal worden geheven van degenen die de in de BIZ gelegen onroerende zaken in gebruik hebben. Het tarief van de BIZ-bijdrage per gebruiker is opgenomen in het BIZ-plan.

 

Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

 

8. Beëindiging van de BIZ

 

  • 1.

    De stichting kan de gemeente, indien zij voldoet aan de voorwaarden die worden genoemd in artikel 6 van de Wet, verzoeken de Verordening in te trekken.

  • 2.

    Het College zal, indien na een verzoek als genoemd in artikel 6, lid 2, van de Wet en de daaropvolgende draagvlakmeting, gebleken is dat onder de bijdrageplichtigen voldoende steun is voor intrekking van de Verordening, de gemeenteraad verzoeken om de Verordening in te trekken.

  • 3.

    Indien de gemeenteraad daartoe besluit:

    • a.

      stelt het College de subsidie vast met ingang van de datum van het intrekken van de Verordening, waarbij de eindafrekening plaatsvindt naar deze datum met dien verstande dat:

      • -

        indien een batig saldo overblijft, dit door de stichting conform haar statuten zal worden besteed;

      • -

        indien een tekort overblijft, dit voor rekening van de stichting blijft.

  • 4.

    Als, ongeacht om welke reden, de Verordening (deels) onverbindend wordt verklaard, wordt ingetrokken of anderszins zijn werking verliest, wordt subsidieverlening op grond van de Verordening beëindigd.

 

9. Aanvraag BIZ-subsidie

 

  • 1.

    De stichting dient jaarlijks uiterlijk op 1 oktober van het voorafgaand jaar een schriftelijk verzoek om BIZ-subsidie in bij het College.

  • 2.

    De subsidieaanvraag bevat een door het bestuur van de stichting vastgestelde begroting en een activiteitenplan voor het komende kalenderjaar.

  • De stichting stelt dit activiteitenplan op in overleg met de gemeente.

  • 3.

    In het activiteitenplan geeft de stichting aan welke activiteiten zij voornemens is uit te voeren in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of economische ontwikkeling in de BI-zone. Daartoe kunnen ook activiteiten op het gebied van promotie behoren voor zover deze het publieke belang in de openbare ruimte dienen. Het activiteitenplan wordt in overleg met de gemeente opgesteld.

  • 4.

    Deze overeenkomst laat onverlet, dat de stichting ook andere subsidies en/of sponsorbijdragen ontvangt om haar doelstellingen te bereiken.

  • 5.

    De gemeente is bevoegd ook andere dan de in dit artikel gevraagde stukken te verlangen, indien nodig voor verlening van de BIZ-subsidie.

 

10. Hoogte BIZ-subsidie

 

  • 1.

    De subsidie wordt jaarlijks door het College verleend aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

  • 2.

    Het College beslist binnen 13 weken na dagtekening van de subsidieaanvraag. Deze termijn wordt opgeschort bij het ontbreken van de voor de subsidieverlening noodzakelijke stukken.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen. De perceptiekosten bedragen 2,5% van de jaarlijkse opbrengst BIZ-bijdragen.

  • 4.

    De gemeente int jaarlijks onder de bijdrageplichtigen in de Bedrijveninvesteringszone de BIZ-bijdrage volgens de Verordening en keert de opbrengst verminderd met 2,5% perceptiekosten als BIZ-subsidie uit aan de stichting.

  • 5.

    Terugbetalingen als gevolg van verminderingen van de WOZ-waarde en eventuele oninbaarheid van openstaande vorderingen leiden tot een lager subsidiebedrag en komen voor rekening en risico van de stichting.

  • 6.

    Eventuele minderopbrengsten van de BIZ-bijdragen ten opzichte van de ingeschatte opbrengst zijn voor rekening en risico van de stichting. Eventuele meeropbrengsten komen ten goede van de stichting.

  • 7.

    De subsidie wordt overgemaakt op de bankrekening van de stichting.

  • 8.

    De stichting verplicht zich de activiteiten te verrichten waarvoor de BIZ-subsidie wordt verstrekt, een en ander in overeenstemming met artikel 7, lid 3 van de Wet.

 

11. Bevoorschotting BIZ-subsidie

 

  • 1.

    Het College verleent de stichting jaarlijks een voorschot op de subsidie van 75% van het voor dat jaar voorziene subsidiebedrag.

  • 2.

    Het termijnbedrag wordt als volgt betaalbaar gesteld:

    • a.

      vóór 1 april van het kalenderjaar 75% van de begrote subsidie;

    • b.

      vóór 1 juli van het kalenderjaar 25% van de begrote subsidie.

 

12. Jaarverslag, verantwoording na afloop subsidiejaar

 

  • 1.

    De stichting brengt het College uiterlijk op 1 juli van het jaar volgende op het subsidiejaar een financieel en inhoudelijk verslag uit van de door haar gerealiseerde activiteiten. Het inhoudelijk deel van het jaarverslag bevat een verantwoording van de uitvoering van het BIZ-plan en activiteitenplan. Ook blijkt hieruit welke uitgaven er gedaan zijn en hoe die zijn toe te rekenen aan de activiteiten zoals opgenomen in het BIZ-plan en de gevolgen daarvan voor de balans van de stichting. In geval van een substantieel verlies of batig saldo op de balans, wordt toegelicht hoe hiermee in de subsidieaanvraag en activiteitenplan voor het volgende kalenderjaar zal worden om gegaan.

  • 2.

    De stichting kan het College schriftelijk en met redenen omkleed verzoeken om maximaal 4 weken uitstel voor het uitbrengen van het hiervoor bedoelde verslag. Dit verzoek moet uiterlijk 2 weken voor het verstrijken van bovengenoemde datum bij de gemeente worden ingediend. Uiterlijk 2 weken na ontvangst van het verzoek om uitstel besluit het College of het verzoek wordt ingewilligd.

  • 3.

    Het verslag dient te zijn vastgesteld in overeenstemming met de statuten van de stichting.

  • 4.

    Het verslag is voorzien van een goedkeurende verklaring van een accountant.

 

13. Vaststelling BIZ-subsidie en eindafrekening

 

  • 1.

    Binnen zes weken na ontvangst van de subsidieverantwoording stelt het College de hoogte van de BIZ-subsidie over het voorgaande subsidiejaar definitief vast.

  • 2.

    Wanneer een deel van de BIZ-subsidie niet is besteed, wordt dit doorgeschoven naar het volgende(subsidie)jaar.

  • 3.

    Wanneer het vastgestelde bedrag hoger is dan het verstrekte voorschot, zal de gemeente het verschil binnen vier weken aan de stichting uitbetalen.

  • 4.

    Wanneer (bijvoorbeeld door oninbare posten of gehonoreerde bezwaar- en beroepschriften) het vastgestelde bedrag lager is dan verstrekte voorschot, zal dit verschil worden verrekend met de uit te betalen subsidie van het dan lopende subsidiejaar, dan wel zal de stichting het verschil binnen vier weken aan de gemeente betalen.

  • 5.

    Wanneer de stichting kennelijk in gebreke blijft bij de uitvoering van het activiteitenplan, kan het College na overleg met de Stichting besluiten het vast te stellen subsidiebedrag daarop aan te passen.

  • 6.

    Bij het niet nakomen van de subsidieverplichtingen kan de BIZ-subsidie lager worden vastgesteld of worden ingetrokken.

  • 7.

    Na lagere vaststelling of intrekking van de BIZ-subsidie, wordt het teveel verstrekte bedrag aan subsidie teruggevorderd.

 

14. Beëindiging van de overeenkomst door de gemeente

 

De gemeente kan deze overeenkomst beëindigen, indien de stichting:

  • a.

    in surseance verkeert dan wel failliet is verklaard;

  • b.

    niet voldoet aan de eisen die ter zake in artikel 7 lid 2 van de Wet worden gesteld;

  • c.

    handelt in strijd met haar statuten;

  • d.

    zich niet houdt aan haar verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst en na verzending van een ingebrekestelling dit niet wordt hersteld of kan worden hersteld.

 

15. Overleg

 

Partijen overleggen ten minste twee keer per jaar over de voortgang van de uitvoering van het activiteitenplan.

 

16. Inzet van de gemeente

 

  • 1.

    Met de BIZ-subsidie kunnen alleen activiteiten worden ondernomen, bedoeld om een hogere kwaliteit aan voorzieningen tot stand te brengen die de gemeente op grond van een optimale verdeling van de beschikbare middelen zelf niet kan en hoeft te realiseren.

  • 2.

    Op grond van artikel 7 lid 5 van de Wet, geeft de gemeente hierbij het minimale niveau van de gemeentelijke dienstverlening binnen het BIZ-gebied aan voor de periode dat de BIZ-bijdrage wordt geheven. De gemeente zal gedurende de bij Verordening vastgestelde looptijd van de BIZ-bijdragen, het netheidsniveau van de openbare ruimte op een voldoende peil houden. Dit wordt gemonitord op een aantal belangrijke aspecten via de systematiek die door CROW is ontwikkeld.

  • 3.

    Voor de verschillende onderdelen zal de gemeente zorgdragen voor de volgende minimale niveaus:

Groen

B

Verharding

B

Straatmeubilair

B

Onkruid

B

Zwerfvuil

B

 

  • Met uitzondering van het BIZ-gebied aan de Westzijde; hier geldt voor de bovengenoemde onderdelen onderhoudsniveau C.

  • Verklaring van de waarden:

  • A+ perfect

  • A goed

  • B voldoende

  • C matig

  • D slecht/onacceptabel

  • 4.

    Bij wijziging van bovengenoemd niveau van gemeentelijke dienstverlening, wordt de stichting hiervan op de hoogte gebracht.

  • 5.

    De investeringen die de stichting opbrengt door middel van het ondernemersfonds komen niet in de plaats van die van de gemeente. De gemeente is en blijft verantwoordelijk voor de basiskwaliteit van de openbare ruimte. De in het meerjarenplan en jaarplan opgenomen activiteiten zijn voor zover er overlap is, aanvullend bedoeld.

 

17. Schadeplicht

 

Deze overeenkomst kan niet leiden tot schadeplichtigheid van partijen jegens elkaar.

 

De Algemene Subsidieverordening is niet van toepassing op de subsidie die uitgekeerd wordt in het kader van de BIZ-heffing.

 

18. Geschillen

 

  • 1.

    In geval van geschillen, voortvloeiend uit deze overeenkomst, zullen partijen in eerste instantie trachten deze op te lossen in onderling overleg.

  • 2.

    Indien het onmogelijk gebleken is een geschil als hiervoor bedoeld op te lossen in onderling overleg, zullen partijen deze trachten op te lossen met behulp van mediation. Partijen wijzen in onderling overleg een mediator aan. Zij zullen de kosten van deze mediation ieder voor de helft dragen.

  • 3.

    Indien het ook onmogelijk gebleken is om een geschil als hiervoor bedoeld op te lossen met behulp van mediation, zijn zij vrij het geschil aan de daartoe bevoegde rechter voor te leggen.

 

 

Aldus in drievoud opgesteld en ondertekend te Zaandam op 28 augustus 2023

 

 

Bijlage 1 BIZ-plan Stadshart Zaandam 2024-2028;

Bijlage 2 Verordening BIZ Stadshart Zaandam 2024-2028.

 

 

 

Ondertekening

De gemeente Zaanstad,

Namens burgemeester en wethouders,

Drs. J. Hamming, Burgemeester

 

Namens het bestuur van Stichting

voorzitter

secretaris

penningmeester