Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een bijdrage bedrijveninvesteringszone en op de subsidie Stadshart Zaandam 2024-2028 |
Citeertitel | Verordening bedrijveninvesteringszone Stadshart Zaandam 2024 -2028 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Uitvoeringsovereenkomst BIZ Stadshart 2024-2028 |
Geen
Wet op de bedrijveninvesteringszones
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2024 | 01-01-2024 | Nieuwe regeling | 21-09-2023 | z7846985 / d283 |
De raad van de gemeente Zaanstad;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 05-09-2023;
gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7 vierde lid van de Wet op de bedrijveninvesteringszones; en
gezien de uitvoeringsovereenkomst van 28-08-2023 gesloten met stichting BIZ Stadshart Zaandam, het daarbij behorende BIZ-plan Stadshart Zaandam en het advies van [naam commissie];
Verordening op de heffing en de invordering van een bijdrage bedrijveninvesteringszone en op de subsidie Stadshart Zaandam 2024 -2028
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting
De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in het gebied van de BI-zone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de BI-zone.
Een belastingobject dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Voor de toepassing van dit artikel wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.
Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op voet van hoofdstuk IV Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 10, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20 tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
De BIZ-bijdrage is afhankelijk van de WOZ-waarde voor het kalenderjaar 2024 en naar waardepeildatum 1 januari 2023 en bedraagt:
In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen niet zijnde gebouwen, welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
onroerende zaken die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 12 Aanwijzing stichting
De Stichting Stadshart Zaandam wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.
Artikel 13 Verhouding Algemene subsidieverordening
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening Zaanstad niet van toepassing.
Artikel 14 Aanvraag BIZ-subsidie
In het activiteitenplan geeft de stichting aan welke activiteiten zij voornemens is uit te voeren, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of van de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone. Daartoe kunnen ook activiteiten op het gebied van promotie behoren voor zover deze het publieke belang in de openbare ruimte dienen. Het activiteitenplan wordt in overleg met de gemeente opgesteld.
Het college verleent de stichting jaarlijks een voorschot op de subsidie van 75% van het voor dat jaar voorziene subsidiebedrag.
Artikel 18 Verantwoording subsidie
De stichting brengt aan het college, uiterlijk op 1 juli van het jaar volgende op het subsidiejaar, een financieel en inhoudelijk verslag uit van de door haar gerealiseerde activiteiten. Het inhoudelijk deel van het jaarverslag bevat een verantwoording van de uitvoering van het activiteitenplan. Ook blijkt hieruit welke uitgaven er gedaan zijn en hoe die zijn toe te rekenen aan de activiteiten zoals opgenomen in het BIZ-plan 2024–2028 en de gevolgen daarvan voor de balans van de stichting. In geval van een substantieel verlies of batig saldo op de balans, wordt toegelicht hoe hiermee in de subsidieaanvraag en activiteitenplan voor het volgende kalenderjaar zal worden om gegaan.
Artikel 19 Subsidievaststelling
De subsidie wordt vastgesteld op daadwerkelijk ontvangen BIZ-bijdragen in het betreffende kalenderjaar. Indien de daadwerkelijk ontvangen BIZ-bijdragen hoger zijn dan aan subsidie is verleend voor het betreffende kalenderjaar, wordt een aanvullende subsidie verleend. Indien de daadwerkelijk ontvangen BIZ-bijdragen lager zijn dan aan subsidie is verleend als gevolg van bv. rechtsmaatregelen of het oninbaar zijn van de BIZ-bijdragen wordt de subsidie lager vastgesteld.
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad zoals dat is opgenomen in de Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP). Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de overheid.
Bijlage 2 Uitvoeringsovereenkomst Bedrijveninvesteringszone Stadshart Zaandam 2024-2028
Bijlage behorende bij de Verordening bedrijveninvesteringszone Stadshart Zaandam 2024-2028
Als aangewezen gebied, bedoeld in artikel 1 van de Verordening bedrijveninvesteringszone Stadshart Zaandam 2024-2028 geldt het op onderstaande kaart paars gearceerde gedeelte.
Het in de heffing te betrekken object heeft een ingang aan een straat welke in de BI-zone is gelegen.
Het gebied bestaat uit de volgende straten en huisnummers:
Ankersmidplein (even en oneven)
Gedempte Gracht (even en oneven)
Nicolaasstraat (even en oneven)
Noordschebosch (even en oneven)
Rozengrachtsteeg (even en oneven)
Stadhuisplein (even en oneven)
Westzijde 1 t/m 113 oneven en 2 t/m 214 even
Wilhelminakade (even en oneven)