Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van Raalte;
- b.
directeur: de directeur van Veiligheidsregio IJsselland,
- c.
machtiging: de bevoegdheid om namens het college feitelijke handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
- d.
mandaat: de bevoegdheid om namens het college besluiten te nemen;
- e.
ondermandaat: de bevoegdheid om de in mandaat aan de directeur verleende bevoegdheden uit te oefenen, zoals bedoeld in artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht;
- f.
volmacht: de bevoegdheid om namens het college privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.
Artikel 2 Gelijkstelling
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop rustende bepalingen worden volmacht en machtiging gelijkgesteld met mandaat, tenzij de bepalingen van dit besluit anders aangeven.
Artikel 3 Mandaat en uitzonderingen
- 1.
Het college verleent aan de directeur mandaat om namens hen meldingen brandveilig gebruik als bedoeld in § 6.1.2 van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) te behandelen, met inbegrip van het opleggen of wijzigen van maatwerkregels als bedoeld in artikel 6.10, en de hiervoor benodigde correspondentie te voeren.
- 2.
Het mandaat bedoeld in het eerste lid, ziet tevens op de ondertekening van genomen besluiten.
- 3.
De directeur oefent het mandaat niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft zoals bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.
- 4.
Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet niet op:
- a.
de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften, als bedoeld in artikel 6:4 van de Algemene wet bestuursrecht;
- b.
besluiten waarbij toepassing wordt gegeven aan de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
- c.
besluiten over een meervoudige aanvraag waarvan niet alle onderdelen onder de taken van Veiligheidsregio IJsselland vallen.
Artikel 4 Aanwijzing toezichthouders
- 1.
De directeur kan toezichthouders aanwijzen benodigd voor de uitvoering van de toezichtstaken.
- 2.
De directeur informeert het college over een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 5 Ondermandaat
- 1.
Het is de directeur toegestaan om, indien hij dit wenselijk acht voor de uitvoering van de taken, ondermandaat te verlenen aan de binnen de Veiligheidsregio IJsselland werkzame medewerkers.
- 2.
Op het ondermandaat zijn de bepalingen ten aanzien van het verleende mandaat onverkort van toepassing.