Organisatie | Stein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Stein 2010 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Stein 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2009 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 03-12-2009 De Schakel, 16-12-2009 | Gem.blad Afd. A 2009, no. 98 |
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake Toeristenbelasting Stein 2010 van 3 november 2009;(Gem. blad Afd. A 2009, no. 98);
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING STEIN 2010
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf: 1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d , f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
De belastingplichtige aan wie niet binnen een maand na afloop van elk in artikel 6 genoemde belastingtijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.
In afwijking van artikel 19, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen moet door de belastingplichtige, van wie de belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte, de in het belastingtijdvak verschuldigd geworden belasting binnen veertien dagen na het einde van het belastingtijdvak overeenkomstig de aangifte worden voldaan.
Artikel 11 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders
Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.