Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Soest

Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSoest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels welzijn, cultuur en sport 2024
CiteertitelBeleidsregels welzijn, cultuur en sport 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2019.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-01-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2024-26451

691731

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2024

Burgemeester en wethouders van Soest;

 

Overwegende dat het wenselijk is aanvullend op de Algemene Subsidieverordening Soest spelregels voor de subsidiering vast te stellen en gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; besluiten vast te stellen de Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2024

 

1. Subsidieplafonds en criteria

1.1 Subsidieplafond

Voor de navolgende onderdelen wordt een subsidieplafond vastgesteld:

 

a. Ouderenbonden

€ 6.201,-

b. Deskundigheidsbevordering/bedankje vrijwilligers

€ 8.915,-

c. Stimulering schoolsporttoernooien

€ 5.000,-

d. Amateurkunstregeling

€ 43.789

e. Projectsubsidie cultuur

€ 44.000,-

f. 100-stoelenregeling

€ 5.000,-

1.2 Criteria

a.ouderenbonden

  • Aan de lokale afdelingen van de algemene ouderenbonden kan een subsidie worden verleend van € 143,- en een subsidie per lid;

  • De subsidie per lid wordt - na aftrek van de vaste bijdrage - bepaald door het subsidieplafond te delen door het totale aantal leden.

b.deskundigheidsbevordering/bedankje vrijwilligers

  • Aan Soester organisaties kan een subsidie worden verleend voor deskundigheidsbevordering van hun vrijwilligers en voor activiteiten die vrijwilligersorganisaties organiseren om de eigen vrijwilligers te bedanken;

  • Per organisatie is per aanvraag de subsidie voor deskundigheidsbevordering maximaal € 50,- per vrijwilliger met een maximum van € 1.500,- per aanvraag;

  • De waarderingssubsidie is per organisatie maximaal € 750,- per aanvraag per jaar;

  • Jaarlijks kan maximaal één aanvraag per organisatie worden ingediend voor beide subsidies.

  • Indien meerdere organisaties een gezamenlijke aanvraag indienen voor een incompany training of activiteit geldt een maximum van € 3.000,- per aanvraag per jaar, ongeacht het aantal deelnemende organisaties;

  • Aan een deskundigheidstraining nemen bij een gezamenlijke aanvraag tenminste 25 personen deel;

  • Aanvragen kunnen gedurende het hele jaar minimaal één maand voorafgaand aan de activiteit worden ingediend.

c.stimulering schoolsporttoernooien

  • Aan sportverenigingen kan per kalenderjaar een subsidie verleend worden van maximaal € 500,- voor het organiseren van schoolsporttoernooien.

  • Er mag geen eigen bijdrage van de scholen/deelnemers gevraagd worden.

  • Er mogen meerdere aanvragen per vereniging, per kalenderjaar, worden ingediend.

  • Aanvragen worden gehonoreerd indien het toernooi op de schoolsportkalender staat vermeld en indien de aanvraag uiterlijk één maand, nadat het toernooi heeft plaatsgevonden, is ingediend.

  • Elke vereniging ontvangt een basisbedrag van € 75,00.

  • Heeft de sportvereniging geen eigen kantine, dan ontvangt men een extra bijdrage van € 50,00.

  • Er is een bijdrage afhankelijk van het aantal deelnemers. Hiervoor geldt een staffel:

  • tot 75 deelnemers € 100,00

  • 75 – 149 deelnemers € 175,00

  • 150 – 249 deelnemers € 250,00

  • meer dan 250 deelnemers € 325,00

d.amateurkunstregeling

Het beschikbare subsidiebudget voor de amateurkunstregeling wordt jaarlijks verdeeld over de aanvragers die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • De aanvrager is een amateurvereniging/stichting gevestigd in gemeente Soest;

  • De amateurvereniging/stichting heeft een culturele identiteit en houdt zich bezig met actieve cultuurparticipatie in een vast groepsverband (leden) voor amateurs (zoals koren, muziekverenigingen, toneelverenigingen);

  • De amateurvereniging/stichting werkt onder professionele betaalde begeleiding (fair pay) (bijv. dirigent, regisseur) en heeft kosten voor de repetitielocatie;

  • De aanvraag incl. opgave van kosten voor begeleiding en repetitielocatie, moet voor 1 april het voorafgaande jaar bij de gemeente zijn ingediend via het format op de website van de gemeente Soest;

De verdeling van het budget gebeurt volgens het volgende afwegingskader:

  • 1.

    Het basisbedrag voor de amateurvereniging/stichting die voldoet aan de bovenstaande voorwaarden is 100% (afhankelijk van het aantal aanvragers kan het jaarlijkse bedrag verschillen);

  • 2.

    Bij muziekverenigingen/orkesten geldt: hoe meer leden de vereniging heeft hoe hoger het bedrag variërend van 300% (tot 25 leden), 400% tussen 25-50 leden, 600% meer dan 50 leden. Dit heeft te maken met de extra kosten voor instrumentonderhoud/opslag/lessen.

    De regelingen instrumentenfonds en hafaka zijn vanaf 1 januari 2024 vervallen voor muziekverenigingen en orkesten. In de amateurkunstregeling zit een tegemoetkoming voor aanschaf instrumenten en voor lessen van leden van muziekverenigingen/orkesten. De vereniging bepaalt zelf in haar ALV op welke wijze deze tegemoetkomingen worden ingezet ten behoeve van hun leden.

e. Projectsubsidie cultuur

Deze subsidie is bedoeld voor incidentele activiteiten die bijdragen aan de pijlers 2 t/m 4 uit de cultuurnota 2024-2028 (Cultuur, podium van ontmoeting). Aanvragen kunnen door het jaar heen worden ingediend en bestaan uit een projectplan en een sluitende begroting waarin de gevraagde subsidiebijdrage is opgenomen. De maximale hoogte van de aanvraag hangt af van de bijdrage op onderstaande vier doelen. In het projectplan is minimaal 1 en liefst meerdere van onderstaande doelen opgenomen:

 

  • 1.

    Toegankelijkheid

    In het projectplan wordt duidelijk hoe de activiteit bijdraagt aan toegankelijkheid. Hoe verlaag je binnen/met je activiteit de drempels om mee te doen aan kunst en cultuur voor inwoners? Je kunt denken aan oplossingen voor fysieke/mentale beperking, financiële beperkingen, laaggeletterdheid. Zijn er bijvoorbeeld mogelijkheden voor vervoer naar de locatie voor ouderen? Is het aanbod laagdrempelig in de eigen wijk? Is de toegang gratis? Is het aanbod geschikt voor inwoners die de Nederlandse taal niet machtig zijn? En hoe bereik je deze doelgroepen met je aanbod? (pijler 2 cultuurnota);

  • 2.

    Ontmoeting

    In je projectplan neem je op hoe ‘ontmoeting’ tussen inwoners wordt gestimuleerd of hoe je je project samen met inwoners tot stand brengt (pijler 3 cultuurnota);

  • 3.

    Buurgemeenten

    In je projectplan geef je aan hoe de activiteit in samenwerking met buurgemeenten wordt georganiseerd (pijler 3 cultuurnota);

  • 4.

    Verlevendigen centra

    In je projectplan geef je aan hoe je activiteit bijdraagt aan het verlevendigen van een of meerdere van de (winkel)centra in Soest of Soesterberg (pijler 4 cultuurnota).

Daarnaast zijn de volgende randvoorwaarden geldig:

  • De aanvrager is een rechtspersoon;

  • De culturele activiteiten vinden plaats in Soest/Soesterberg;

  • De maximale subsidie per aanvraag bedraagt:

    • o

      1 van de vier bovenstaande thema’s: 2500,-

    • o

      2 van de vier bovenstaande thema’s: 4000,-

    • o

      3 of 4 van de vier bovenstaande thema’s: 8000,-

  • Naast de subsidie van de gemeente zijn er andere inkomstenbronnen zoals kaartverkoop, fondsen, sponsoring of eigen inbreng.

  • De activiteit wordt door de aanvrager aangemeld bij de culturele agenda van www.cultuurinsoest.nl;

  • Voor zover een culturele instelling structurele subsidie ontvangt, moet aangetoond worden dat het project niet uit de reguliere subsidie kan worden bekostigd.

  • Voor activiteiten die niet specifiek bijdragen aan de vier bovenstaande thema’s, maar wel bijdragen aan de culturele identiteit van de gemeente Soest (bijv. op gebied van erfgoed) is max 1000,- per aanvraag beschikbaar.

  • Voor het uitgeven van boeken over de historie van Soest/Soesterberg kan een subsidie worden aangevraagd van max. 500 euro.

Bij overschrijding van het budget voor projectsubsidies, hebben de aanvragen die in belangrijke mate bijdragen aan bovenstaande thema’s prioriteit.

Geen bijdrage wordt verleend voor:

  • Kosten gerelateerd aan onroerend goed (bijv. exploitatielasten);

  • Fondsvorming, vermogensopbouw;

  • Prijzengeld voor prijzenuitreiking door derden;

  • Activiteiten met een uitgesproken politiek karakter of die gericht zijn op het uitdragen van een religieuze overtuiging;

  • Activiteiten die tijdens het indienen van de aanvraag al zijn uitgevoerd;

f.100-stoelenregeling cultuur

Bij deze regeling neemt de gemeente max.100 kaarten van een lokaal georganiseerd en uitgevoerd concert af ten behoeve van gratis entree voor onderstaande doelgroepen.

  • De aanvrager en organisatie van de optredens is een niet-commerciële culturele instelling;

  • Per aanvrager kan maximaal één aanvraag per twee jaar worden gedaan;

  • De bijdrage is maximaal 100 kaarten en € 1.250,- per aanvraag;

  • Doelgroepen voor gratis kaarten zijn afnemers van de Voedselbank (mensen met weinig inkomen), vrijwilligers (bedankje inzet); mantelzorgers (ontlasting door uitje), schoolgaande jongeren, om nieuwe leden te werven e.d.;

  • Entreekaarten worden door de aanvrager zelf in overleg verdeeld;

  • Als de aanvrager minder dan 100 kaarten weet te verdelen dan moet de waarde van de niet- uitgedeelde kaarten worden terugbetaald aan de gemeente;

  • De begroting moet sluitend zijn;

  • Er wordt melding gemaakt van de financiële bijdrage van de gemeente;

  • Aanvragen kunnen het hele jaar, maar minimaal twee maanden vóór de activiteit plaatsvindt, worden ingediend;

  • Geen stapeling met projectsubsidie cultuur;

  • Het aantal toegekende kaarten dat niet wordt uitgegeven moet door de aanvrager worden gemeld aan de subsidieverstrekker. Dit kan gevolgen hebben voor de hoogte van de subsidie.

2. Overige criteria

2.1 Regionaal werkzame instellingen

Aan regionaal werkende instellingen die activiteiten organiseren ten behoeve van zorg en welzijn kan een subsidie worden verleend per Soester deelnemer.

2.2 Slachtofferhulp

Aan de Stichting slachtofferhulp regio Utrecht kan een subsidie worden verleend van € 0,17 per inwoner.

2.3. Beleidsgestuurde contractfinanciering

Organisaties, die een gemeentelijke opdracht krijgen van meer dan € 100.000,- , worden gefinancierd volgens de systematiek voor beleidsgestuurde contractfinanciering.

3. Financiële spelregels subsidiering

3. 1 Algemeen

  • a.

    Het verlenen van subsidie vindt plaats voor zover dit past binnen de door de gemeente geformuleerde beleidsdoelstellingen zoals aangegeven in de programmabegroting en/of daaraan gerelateerde beleidsnota's.

  • b.

    In de beschikking tot subsidieverlening kunnen door burgemeester en wethouders nadere bepalingen worden opgenomen ten aanzien van de resultaten, die met de activiteiten moeten worden bereikt.

  • c.

    Ter uitwerking van de beschikking kunnen burgemeester en wethouders een uitvoeringsovereenkomst met de instelling sluiten.

  • d.

    Een uitvoeringsovereenkomst bevat in ieder geval:

    • De betrokken beleidsdoelstellingen van de gemeente;

    • De verwachtte resultaten van de gesubsidieerde organisatie;

    • De aan te bieden prestaties door de gesubsidieerde organisatie;

    • De wijze waarop de maatschappelijke organisatie verantwoording aflegt over de door haar gerealiseerde prestaties en behaalde resultaten.

3.2 Administratief toezicht

  • a.

    Alle informatie die voor de beoordeling van de doel en rechtmatigheid van de subsidieverlening en subsidievaststelling van belang kan zijn, moet zonder voorbehoud en naar waarheid worden verstrekt.

  • b.

    De instelling, waaraan een subsidie verleend is van € 50.000,- of meer, is verplicht om de controle op het financieel beheer op te dragen aan een (register)accountant. In de controleverklaring van de accountant moet in ieder geval worden vermeld of de subsidie is besteed met inachtneming van de geldende subsidiebepalingen.

  • c.

    Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in het vorige lid ook aan een instelling waaraan een subsidie van minder dan € 50.000,- is verleend de verplichting opleggen de controle op het financieel beheer op te dragen aan een (register)accountant.

3.3 Vorming van reserves en voorzieningen

  • a.

    Instellingen kunnen een verzoek tot het vormen van reserves of voorzieningen en/of het toevoegen van batige saldi aan de reserves of voorzieningen schriftelijk en met redenen omkleed indienen tegelijk met de jaarrekening.

  • b.

    Burgemeester en wethouders beslissen op het verzoek bij de vaststelling van de subsidie.

  • c.

    Voor wijkbudgetten zijn er 2 soorten reserves mogelijk. Een flexibele reserve ten behoeve van bewonersinitiatieven van maximaal 50% van het jaarbudget en een bestemmingsreserve voor maximaal één specifiek spaardoel.

3.4 Ongewenste vorming van reserves en voorzieningen

Een instelling kan aan de gemeente een vergoeding verschuldigd zijn indien:

  • de instelling voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goede¬ren vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt;

  • de instelling een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van voor de gesubsi¬dieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;

  • Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en de andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de instelling wordt ontvangen.

  • Indien het roerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhan¬kelijke deskundige.

3.5 Opheffing instelling

Gebouwen en goederen welke geheel of gedeeltelijk door subsidie zijn verworven dienen bij opheffing dan wel liquidatie van de instelling aan de gemeente te worden overgedragen.

4. Overige bepalingen

 

4.1 Structurele en incidentele subsidies onder de € 10.000,- waar geen sturing plaatsvindt op aard en inhoud van de activiteiten kunnen conform artikel 9 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Soest direct vastgesteld worden.

 

4.2 De peildatum voor de leden-/deelnemertelling of inwoneraantal genoemd onder artikel 1.2a, 1.2b, 2.1, 2.4 is 1 januari van het jaar waarin subsidie wordt aangevraagd.

 

4.3 Het college van B&W kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels.

5. Slotbepalingen

5.1 Inwerkingtreding

  • a.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2024.

  • b.

    De Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2019 worden per 1 januari 2024 ingetrokken.

5.2 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2024.

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Soest in de vergadering van 19 december 2023.

de secretaris ,

mevrouw L. Vermond

de burgemeester,

de heer R. T. Metz

Toelichting op Beleidsregels welzijn, cultuur en sport 2024

In de Algemene Subsidie Verordening wordt de wijze van subsidietoekenning geregeld. In de Beleidsregels Welzijn, cultuur en sport worden als uitvloeisel hiervan voor onderdelen van het welzijnsterrein nadere regels vastgesteld. In de gemeentebegroting zijn de subsidiebedragen opgenomen. Binnen deze vastgestelde bedragen kan vervolgens door het college de subsidie verleend worden.

 

1.1Subsidieplafond

Aanvragen, die boven de in dit artikel genoemde plafonds uitkomen, worden afgewezen.

 

1.2.aouderenbonden

Het betreft de volgende bonden:

  • PCOB Soest;

  • KBO Soest/Soesterberg.

1.2.bdeskundigheidsbevordering vrijwilligers/bedankje

  • Géén subsidie wordt gegeven voor reis- /verblijfkosten en aan de in artikel 2.4 genoemde instellingen;

  • Onder deskundigheidsbevordering’ wordt verstaan: het vergaren van kennis en/of vaardigheden door deelname aan cursussen of trainingen of workshops en/of aanschaf van boeken of andere informatiebronnen die worden ingezet om vrijwilligers beter in staat te stellen vrijwilligerswerk te (gaan) doen of te blijven doen;

  • Bij een gezamenlijke aanvraag kan een deelnemende organisatie dat jaar niet nogmaals een aanvraag doen voor deskundigheidsbevordering. Er kan dan nog wel een waarderingssubsidie worden aangevraagd.

2.1regionaal werkzame instellingen

Het betreft een bedrag per deelnemer.

  • GSVA € 71,-

  • Nederlandse Vereniging Blinden en Slechtzienden € 19,-

  • Speelotheek `t Gooi (gehandicapten) € 104,-

  • Speelotheek Eemland (gehandicapten) € 104,-

2.3beleidsgestuurde contractfinanciering

Het betreft de navolgende organisaties:

  • St. Welzijn Ouderen Soest (welzijn ouderen)

  • St. Balans (welzijn algemeen)

  • Welzin (maatschappelijk werk)

  • KunstenHuisIdea (kunstencentrum, theater, bibliotheek)

De systematiek van beleidsgestuurde contractfinanciering kenmerkt zich doordat de gemeente via een vraagformulering aangeeft voor welke beleidsdoelstellingen en resultaten zij inzet van een maatschappelijke organisatie verwacht. De maatschappelijke organisatie geeft aan via welke prestaties zij deze resultaten kan leveren tegen een vaste prijs per prestatie-eenheid.