Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Landgraaf

Voorschriften kleine kansspelen gemeente Landgraaf 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLandgraaf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVoorschriften kleine kansspelen gemeente Landgraaf 2011
CiteertitelVoorschriften kleine kansspelen gemeente Landgraaf 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7c van de Wet op de kansspelen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2011nieuwe regeling

07-09-2010

Landgraaf Actueel, 22-09-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Voorschriften kleine kansspelen gemeente Landgraaf 2011

Burgemeester en wethouders van Landgraaf;

 

Overwegende dat het wenselijk is om voorschriften vast te stellen voor het organiseren van kleine kansspelen, teneinde ervoor te zorgen dat er wordt voldaan aan de bedoeling van, en het bepaalde in, de Wet op de kansspelen met betrekking tot kleine kansspelen;

 

Gelet op artikel 7c, derde lid, van de Wet op de kansspelen;

 

besluiten

 

onverminderd het bepaalde in de Wet op de kansspelen, ten aanzien van het organiseren van kleine kansspelen, de volgende voorschriften vast te stellen:

 

 

 

Artikel 1 Aanmelding kienbijeenkomst

  • 1.

    Een kienbijeenkomst kan slechts georganiseerd worden door een Nederlandse vereniging of een daarmee gelijk te stellen stichting, die ten minste drie jaren bestaat en is ingeschreven in het verenigingen- of stichtingenregister van de Kamer van Koophandel (artikel 7c, eerste lid).

  • 2.

    Het maximum aantal kienbijeenkomsten bedraagt per vereniging of stichting 104 per kalenderjaar.

  • 3.

    Het doel waarvoor gekiend wordt dient in overeenstemming te zijn met en te passen in de doelstelling van de organiserende vereniging of stichting, zoals die is opgenomen in de statuten van die vereniging of stichting.

  • 4.

    De kienbijeenkomst dient ten minste veertien dagen van tevoren te worden aangemeld bij het college (artikel 7c, tweede lid). De kienbijeenkomst kan maximaal drie maanden van tevoren worden aangemeld. Maximaal kunnen twaalf bijeenkomsten in een keer gemeld worden.

  • 5.

    Het aanmelden dient door een bestuurslid van de organiserende vereniging of stichting te geschieden. Aanmelding vindt plaats door het persoonlijk inleveren, in tweevoud, van het volledig ingevulde en door de voorzitter, secretaris en penningmeester ondertekende aanmeldingsformulier (model 1) in het Raadhuis (afdeling Vergunningen). De in artikel 2 vermelde kennisgeving van de prijzen die zijn te behalen maakt tevens deel uit van de wettelijke melding. Bij onjuiste of onvolledige invulling van het aanmeldingsformulier of het prijzenformulier wordt de aanmelding geacht niet te hebben plaatsgevonden.

  • 6.

    Bij de eerste aanmelding dient een kopie van de statuten van de vereniging of stichting ingeleverd te worden. Tevens dient een kopie van het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel te worden ingeleverd. Hieruit dient het actuele bestuur te blijken. Indien de statuten zijn gewijzigd, dient bij een eerste melding daarna, een kopie van de gewijzigde statuten te worden ingeleverd.

  • 7.

    Een vereniging of stichting die in Landgraaf kienbijeenkomsten wil organiseren dient statutair in Landgraaf te zijn gevestigd. Een uitzondering geldt voor een vereniging of stichting waarvan het ledental voor het grootste deel bestaat uit inwoners van Landgraaf. Een dergelijke vereniging of stichting dient bij de eerste melding, en vervolgens jaarlijks, een opgave te verstrekken van het totale aantal leden en van het aantal leden dat in Landgraaf woonachtig is. Steekproefsgewijs kan een controle plaatsvinden van deze opgaven middels het opvragen van de ledenlijst.

 

Artikel 2 Prijzen en premies

  • 1.

    Tenminste vier werkdagen vóór de dag dat de kienbijeenkomst plaatsvindt, dient een bestuurslid van de organiserende vereniging of stichting het in tweevoud volledig ingevulde en ondertekende, door het college vastgestelde, prijzenformulier (model 2) persoonlijk in te leveren in het Raadhuis bij de balie Vergunningen.

  • 2.

    Op dit formulier dienen de prijzen in geld of goederen per serie (inclusief de troostprijs bij bijvoorbeeld een zogenaamde dubbele kien) te zijn vermeld met daarbij aangegeven de waarde van elke prijs. Van de gratis verkregen prijzen dient de economische waarde te worden vermeld. Onder economische waarde wordt verstaan, de prijs waarvoor een ieder het artikel in de handel kan kopen.

  • 3.

    De waarde van de prijzen dient bij de verantwoording te worden aangetoond aan de hand van de op deze prijzen betrekking hebbende rekeningen of andere aannemelijke bewijsstukken.

  • 4.

    Op het prijzenformulier mogen geen prijzen zijn vermeld, die betrekking hebben op andere nog te organiseren kienbijeenkomsten.

  • 5.

    Een prijzenlijst dient gewaarmerkt te worden door of namens de medewerker Vergunningen en dient tijdens de kienbijeenkomst in het bezit te zijn van het bestuurslid, dat tijdens de kienbijeenkomst toezicht houdt.

  • 6.

    De prijzenlijst dient (in kopie) tevens minimaal een uur voor de aanvang van de bijeenkomst op een duidelijk zichtbare plaats te worden aangebracht in de ruimte waar gekiend wordt.

  • 7.

    De economische waarde van de gratis verkregen prijzen dient te worden meegerekend bij de bepaling van de waarde per serie of set en bij de gezamenlijke waarde per kienbijeenkomst.

  • 8.

    De prijzen of premies in geld of goederen mogen geen grotere waarde hebben dan € 400,- - per serie of set- en de gezamenlijke waarde mag niet meer bedragen dan € 1550,- (artikel 7c, eerste lid).

 

Artikel 3 De organisatie van een kienbijeenkomst

  • 1.

    Indien de aangemelde kienbijeenkomst om de een of andere reden niet doorgaat, dient de organiserende vereniging of stichting dit onverwijld aan de afdeling Vergunningen van de gemeente door te geven.

  • 2.

    De feitelijke organisatie van, het toezicht, de leiding evenals het fungeren als kienmaster tijdens een kienbijeenkomst dienen daadwerkelijk in handen te zijn van ten minste één bestuurslid van de organiserende vereniging of stichting. Daartoe dient deze gedurende de gehele bijeenkomst aanwezig te zijn. Dit toezichthoudende bestuurslid mag niet tevens ondernemer of leidinggevende van de horecagelegenheid, waarin de bijeenkomst wordt gehouden, zijn.

  • 3.

    Het uitbesteden of het overdragen van de organisatie van een kienbijeenkomst is niet toegestaan.

  • 4.

    De bestuursleden van de organiserende vereniging of stichting zijn ieder voor zich en gezamenlijk als bestuur, verantwoordelijk voor de gang van zaken vóór, tijdens en na de kienbijeenkomst.

  • 5.

    In de ruimte waar gekiend wordt, dient een door de afdeling Vergunningen gewaarmerkt exemplaar van de aanmelding van de bijeenkomst voor een ieder zichtbaar te zijn opgehangen.

  • 6.

    Tijdens het spelen dient de volgorde van de op het prijzenformulier aangegeven volgorde te worden aangehouden.

  • 7.

    Tijdens de kienbijeenkomst mogen geen andere prijzen beschikbaar te worden gesteld of in de lokaliteit waar gekiend wordt aanwezig zijn, dan die, die op het prijzenformulier staan vermeld.

  • 8.

    Het is het bestuur, het aangewezen bestuurslid ofwel de deelnemers niet toegestaan om de volgens het gewaarmerkte prijzenformulier beschikbaar gestelde prijzen terug te kopen, te ruilen of in te leveren.

  • 9.

    Er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van genummerde kienboeken of -kaarten. Deze kienboeken of -kaarten moeten zijn voorzien van een door of namens de medewerker van de afdeling Vergunningen goedgekeurde nummering en waarmerking.

  • 10.

    Op de plaats waar de kienboeken of -kaarten worden verkocht moeten voor een ieder duidelijk zichtbaar de kosten van deelneming per kienboek of -kaart zijn vermeld, alsmede het prijzenschema en het aantal te spelen ronden.

  • 11.

    Vóórdat het kienspel begint dienen op het door het college vastgestelde formulier voor de financiële verantwoording (model 3) onuitwisbaar de volgnummers van de kienboekjes te zijn vermeld.

 

Artikel 4 Financiële verantwoording

  • 1.

    Van elke gehouden kienbijeenkomst moet een afzonderlijke administratie worden gevoerd.

  • 2.

    Zo spoedig mogelijk na afloop van elke kienbijeenkomst, maar uiterlijk binnen veertien dagen daarna, dient een geheel uitgewerkte, dat wil zeggen gespecificeerde, rekening en verantwoording van de opbrengsten en de kosten van de kienbijeenkomst met bijbehorende bewijsstukken en bescheiden bij de afdeling Vergunningen te worden ingeleverd.

  • 3.

    Voor deze financiële verantwoording dient gebruik te worden gemaakt van het door of namens het college vastgestelde formulier, dat is gedateerd en gewaarmerkt door of namens de medewerker Vergunningen en ten behoeve van iedere gemelde bijeenkomst wordt verstrekt.

  • 4.

    Het overgelegde formulier moet door de voorzitter, de secretaris en de penningmeester van de organiserende vereniging of stichting op de juiste en volledige invulling zijn gecontroleerd en als bewijs daarvan worden ondertekend.

  • 5.

    De als bewijsstuk van kosten ingeleverde betalingsbewijzen moeten zijn voorzien van de naam, adres en de woonplaats van degene aan wie de betalingen zijn gedaan. Deze bewijsstukken moeten tegelijk met het verantwoordingsformulier worden ingeleverd.

  • 6.

    Van de bruto-opbrengst moet minimaal 20% ten goede komen aan de organiserende vereniging of stichting.

  • 7.

    De organiserende vereniging of stichting is verplicht het netto af te dragen bedrag zo spoedig mogelijk na afloop van elke kienbijeenkomst, maar uiterlijk binnen veertien dagen daarna, te storten op de bank- of girorekening van de organiserende vereniging of stichting. Een kopie van het stortingsbewijs dient samen met de overige bewijsstukken, die bij de financiële verantwoording behoren, te worden ingeleverd bij de afdeling Vergunningen.

  • 8.

    De penningmeester van de organiserende vereniging of stichting is verplicht deze inkomsten direct in de boekhouding van de vereniging of stichting te verwerken en deze boekhouding op eerste vordering ter controle aan te bieden aan de afdeling Vergunningen.

  • 9.

    Indien niet binnen veertien dagen na de gehouden kienbijeenkomst een financiële verantwoording op de voorgeschreven manier is ingeleverd of die niet in orde is verklaard, worden de door de vereniging of stichting in dat kalenderjaar nog te houden bijeenkomsten verboden.

  • 10.

    Als kosten voor de organisatie van de kienbijeenkomst kunnen uitsluitend die uitgaven worden opgevoerd, die rechtstreeks verband houden met de gehouden bijeenkomst, zoals inkoop van materiaal en prijzen, de huur van de zaal en de kienapparatuur. De kosten voor de zaalhuur mogen maximaal € 55,- bedragen. Niet als kosten kunnen worden opgevoerd, vergoedingen voor de kienmaster, kosten voor het bieden van vermaak in de vorm van artiesten en overigens alle kosten, die niet onvermijdelijk voor het welslagen van het doel van de kienbijeenkomst moeten worden beschouwd. Het bedrag van € 55,- voor de zaalhuur wordt jaarlijks geïndexeerd. Deze indexering vindt voor het eerst plaats op 1 januari 2017 op basis van het maandprijsindexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI), reeks alle huishoudens (2015=100), zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze herziening geschiedt als volgt:

  • De huurprijs zal worden vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan het gemiddelde prijsindexcijfer van het kalenderjaar voorafgaande aan de datum van herziening en de noemer gelijk is aan het gemiddelde prijsindexcijfer van het kalenderjaar voorgaande aan de datum van laatste huurprijsherziening. Mocht het CBS te eniger tijd overgaan tot publicatie van prijsindexcijfers reeks alle huishoudens op een meer recente tijdsbasis, dan zullen de cijfers van de nieuwe reeks in aanmerking worden genomen, zo nodig na koppeling aan cijfers van voorafgaande reeksen.

  • 11.

    Aan de controlerende functionarissen van de gemeente, de politie en/of de brandweer dient alle medewerking te worden verleend bij het verrichten van hun taak vóór, tijdens en na de kienbijeenkomst. Op hun verzoek moet inzage worden gegeven in alle zaken en bescheiden, die op enigerlei wijze betrekking hebben op de kienbijeenkomst.

 

Artikel 5 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in deze voorschriften zijn belast de bij de gemeente werkzame:

  • a.

    seniormedewerker handhaving (BOA);

  • b.

    medewerker handhaving (BOA);

  • c.

    medewerker stadswacht;

  • d.

    medewerker markten & kermissen.

 

Artikel 6  

De aangemelde kienbijeenkomsten worden verboden indien niet is of wordt voldaan aan een of meer van bovengenoemde voorschriften.

 

Artikel 7 Mandatering

Het hoofd van de afdeling Vergunningen is bevoegd om namens burgemeester en wethouders bijeenkomsten te verbieden als bedoeld in artikel 7c, derde lid, van de Wet op de kansspelen.

 

Artikel 8 Overgangsrecht

  • 1.

    Op kienbijeenkomsten die zullen plaatsvinden in 2011 en die zijn gemeld ná 30 september 2010 zijn deze voorschriften van toepassing.

  • 2.

    Voor zover de melding als bedoeld in het eerste lid niet voldoet aan deze voorschriften, heeft de betreffende vereniging of stichting de gelegenheid om de melding tot 15 januari 2011 aan te vullen of te wijzigen.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze voorschriften worden bekend gemaakt in "Landgraaf Aktueel" en treden in werking op 1 januari 2011.

  • 2.

    Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als "Voorschriften kleine kansspelen gemeente Landgraaf 2011".

 

Landgraaf, 7 september 2010

Burgemeester en Wethouders voornoemd,

de Secretaris, de Burgemeester,

mr. S.B.E. Willems-van Ulden mr. L.H.F.M. Janssen

Algemene toelichting

 

In de gemeente Landgraaf worden, net als in vele andere gemeenten in Nederland, regelmatig bingo- of kienbijeenkomsten georganiseerd. Zo'n kienbijeenkomst wordt in de Wet op de kansspelen een klein kansspel genoemd. In artikel 7c van die wet is geregeld wie een klein kansspel mag organiseren, hoe dat moet gebeuren en welke gevolgen het heeft als de organisatie van zo'n bijeenkomst niet voldoet aan de wettelijke eisen.

Volgens de wettelijke regeling en de rechtspraak mogen alleen verenigingen of daarmee gelijk te stellen stichtingen, die minimaal drie jaar bestaan en in hun statuten een duidelijke doelstelling hebben, maar niet tot doel hebben om kansspelen te organiseren, een klein kansspel organiseren. Helaas komt het voor dat er ook commerciële kienbijeenkomsten worden gehouden. Omdat de wettelijke regels dit niet toestaan, worden dan schijnconstructies gemaakt. De bijeenkomsten worden in die gevallen dan georganiseerd op naam van een vereniging, maar in werkelijkheid komt die vereniging er eigenlijk niet aan te pas. Voor het verlenen van hun naam en beperkte medewerking aan de kienbijeenkomst ontvangen die verenigingen dan nog wel een geldelijke vergoeding, maar daar houdt het dan ook mee op. De grote winsten verdwijnen in de zakken van de commerciële organisator.

 

Wij hebben als college op grond van de wet een taak om er voor te zorgen, dat de binnen de gemeente georganiseerde kleine kansspelen en dus de kienbijeenkomsten zo georganiseerd en gehouden worden, zoals de wetgever dat bedoeld heeft. Anders gezegd, het college moet er voor zorgen en eigenlijk garanderen, dat het kienen 'onschuldig volksvermaak' is, waarvan de opbrengst ten goede komt aan een duidelijk omschreven doel dat niet in strijd komt met het algemeen belang.

Wij willen graag de garantie geven aan zowel de organiserende vereniging of stichting, als aan de bezoekers van kienbijeenkomsten, dat in de gemeente Landgraaf uitsluitend volgens 'de regels van het spel' wordt gekiend. Ook willen wij het commercieel kienen tegengaan. Daarvoor is het noodzakelijk om voorschriften vast te stellen.

 

Gelet op het bovenstaande hebben wij de onderhavige "Voorschriften kleine kansspelen gemeente Landgraaf 2011" vastgesteld. De voorschriften hebben betrekking op de wijze van het aanmelden van kienbijeenkomsten, de controle over uit te loven prijzen, de organisatie van het spel, de overlegging van de rekening en verantwoording en zelfs van de besteding van de opbrengsten. Aan de hand van deze voorschriften zullen de te organiseren kienbijeenkomsten beoordeeld worden. Indien niet aan de voorschriften wordt voldaan, wordt de kienbijeenkomst op grond van het bepaalde in artikel 7c, derde lid, van de Wet op de kansspelen verboden.

 

Omdat de wettelijke regels eigenlijk de 'kapstok' voor de voorschriften vormen, is een aantal voorschriften direct aan de wettekst ontleend. Dit bevordert namelijk de leesbaarheid van deze voorschriften. In de tekst wordt volledigheidshalve dan tussen haakjes de wetsbepaling vermeld.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Dit artikel bevat voorschriften met betrekking tot de aanmelding van kienbijeenkomsten.

In het tweede lid is opgenomen dat per vereniging of stichting maximaal 104 kienbijeenkomsten per jaar mogen worden georganiseerd. De reden voor deze beperking is gelegen in het volgende. In de wet zelf is geen maximum aantal bijeenkomsten opgenomen. Uit de parlementaire stukken met betrekking tot de Wet op de kansspelen blijkt echter dat de wetgever heeft beoogd slechts die vorm van beoefening van kansspelen als een zogenaamd klein kansspel aan de werkingssfeer van het bepaalde in titel I van de wet (vergunningplicht) te onttrekken waarbij een relatie bestaat tussen het doel van de bijeenkomst en de beoogde bezoekers van die bijeenkomst ten opzichte van de organiserende vereniging. Het gaat immers om bijeenkomsten waarmee wordt beoogd de ledenbinding te versterken en waarbij met een bescheiden inleg zowel de kas van de eigen vereniging wordt versterkt als een kans op een aardige prijs wordt verkregen. Deze bijeenkomsten zullen dan ook in de regel worden bezocht door de leden van de vereniging met hun introducés, althans personen die zich met de vereniging verbonden voelen, en niet door willekeurige buitenstaanders. In een opzet als door de wetgever beoogd, zal het aantal door een vereniging jaarlijks te organiseren kienbijeenkomsten als vanzelf beperkt blijven om te voorkomen dat bij de leden van de vereniging een verzadiging ten aanzien van kienbijeenkomsten optreedt (zie ook Vz. Afdeling rechtspraak Raad van State 31-08-1989, AB 1990/515). In de praktijk komt het echter regelmatig voor dat er een groot aantal kienbijeenkomsten door één vereniging wordt georganiseerd. Gelet op het aantal kienbijeenkomsten in verhouding tot het aantal leden van de betreffende vereniging moet het er in die gevallen voor worden gehouden dat het voor die bijeenkomsten beoogde publiek voor het merendeel bestaat uit bezoekers, die geen binding hebben met de betreffende vereniging. Er is dan sprake van kienen op commerciële basis. Dergelijke kienbijeenkomsten komen niet overeen met bovenstaande bedoeling van de wetgever en kunnen op grond daarvan dan ook niet worden aangemerkt als een klein kansspel in de zin van artikel 7c van de Wet op de kansspelen. Om deze reden is in artikel 1, tweede lid, van de onderhavige voorschriften opgenomen dat er per vereniging of stichting niet meer dan 104 kienbijeenkomsten per jaar mogen worden georganiseerd. Ditaantal komt neer op 2 bijeenkomsten per vereniging of stichting per week, welk aantal naar onze mening niet leidt tot een verzadiging bij de leden van de vereniging of stichting. Het beperken van het aantal kienbijeenkomsten ligt in lijn met een herziening van de Wet op de kansspelen, waaraan op dit moment wordt gewerkt. Het tijdstip van inwerkingtreding van de nieuwe wet is op dit moment nog niet bekend. In dat wetsvoorstel wordt het aantal kienbijeenkomsten dat per rechtspersoon per jaar mag worden georganiseerd drastisch beperkt: per rechtspersoon kan per jaar het kienen voor maximaal dertien bijeenkomsten worden toegestaan. Dit aantal van dertien bijeenkomsten is naar onze mening voor het zuiden van Nederland, waar het kienen min of meer onderdeel is van een traditie, te beperkt. Wij hebben er dan ook voor gekozen om het maximum vooralsnog te bepalen op 104 bijeenkomsten per jaar.

 

Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het voor een vereniging of stichting ook mogelijk is om de 104 bijeenkomsten in een kortere periode dan een heel jaar te organiseren. Indien er veel kienbijeenkomsten in een kort tijdsbestek door één vereniging of stichting worden georganiseerd is er al gauw sprake van kienen op commerciële basis, hetgeen in strijd is met de bedoeling van de wetgever. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen is in het vierde lid van dit artikel opgenomen dat een kienbijeenkomst ten minste veertien dagen en maximaal drie maanden van tevoren moet worden aangemeld. Bovendien kunnen er maximaal 12 bijeenkomsten in een keer worden gemeld. Op deze wijze wordt beoogd een drempel op te werpen voor het organiseren van veel bijeenkomsten in een kort tijdsbestek. Weliswaar wordt hiermee niet voorkomen dat er maximaal 26 bijeenkomsten per kwartaal worden georganiseerd, maar deze bijeenkomsten kunnen in ieder geval, door het maximum van 12 per melding, niet allemaal tegelijkertijd worden gemeld.

 

Artikel 2

Dit artikel bevat voorschriften met betrekking tot de prijzen die tijdens de kienbijeenkomsten ter beschikking worden gesteld. Op grond van de Wet op de kansspelen mogen de prijzen geen grotere waarde hebben dan € 400,- , per serie of set, en de gezamenlijke waarde mag niet meer bedragen dan € 1550,-.

 

Artikel 3

Dit artikel bevat voorschriften met betrekking tot de organisatie van de kienbijeenkomst. Een belangrijk voorschrift, met het oog op het tegengaan van het kienen op commerciële basis, is opgenomen in het tweede lid: de feitelijke organisatie van, het toezicht, de leiding, evenals het fungeren als kienmaster tijdens een kienbijeenkomst dienen daadwerkelijk in handen te zijn van ten minste één bestuurslid van de organiserende vereniging of stichting.

 

Artikel 4

Dit artikel bevat voorschriften met betrekking tot de financiële verantwoording. In artikel 4, zesde lid, van de voorschriften is opgenomen dat van de bruto-opbrengst minimaal 20% ten goede moet komen aan de organiserende vereniging of stichting. Wij zijn van mening dat dit winstpercentage voor verenigingen en stichtingen haalbaar moet zijn. In andere gemeenten treft men veelal hogere percentages aan (30%, 60%).

 

In het tiende lid van dit artikel wordt aangegeven welke kosten voor de organisatie van de kienbijeenkomst als uitgaven mogen worden opgevoerd. Verder wordt gesteld dat de kosten voor zaalhuur niet hoger mogen zijn dan € 50,-. Indien de kosten van de zaalhuur hoger zijn, betekent dit dat een groot deel van de opbrengsten van het kienen gaat naar een commerciële zaalverhuurder. De bedoeling van de wetgever is echter dat de kas van de vereniging of stichting wordt gesterkt.

 

Artikel 5

Dit artikel inzake het verbieden van de kienbijeenkomsten is voor de duidelijkheid in deze voorschriften opgenomen: de bevoegdheid om te verbieden vloeit ook al rechtstreeks voort uit artikel 7c, derde lid, van de Wet op de kansspelen.

 

Artikel 6

Dit artikel bevat een mandaat aan het hoofd van de afdeling Vergunningen om een kienbijeenkomst namens ons college te verbieden. Een dergelijk mandaat is noodzakelijk omdat een verbod vaak op korte termijn uitgevaardigd zal moeten kunnen worden.

 

Artikel 7

Dit artikel bevat overgangsrecht. De onderhavige voorschriften hebben betrekking op kienbijeenkomsten die vanaf 1 januari 2011 zullen plaatsvinden. Enkele van deze bijeenkomsten zullen al voor deze datum aangemeld worden. Op grond van de onderhavige overgangsbepaling dienen de kienbijeenkomsten die zullen plaatsvinden in 2011 en die ná 30 september 2010 zijn aangemeld, te voldoen aan de onderhavige voorschriften.