Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Senzer

Beleidsregels pilot ‘Samenwonen op proef’ Senzer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSenzer
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels pilot ‘Samenwonen op proef’ Senzer
CiteertitelBeleidsregels pilot samenwonen op proef Senzer
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-11-202315-10-202301-01-2025nieuwe regeling

04-12-2023

bgr-2024-98

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels pilot ‘Samenwonen op proef’ Senzer

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Senzer, ingevolge artikel 4 Gemeenschappelijke regeling Senzer; datum 13 november 2023

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht; artikel 160 lid 1 onder a Gemeentewet; artikel 3 lid 3 en lid 4 Participatiewet; artikel 3 lid 3 en lid 4 IOAW en artikel 3 lid 3 en lid 4 IOAZ

b e s l u i t vast te stellen de tijdens de looptijd van de pilot van toepassing zijnde beleidsregels ‘Samenwonen op proef Senzer’.

 

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze nadere regels gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, IOAW, IOAZ en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • 2.

    Kennismakingsperiode: een periode van maximaal zes maanden waarin Senzer bijstandsgerechtigde(n) toestemming geeft om samen te wonen op proef, zoals bedoeld in deze regeling, zonder consequenties voor de uitkering;

  • 3.

    Bijstandsgerechtigde: de persoon met een uitkering op grond van de Participatiewet, de IOAW en IOAZ.

  • 4.

    Aanvrager: de persoon, de belanghebbende, wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken.

Artikel 2 Gezamenlijke huishouding

Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.

  • a.

    Hoofdverblijf: bij de vaststelling waar iemand zijn hoofdverblijf heeft is niet de inschrijving in het BRP of het hebben van een (huur)woning op een ander adres dan het adres waar iemand hoofdzakelijk verblijft bepalend, maar de feitelijke situatie

  • b.

    Zorgdragen voor elkaar door het leveren van een bijdrage in de kosten van het huishouden dan wel anderszins, kan onder andere blijken uit het leveren van een financiële bijdrage in de vaste lasten, de boodschappen en incidentele kosten, dan wel andere wederzijdse zorg.

Artikel 3 Kennismakingsperiode

  • 1.

    Op aanvraag kan aan één of aan beide personen die een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ ontvangt of ontvangen maximaal eens in de vijf jaar een kennismakingsperiode toestaan. Indien in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag al een kennismakingsperiode is toegekend, wordt de aanvraag afgewezen.

  • 2.

    De kennismakingsperiode vangt niet eerder aan dan nadat schriftelijk toestemming is verleend.

  • 3.

    De duur van de kennismakingsperiode wordt individueel bepaald en vastgesteld op de periode die nodig wordt geacht om een definitief besluit te kunnen nemen op het samenwonen. Als de periode is vastgesteld op minder dan zes maanden, dan kan de periode bij een door de professional vastgestelde noodzakelijkheid worden verlengd tot maximaal zes maanden in totaal.

  • 4.

    Gedurende de kennismakingsperiode ontvangt de bijstandsgerechtigde een uitkering naar de norm die de belanghebbende ontving ten tijde van de aanvraag van de kennismakingsperiode, tenzij deze norm wijzigt wegens andere omstandigheden dan het samenwonen op proef.

  • 5.

    De inlichtingenplicht is onverkort van toepassing op de partner die de bijstandsuitkering ontvangt.

Artikel 4 Voorwaarden voor toekenning kennismakingsperiode

  • 1.

    Indien beide partners bijstand ontvangen, vragen beiden gezamenlijk vooraf in de gemeente waar de bijstandsgerechtigde(n) de uitkering ontvang(en) aan of ze op proef mogen samenwonen. Wanneer er sprake is van een partner die een bijstandsuitkering ontvangt in een andere gemeente, dan bestaat het recht op de kennismakingsperiode alleen wanneer zowel Senzer als de andere gemeenten hierin toestemmen en;

  • 2.

    Beide aanvragers moeten hun eigen woonadres aanhouden en in de BRP op dat woonadres ingeschreven blijven staan én de woning beschikbaar houden voor eigen gebruik.

  • 3.

    Het voorgaande lid is wat betreft het beschikbaar houden van de woning niet van toepassing op de aanvrager die niet beschikt over woonruimte.

  • 4.

    Een eventuele verhuurder (wooncorporatie) is door de aanvrager op de hoogte gesteld van het tijdelijk niet voltijds bewonen van de woonruimte en

  • 5.

    Indien één van de partners voor een periode van langer dan achtentwintig dagen ten tijde van de kennismakingsperiode in een inrichting verblijft, zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel f van de Participatiewet, eindigt het recht op de kennismakingsperiode. Wanneer de partner niet langer meer in de inrichting verblijft, kan de kennismakingsperiode opnieuw worden aangevraagd. Bij toekenning herleeft het recht op de kennismakingsperiode voor de periode dat van de oorspronkelijk toegekende kennismakingsperiode resteert. Dit geldt ook wanneer één van beide partners langer dan achtentwintig dagen in het buitenland verblijft of is gedetineerd.

Artikel 5 Uitsluitingen

Geen kennismakingsperiode wordt verleend indien:

  • a.

    Er sprake is van het rechtsvermoeden van een gezamenlijke huishouding, zoals bedoeld in artikel 3 lid 4 Participatiewet en artikel 2 van deze beleidskaders;

  • b.

    Aanvragers reeds voorbereidingen hebben getroffen voor een huwelijk of geregistreerd partnerschap;

  • c.

    Eén van de aanvragers in de periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag van de kennismakingsperiode al gebruik heeft gemaakt van de kennismakingsperiode;

  • d.

    Aanvragers bloedverwanten in de eerste of tweede graad zijn.

Artikel 6 Citeertitel

De beleidsregels worden aangehaald als de “beleidsregels Samenwonen op proef Senzer”

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 15 oktober 2023 en vervallen van rechtswege op 1 januari 2025.

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van openbaar lichaam Senzer in de vergadering van 13 november 2023,

namens het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Senzer,

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van openbaar lichaam Senzer in de vergadering van 13 november 2023,

namens het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Senzer,

 

E.de Vries

voorzitter

H.A.A.J. van Rinsum

secretaris