Beleidsregels pilot opkopen schulden jongeren gemeente Ridderkerk 2023

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Begeleider: de individuele jongerenwerker van Facet die de jongere begeleidt gedurende het traject.

• b.

  College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk.

• c.

  Klantmanager schuldhulpverlening: medewerker van de gemeente Ridderkerk die belast is met het uitvoeren van Schuldhulpverlening.

• d.

  Problematische Schulden: schulden van een natuurlijk persoon waarbij redelijkerwijs is te voorzien dat deze persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van deze schulden of reeds is gestopt met betalen.

• e.

  Schuldhulpverlening: het ondersteunen van cliënten bij het vinden van een adequate oplossing voor (Problematische) Schulden, alsmede de nazorg.

• f.

  Maatschappelijke stage: maatschappelijke bijdrage die de jongere gedurende het traject levert, zoals afgesproken in het Perspectiefplan. Het gaat om vrijwilligerswerk met een maatschappelijk doeleinde. Deze stage duurt meestal een jaar en is afhankelijk van de beschikbare uren en draagkracht. Dit moet gedaan worden naast school of werk.

• g.

  Perspectiefplan: een door de klantmanager, betrokken jongere en diens begeleider opgesteld document. Dit plan beschrijft de afgesproken doelen c.q. toekomstperspectief, acties, benodigde ondersteuning op leefgebieden waarin de jongere problemen ondervindt en de wijze van aflossing van het saneringskrediet of de schuld in het op te starten Schuldhulpverleningstraject.

Artikel 2 Algemene uitgangspunten

Pilot opkopen schulden jongeren is een integrale aanpak voor jongeren. Centraal staat het wegnemen van schulden, stress en ruimte maken voor toekomstperspectief.

De gemeente Ridderkerk wil dat jongeren toewerken naar een stabiele financiële situatie waarin de jongeren in hun kracht kunnen staan om stappen te zetten binnen diverse leefgebieden die bijdragen aan het persoonlijk toekomstperspectief met een structurele gezonde persoonlijke financiële huishouding.

Artikel 3 Aanmeldprocedure pilot opkopen schulden jongeren

• 1.

  De jongere meldt zich aan bij het wijkteam van de gemeente Ridderkerk, al dan niet via Facet, SchuldHulpMaatje of een andere ketenpartner van de gemeente Ridderkerk.

• 2.

  De jongere vult een (digitaal) aanmeldformulier in en ondertekent een toestemmingsverklaring voor de gegevensverwerking gedurende het traject. Het digitale formulier en de verklaring staan op de gemeentelijke website. Het papieren formulier en verklaring kunnen opgehaald worden bij Facet, SchuldHulpMaatje of het wijkteam.

• 3.

  Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de aanmelding bij het wijkteam, zoals bedoeld in het eerste lid, neemt de klantmanager contact op met de jongere om deze aanmelding te bespreken en aan te geven wat de vervolgstappen zijn.

• 4.

  Het intakegesprek vindt plaats binnen vier weken na de aanmelding. Dit is een gesprek met de jongere om de leefgebieden waarbij ondersteuning nodig is in kaart te brengen, de criteria voor toelating te toetsen en informatie te verzamelen voor het opstellen van een Perspectiefplan. Tijdens de intakefase beoordeelt de klantmanager of de aanmelding past binnen de reikwijdte van deze regeling. De beoordeling daartoe wordt gemaakt op basis van de criteria genoemd in artikel 4 en 5 van deze regeling.

• 5.

  Indien verzoeker niet onder deze regeling valt, maar wel een hulpvraag heeft, wordt deze vraag opgepakt door het wijkteam binnen de regeling voor reguliere schuldhulpverlening of wordt de jongere begeleid naar andere passende ondersteuning of hulpverlening.

• 6.

  Na het intakegesprek stelt de klantmanager schuldhulpverlening (SHV) vast dat de aanmelding voldoet aan de voorwaarden uit deze regeling. De jongere, klantmanager SHV en betrokken begeleider stellen gezamenlijk een Perspectiefplan op.

Artikel 4 Toelatingscriteria doelgroep

• 1.

  De jongere dient te voldoen aan de volgende voorwaarden om in aanmerking te komen voor de pilot:

  • a.

    is tussen de 18 en 27 jaar oud;

  • b.

    kampt met problematische schulden;

  • c.

    staat ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene van de gemeente Ridderkerk of dient over een briefadres binnen de gemeente Ridderkerk te beschikken;

  • d.

    kan niet geholpen worden binnen de reguliere schuldhulpverleningsprocessen vanwege een te lage afloscapaciteit of het ontbreken van afloscapaciteit, waarbij het realiseren van een hogere afloscapaciteit binnen afzienbare tijd niet reëel is of afbreuk doet aan toekomstperspectief (bijvoorbeeld moeten stoppen met een opleiding);

  • e.

    dient gemotiveerd te zijn en bereid te zijn om mee te werken aan een coachingstraject en aan doelen in een opgesteld Perspectiefplan, zoals het leveren van een maatschappelijke stage;

  • f.

    dient hulpverlening op andere leefgebieden dan financieel te accepteren, indien dit noodzakelijk wordt geacht.

• 2.

  De jongere dient zich voor 1 maart 2024 te melden om te kunnen deelnemen aan de pilot opkopen schulden jongeren.

Artikel 5 Weigering

Het college besluit de aanmelding voor pilot opkopen schulden jongeren in ieder geval af te wijzen indien:

• a.

  de jongere niet voldoet aan de toelatingscriteria uit artikel 4;

• b.

  de jongere aangeeft zijn beschikbare afloscapaciteit niet te willen gebruiken ter aflossing van zijn schulden;

• c.

  er sprake is van een actieve verslaving waarvoor nog geen behandeling is voorzien;

• d.

  de jongere staat ingeschreven als ondernemer of ZZP’er bij de Kamer van Koophandel;

• e.

  de (schulden)situatie van de jongere een schuldsanering actief in de weg staat of niet mogelijk maakt. Denk hierbij aan te grote schuldenlast (zie artikel 9 van deze regeling) of schulden die de jongere niet erkent, een (te) groot aandeel schulden die te kwader trouw zijn ontstaan (diefstal, heling, fraude) die niet regelbaar zijn, ontbreken van inzicht in de schuldensituatie en een (te) groot aandeel recente schulden;

• f.

  een wettelijk schuldhulpverleningstraject (WSNP) is opgestart of tussentijds is beëindigd.

Artikel 6 Perspectiefplan en aanpassingen

• 1.

  De afspraken over de inzet gedurende het traject en het toekomstperspectief zijn realistisch en passend voor de jongere. De jongere houdt zich aan deze afspraken.

• 2.

  Het kan voorkomen dat zich omstandigheden voordoen waardoor deze afspraken aangepast moeten worden. Dit gebeurt altijd in onderlinge afstemming tussen de jongere, de klantmanager en de begeleider.

• 3.

  Het aangepaste Perspectiefplan wordt ondertekend door alle partijen.

Artikel 7 Beschikking

• 1.

  Na de intake wordt de toelatingsbeschikking met het Perspectiefplan of de afwijzing binnen een termijn van acht weken toegezonden aan de jongere. In de beschikking staat: de aanmeldingsdatum, het besluit, de motivering van het besluit, het doel, informatie over de uitvoering van het besluit en de eventuele voorwaarden.

• 2.

  In afwijking van het eerste lid kan een beschikking achterwege blijven als in het eerste gesprek zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid door de verzoeker wordt aangegeven af te zien van verdere Schuldhulpverlening.

Artikel 8 Traject

• 1.

  Het traject bestaat in elk geval uit een Saneringskrediet opkopen schulden jongeren en een begeleidingstraject van 18 maanden met nazorg. Ondersteunende diensten die hiernaast kunnen worden ingezet zijn onder andere: budgetcoaching en budgetbeheer, conform de reguliere schuldhulpverlening.

• 2.

  De jongere komt slechts één keer in aanmerking voor een traject op grond van deze regeling.

Artikel 9 Saneringskrediet en wijze van aflossing

• 1.

  Aan de hand van het ondertekende Perspectiefplan neemt Kredietbank Nederland contact op met de jongere voor de procedure van het opstarten van het saneringskrediet.

• 2.

  Saneringskrediet voor de pilot opkopen schulden jongeren is een krediet dat verstrekt wordt in het kader van deze pilot om problematische schulden van een jongere om te zetten in één schuld bij Kredietbank Nederland. De Kredietbank Nederland bepaalt de wijze en de hoogte van het aflossen van de schuld.

• 3.

  De klantmanager SHV kan bepalen dat in plaats van een (deel van het) aflossingsbedrag de jongere een maatschappelijke stage loopt. Deze maatschappelijke stage wordt opgenomen in het Perspectiefplan.

• 4.

  De hoogte van het saneringskrediet bedraagt maximaal 5% van de maandelijkse normbedragen Algemene bijstand volwassenen (21 jaar, Participatiewet) X 18 maanden.

• 5.

  Het college staat garant voor bedragen van het saneringskrediet of voor bedragen minder dan 5% van de maandelijkse normbedragen die niet worden gesaneerd.

• 6.

  Als de Kredietbank Nederland een saneringskrediet heeft afgesproken met de schuldeisers dan kan het college €1.000 van het krediet voor haar rekening nemen.

• 7.

  De afloscapaciteit is het geldbedrag dat de jongere maandelijks kan aflossen. Dit aflossingsbedrag is gebaseerd op de Recofa rekenmethode en de normen van het Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK: de Vereniging voor schuldhulpverleningen en sociaal bankieren). De afloscapaciteit is lager dan 5% van de maandelijkse normbedragen Algemene bijstand Volwassenen (21 Jaar, Participatiewet).

• 8.

  De schulden die geen onderdeel uitmaken van de schuldsanering uit deze regeling zijn:

  • a.

    schulden door een strafrechtelijke veroordeling of een strafvordering;

  • b.

    een lopende studieschuld aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De terugbetalingsachterstand op het moment van afsluiten van het saneringskrediet telt wel mee;

  • c.

    een hypotheekschuld, indien de jongere in de woning kan blijven wonen.

• 9.

  De schuld beschreven in artikel 9 lid 4 b wordt bevroren en kan na afloop van het traject opkopen schulden jongeren worden afbetaald.

• 10.

  In het Perspectiefplan zijn afspraken gemaakt over de wijze van aflossen van het saneringskrediet, gebaseerd op de hoogte van afloscapaciteit van de jongere en de beoogde doelen in relatie tot het toekomstperspectief. De aflossingstermijn wordt vastgesteld op maximaal anderhalf jaar.

• 11.

  Indien de Kredietbank Nederland geen akkoord kan bereiken met de schuldeisers over de sanering van de schulden van de jongere dan onderzoekt de klantmanager of de jongere op een andere manier geholpen kan worden.

Artikel 10 Inlichtingenplicht

De jongere doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op voor hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening, of voor de uitvoering van de wet en de uitvoering van de afspraken, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het college kunnen worden verkregen. Bijvoorbeeld bij veranderingen in de financiële situatie en/of leefomstandigheden.

Artikel 11 Medewerkingsplicht

De jongere is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet, waaronder ook het nakomen van gemaakte financiële afspraken en het Perspectiefplan.

Artikel 12 Overige verplichtingen

• 1.

  De jongere verplicht zich tot het uitvoeren van het met hem overeengekomen Perspectiefplan. Hierbij wordt specifiek gewezen wordt op de afspraken gericht op het verbeteren van het toekomstperspectief, omdat deze in belangrijke mate als tegenprestatie dienen voor de geboden hulp.

• 2.

  De jongere informeert de klantmanager SHV direct over vergeten of nieuwe schulden, onvoorziene schulden, incasso’s of inkomsten (hoger loon, alimentatie, erfenis, loterij) of vermogen die niet eerder zijn gemeld.

• 3.

  De jongere gaat geen nieuwe schulden meer aan. Onder het niet aangaan van nieuwe schulden wordt begrepen: geen nieuwe leningen aangaan, geen nieuwe abonnementen, niet kopen op afbetaling, geen bankrekening met negatief saldo openen. Schulden die er al zijn worden soms hoger door extra kosten en/ of rente. Dit zijn geen nieuwe schulden, maar de extra schuld moet wel gemeld worden aan de klantmanager SHV.

• 4.

  Indien de jongere een opleiding volgt en in dat kader recht heeft op het aanvragen van een lening bij DUO, valt deze lening buiten het gestelde in lid 4, in zoverre het aangaan van deze lening noodzakelijk is voor het voorzien in kosten behorende bij de opleiding, dagelijks levensonderhoud, huur, gas water en licht, en ziektekostenverzekering. Deze lening moet wel gemeld worden bij de klantmanager SHV.

Artikel 13 Beëindiging

• 1.

  Het College kan besluiten eenzijdig over te gaan tot beëindiging van de Schuldhulpverlening indien de jongere niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals vastgelegd in artikel 10, 11 en 12. Er zal niet eerder tot beëindiging worden overgegaan dan nadat aan de jongere een redelijke hersteltermijn is geboden om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt deze hersteltermijn niet;

• 2.

  Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het College besluiten tot het beëindiging van het individuele traject opkopen schulden jongeren indien:

  • a.

    het individuele traject opkopen schulden jongeren succesvol is afgerond;

  • b.

    de Kredietbank Nederland geen akkoord kan bereiken met de schuldeisers of het individuele saneringstraject (voortijdig) heeft beëindigd;

  • c.

    op grond van onjuiste gegevens het traject opkopen schulden jongeren aan de jongere is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het College, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • d.

    jongere zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het traject opkopen schulden jongeren, misdraagt;

  • e.

    de jongere zijn beschikbare afloscapaciteit niet (meer) wil gebruiken ter delging van zijn schulden;

  • f.

    geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de jongere, niet (langer) passend is; daarbij kan, niet uitsluitend, gedacht worden aan:

    • i.

      jongere, door gewijzigde omstandigheden, in staat wordt geacht om zijn schulden zelf te regelen, al dan niet met behulp van derden, dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • ii.

      de inkomens-, woon- of leefsituatie van de jongere dermate onzeker is geworden dat Schuldhulpverlening (tijdelijk) niet meer mogelijk is;

    • iii.

      Door omstandigheden de jongere beter op zijn plek is binnen de WSNP of reguliere schuldhulpverlening (zie sub b);

  • g.

    jongere zelf daartoe een verzoek indient;

  • h.

    er sprake is van het opzettelijk achterhouden van informatie;

  • i.

    er sprake is van onrechtmatig gebruik.

Artikel 14 De gevolgen van beëindiging

Indien een traject opkopen schulden jongeren tussentijds beëindigd wordt op grond van artikel 13 wordt het resterende Saneringskrediet omgezet in een vordering op de jongere.

De klantmanager SHV onderzoekt of er andere ondersteuning aan de jongere kan worden geboden.

Artikel 15 Bezwaar

Indien verzoeker het niet eens is met een afgegeven beschikking in het kader van het traject opkopen schulden jongeren kan de jongere, binnen zes weken na dagtekening van de beschikking, bezwaar aantekenen bij het college als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 16 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

• 1.

  Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jongere afwijken van de bepalingen uit deze regeling, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

• 2.

  In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Inwerkingtreding en beëindiging

• 1.

  Beleidsregels pilot opkopen schulden jongeren gemeente Ridderkerk 2023 treden in werking de dag na publicatie en werken terug tot 1 juli 2023.

• 2.

  Beleidsregels pilot opkopen schulden jongeren gemeente Ridderkerk 2023 worden ingetrokken per 1 januari 2026.

Artikel 18 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregels pilot opkopen schulden jongeren gemeente Ridderkerk 2023’.