| Organisatie | Leeuwarden |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Verordening gemeentelijke rekenkamer Leeuwarden 2023 |
| Citeertitel | verordening op de rekenkamer |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp | verordening op de rekenkamer |
Geen
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2024 | nieuwe regeling | 20-12-2023 |
Besluit van de raad van de gemeente Leeuwarden tot vaststelling van de Verordening gemeentelijke rekenkamer Leeuwarden 2023
De raad van de gemeente Leeuwarden;
gelezen het raadsvoorstel, d.d. 5 november 2023
gelet op de artikelen 81k, 149 en 185 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de begeleidingscommissie van de Rekenkamer besluit
In deze verordening wordt verstaan onder:
b. Rekenkamer: de rekenkamer van de Gemeente Leeuwarden
c. Begeleidingscommissie: begeleidingscommissie voor de rekenkamer
d. Voorzitter: voorzitter van de rekenkamer of diens vervanger
e. Secretaris: secretaris van de rekenkamer of diens vervanger
f. Lid of leden: lid of leden van de rekenkamer
g. Raad: de gemeenteraad van Leeuwarden
h. College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Leeuwarden
1. Er is een rekenkamer die door de raad is ingesteld
2. De rekenkamer bestaat uit drie leden te weten: een voorzitter en twee leden.
1. De commissie die door de raad is ingesteld conform de controleverordening vervult ook de functie van begeleidingscommissie van de rekenkamer.
2. De begeleidingscommissie heeft de volgende taken:
a. Het adviseren van kandidaten voor het lidmaatschap en eventueel het plaatsvervangend lidmaatschap in de rekenkamer;
b. Het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamer;
c. Het adviseren van de rekenkamer over het jaarplan en jaarverslag van de rekenkamer.
d. Het adviseren van de rekenkamer over het reglement van orde.
e. Het overleggen met de rekenkamer over praktische aangelegenheden die bijdragen aan het optimaal functioneren van de rekenkamer.
1. Er is een secretaris die de rekenkamer bijstaat en die belast is met de dagelijkse uitvoering van de activiteiten van de rekenkamer.
2. De secretaris is het eerste aanspreekpunt voor de rekenkamer en zorgt voor de directe, ambtelijke ondersteuning van de rekenkamer.
3. De secretaris vormt de verbindende schakel tussen de rekenkamer, de extern in te huren onderzoeker(s) en de ambtelijke organisatie.
4. De secretaris wordt op voordracht van de Rekenkamer door de raad benoemd en ontslagen; de secretaris wordt formatief ondergebracht bij de raadsgriffie.
5. De secretaris legt voor de werkzaamheden verantwoording af aan de rekenkamer.
1. De voorzitter en de leden worden door de raad benoemd op aanbeveling van de begeleidingscommissie.
2. De begeleidingscommissie doet de aanbeveling vergezeld gaan van een verklaring van elke kandidaat bevattende:
a. een overzicht van de openbare betrekkingen en nevenfuncties die worden bekleed.
3. In geval van een vacature wordt een selectiecommissie ingesteld door de begeleidingscommissie die bestaat uit minimaal 1 van de zittende leden van de rekenkamer, tenminste 1 lid van de begeleidingscommissie eventueel aangevuld met griffier of secretaris.
4. De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar middels een benoemingsbesluit. De leden, waaronder de voorzitter, kunnen 1 keer met een maximum van zes jaar worden herbenoemd.
1. De raad kan – op verzoek van de rekenkamer - plaatsvervangende leden benoemen.
2. De bepalingen van deze verordening zijn op de plaatsvervangende leden van overeenkomstige toepassing.
1. De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.
2. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, vierde lid.
3. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:
a. de vergoedingen van de leden;
c. externe deskundigen die door de rekenkamer zijn ingeschakeld;
d. eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.
1. De voorzitter van de rekenkamer ontvangt een vaste vergoeding van € 1.095,- per maand (excl. BTW) voor de uitgevoerde werkzaamheden en een vergoeding voor gemaakte onkosten.
2. De overige leden van de rekenkamer ontvangen ieder een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden van € 695,- per maand (excl. BTW) en een vergoeding voor gemaakte onkosten.
3. Bij ontstentenis van de voorzitter langer dan een maand, is artikel 10, lid 1 van toepassing op diens vervanger.
4. De in het eerste en tweede lid genoemde bedragen worden jaarlijks herzien met het hiervoor toepasselijke indexcijfer dat voor het raadsbudget in de begroting wordt gehanteerd.
5. De in het eerste en tweede lid genoemde vergoedingen komen ten laste van het in het eerste lid van artikel 8 bedoelde budget
6. Indien de rekenkamer besluit één of meer van de leden van de rekenkamer te belasten met de uitvoering van onderzoek, ontvangen deze leden een vergoeding van € 80,- per onderzoeksuur.
7. Het in het zesde lid genoemde bedrag kan in afstemming met de begeleidingscommissie worden herzien.
1. De rekenkamer heeft als taak het uitvoeren van onderzoek naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het gevoerde beleid bevat geen controle van de jaarrekening.
2. Voor uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, gebruik maken van (een) externe onderzoeker(s) dan wel het onderzoek zelf uitvoeren.
3. In geval er sprake kan zijn van belangenverstrengeling of de schijn van belangenverstrengeling kan optreden, zal het betreffende lid zich niet met het onderzoek bezighouden. Indien deze situatie zich voordoet zal daarvan mededeling worden gedaan aan de Raad.
4. Leden en de secretaris van de Rekenkamer, alsmede anderen die meewerken aan of ingehuurd zijn voor de uitvoering van onderzoek door de rekenkamer zijn gehouden aan geheimhouding over wat er in de vergaderingen besproken wordt en over de lopende onderzoeken. Zij onthouden zich van uitspraken over lopende onderzoeken tegenover eventuele belanghebbenden (raad, college, ambtelijke organisatie, burgers, media).
5. De rekenkamer brengt van ieder onderzoek een eindrapportage met conclusies en eventuele aanbevelingen uit aan de raad.
6. De rekenkamer brengt elk jaar voor 1 april een verslag uit aan de raad over haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.
7. De rekenkamer stelt een reglement van orde voor haar werkzaamheden en vergaderingen vast; het reglement wordt ter kennis gebracht aan de raad.
De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor een onderbouwde argumentatie aanvoeren.
1. De rekenkamer legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.
2. De rekenkamer stelt de onderzochte partij schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) conceptonderzoeksrapport.
3. De rekenkamer stelt de betrokken partij(en) in de gelegenheid om binnen twee weken schriftelijk te reageren op de bevindingen in het conceptonderzoeksrapport.
4. De rekenkamer stelt het college in de gelegenheid om binnen vier weken schriftelijk te reageren op de bevindingen en conclusies in het conceptonderzoeksrapport.
5. In afstemming kunnen de termijnen zoals genoemd in artikel 12.3 en 12.4 wijzigen. In geval er sprake is van tijdsdruk kan de rekenkamer afzien van het ambtelijke en bestuurlijke wederhoor, maar niet na afstemming met de betrokken beleidsverantwoordelijken.
6. De rekenkamer kan met een rekenkamerbrief de raad informeren over relevante ontwikkelingen en/of nieuwe inzichten op thema's die van belang zijn voor de uitvoering van haar kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol.
7. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief document op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen zijn opgenomen. De bestuurlijke reactie van het college maakt geen onderdeel uit van het rapport maar wordt als separaat stuk toegevoegd.
Artikel 12 Experimenteerartikel
1. De rekenkamer kan, niet eerder dan na raadpleging en instemming van de begeleidingscommissie, besluiten tot afwijking van het bepaalde in deze verordening met als doel te experimenteren met een andere wijze van werken voor een periode gekoppeld aan de onderzoeksperiode van het betreffende onderzoek waarbij de rekenkamer wil experimenteren;
2. Indien de rekenkamer een beroep doet op dit experimenteerartikel, wordt door de rekenkamer beargumenteerd vastgelegd wat inhoud en doelstelling van het experiment is;
3. De rekenkamer evalueert direct na het experiment de ervaringen van betrokkenen en bespreekt deze met de begeleidingscommissie.