Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Delegatiebesluit omgevingsplan Den Haag 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatiebesluit omgevingsplan Den Haag 2023
CiteertitelDelegatiebesluit omgevingsplan Den Haag 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpDelegatiebesluit omgevingsplan Den Haag 2023
Externe bijlageDelegatiebesluit omgevingsplan Den Haag 2023

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 2.8 van de Omgevingswet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

07-09-2023

gmb-2024-22379

RIS316028

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit omgevingsplan Den Haag 2023

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 4 juli 2023,

 

gelet op:

- artikel 156 van de Gemeentewet;

- artikel 2.8 Omgevingswet en;

- afdeling 10.1.2 Algemene wet bestuursrecht

 

Besluit:

 

Artikel 1

De bevoegdheid tot vaststelling dan wel wijziging van het omgevingsplan in de volgende gevallen te delegeren aan het college:

a. het opnemen van onherroepelijke omgevingsvergunningen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit in het omgevingsplan;

b. het corrigeren van kennelijke fouten in het omgevingsplan;

c. het verwijderen van regels ter bescherming van archeologische waarden, indien uit onderzoek is gebleken dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn;

d. het opstellen van regels ten behoeve van voorbescherming bij monumenten;

e. het opstellen van regels ten behoeve van spoedbescherming bij monumenten;

f. het nemen van besluiten om niet tot aanpassing van het omgevingsplan over te gaan;

g. het schrappen van regels uit het tijdelijke deel van het omgevingsplan indien deze regels, al dan niet na aanpassing daarvan, onherroepelijk in het permanente deel van het omgevingsplan zijn opgenomen.

Artikel 2

*Dat het college halfjaarlijks aan de raad een overzicht overlegt van de krachtens delegatie genomen besluiten, en op basis daarvan het delegatiebesluit kan evalueren en de raad het delegatiebesluit kan aanpassen of intrekken waar nodig.

Artikel 3

Dat dit besluit inwerking treedt op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt; in afwijking daarvan treedt de voor- en spoedbescherming bij monumenten in werking, zodra de betreffende artikelen uit de Monumentenverordening Den Haag 2019 dan wel de opvolgende regeling daarvan onderdeel uitmaken van het omgevingsplan.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als Delegatiebesluit omgevingsplan Den Haag 2023.

Artikel 5

*Een jaar na inwerkingtreding het delegatiebesluit uitgebreid te evalueren met de raad en op basis daarvan het delegatiebesluit aan te passen of in te trekken waar nodig.

 

*Aldus geamendeerd vastgesteld in de openbare vergadering van7 september 2023.

De griffier, De voorzitter,

Toelichting

De inwerkingtreding van de Omgevingswet (verwachte datum 1 januari 2024) maakt het nodig om een aantal bestuurlijke afspraken opnieuw vast te leggen, waaronder de verdeling van bevoegdheden. Dit raadsvoorstel ziet op de delegatie van besluitvorming bij het wijzigen van specifieke onderdelen van het omgevingsplan. Met het tijdig vaststellen van dit delegatiebesluit, is direct na inwerkingtreding van de Omgevingswet helder geborgd in welke gevallen het college bevoegd is om (delen van) het omgevingsplan te wijzigen.

 

Het omgevingsplan

De Omgevingswet introduceert een nieuwe beleidscyclus, met nieuwe instrumenten, waaronder het omgevingsplan. Dit is een digitaal ruimtelijk plan, dat uiteindelijk alle regels over de fysieke leefomgeving van Den Haag bevat. Het vervangt o.a. de huidige bestemmingsplannen, beheersverordeningen en (delen van) gemeentelijke verordeningen, zoals de APV. Het wijzigen van het omgevingsplan is, net als het vaststellen van een bestemmingsplan, een bevoegdheid van de gemeenteraad.

Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet ontstaat van rechtswege het eerste omgevingsplan van Den Haag. Dit zogenaamde ‘tijdelijke omgevingsplan’ moet vervolgens gedurende circa 10 jaar worden omgevormd naar een ‘permanent omgevingsplan’ dat voldoet aan de eisen van de Omgevingswet.

 

Het delegatiebesluit

Op basis van artikel 2.8 van de Omgevingswet, kan de gemeenteraad de bevoegdheid tot het wijzigen van delen van het omgevingsplan delegeren aan het college. Dit vindt plaats via een delegatiebesluit. Dit is een afzonderlijk besluit, dat geen onderdeel uitmaakt van het omgevingsplan. Onder de huidige wetgeving (Wro) is een dergelijke vorm van delegatie niet mogelijk.

Via een delegatiebesluit bepaalt de raad binnen welke grenzen en onder welke voorwaarden het college delen van het omgevingsplan kan wijzigen. In het besluit worden de specifieke onderdelen benoemd waarop delegatie van toepassing is. Het college mag die onderdelen uitvoeren. De raad mag de gedelegeerde taken niet meer uitvoeren, maar behoudt wel zijn kaderstellende en controlerende taak. De raad behoudt ook het recht om het delegatiebesluit aan te passen, in te trekken, of om regels te stellen over hoe gedelegeerde bevoegdheden moeten worden uitgevoerd. In gevallen die niet specifiek benoemd zijn in het delegatiebesluit, is geen sprake van delegatie. In die gevallen blijft de bevoegdheid om (delen van) het omgevingsplan te wijzigen bij de gemeenteraad.

 

Waarom taken delegeren?

Vanuit zijn kaderstellende rol, stuurt de gemeenteraad op hoofdlijnen. Binnen deze kaders voert het college, namens de raad, de dagelijkse werkzaamheden uit. In dat opzicht is het een verbetering dat de Omgevingswet voorziet in de mogelijkheid tot delegatie, waarbij bepaalde besluiten van hoofdzakelijk technische dan wel procedurele aard aan het college kunnen worden gedelegeerd. Het beoogde effect van het delegatiebesluit is daarmee het versimpelen en versnellen van procedures bij het wijzigen van deze delen van het omgevingsplan. Hiermee wordt niet alleen de raad, maar ook de ambtelijke organisatie minder belast. Doorlooptijden worden verkort, waardoor snellere dienstverlening kan worden geboden, één van de verbeterdoelen van de Omgevingswet. Dit komt initiatiefnemers en inwoners ten goede.

 

Evaluatie delegatiebesluit

Met betrekking tot het wijzigen van delen van het omgevingsplan, kunnen diverse zaken worden gedelegeerd. De lijst in dit voorstel betreft enkel gevallen waarbij geen sprake is van bestuurlijk relevante onderwerpen. Er worden alleen onderdelen gedelegeerd die geen directe impact hebben op de fysieke leefomgeving en die meer administratief van aard zijn, zoals het in het omgevingsplan verwerken van omgevingsvergunningen die reeds onherroepelijk zijn.

Het werken met het omgevingsplan is voor alle betrokken partijen nieuw. Uit het samenspel tussen raad, college en initiatiefnemers zal gaan blijken of het wenselijk is om in een later stadium wijzigingen aan te brengen in het delegatiebesluit. Dit besluit zal daarom één jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet worden geëvalueerd. U wordt geïnformeerd over de uitkomsten van die evaluatie.

 

Toelichting op de voor delegatie voorgestelde onderdelen

Het opnemen van onherroepelijke omgevingsvergunningen

In de Omgevingswet is opgenomen dat onherroepelijke omgevingsvergunningen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit binnen vijf jaar moeten worden verwerkt in het omgevingsplan. Onder de huidige wetgeving (Wro) vallen deze werkzaamheden onder het actualiseren van bestemmingsplannen. Daarmee zijn ze deel van het raadsbesluit tot vaststelling van het te actualiseren bestemmingsplan. Het omgevingsplan zal echter niet periodiek worden aangepast, maar moet doorlopend actueel worden gehouden. Dit maakt het noodzakelijk om verleende omgevingsvergunningen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit na verloop van tijd te verwerken in het omgevingsplan. Omdat het hier enkel het opnemen van onherroepelijke vergunningen betreft, is dit slechts een administratieve handeling.

 

Het corrigeren van kennelijke fouten in het omgevingsplan

Dit betreft het corrigeren van verschrijvingen, spelfouten, het aanpassen van verkeerd geplaatste aanduidingen etc. Het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen en toevoegen of verwijderen van gebruiksruimte valt hier nadrukkelijk niet onder.

 

Het verwijderen van regels ter bescherming van archeologische waarden, indien uit onderzoek is gebleken dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn

Deze werkzaamheden worden in de huidige bestemmingsplannen gedelegeerd aan het college via een wijzigingsbevoegdheid. Onder het omgevingsplan vervalt de wijzigingsbevoegdheid. Door dit onderdeel op te nemen in het delegatiebesluit blijft de bestaande situatie in stand.

 

Het opstellen van regels ten behoeve van voor- of spoedbescherming van monumenten

Het opstellen van regels ten behoeve van voor- of spoedbescherming van monumenten is momenteel geregeld via de Monumentenverordening Den Haag 2019 en daarmee een collegebevoegdheid. Door dit onderwerp alvast op te nemen in dit delegatiebesluit, blijft dit een collegebevoegdheid wanneer de monumentenverordening onderdeel wordt van het omgevingsplan. Onder spoedbescherming wordt verstaan de bescherming die een object geniet op grond van artikel 2.3 Monumentenverordening Den Haag 2019 en opvolgende verordeningen. Deze bescherming houdt in dat een zaak of terrein zonder voorafgaand advies van de welstands- en monumentencommissie kan worden aangewezen als voorlopig gemeentelijk monument. Onder voorbescherming wordt verstaan de bescherming die een object geniet op grond van artikel 2.2 Monumentenverordening Den Haag 2019. De voorbescherming voorziet er in dat het betreffende object tot aan de inschrijving in het gemeentelijk monumentenregister of tot aan het collegebesluit om af te zien van het voornemen tot plaatsing op dezelfde wijze wordt beschermd als een aangewezen monument.

 

Het schrappen van regels uit het tijdelijke deel van het omgevingsplan nadat deze regels onherroepelijk in het permanente deel van het omgevingsplan zijn opgenomen

Het omzetten van regels van het tijdelijke deel van het omgevingsplan naar het permanente deel vindt plaats via een raadsbesluit. Zolang deze wijzigingen nog niet onherroepelijk zijn, kunnen de oude regels nog niet worden verwijderd uit het tijdelijke omgevingsplan. Dan zou er een gat vallen in de regelgeving ingeval de wijzigingen onverwijld geen standhouden in een eventuele beroepsprocedure. Nadat de nieuwe regels onherroepelijk zijn geworden, kunnen de oude regels zonder gevolgen worden verwijderd uit het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Dit betreft daarmee slechts een administratieve handeling.

 

Uitvoering

Nadat dit besluit is vastgesteld, wordt het bekend gemaakt en gepubliceerd. Het besluit wordt, met uitzondering van de voor- en spoedbescherming bij monumenten die zijn geregeld in de Monumentenverordening, van kracht op de inwerkingtredingsdatum. De voor- en spoedbescherming bij monumenten treedt in werking zodra de Erfgoedverordening onderdeel gaat uitmaken van het omgevingsplan.

Het college zal eenmaal per jaar een lijst overleggen aan de raad van de op grond van delegatie genomen besluiten. Op deze manier kan goed worden gemonitord hoe vaak en in welke situaties van delegatie gebruik is gemaakt. Op basis daarvan kan de raad besluiten om het delegatiebesluit aan te passen, of in te trekken. Daarvoor zal het college een voorstel doen. Aanpassing of intrekking door de raad heeft geen effect meer op besluiten die reeds genomen zijn op basis van dit besluit.

 

Rechtsmiddelen

Het is niet mogelijk om bestuursrechtelijke rechtsmiddelen in te stellen tegen dit delegatiebesluit. Wel staan er rechtsmiddelen open tegen de besluiten die (al dan niet mede) op grond van dit besluit zijn genomen.