Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Purmerend

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Purmerend 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePurmerend
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Purmerend 2023
CiteertitelBeheersverordening begraafplaatsen Purmerend 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. Wet op de lijkbezorging
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-01-2024nieuwe regeling

30-11-2023

gmb-2024-20271

1585652

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Purmerend 2023

De raad van de gemeente Purmerend,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 oktober 2023,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en het bepaalde in de Wet op de lijkbezorging,

 

 

B E S L U I T:

 

Vast te stellen de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Purmerend 2023

 

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats:

    • 1.

      de Nieuwe Algemene Begraafplaats, Purmerweg 92 te Purmerend,

    • 2.

      de Oude Algemene Begraafplaats, Nieuwstraat 90 te Purmerend,

    • 3.

      de Algemene Begraafplaats, Nicolaas Cromhoutlaan 4 te Middenbeemster;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van een of meer lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van een of meer asbussen met of zonder urn;

  • d.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van doodgeborenen en lijken van kinderen tot 12 jaar;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn van doodgeborenen en lijken van kinderen tot 12 jaar,

  • e.

    particuliere urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    algemeen graf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een of meer lijken;

  • g.

    algemeen kindergraf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van doodgeborenen en lijken van kinderen tot 12 jaar;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • j.

    verstrooiingsveld: een daartoe bestemde plaats op een gemeentelijke begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of verstrooiingsveld;

  • l.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • m.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;

  • n.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf of een particulier kindergraf, particulier urnengraf of particulier urnennis;

  • o.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie het recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, een algemeen kindergraf of algemeen urnengraf is verleend;

  • p.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • q.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente Purmerend.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier kindergraf en particuliere urnennis.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘algemeen graf’ mede verstaan: algemeen kindergraf en algemeen urnengraf.

HOOFDSTUK 2 Bestemming en registratie

Artikel 3 Bestemming

  • 1.

    De Nieuwe Algemene Begraafplaats te Purmerend en de Algemene Begraafplaats te Middenbeemster zijn bestemd voor:

    • a.

      het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van een of meerdere lijken;

    • b.

      het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van een of meerdere asbussen bevattende de as van overledenen;

    • c.

      het verstrooien van as.

  • 2.

    De Oude Algemene begraafplaats te Purmerend is gesloten.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent de bestemming van de begraafplaats, waarbij de regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te onderscheiden vakken en rijen.

Artikel 4 Register en plaatsregistratie

  • 1.

    Het college kan voorschriften vaststellen voor het register van de begraven lijken.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

  • 3.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht adreswijziging te melden aan het college.

  • 4.

    Het college draagt er zorg voor dat er van de begraafplaats een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

HOOFDSTUK 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 5 Openstelling

  • 1.

    De begraafplaats is voor eenieder kosteloos toegankelijk op de door het college nader te bepalen tijden.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 6 Orde

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd.

  • 4.

    Motorrijtuigen, met uitzondering van een scootmobiel, en fietsen zijn op de begraafplaats buiten de rijwegen slechts toegestaan ten behoeve van een begrafenis of bezorging van as, onderhoudswerkzaamheden of voor vervoer van materialen.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod bedoeld in het vierde lid.

  • 6.

    Het is verboden op de begraafplaats met een motorrijtuig harder dan 10 km per uur te rijden.

  • 7.

    Het is bij een crematie zonder uitvaart (technische crematie) voor nabestaanden niet toegestaan zonder toestemming van de beheerder de begraafplaats te betreden en/of aanwezig te zijn bij de invoer in de oven.

Artikel 7 Plechtigheden

  • 1.

    Datum en tijdstip van herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats en de wijze waarop deze zullen plaatsvinden, worden in overleg met de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

HOOFDSTUK 4 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 8 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van het begraven en het bezorgen van de as op de Nieuwe Algemene begraafplaats te Purmerend zijn:

    • a.

      op werkdagen om 10.00 uur, 11.30 uur, 13.00 uur en 14.30 uur;

    • b.

      op zaterdag om 11.30 uur en 13.00 uur.

  • 2.

    De tijden van begraven en het bezorgen van de as op de Algemene begraafplaats te Middenbeemster zijn:

    • a.

      op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur,

    • b.

      op zaterdag van 9.00 tot 16.00 uur.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de in het eerste en tweede lid genoemde tijdstippen.

  • 4.

    Op de Algemene begraafplaats te Middenbeemster vindt slechts één begrafenis of bezorging van as per dag plaats.

  • 5.

    Op de Nieuwe Algemene begraafplaats te Purmerend vindt niet op hetzelfde tijdstip meer dan één begrafenis of bezorging van as plaats.

  • 6.

    Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in het vierde en vijfde lid afwijken.

Artikel 9 Kennisgeving begraven en asbezorging

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk of telefonisch kennis aan de beheerder. Voor de toepassing van deze bepaling geldt de zaterdag niet als werkdag.

  • 2.

    Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

Artikel 10 Openen en sluiten van het graf

Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, geschiedt uitsluitend door of in opdracht van het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 11 Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5.

    De in het derde lid bedoelde verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 6.

    De beheerder onderzoekt of de overlegde stukken toereikend zijn.

Artikel 12 Gebruik aula en muziekinstallatie

  • 1.

    Op de Nieuwe Algemene begraafplaats te Purmerend is het gebruik van de ontvangstruimte alsmede de audio/visuele installatie mogelijk.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen over het gebruik van de ontvangstruimte en de audio/visuele installatie.

HOOFDSTUK 5 Indeling, uitgifte en onderscheid van de graven

Artikel 13 indeling

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • -

      particuliere graven;

    • -

      particuliere urnengraven;

    • -

      particuliere kindergraven;

    • -

      particuliere urnennissen.

  • 2.

    Op de begraafplaats kan het gebruik worden verleend voor:

    • -

      algemene graven;

    • -

      algemene kindergraven.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen voor de indeling, inrichting en afmetingen van de begraafplaats en de graven alsmede voor de vaststelling en wijziging van de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven.

Artikel 14 Uitgifte

  • 1.

    Graven worden in volgorde van ligging voor directe begraving uitgegeven en aansluitend op de reeds uitgegeven graven.

  • 2.

    Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en aansluitend op de reeds uitgegeven graven indien dit gezien de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 15 Aantal overledenen en asbussen in een graf

Het college kan nadere regels stellen betreffende het aantal overledenen en asbussen dat in een particulier graf en in een algemeen graf kan worden begraven en bijgezet.

Artikel 16 Termijnen particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent een uitsluitend recht op een particulier graf voor de tijd van 10 jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dit toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 5 jaar, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn.

  • 3.

    Op verzoek kan het college afwijken van de in lid 1 en 2 aangegeven termijnen van 10 naar 20 jaar en van 5 naar 10 jaar

  • 4.

    Het in het eerste lid bedoelde uitsluitend recht wordt door het college schriftelijk bevestigd met een grafakte.

Artikel 17 Termijnen algemene graven

Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

Artikel 18 Grafkelders

  • 1.

    Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf een vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening en risico doen aanbrengen van een grafkelder op het gedeelte van de begraafplaats dat door het college daarvoor is aangewezen, overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen voor de afmetingen van de ruimte die voor het stichten van een grafkelder beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 19 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

Artikel 20 Afstand doen van een particulier graf

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

HOOFDSTUK 6 Grafbedekking

Artikel 21 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking, waaronder voor de toepassing van dit artikel tevens wordt verstaan een plaat ter afsluiting van een urnennis, is een vergunning van het college nodig.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf of gebruiker van een algemeen graf vraagt de vergunning aan.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en afmetingen van de grafbedekking en de plaatsing, het herstel of de vervanging van het gedenkteken.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de in het derde lid bedoelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking het aanzien van de begraafplaats schaadt;

    • c.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk of gevaarzettend is.

Artikel 22 Losse voorwerpen

  • 1.

    Het is toegestaan losse, niet duurzaam met de ondergrond verbonden voorwerpen op de graven te plaatsen.

  • 2.

    Het is niet toegestaan losse voorwerpen, (half)verharding, grind, kantafzettingen of (pot)planten en bloemen achter, voor of naast grafoppervlak te plaatsen. Deze voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

Artikel 23 Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het onderhoud van de begraafplaats met uitzondering van de grafoppervlakken.

Artikel 24 Onderhoud door de rechthebbende of de gebruiker

  • 1.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden.

  • 2.

    Onder onderhoud dient voor de toepassing van dit artikel te worden verstaan: het schoonmaken van het gedenkteken, het stellen van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden en eventueel vernieuwen van losse planten en één- of meerjarige planten, het verwijderen van dode planten, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen en het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekking.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen over het onderhoud van de grafbedekking.

  • 4.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening en risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 5.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen of schoonmaken.

  • 6.

    Het in het vorige lid bedoelde verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 7.

    De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker schriftelijk is ingelicht over de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring op het mededelingenbord op de begraafplaats bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 8.

    Niet blijvende beplantingen, verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

  • 9.

    Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te (laten) herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden en zonder dat het college tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 25 Tijdelijke verwijdering of stellen van grafbedekking

  • 1.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken of afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in het particulier graf of algemeen graf geschiedt voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 2.

    Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

  • 3.

    Het na een natuurlijke verzakking recht leggen en stellen van een gedenksteen geschiedt voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

Artikel 26 Verwijdering van de grafbedekking na aflopen van de termijn

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verlopen van de graftermijn door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van verwijdering door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 3.

    Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 5.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 6.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het vierde lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 10 Ruimen van graven

Artikel 27 Verlopen termijnen

  • 1.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder gedurende twee jaar voor het verlopen van de graftermijn een aanvraag indienen om de overblijfselen en de asbus(sen) te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze in een ander particulier graf opnieuw te doen begraven respectievelijk te verstrooien.

  • 2.

    De gebruiker van een algemeen graf kan gedurende een periode van twee jaar voor beëindiging van de gebruikstermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen en de asbus(sen) te verzamelen voor respectievelijk herbegraving in een particulier graf of verstrooiing.

  • 3.

    Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in het eerste en tweede lid zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 4.

    De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd in het eerste en tweede lid, komen voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.

Artikel 28 Ruimen en opgraven

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 2.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en beplanting kan gedurende twee maanden voor het vervallen van het recht op het graf of de gebruikstermijn door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd, op afspraak met de beheerder.

  • 3.

    Het ruimen van een graf en het opgraven van menselijke resten is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder kan voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

  • 4.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 5.

    De bij de ruiming van een graf aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 6.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.

  • 7.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

HOOFDSTUK 11 Einde van het grafrecht

Artikel 29 Vervallen en vervallen verklaren van het grafrecht

  • 1.

    Het grafrecht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de termijn;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker afstand doet van het grafrecht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven;

  • 2.

    het college kan het grafrecht vervallen verklaren:

    • a.

      indien de aanvrager, rechthebbende of gebruiker de rechten die op grond van de Verordening Lijkbezorgingsrechten Purmerend verschuldigd zijn, niet volledig heeft voldaan;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker -ondanks een aanmaning – in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting volledig na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een graf is overleden en de aanvraag tot overschrijving zoals bedoeld in artikel 19 niet binnen 6 maanden is gedaan.

  • 3.

    In die gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

HOOFDSTUK 11 Slotbepalingen

Artikel 30 Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten genomen op grond van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Purmerend 2012 en de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) gemeente Beemster 2011 die golden op het moment van inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige bepalingen kent, gelden als besluiten genomen op grond van deze verordening.

  • 2.

    Een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening in behandeling zijnde aanvraag wordt aangemerkt als een aanvraag op grond van deze verordening.

Artikel 31 Strafbepalingen

  • 1.

    Hij die handelt in strijd met artikel 5, derde lid (Openstelling), artikel 6, vierde en zesde lid (Orde), wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste een maand.

  • 2.

    Overtreding van de in het eerste lid genoemde bepalingen kan worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 32 Beslissingsbevoegdheid

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Beheersverordening begraafplaatsen Purmerend 2023.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op de datum bedoeld in het eerste lid vervallen de verordeningen genoemd in artikel 32, eerste lid.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 30 november 2023

de griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

E. van Selm