Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Beleidsregels bijstandverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bijstandverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024
CiteertitelBeleidsregels bijstandsverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 53a, zesde lid, van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Beleidsregels bijstandverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024

19-12-2023

gmb-2024-19843

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bijstandverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen;

 

Gelet op:

artikel 53a, zesde lid van de Participatiewet;

artikel 12, tweede lid onder c, artikel 23, derde lid, artikel 41, tweede, vierde en vijfde lid en artikel 43, tweede lid van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

 

BESLUIT

 

vast te stellen;

 

de Beleidsregels bijstandverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024.

 

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen die we in deze beleidsregels gebruiken en die we hierna niet verder omschrijven hebben dezelfde betekenis als in:

  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • de Participatiewet (PW);

  • het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004).

In deze beleidsregels verstaan we onder:

  • 1.

    een bedrijf: een bedrijf of een zelfstandig beroep.

  • 2.

    een zelfstandige: iemand die belang heeft bij deze regels en die:

  • a.

    een eigen bedrijf heeft in Nederland;

  • b.

    tussen de 18 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd is;

  • c.

    voldoet aan de wettelijke eisen voor het eigen bedrijf;

  • d.

    minimaal 1225 uur per jaar besteedt aan het bedrijf (art. 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001);

  • e.

    alleen of samen met de personen met wie hij, zij, die het bedrijf heeft, alle zeggenschap in dat bedrijf heeft en de financiële risico’s daarvan draagt.

3. Algemene bijstand: uitkering levensonderhoud die het college verleent in de vorm van een renteloze geldlening. De bijstand kan het college ook helemaal of gedeeltelijk om niet geven.

4. lening ten behoeve van bedrijfskapitaal: bijstand in de vorm van een rentedragende of renteloze geldlening of direct om niet.

5. bijstand om-niet: verleende bijstand die de zelfstandige niet hoeft terug te betalen.

6. renteloze geldlening: een periodieke lening die het college maandelijks geeft voor de kosten van levensonderhoud.

7. rentedragende geldlening: een lening die het college verstrekt voor de kosten van bedrijfskapitaal.

8. belanghebbende: degene aan wie het college algemene bijstand of een geldlening ten behoeve van bedrijfskapitaal geeft.

9. schipper: ondernemer in de binnenvaart als bedoeld in artikel 1, onder k, van het Bbz 2004.

10. debiteur: een persoon die aan de gemeente een geldbedrag moet terug betalen. Dit kan bedrijfskapitaal en/of een renteloze lening zijn.

11. het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Terneuzen.

 

Artikel 2 Begripsbepaling/ categorieën (gevestigde) zelfstandige

Artikel 2 van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004) beschrijft wie er recht hebben op bijstand. In lid 1 onder a staat de zelfstandige beschreven die voor een redelijke termijn als zelfstandige werkt(e). Dit is de zogenaamde gevestigde zelfstandige. Het college gebruikt voor de invulling van het begrip redelijke termijn de volgende regels:

1. startende zelfstandige:

a. de eerste 18 maanden na de start van een eigen bedrijf.

b. de eerste 9 maanden bij herstart na minimaal 12 maanden

2. gevestigde zelfstandige:

a. vanaf 18 maanden na de start van het eigen bedrijf. Op voorwaarde dat de zelfstandige voldoet aan het Bbz 2004 en aan het urencriterium, bedoeld in artikel 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

b. bij herstart als de zelfstandige eerder minimaal 18 maanden als zelfstandige werkte. In deze periode voldeed de zelfstandige aan het in artikel 2 lid 2 onder d van deze beleidsregels genoemde urencriterium.

3. Als u niet voldoet aan het in artikel 2 lid 2 onder d van deze beleidsregels genoemde urencriterium zien we de eerste 12 maanden na een herstart als startende zelfstandige.

 

Artikel 3 De aanvraag

We onderzoeken of de aanvrager tot de doelgroep van het Bbz 2004 behoort. Ook onderzoeken we onder welke categorie van zelfstandige de aanvrager valt. Daarna doen we onderzoek naar de levensvatbaarheid van het bedrijf. Hiervoor gebruiken we de door de zelfstandige ingeleverde informatie en gegevens. Een startende zelfstandige moet onder andere een ondernemingsplan inleveren met een omzetprognose voor de eerste 3 jaar. Andere zelfstandigen moeten een plan van aanpak of doorstartplan inleveren.

 

Artikel 4 Bedrijfsonderzoek (levensvatbaarheid)

We doen onderzoek naar de levensvatbaarheid. We geven opdracht aan een externe deskundige voor een levensvatbaarheidsonderzoek als:

  • het om ingewikkelde aanvragen gaat;

  • het een aanvraag van een B.V. is;

  • het een aanvraag van een krediet vanaf € 5.000 is.

Bij minder ingewikkelde aanvragen kunnen we zelf onderzoek doen. In dit onderzoek betrekken we bij voorbeeld:

  • de juridische structuur van dit bedrijf;

  • eventuele al bestaande langlopende financiële verplichtingen van de ondernemer;

  • de verwachte duur/omvang van de gevraagde uitkering.

     

Artikel 5 Zekerheidstellingen

We maken als het kan gebruik van zekerheidstellingen bij aanvragen voor bedrijfskapitaal. De zelfstandige moet primaire zekerheden vestigen in de vorm van een hypotheek als er sprake is van overwaarde. De zelfstandige moet, als het kan, secundaire zekerheden vestigen in de vorm van verpanding op machines, voertuigen, enzovoort.

 

Artikel 6 Opschortende voorwaarden

Een Bbz-uitkering en/of bedrijfskapitaal kunnen we toekennen onder opschortende voorwaarden. De uitbetaling schorten we op tot het moment dat de zelfstandige aan de voorwaarden heeft voldaan. Het kan gaan om bijvoorbeeld:

  • het verkrijgen van een voorliggende voorziening, bijvoorbeeld (deel)financiering, een familielening of een bancaire faciliteit zoals een rekening-courantkrediet;

  • het inleveren van een lijst van aan te schaffen bedrijfsactiva met offertes;

  • het beschikken over een (optie op een) geschikt bedrijfspand met een bepaalde omvang en maximum huurprijs per jaar;

  • het tot stand komen van een akkoord met schuldeisers.

Als de termijn van de opschorting voorbij is en de belanghebbende voldoet niet aan de voorwaarden, stellen we de beschikking buiten behandeling. De zelfstandige kan verzoeken om de termijn te verlengen.

 

Artikel 7 Periodiek heronderzoek levensvatbaarheid

Het college kan een (verkort) heronderzoek in naar de levensvatbaarheid van het bedrijf instellen als:

  • de zelfstandige een verlengingsaanvraag indient;

  • een tussentijdse controle op de inkomsten een ander beeld geeft van de omzet en resultaatontwikkeling;

  • we de termijn om aan de voorwaarden te voldoen verlengden;

  • er sprake is van de omstandigheden die in artikel 6 staan.

 

Artikel 8 Duur van de uitkering van een startende zelfstandige

Aan de startende zelfstandige verlenen we een uitkering voor de duur van 6 maanden. Bij verlenging van deze uitkering vindt onderzoek plaats naar de levensvatbaarheid van het bedrijf of beroep. De uitkering verlenen we maximaal voor de duur van 36 maanden. Dit staat in artikel 23 lid 1 Bbz 2004.

 

Artikel 9 Verlenging om medische of sociale redenen

We kunnen een uitkering verlenen voor de maximale uitkeringsduur. We kunnen de duur verlengen als er sprake is van redenen van medische of sociale aard bij een startende zelfstandige. We kunnen de duur van een uitkering van een gevestigde zelfstandige verlengen als externe oorzaken van tijdelijke aard dit nodig maken. Om dit te beoordelen kan er een extern onderzoek plaatsvinden. Als we verlenging noodzakelijk vinden kunnen we de duur van de uitkering met telkens 12 maanden verlengen. Na elke 12 maanden kan een extern onderzoek plaats vinden.

 

Artikel 10Kwijtschelding, terugvordering en invordering

De regels die het college hanteert bij heronderzoeken, beëindigingsonderzoeken, kwijtschelding, terugvordering en invordering staan in de Participatiewet.

 

Artikel 11Onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

  • 2.

    Het college handelt in overeenstemming met deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer inwoners gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen uitgangspunten en doelen.

Artikel 12Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Beleidsregels bijstandsverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024 treden op 1 januari 2024 in werking.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels bijstandsverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024’.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 19 december 2023.

Burgemeester en wethouders van Terneuzen,

gemeentesecretaris,

S.I.L. (Steven) de Waal

burgemeester,

H.J.A. (Erik) van Merrienboer