Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijstandverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels bijstandsverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 53a, zesde lid, van de Participatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | Beleidsregels bijstandverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024 | 19-12-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen;
artikel 53a, zesde lid van de Participatiewet;
artikel 12, tweede lid onder c, artikel 23, derde lid, artikel 41, tweede, vierde en vijfde lid en artikel 43, tweede lid van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.
de Beleidsregels bijstandverlening zelfstandigen gemeente Terneuzen 2024.
Alle begrippen die we in deze beleidsregels gebruiken en die we hierna niet verder omschrijven hebben dezelfde betekenis als in:
In deze beleidsregels verstaan we onder:
3. Algemene bijstand: uitkering levensonderhoud die het college verleent in de vorm van een renteloze geldlening. De bijstand kan het college ook helemaal of gedeeltelijk om niet geven.
4. lening ten behoeve van bedrijfskapitaal: bijstand in de vorm van een rentedragende of renteloze geldlening of direct om niet.
5. bijstand om-niet: verleende bijstand die de zelfstandige niet hoeft terug te betalen.
6. renteloze geldlening: een periodieke lening die het college maandelijks geeft voor de kosten van levensonderhoud.
7. rentedragende geldlening: een lening die het college verstrekt voor de kosten van bedrijfskapitaal.
8. belanghebbende: degene aan wie het college algemene bijstand of een geldlening ten behoeve van bedrijfskapitaal geeft.
9. schipper: ondernemer in de binnenvaart als bedoeld in artikel 1, onder k, van het Bbz 2004.
10. debiteur: een persoon die aan de gemeente een geldbedrag moet terug betalen. Dit kan bedrijfskapitaal en/of een renteloze lening zijn.
11. het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Terneuzen.
Artikel 2 Begripsbepaling/ categorieën (gevestigde) zelfstandige
Artikel 2 van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004) beschrijft wie er recht hebben op bijstand. In lid 1 onder a staat de zelfstandige beschreven die voor een redelijke termijn als zelfstandige werkt(e). Dit is de zogenaamde gevestigde zelfstandige. Het college gebruikt voor de invulling van het begrip redelijke termijn de volgende regels:
a. de eerste 18 maanden na de start van een eigen bedrijf.
b. de eerste 9 maanden bij herstart na minimaal 12 maanden
a. vanaf 18 maanden na de start van het eigen bedrijf. Op voorwaarde dat de zelfstandige voldoet aan het Bbz 2004 en aan het urencriterium, bedoeld in artikel 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001;
b. bij herstart als de zelfstandige eerder minimaal 18 maanden als zelfstandige werkte. In deze periode voldeed de zelfstandige aan het in artikel 2 lid 2 onder d van deze beleidsregels genoemde urencriterium.
3. Als u niet voldoet aan het in artikel 2 lid 2 onder d van deze beleidsregels genoemde urencriterium zien we de eerste 12 maanden na een herstart als startende zelfstandige.
We onderzoeken of de aanvrager tot de doelgroep van het Bbz 2004 behoort. Ook onderzoeken we onder welke categorie van zelfstandige de aanvrager valt. Daarna doen we onderzoek naar de levensvatbaarheid van het bedrijf. Hiervoor gebruiken we de door de zelfstandige ingeleverde informatie en gegevens. Een startende zelfstandige moet onder andere een ondernemingsplan inleveren met een omzetprognose voor de eerste 3 jaar. Andere zelfstandigen moeten een plan van aanpak of doorstartplan inleveren.
Artikel 4 Bedrijfsonderzoek (levensvatbaarheid)
We doen onderzoek naar de levensvatbaarheid. We geven opdracht aan een externe deskundige voor een levensvatbaarheidsonderzoek als:
Bij minder ingewikkelde aanvragen kunnen we zelf onderzoek doen. In dit onderzoek betrekken we bij voorbeeld:
We maken als het kan gebruik van zekerheidstellingen bij aanvragen voor bedrijfskapitaal. De zelfstandige moet primaire zekerheden vestigen in de vorm van een hypotheek als er sprake is van overwaarde. De zelfstandige moet, als het kan, secundaire zekerheden vestigen in de vorm van verpanding op machines, voertuigen, enzovoort.
Artikel 6 Opschortende voorwaarden
Een Bbz-uitkering en/of bedrijfskapitaal kunnen we toekennen onder opschortende voorwaarden. De uitbetaling schorten we op tot het moment dat de zelfstandige aan de voorwaarden heeft voldaan. Het kan gaan om bijvoorbeeld:
Als de termijn van de opschorting voorbij is en de belanghebbende voldoet niet aan de voorwaarden, stellen we de beschikking buiten behandeling. De zelfstandige kan verzoeken om de termijn te verlengen.
Artikel 7 Periodiek heronderzoek levensvatbaarheid
Het college kan een (verkort) heronderzoek in naar de levensvatbaarheid van het bedrijf instellen als:
Artikel 8 Duur van de uitkering van een startende zelfstandige
Aan de startende zelfstandige verlenen we een uitkering voor de duur van 6 maanden. Bij verlenging van deze uitkering vindt onderzoek plaats naar de levensvatbaarheid van het bedrijf of beroep. De uitkering verlenen we maximaal voor de duur van 36 maanden. Dit staat in artikel 23 lid 1 Bbz 2004.
Artikel 9 Verlenging om medische of sociale redenen
We kunnen een uitkering verlenen voor de maximale uitkeringsduur. We kunnen de duur verlengen als er sprake is van redenen van medische of sociale aard bij een startende zelfstandige. We kunnen de duur van een uitkering van een gevestigde zelfstandige verlengen als externe oorzaken van tijdelijke aard dit nodig maken. Om dit te beoordelen kan er een extern onderzoek plaatsvinden. Als we verlenging noodzakelijk vinden kunnen we de duur van de uitkering met telkens 12 maanden verlengen. Na elke 12 maanden kan een extern onderzoek plaats vinden.
Artikel 10Kwijtschelding, terugvordering en invordering
De regels die het college hanteert bij heronderzoeken, beëindigingsonderzoeken, kwijtschelding, terugvordering en invordering staan in de Participatiewet.
Artikel 11Onvoorziene omstandigheden
Artikel 12Inwerkingtreding en citeertitel