Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpenerwaard

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Krimpenerwaard 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpenerwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Krimpenerwaard 2024
CiteertitelUitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Krimpenerwaard 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-01-2024nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2024-17409

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Krimpenerwaard 2024

1. Inleiding

Op 28 november 2023 heeft de gemeenteraad van Krimpenerwaard de “Wegsleepverordening Krimpenerwaard 2024” vastgesteld.

Deze verordening is vastgesteld om uitvoering te geven aan de wegsleepregeling uit de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de WVW 1994) en het “Besluit wegslepen van voertuigen”.

 

In deze uitvoeringsregeling worden praktische zaken, taken en verantwoordelijkheden geregeld voor uitvoering van de wegsleepverordening. De mandatering, de berging met benodigde documenten en de werkinstructies die van toepassing zijn voor de uitvoering van de wegsleepverordening worden beschreven.

1.1 Bergen van een voertuig na een aanrijding of diefstal

Bij een aanrijding of diefstal is er sprake van het bergen van een voertuig. Het bergen van een voertuig in bovengenoemde situatie valt niet onder de werking van de wegsleepverordening en deze uitvoeringsregeling. In dergelijke situaties wordt het bergen verzorgd door de verzekeraarshulpdienst. Ook het veiligstellen van een voertuig na inbraak wordt veelal door de verzekeraarshulpdienst uitgevoerd. Bij twijfel voert de politie overleg met de gemeente; de politie heeft bij een aanrijding of diefstal een leidende rol.

2. Mandatering

Op basis van artikel 170, eerste lid van de WVW 1994 is de bevoegdheid tot het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen een vorm van bestuursdwang. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang. Burgemeester en wethouders hebben hun bevoegdheid tot toepassen van bestuursdwang voor het wegslepen van voertuigen gemandateerd aan de hiertoe door hen aangewezen personen. Dit zijn de (ingehuurde) Buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) 1 , de rechtsgeldig aangewezen toezichthouders op de warenmarkten2 en de politieambtenaren van de eenheid Den Haag, team Krimpenerwaard3 .

 

De gemandateerden zijn bevoegd om op te kunnen treden als met een voertuig een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met:

  • 1.

    het belang van de veiligheid van de weg, en/of

  • 2.

    het belang van de vrijheid van het verkeer, en/of

  • 3.

    het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

Uit de woorden “en/of” blijkt dat er tegelijkertijd sprake kan zijn van meerdere criteria, die de situatie wegsleepwaardig maken. Eén van de criteria is voldoende om de wegsleepregeling te kunnen toepassen. Als er wel een overtreding is maar de noodzaak tot slepen ontbreekt, dan kan er niet weggesleept worden. In dergelijk geval wordt een boete opgelegd. Het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, als bedoeld in artikel 2 van het “ Besluit wegslepen voertuigen” is in beginsel voldoende om de wegsleepverordening toe te passen. De veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeft dan niet tevens in het geding te zijn. De noodzaak voor het wegslepen moet in zekere mate duidelijk zijn.

2.1 Berger

De wegsleepbedrijven Verweij’s Trucking B.V. te Lopik en Loonbedrijf ’t Hart van de Krimpenerwaard B.V. te Lekkerkerk zijn namens het college van burgemeester en wethouders gemandateerd om de overbrenging en de inbewaringstelling van een voertuig te verzorgen, het proces-verbaal op te maken, het bewaringsregister bij te houden en de verschuldigde kosten van de loze ritten en het overbrengen en bewaren van een voertuig te innen.

 

De bergers zijn hierbij verantwoordelijk voor:

  • het takelen, wegslepen en bewaren van voertuigen;

  • het bewaren van de contactsleutels indien aanwezig;

  • het afgeven van voertuigen aan rechthebbende4 ;

  • de administratieve werkzaamheden (waaronder het opstellen van een proces-verbaal en het bijhouden van een bewaringsregister), die verband houden met het takelen, wegslepen, bewaren en teruggeven van voertuigen; en

  • de openstelling van de bewaarplaats voor het afhalen van de voertuigen.

3. Documenten/sjablonen

De benodigde documenten die van toepassing zijn voor de uitvoering van de wegsleepverordening zijn:

  • het proces-verbaal van bevindingen (bijlage 1);

  • het besluit toepassing bestuursdwang;

  • indien van toepassing de bekendmaking;

  • de verklaring van ontvangst en de kwitantie;

  • het bewaringsregister.

3 1 Het proces-verbaal van bevindingen

Degene die de noodzaak tot wegslepen vaststelt maakt van deze constatering een proces-verbaal op.

 

Het proces-verbaal dient als bewijslast in het geval men bezwaar maakt tegen het wegslepen van het voertuig. In artikel 5 van het Besluit wegslepen van voertuigen is aangegeven dat het proces-verbaal van de bevindingen krachtens artikel 5:29 tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient te bevatten:

  • een summiere omschrijving van het in bewaring te stellen voertuig, waaronder in ieder geval de kleur, het kenteken (indien van toepassing) en het merk (indien van toepassing);

  • de plaats, de datum en het tijdstip van verwijdering van het voertuig;

  • de omstandigheden die de verwijdering van het voertuig noodzakelijk maakten;

  • de staat van het voertuig voor de verwijdering; en

  • een summiere opsomming van de losse (zichtbare|) voorwerpen in het voertuig voor de verwijdering.

3.2 Het besluit toepassing bestuursdwang

Het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen moet worden beschouwd als een bijzondere vorm van bestuursdwang. De bepalingen uit de Awb zijn hierop van toepassing, voor zover ze niet buiten toepassing zijn verklaard in artikel 170, tweede lid van de WVW 1994. Uit het bepaalde van artikel 5:24 van de Awb volgt dat de bestuursdwangaanschrijving op schrift moet worden gesteld en aangegeven moet worden welk voorschrift is overtreden.

Het aanzeggen van bestuursdwang dient conform artikel 171, eerste lid van de WVW 1994 te worden bekendgemaakt:

  • a.

    aan de rechthebbende die het voertuig afhaalt, of

  • b.

    indien het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald, zo mogelijk binnen een week:

    • aan degene aan wie het kenteken is opgegeven, indien het voertuig een kenteken voert;

    • aan degene die aangifte heeft gedaan, indien blijkt dat ter zake van het voertuig aangifte van vermissing is gedaan; of

    • in nader bij ministeriele regeling vast te stellen gevallen op de daarbij aangegeven wijze.

Op grond van het tweede lid van artikel 171 van de WVW wordt bij bekendmaking in het geval een voertuig niet binnen 48 uur na de inbewaringstelling is afgehaald, gewezen op het verschuldigd zijn van kosten die verbonden zijn aan de oplegging van een last onder bestuursdwang. De kosten worden berekend conform het in artikel 172, eerste lid van de WVW 1994 bepaalde.

3.3 De bekendmaking

In artikel 3:41 van de Awb is bepaald dat bekendmaking wordt gedaan door toezending of uitreiking. In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat als toezending of uitreiking niet mogelijk is de bekendmaking op een ander geschikte wijze dient te worden gedaan.

 

Als toezending of uitreiking niet mogelijk is, omdat bijvoorbeeld de rechthebbende niet bekend is, wordt overgegaan tot publicatie in het plaatselijk huis-aan-huisblad en in het digitaal gemeenteblad.

In de bekendmaking wordt gewezen op het verschuldigd zijn van kosten. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen.

3.4 Verklaring van ontvangst weggesleept voertuig en de kwitantie

De bergers werken met een (eigen) verklaring van ontvangst, waarin de gegevens van de rechthebbende, de gegevens van het wegslepen en de gegevens van het voertuig zelf in worden vermeld. Na het betalen van de kosten voor het wegslepen, bergen en bewaren van het voertuig, tekent de rechthebbende voor ontvangst van het voertuig en ontvangt van de berger een kwitantie. De rechthebbende verklaart het voertuig in ontvangst te hebben genomen en dat het voertuig zich in dezelfde staat bevindt als toen het voertuig werd achtergelaten.

3.5 Het bewaringsregister

Conform artikel 170, vierde lid, van de Wegenverkeerswet dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat in een daartoe aangelegd register aantekening wordt gehouden van de gevallen waarin de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig wordt uitgeoefend. Het bewaringsregister wordt namens het college van burgemeester en wethouders beheerd door het wegsleepbedrijf.

 

In de artikelen 6 t/m 9 van het Besluit wegslepen van voertuigen zijn verschillende zaken geregeld die door de berger in het bewaringsregister opgenomen en bijgehouden moeten worden.

 

Na de inbewaringstelling

In het bewaringsregister worden zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling opgenomen:

  • a.

    een afschrift van het proces-verbaal, bedoeld in artikel 5 van het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • b.

    een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van het voertuig; en

  • c.

    de datum en het tijdstip van de inbewaringstelling.

De gegevens in het bewaringsregister worden aangevuld met:

  • a.

    de naam van degene aan wie het kenteken is opgegeven, ingeval het een voertuig betreft waarop of waaraan een kenteken is bevestigd; of

  • b.

    de naam van de eigenaar of houder van het voertuig, voor zover deze bekend is kunnen worden, ingeval het een voertuig betreft waarop of waaraan geen kenteken is bevestigd; en

  • c.

    indien van toepassing de bekendmaking weggesleept voertuig.

Bij teruggave

In het bewaringsregister worden bij het afhalen van het voertuig opgenomen:

  • a.

    de datum en het tijdstip van afhalen;

  • b.

    de naam en het adres van degene die het voertuig heeft afgehaald, alsmede gegevens waaruit blijkt dat deze tot het afhalen gerechtigd was; en

  • c.

    het bedrag dat als kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, is betaald;

  • d.

    indien van toepassing de bekendmaking weggesleept voertuig;

  • e.

    de verklaring van ontvangst weggesleept voertuig; en

  • f.

    de kwitantie.

Bij niet afhalen

Indien het voertuig binnen achtenveertig uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald, worden in het bewaringsregister opgenomen:

  • a.

    de datum van de bekendmaking, bedoeld in artikel 171, eerste lid, onderdeel b, van de wet; en

  • b.

    ofwel de naam en het adres van degene aan wie is bekendgemaakt, onder vermelding van de wijze waarop aan hem is bekendgemaakt, ofwel de wijze waarop is bekendgemaakt; en

  • c.

    indien van toepassing de bekendmaking weggesleept voertuig.

Bij verkoop

In het geval dat een in bewaring gesteld voertuig is verkocht, worden in het bewaringsregister opgenomen:

  • a.

    de datum en het tijdstip van de verkoop;

  • b.

    de opbrengst, de naam en het adres van de koper;

  • c.

    als de verkoop een batig saldo heeft opgeleverd, het batige saldo, de naam en het adres van degene aan wie het batige saldo is uitgekeerd, alsmede gegevens waaruit blijkt dat deze tot inontvangstneming van het batige saldo gerechtigd was;

  • d.

    indien van toepassing de bekendmaking weggesleept voertuig; en

  • e.

    de verkoopovereenkomst.

Bij om niet overgedragen

  • a.

    In het geval dat een in bewaring gesteld voertuig om niet aan een derde is overgedragen, worden in het bewaringsregister opgenomen: de naam en het adres van degene aan wie het voertuig is overgedragen;

  • b.

    indien van toepassing de bekendmaking weggesleept voertuig; en

  • c.

    de overeenkomst waarin geregeld wordt dat het voertuig om niet wordt overgedragen.

Bij vernietiging

In het geval dat een in bewaring gesteld voertuig wordt vernietigd, wordt in het bewaringsregister opgenomen:

  • a.

    de datum, plaats en het tijdstip van de vernietiging;

  • b.

    de waarde, bedoeld in artikel 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • c.

    indien van toepassing de bekendmaking weggesleept voertuig; en

  • d.

    de overeenkomst waarin geregeld wordt dat het voertuig zal worden vernietigd.

Bij terugbetaling door de gemeente

Indien de gemeente kosten, zoals bedoeld in artikel 10 van het Besluit wegslepen van voertuigen, geheel of gedeeltelijk terugbetaalt binnen de termijn, worden in het bewaringsregister opgenomen:

  • a.

    de datum waarop is terugbetaald;

  • b.

    het bedrag van de terugbetaling;

  • c.

    de grond voor terugbetaling; en

  • d.

    de naam en het adres van degene aan wie is terugbetaald.

3.6 De bewaartermijn van de gegevens in het bewaringsregister

De gegevens moeten 5 jaar in het bewaringsregister opgenomen blijven na de laatste dag van het kalenderjaar waarin het voertuig is teruggegeven, verkocht, om niet overgedragen of vernietigd (artikel 10 Besluit wegslepen van voertuigen). In januari worden de afgeronde dossiers van het voorgaande jaar opgehaald bij de bergers en overgedragen aan een medewerker van het team Openbare orde en veiligheid. De medewerker controleert de dossiers op volledigheid en brengt de dossiers naar het archief, waar de dossiers 5 jaar worden bewaard.

3.7 Het verstrekken van gegevens op verzoek

Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan belanghebbenden desgevraagd gegevens uit het bewaringsregister. Daar waar nodig wordt contact opgenomen met het wegsleepbedrijf om informatie op te vragen.

4. Werkinstructie

Constateren van wegsleepwaardig voertuig

De gemandateerde dient bij het aantreffen van een voertuig de afweging te maken of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is. De gemandateerden zijn bevoegd om op te kunnen treden als met een voertuig een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met:

  • 1.

    het belang van de veiligheid van de weg, en/of

  • 2.

    het belang van de vrijheid van het verkeer, en/of

  • 3.

    het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

4.1 Eigenaar achterhalen

In Krimpenerwaard wordt ervoor gekozen om eerst op een praktische wijze het weghalen van het voertuig te bewerkstelligen. Afhankelijk van de situatie probeert de Boa/marktmeester of politie eerst de eigenaar te achterhalen. Als dat lukt wordt de gelegenheid geboden om het voertuig direct weg te halen.

 

Werkwijze bij het geven van opdracht tot slepen:

  • Boa/marktmeester/politie geeft opdracht tot wegslepen.

  • Boa/marktmeester/politie wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de takelwagen.

4.2 Loze rit

  • Als de berger tijdens het voorrijden door de Boa/marktmeester/politie afgebeld wordt, is er sprake van een loze rit;

  • De kosten voor deze rit worden door de berger gefactureerd aan de gemeente;

  • Er wordt een proces-verbaal opgemaakt;

  • Als bijlage bij dit proces-verbaal worden er foto’s gemaakt met dag- en uuraanduiding waaruit moet blijken welke situatie aanleiding geweest is om opdracht tot wegslepen te geven, hoe het voertuig er van binnen en buiten uit ziet (de algemene staat) en een duidelijk beeld van eventuele schade (detail);

  • Gemeente brengt de kosten voor deze loze rit in rekening bij de eigenaar/rechthebbende van het voertuig.

4.3 Onvolledige berging

  • De eigenaar/bestuurder komt ter plaatse en wil het voertuig verplaatsen;

  • Het wegsleepvoertuig is al aanwezig en heeft zijn eerste aantoonbare werkzaamheden, naast het voorrijden, verricht. Bijvoorbeeld: auto openmaken of uitschuiven kraan. De auto hangt nog niet in de takel. In dit geval wordt afgezien van wegslepen en is er sprake van een onvolledige berging;

  • De gemandateerde stelt de personalia vast van de persoon die zich voor het voertuig meldt;

  • De kosten die verbonden zijn aan de voorbereiding van de overbrenging, zoals bedoeld in artikel 170, zesde lid van de WVW 1994, moeten worden voldaan aan de berger door de eigenaar/rechthebbende van het voertuig;

  • Er wordt een proces-verbaal opgemaakt;

  • Als bijlage bij dit proces-verbaal worden er foto’s gemaakt met dag- en uur aanduiding waaruit moet blijken welke situatie aanleiding is om weg te slepen, hoe het voertuig er van binnen en buiten uit ziet (de algemene staat) en een duidelijk beeld van eventuele schade (detail);

  • Gemeente stuurt z.s.m. een besluit (aanvang) toepassing bestuursdwang aan de eigenaar/ rechthebbende, waarin de kosten voor de onvolledige berging in rekening worden gebracht.

4.4 Volledige berging

  • Komt de eigenaar/bestuurder ter plaatse indien het voertuig is bevestigd aan de kraanwagen (bevindt zich op de lepel, hangt in de takels), het personeel in de cabine zit en het portier achter zich heeft gesloten, dan wel wanneer het voertuig is weggesleept, is er sprake van volledige berging;

  • Als de eigenaar niet ter plaatse komt, dan informeert Boa/marktmeester de politie (OPCO) over welk voertuig weggesleept is;

  • Er wordt een proces-verbaal opgemaakt;

  • Als bijlage bij dit proces-verbaal worden er foto’s gemaakt met dag- en uur aanduiding waaruit moet blijken welke situatie aanleiding is om weg te slepen, hoe het voertuig er van binnen en buiten uit ziet (de algemene staat) en een duidelijk beeld van eventuele schade (detail);

  • Gemeente stuurt z.s.m. een besluit toepassing bestuursdwang aan de eigenaar/ rechthebbende, waarin het besluit en de daarbij behorende kosten op schrift gesteld worden;

  • Het voertuig kan, na betaling, opgehaald worden op de bewaarplaats.

4.5 Opslag

  • Na het wegslepen van de auto gaat deze minimaal 13 weken in de opslag;

  • Teruggave van het voertuig is mogelijk na betaling van de volledige kosten door de eigenaar/rechthebbende van het voertuig;

  • Twee weken, na wegslepen, is er contact tussen de Boa/marktmeester en het sleepbedrijf om te informeren of het voertuig inmiddels is opgehaald;

  • Is het voertuig nog niet opgehaald dan wordt geprobeerd contact te zoeken met de eigenaar/rechthebbende van het voertuig;

  • Als het voertuig vervolgens binnen 13 weken niet is opgehaald, volgt via een publicatie in het huis-aan-huisblad een oproep aan de eigenaar/rechthebbende van het voertuig om zich te melden.

5. Overige bepalingen

5.1 Inwerkingtreding

Deze uitvoeringsregeling treedt in werking na publiceren in het digitaal gemeenteblad.

5.2 Citeertitel

Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als “Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Krimpenerwaard 2024”.

Aldus vastgesteld op 12 december 2023,

Namens het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard,

de secretaris,

J. Hennip

de burgemeester,

P.J. Bouvy - Koene


1

Zoals blijkt uit het besluit van het college van datum met kenmerk 809978/842727

2

Zoals blijkt uit het besluit van het college van datum met kenmerk 773724/775533

3

Zoals blijkt uit het besluit van het college van datum met kenmerk 789540/789751

4

Hieronder wordt verstaan degene die ofwel eigenaar is van het voertuig ofwel anders dan als bezitter het voertuig ten tijde van de overtreding ten gebruik onder zich had zoals beschreven in artikel 170, vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994.