Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwkoop

Rectificatie: Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwkoop
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRectificatie: Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2024
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-01-2024nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2024-14779

Tekst van de regeling

Intitulé

Rectificatie: Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2024

[Deze publicatie betreft een rectificatie omdat per abuis de onjuiste niet vastgestelde regeling is bekendgemaakt en in de tarieventabel onder 1.1.1, 1.1.2, 1.1.4.1, 1.1.4.2, 1.1.4.3, 1.1.4.4, 1.1.4.5, 1.1.4.6, 1.1.5.1, 1.1.5.2, 1.2.1, 1.2.2, 1.3.1, 1.5 en 1.6 er bedragen ontbreken. De oorspronkelijke publicatie is op 20 december 2023 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2023, 547609.]

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De belasting wordt geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, wordt de belasting tevens geheven ter zake van het aanbieden ter lediging van een 140-liter of een 240-liter minicontainer voor restafval.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede en derde lid, wordt de belasting tevens geheven ter zake van het ontgrendelen van een verzamelcontainer met behulp van een aan de woning toegewezen middel ten behoeve van het aanbieden van een afvalzak voor restafval.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede, derde of vierde lid wordt de belasting geheven ter zake voor het op aanvraag omwisselen van een minicontainer.

  • 6.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede, derde, vierde of vijfde lid wordt de belasting geheven voor het op aanvraag vervangen van een afvalpas.

  • 7.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede, derde, vierde, vijfde of zesde lid, wordt de belasting geheven op het gebruik van een extra container voor groente-, fruit- of tuinafval (GFT-afval), plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons (PMD) of papier en karton.

  • 8.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede, derde, vierde, vijfde, zesde of zevende lid, wordt de belasting geheven ter zake van het op verzoek op een afgesproken plaats ophalen van maximaal 2 m2 afvalstoffen, afkomstig van huishoudens in de gemeente Nieuwkoop.

  • 9.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende of achtste lid wordt de belasting geheven ter zake van het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op de Milieustraat in de gemeente Nieuwkoop.

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam een aan plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Voor de belastingen, bedoeld in artikel 2, tweede, derde, vierde en zevende lid is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • a.

    De belastingen bedoeld in artikel 2, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde en zevende lid worden geheven bij wege van aanslag.

  • b.

    De belastingen bedoeld in artikel 2, achtste en negende lid, worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting, bedoeld in artikel 2, tweede en zevende lid, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, tweede en zevende lid, in de loop van het belastingjaar aanvangt is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van het gebruik, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, tweede en zevende lid, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9.

  • 4.

    Het tweede en zevende lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting, als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid is verschuldigd na het einde van het belastingjaar.

  • 6.

    Belastingbedragen van minder dan € 9 worden niet geheven.

  • 7.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het derde en zesde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

  • 8.

    De belasting bedoeld in artikel 2, vijfde, zesde en achtste lid is verschuldigd na afloop van de dienstverlening.

  • 9.

    De belasting bedoeld in artikel 2, negende lid is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van artikel 7, onder b, verschuldigde belasting worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 2 weken na dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening afvalstoffenheffing 2023” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2024’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 14 december 2023 -

Edzard van Holthe

Griffier

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij Verordening afvalstoffenheffing 2024

 

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

 

1.1

De belasting als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de verordening bedraagt per perceel per belastingjaar:

 

1.1.1

indien een perceel wordt gebruikt door één persoon

€ 211,80;

1.1.2

indien een perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon

€ 300,84;

1.1.3

Het aantal personen dat gebruik maakt van het perceel wordt bepaald naar de situatie per 1 januari van het belastingjaar dan wel op het moment van het ontstaan van de belastingplicht.

 

1.1.4

De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een éxtra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):

 

1.1.4.1

container van 140 liter bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met

€ 78,12;

1.1.4.2

container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met

€ 104,64;

1.1.4.3

container van 140 liter bestemd voor plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons, per extra container met

€ 78,12;

1.1.4.4

container van 240 liter bestemd voor plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons, per extra container met

€ 104,64;

1.1.4.5

container van 140 liter bestemd voor papier en karton, per extra container met

€ 78,12;

1.1.4.6

container van 240 liter bestemd voor papier en karton, per extra container met

€ 104,64;

1.1.5

In afwijking van de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 bedraagt de belasting voor percelen die geen gebruik maken van een container met een gebruiksregistratiesysteem of van een verzamelcontainer met een toegangsregistratiesysteem per perceel per belastingjaar:

 

1.1.5.1

indien een perceel wordt gebruikt door één persoon

€ 275,04;

1.1.5.2

indien een perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon

€ 366,24;

1.1.5.3

Het aantal personen dat gebruik maakt van het perceel wordt bepaald naar de situatie per 1 januari van het belastingjaar dan wel op het moment van het ontstaan van de belastingplicht.

 

 

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

 

1.2

De belasting als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de verordening wordt geheven naar het aantal aanbiedingen per belastingjaar en bedraagt:

 

1.2.1

per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 240 liter bestemd voor restafval

€ 7,71 ;

1.2.2

per aanbieding ter lediging van een minicontainer van 140 liter bestemd voor restafval

€ 4,39 ;

1.2.3

Indien er sprake is van een medische indicatie wordt op verzoek van de belastingplichtige het totaal aantal ledigingen verminderd met maximaal 13 ledigingen boven het aantal van 13.

 

1.3

De belasting bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de verordening wordt geheven naar het aantal ontgrendelingen in het belastingjaar en bedraagt:

 

1.3.1

per ontgrendeling van een verzamelcontainer met behulp van een toegewezen middel ten behoeve van het aanbieden van een afvalzak voor restafval .

€ 1,66

1.3.2

Indien er sprake is van een medische indicatie wordt op verzoek van de belastingplichtige het totaal aantal ontgrendelingen verminderd met maximaal 325 boven het aantal van 40.

 

1.4

Van een medische indicatie in de zin van artikel 1.2.3 en 1.3.2 van deze tarieventabel is sprake, indien in een huishouden extra huishoudelijk afvalstoffen ontstaan vanwege een chronische ziekte of een handicap waarbij gebruik van stoma- of incontinentiemateriaal nodig is.

 

1.4.1

Voor de toepassing van de vermindering, bedoel in de artikel 1.2.3 en 1.3.2 van deze tarieventabel is vereist dat de belastingplichtige een aanvraagformulier indient bij de gemeente Nieuwkoop waaruit blijkt dat binnen het huishouden sprake is van een chronische ziekte of een handicap waardoor extra huishoudelijk restafval ontstaat.

 

1.5

De belasting voor het op aanvraag omwisselen van een container bedraagt per keer:

€ 21,75

1.5.1

Onderdeel 1.5. vindt geen toepassing indien de aanvraag voor een wisseling van containers wordt ingediend binnen drie maanden na het in gebruik nemen van een (ander) perceel waarop de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 rust.

 

1.6

De belasting voor het vervangen van een afvalpas bedraagt per vervanging:

€ 16,31

1.6.1

Onderdeel 1.6 vindt geen toepassing indien de aanvraag voor de afvalpas wordt ingediend binnen drie maanden na het in gebruik nemen van een (ander) perceel waarop de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 rust.

 

1.7.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen per m³

€54,43

1.7.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen, maximaal 2 m3 tenzij anders vermeld op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats voor:

 

1.7.2.1

Accu’s:

gratis

1.7.2.2

Asbest met een maximum van 35 m2:

gratis

1.7.2.3

Autobanden zonder velg, maximaal 4 stuks:

gratis

1.7.2.4

Autobanden met velg, maximaal 4 stuks:

€ 6 per stuk

1.7.2.5

Tractorband, maximaal 4 stuks:

€ 90,00 per stuk

1.7.2.6

Bilgewater met een maximum van 20 liter per liter:

€2,00

1.7.2.7

Brandblussers tot 2 kilogram:

gratis

1.7.2.8

Elektrische en elektronische apparatuur:

gratis

1.7.2.9

Fijn restafval per zak van 60 liter € (gelijk aan tarief inworp)

 

1.7.2.10

Flessenglas en vlakglas:

gratis

1.7.2.11

Frituurolie en –vet:

gratis

1.7.2.12

Gasflessen groot:

€ 21,00

1.7.2.13

Gasflessen klein:

€ 11,00

1.7.2.14

Grof huishoudelijk afval:

gratis

1.7.2.15

Grof tuin- en snoeiafval:

gratis

1.7.2.16

Grond (maximaal 0,25 m3):

gratis

1.7.2.17

Harde kunststoffen:

gratis

1.7.2.18

Plastic verpakkingen, metalenverpakkingen dn drankenkartons:

gratis

1.7.2.19

Klein chemisch afval:

gratis

1.7.2.20

Matrassen:

gratis

1.7.2.21

Metalen:

gratis

1.7.2.22

Papier en karton:

gratis

1.7.2.23

Piepschuim:

gratis

1.7.2.24

Textiel:

gratis

1.7.3

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats voor verbouwingsafval:

 

1.7.3.1

Puin (tot 1 m³):

gratis

1.7.3.2

Puin (meer dan 1 m³) per 0,25 m³:

€11,00

1.7.3.3

Gips (tot 1 m³):

gratis

1.7.3.4

Gips (meer dan 1 m³) per 0,25 m³:

€11,00

1.7.3.5

Samengesteld en geschilderd -hout (tot 1 m³):

gratis

1.7.3.6

Samengesteld en geschilderd -hout (meer dan 1 m³) per 0,25 m³

€11,00

1.7.3.7

Bielzen en tuinhout (tot 1 m³):

gratis

1.7.3.8

Bielzen en tuinhout (meer dan 1 m³) per 0,25 m³:

€11,00

1.7.3.9

Bitumen (o.a. dakbedekking) (tot 1m3:

gratis

1.7.3.10

Bitumen (meer dan 1 m3) per 0,25 m³:

€11,00

 

Gemengd verbouwingsafval wordt niet geaccepteerd.

 

 

Behoort bij raadsbesluit 14 december 2023, 2023 -

 

De griffier van Nieuwkoop,