Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2024
CiteertitelVerordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpjeugdhulp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.9 van de Jeugdwet
  2. artikel 8.1.1 van de Jeugdwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2024-12851

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2024

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023;

 

Gelet op de artikelen 2.9, 2.10 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet;

 

overwegende dat:

  • de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;

  • de inkoop van jeugdhulp in 2024 gaat veranderen en aanpassing van de Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2018 noodzakelijk maakt;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2024.

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt voor de definitie van opgenomen begrippen aangesloten bij de definitie opgenomen in de Jeugdwet. In aanvulling daarop wordt in deze verordening verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: een schriftelijk en ondertekend verzoek van de jeugdige en/of ouder(s) om een besluit te nemen;

  • b.

    algemene voorziening: activiteiten die, zonder onderzoek vooraf naar de behoefte, persoonskenmerken en mogelijkheden van de jeugdige, toegankelijk zijn;

  • c.

    andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, kinderopvang of werk en inkomen;

  • d.

    begeleiding: het bieden van ondersteuning en/of begeleiding aan jeugdigen, ouder(s) en/of hun omgeving. De begeleiding is gericht op het vergroten of behouden van de regie over de eigen manier van leven/de opvoeding;

  • e.

    behandeling: behandeling is gericht op herstel, genezing, ontwikkeling, stabiliseren en/of hanteerbaar maken van het probleem of de aandoening. Het gaat uit van een afgebakende periode, met een onderliggend behandelplan waarin beoogde resultaten zijn opgenomen;

  • f.

    beschikking: een schriftelijk besluit tot toekenning of afwijzing van een aanvraag;

  • g.

    college: burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

  • h.

    deskundige: beroepskracht met specifieke kennis en vaardigheden ten aanzien van de opgroei- en opvoedproblematiek van de jeugdige en/of ouder(s) die voldoet aan de in de branche geldende kwaliteitseisen;

  • i.

    eigen kracht: mate waarin de jeugdige en de ouder(s) eventueel samen met het sociaal netwerk van de jeugdige en de ouders(s) zelf of samen een veilige ontwikkeling kunnen bereiken of behouden;

  • j.

    formele ondersteuning: ondersteuning die met een vergoeding vanuit het persoonsgebonden budget wordt geboden door een deskundige, niet zijnde een persoon uit het sociaal netwerk van de jeugdige en/of ouder(s);

  • k.

    individuele voorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de jeugdige en/of zijn ouder(s) toegesneden voorziening;

  • l.

    informele ondersteuning: ondersteuning die met een vergoeding vanuit het persoonsgebonden budget geboden wordt door een persoon uit het sociale netwerk van de jeugdige en/of ouder(s) of een beroepskracht niet zijnde een deskundige;

  • m.

    intensiteit: de zwaarte van de behandeling, begeleiding of ondersteuning;

  • n.

    jeugdbescherming: ondersteuning in de vorm van kinderbeschermingsmaatregelen;

  • o.

    onafhankelijke cliënt ondersteuner (oco): persoon die onafhankelijke ondersteuning biedt en helpt bij het regelen van zorg en ondersteuning;

  • p.

    ondersteuningsplan: een plan van aanpak waarin in ieder geval de te bereiken doelen en de daarvoor benodigde ondersteuning worden vastgelegd;

  • q.

    ondersteuningsprofiel: een algemeen geformuleerd profiel (cluster van hulpvragen) voor jeugdhulp dat de aard van de ondersteuningsbehoefte van de jeugdige en het gezin weergeeft;

  • r.

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;

  • s.

    wet: Jeugdwet.

 

Artikel 2 Vormen van ondersteuning

  • 1.

    De volgende vormen van algemene voorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      Preventieve jeugdhulp via de gebiedsteams en de publieke jeugdgezondheidszorg;

    • b.

      Voorzieningen voor spoedeisende situaties;

    • c.

      Basisvoorzieningen via het jongerenwerk;

    • d.

      Opgroei en opvoedondersteuning zorgaanbieder.

  • 2.

    De volgende vormen van individuele voorzieningen zijn beschikbaar:

    • a.

      Dyslexiezorg;

    • b.

      Pleegzorg;

    • c.

      Woonvoorziening;

    • d.

      Specialistische jeugdhulp;

    • e.

      Hoog specialistische jeugdhulp;

    • f.

      Crisiszorg;

    • g.

      Jeugdbescherming;

    • h.

      Jeugdreclassering.

  • 3.

    Het college kan bij nadere regels vaststellen welke overige voorzieningen beschikbaar zijn naast de in het eerste en tweede lid vermelde voorzieningen.

 

Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist, jeugdarts, rechter of gecertificeerde instelling

  • 1.

    Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder.

  • 2.

    Indien verwijzing plaatsvindt naar een niet-gecontracteerde jeugdhulpaanbieder, is vooraf toestemming van het college vereist.

  • 3.

    Het college legt de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking.

 

 

Artikel 4 Toegang jeugdhulp via de gemeente

  • 1.

    Jeugdigen en/of ouder(s) kunnen zich bij de gemeente (lees: het college) melden met een hulpvraag. Deze melding kan telefonisch, schriftelijk, digitaal of persoonlijk worden gedaan.

  • 2.

    Het college informeert de jeugdige en/of zijn ouder(s) over de mogelijkheid om zich (gratis) te laten bijstaan door een onafhankelijke cliëntondersteuner (oco) of vertrouwenspersoon.

  • 3.

    Na ontvangst van een melding neemt het college contact op met de jeugdige of zijn ouder(s) om de hulpvraag in kaart te brengen en eventueel een afspraak te maken voor een gesprek om onderzoek te doen naar de ondersteuningsbehoefte. Als uit het gesprek blijkt dat geen individuele voorziening nodig is voor het oplossen van de hulpvraag, kan in overleg met jeugdige en/of ouder(s) afgezien worden van het opstellen van een ondersteuningsplan.

  • 4.

    Het college kan bij nadere regels vaststellen welke belangen meegewogen worden bij het beoordelen van de eigen kracht.

  • 5.

    Als uit het onderzoek blijkt dat een individuele voorziening nodig is, wordt een ondersteuningsplan opgesteld.

  • 6.

    Uit het ondersteuningsplan kan in elk geval worden afgeleid:

    • wat de hulpvraag van de jeugdige en/of zijn ouder(s) is;

    • welke problemen, beperkingen en/of stoornissen van de jeugdige en/of zijn ouders reden geven voor hulp/ondersteuning;

    • welke hulp/ondersteuning naar aard en omvang nodig is;

    • welke mogelijkheden de jeugdige en/of zijn ouders hebben om, al dan niet met hulp van hun sociale netwerk, de problemen zelf (gedeeltelijk) op te lossen;

    • de wijze waarop een mogelijk toe te kennen individuele voorziening kan worden afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen.

  • 7.

    Het ondersteuningsplan wordt in tweevoud aan de jeugdige en/of zijn ouders toegestuurd met het verzoek om dit ondertekend retour te sturen. Als men niet akkoord is met het ondersteuningsplan kan men tekenen voor gezien/niet akkoord.

  • 8.

    Het ondertekende ondersteuningsplan kan worden aangemerkt als een aanvraag.

  • 9.

    Na ontvangst van de aanvraag verzendt het college binnen acht weken een beschikking aan de aanvrager.

 

Artikel 5 Beschikking toegang jeugdhulp via de gemeente

  • 1.

    In de beschikking van een individuele voorziening wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt.

  • 2.

    In de beschikking van een individuele voorziening worden de afspraken met de jeugdige of de ouder(s) vastgelegd.

  • 3.

    Bij het verstrekken van een voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      welke vorm van jeugdhulp wordt verstrekt;

    • b.

      als sprake is van pleegzorg of specialistische jeugdhulp, welk ondersteuningsprofiel en welke intensiteit;

    • c.

      de beoogde resultaten en op welke termijn deze behaald moeten worden;

    • d.

      welke zorgaanbieder de zorg/hulp gaat verlenen;

    • e.

      de ingangsdatum en de duur van de toegekende jeugdhulp;

    • f.

      indien van toepassing, welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn;

    • g.

      dat tussentijdse evaluatie kan leiden tot aanpassing van de beschikking.

  • 4.

    Bij het verstrekken van een voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      voor welke vorm van jeugdhulp een pgb wordt verstrekt;

    • b.

      de beoogde resultaten en op welke termijn deze behaald moeten worden;

    • c.

      de ingangsdatum en de duur van de toegekende jeugdhulp;

    • d.

      welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;

    • e.

      de hoogte van het pgb en op welke gronden dit bedrag is bepaald;

    • f.

      op welke andere voorzieningen mogelijk aanspraak bestaat; en

    • g.

      dat tussentijdse evaluatie kan leiden tot aanpassing van de beschikking.

 

Artikel 6 Algemene bepalingen over het pgb

  • 1.

    Een pgb wordt verstrekt door het college op basis van een pgb-plan waarin minimaal de volgende onderdelen zijn benoemd:

    • a.

      een probleemanalyse;

    • b.

      de motivatie door jeugdige en/of de ouder(s) waarom een individuele voorziening in de vorm van zorg in natura niet past;

    • c.

      eigen kracht bij eigen inzet van de ouder(s) en het netwerk of de familie;

    • d.

      de beoogde resultaten van de hulpverlening en ondersteuning;

    • e.

      waar en hoe de budgethouder de hulp en ondersteuning zal inkopen;

    • f.

      hoe de kwaliteit van de hulp en ondersteuning verzekerd is;

    • g.

      de verwachte dan wel gewenste omvang en duur van de ondersteuning; en

    • h.

      een begroting.

  • 2.

    De volgende hulp kan worden ingekocht met een pgb:

    • Begeleiding

    • Persoonlijke verzorging

    • Specialistische begeleiding

    • Dagbesteding

    • Logeren

    • Vervoer

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen over de aan het pgb verbonden voorwaarden en verplichtingen.

  • 4.

    Het pgb budget is niet bedoeld voor de volgende kosten:

    • a.

      kosten voor bemiddeling, coördinatie, tussenpersonen of belangenbehartigers;

    • b.

      kosten voor de uitvoering van taken die horen bij budgetbeheer;

    • c.

      reiskosten van de hulpverlener;

    • d.

      bijkomende zorgkosten zoals opleiding, maaltijden en entreegelden;

    • e.

      kosten die de jeugdige of de ouder(s) voor het indienen van de aanvraag hebben gemaakt;

    • f.

      kosten ten behoeve van een feestdaguitkering.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in lid 4, onder c, kan een deel van het pgb budget worden aangewend voor reiskosten. Dit is slechts mogelijk met toestemming van het college en als dit niet ten koste gaat van het budget wat noodzakelijk is voor de jeugdhulp zelf.

  • 6.

    Als een budgethouder vaste afspraken heeft met een zorgverlener of zorginstelling, kan een betaling van een vast bedrag per maand worden afgesproken.

 

Artikel 7 Formele en informele hulp

  • 1.

    In het kader van een pgb maakt het college onderscheid tussen formele en informele hulp.

  • 2.

    Van formele hulp is sprake als de hulp wordt verleend door:

    • a.

      personen die werkzaam zijn bij een instelling en die voor het uitvoeren van de pgb taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (volgens artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die relevante diploma’s hebben die nodig zijn voor het doen van de taken; of

    • b.

      personen die een Zelfstandige zonder personeel zijn. Daarnaast moeten ze voor het uitvoeren van de pgb taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (volgens artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en die relevante diploma’s hebben die nodig zijn voor het doen van de taken; of

    • c.

      personen die ingeschreven staan in het register, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG-register) of artikel 5.2.1 van het Besluit Jeugdwet voor het uitvoeren van jeugdhulp.

  • 3.

    Als de jeugdhulp geboden wordt door het sociaal netwerk van de budgethouder, is altijd sprake van informele hulp.

  • 4.

    Als de hulp wordt verleend door een andere persoon dan beschreven in het tweede lid, onderdeel a, van deze verordening, is sprake van informele hulp.

 

Artikel 8 Het pgb-tarief

  • 1.

    De hoogte van het pgb tarief:

    • a.

      is afgestemd op een door de jeugdige of de ouder(s) opgesteld pgb-plan over hoe zij het pgb gaan besteden;

    • b.

      is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen;

    • c.

      bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in deze situatie goedkoopste individuele voorziening op basis van het zorg in natura tarief van de gemeente Súdwest-Fryslân.

  • 2.

    Het pgb tarief voor formele hulp is gebaseerd op het zorg in natura tarief Jeugdhulp voor de laagste intensiteit, voortkomend uit de aanbesteding Specialistische Jeugdhulp in Fryslân 2024. Het maximale pgb tarief voor formele ondersteuning wordt gebaseerd op 80% van het zorg in natura tarief. Deze worden vastgesteld overeenkomstig de in bijlage 1 opgenomen tabel welke integraal deel uitmaakt van deze verordening. Deze tarieven zijn berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatieve goede diensten en zorg in te kopen.

  • 3.

    Het pgb tarief voor informele hulp bedraagt bij informele hulp 50% van het uurtarief voor begeleiding in natura, met een maximum van € 20,00 per uur. Conform de in bijlage 1 opgenomen tabel welke integraal deel uitmaakt van deze verordening.

 

Artikel 9 Privacy

  • 1.

    Het college informeert actief de jeugdige en/of zijn ouder(s) over zijn privacy rechten en de gegevensverwerkingen die in het kader van de ondersteuning plaats vinden.

  • 2.

    Indien door of aan het college een overdracht plaats vindt ten behoeve van onderzoek naar of het bieden van passende ondersteuning aan de jeugdige en/of ouder(s), verstrekt de betrokken professional – met toestemming van de jeugdige en/of ouder(s)- de informatie die nodig is voor de beoordeling hiervan.

  • 3.

    Binnentreden van de woning geschiedt in samenspraak met de jeugdige en/of ouder(s), tenzij het in het kader van jeugdhulp binnentreden zonder instemming noodzakelijk is omdat acuut levensgevaar dreigt voor betrokkene en/of een ander dan wel een aanzienlijk risico bestaat op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.

 

Artikel 10 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden

  • 1.

    Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering rekening met:

    • a.

      de aard en omvang van de te verrichten taken;

    • b.

      een redelijke toeslag voor overheadkosten;

    • c.

      een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg;

    • d.

      kosten voor bijscholing van het personeel;

    • e.

      de voor de sector toepasselijke Cao-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;

    • f.

      het Friese kwaliteitskader Jeugdhulp zoals vastgesteld door de Friese gemeenten.

  • 2.

    Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitsverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren overige voorzieningen, in ieder geval rekening met:

    • a.

      de marktprijs van de voorzieningen; en

    • b.

      de eventuele extra taken die in verband met de voorziening van de zorgzorgaanbieder worden gevraagd.

 

Artikel 11 Individuele voorzieningen: herziening, intrekking of terugvordering

  • 1.

    Een jeugdige of zijn ouder(s) doen op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een besluit aangaande een individuele voorziening.

  • 2.

    Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, beëindigen, wijzigen, herzien of intrekken als het college vaststelt dat:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of het daarmee samenhangende pgb zijn aangewezen;

    • c.

      de individuele voorziening of het daarmee samenhangende pgb niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het pgb; of

    • e.

      de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het daarmee samenhangende pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

  • 3.

    Als het college een besluit op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft en degene die hieraan opzettelijk medewerking heeft verleend bij dwangbevel geheel of gedeeltelijk de geldwaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening.

  • 4.

    Een besluit tot verlening van een individuele voorziening kan worden ingetrokken als binnen 6 maanden na bekendmaking van dat besluit blijkt dat geen gebruik is gemaakt van die voorziening of in het geval van een pgb, het budget binnen 6 maanden niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

 

Artikel 12 Bestrijding oneigenlijk gebruik, misbruik en niet-gebruik

  • 1.

    Het college informeert jeugdigen en ouders in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een jeugdhulpvoorziening zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2.

    Het college wijst een toezichthouder aan die belast is met het houden van toezicht op de naleving van rechtmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en niet-gebruik van deze wet.

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen over de bevoegdheden van de toezichthouder.

 

Artikel 13 Inspraak en medezeggenschap

  • 1.

    Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding van het beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de geldende Inspraakverordening als bedoeld in artikel 150 Gemeentewet.

  • 2.

    Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen te doen en advies uit te brengen over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp die in voorbereiding zijn. Het college voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.

  • 3.

    Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden. Het college voorziet hen van de informatie en ondersteuning die nodig is voor een adequate deelname aan het overleg.

  • 4.

    Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid.

 

Artikel 14 Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt met een vastgestelde ondersteuningsbehoefte afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van de verordening tot onbillijkheden.

 

Artikel 15 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2018 wordt ingetrokken per 1 januari 2024.

  • 2.

    Een jeugdige en/of ouder(s) houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2018, tot de einddatum van de beschikking. Het college kan een nieuw besluit nemen waarbij deze lopende voorziening wordt beëindigd.

  • 3.

    In afwijking van lid 2 kunnen beschikkingen voor een specialistisch jeugdhulptraject en/of een verblijfscomponent die doorlopen na 1 juli 2024, herbeoordeeld worden conform de Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2024 en de dan geldende Nadere regels jeugdhulp, om te bepalen welke vorm van ondersteuning het meest passend is.

  • 4.

    Bij bezwaarschriften wordt beslist met inachtneming van de verordening die geldig was ten tijde van het bestreden besluit.

  • 5.

    Besluiten, genomen krachtens de Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2018, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden onverminderd de voorgaande leden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp gemeente Súdwest-Fryslân 2024.

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023,

mr. drs. J.A. de Vries, voorzitter

G.W. Stegenga, griffier