Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen (L)

Handreiking als bedoeld in artikel 10 lid 2 van de Participatieverordening gemeente Bergen (L) 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen (L)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandreiking als bedoeld in artikel 10 lid 2 van de Participatieverordening gemeente Bergen (L) 2024
CiteertitelHandreiking als bedoeld in artikel 10 lid 2 van de Participatieverordening gemeente Bergen (L) 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 16.55, zevende lid, van de Omgevingswet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-01-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2024-11838

Tekst van de regeling

Intitulé

Handreiking als bedoeld in artikel 10 lid 2 van de Participatieverordening gemeente Bergen (L) 2024

 

1.Inleiding

De Omgevingswet zegt in artikel 16.55 lid 7 van de Omgevingswet dat de gemeenteraad gevallen van activiteiten kan aanwijzen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is.

 

Op 16 oktober 2023 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over bevoegdheden onder de Omgevingswet. Daarbij is besloten dat er geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om participatie te verplichten. De raad heeft met dat besluit over participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (bopa) aansluiting gezocht bij enkele belangrijke kernwaarden van de Omgevingswet: vertrouwen, loslaten, minder regeldruk. De raad vertrouwt er dus op dat een initiatiefnemer, zonder verplichting en bijbehorende regels, zelf zijn of haar omgeving informeert. Door zelf de omgeving te informeren is de verwachting dat er voldoende draagvlak kan worden gecreëerd en wellicht kunnen mogelijke juridische procedures in een later stadium, als de vergunning verleend is, te voorkomen.

 

In de Participatieverordening gemeente Bergen (L) 2024 (vastgesteld op 12 december 2023), wordt stilgestaan bij diverse vormen van participatie. In hoofdstuk 6, artikel 10, van deze verordening is aangegeven dat het college van burgemeester en wethouders een handreiking vaststelt, waarin wordt aangegeven in welke gevallen participatie dient te worden toegepast en in welke vorm. Daarmee is het een uitvoeringsgerichte bijlage, die door het college kan worden vastgesteld.

 

2.Welke participatie bij welke procedure

Wij onderscheiden 3 ruimtelijke procedures onder de Omgevingswet. De zogenaamde wijzigingsprocedures omgevingsplan en omgevingsvergunningprocedures, binnenplans en buitenplans. In onderstaande opsomming wordt aangegeven in hoeverre participatie dient te worden toegepast en in welke vorm/op welke manier.

 

A.Procedure: Wijziging omgevingsplan

 

Participatie

Op basis van het Omgevingsbesluit1 en de Omgevingsregeling2 is participatie bij wijziging van het omgevingsplan verplicht voor de gemeente (het bevoegd gezag).

 

Hoe

  • 1.

    Gemeente (bevoegd gezag) heeft een kennisgevings- (art. 10.1 Omgevingsbesluit) en motiveringsplicht (art. 10.2 Omgevingsbesluit):

    • in de kennisgeving van het voornemen tot vaststellen van een wijziging van het omgevingsplan geeft de gemeente aan hoe de participatie wordt vormgegeven (= ‘hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen worden betrokken bij de voorbereiding’);

    • bij de vaststelling van de wijziging van het omgevingsplan geeft de gemeente aan hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en (andere) bestuursorganen zijn betrokken bij de voorbereiding en wat het resultaat is (= motivering).

  • 2.

    De verantwoordelijkheid voor participatie ligt in geval van een wijziging van het omgevingsplan dus bij het bevoegd gezag. Als de gemeente een rol ziet weggelegd voor een initiatiefnemer, zullen hier vroegtijdig afspraken over gemaakt moeten worden (‘wie doet wat’). Dat wordt per geval bekeken (maatwerk). Zo kan met een initiatiefnemer bijvoorbeeld afgesproken worden om een zogenaamde omgevingsdialoog te organiseren. Zie daarvoor het format dat als bijlage bij deze handreiking is gevoegd. In geval van grotere plannen met meer ruimtelijke impact, denk bijvoorbeeld aan een groter woningbouwplan, kan er ook gewerkt worden met een informatieavond voor de buurt/omgeving. Ook dit kan per geval worden bekeken.

In de betreffende paragraaf van de toelichting op het omgevingsplan, wordt de gevoerde participatie opgenomen.

 

B.Procedure: omgevingsvergunning voor activiteit die binnen regels omgevingsplan past (binnenplanse omgevingsplanactiviteit)

 

Participatie

Participatie is in dit geval niet verplicht. Er is dus geen inhoudelijke verplichting om aan participatie te doen. Er geldt op basis van art. 7.4 Omgevingsregeling wel een zogenaamd aanvraagvereiste participatie voor alle omgevingsvergunningen. Dat wil zeggen dat aangegeven moet worden óf derden bij de voorbereiding van de aanvraag zijn betrokken en als dat zo is, hoe ze zijn betrokken en wat het resultaat is.

 

NB: het is dus niet mogelijk een aanvraag af te wijzen indien een aanvrager geen derden bij de voorbereiding van de aanvraag heeft betrokken.

 

Hoe

Hoewel participatie niet verplicht is, mag een aanvrager dit natuurlijk uit eigen beweging of op advies van gemeente wel doen. Bijvoorbeeld middels een omgevingsdialoog (zie daarvoor het format in de bijlage). Dit wordt per geval bekeken.

 

C.Procedure: omgevingsvergunning voor activiteit die niet binnen regels omgevingsplan past (buitenplanse omgevingsplanactiviteit)

 

Participatie

De gemeenteraad heeft besloten om geen categorieën van gevallen aan te wijzen, op basis van art. 16.55 lid 7 Omgevingswet, in welke participatie verplicht is. Participatie (= in dit geval, laten zien bij aanvraag hoe belanghebbenden zijn betrokken, maar zelf bepalen op welke manier, en wat het resultaat is) is niet verplicht.

 

Wel geldt ook hier op basis van art. 7.4 Omgevingsregeling, net zoals bij B. hierboven, het aanvraagvereiste participatie. Dat wil zeggen dat dus aangegeven moet worden óf derden bij de voorbereiding van de aanvraag zijn betrokken en zo ja, hoe ze zijn betrokken en wat het resultaat is.

 

NB 1: het is dus niet mogelijk een aanvraag af te wijzen indien een aanvrager geen derden bij de voorbereiding van de aanvraag heeft betrokken.

 

NB 2: de gemeente Bergen maakt gebruik van het zogenaamde verzoek om vooroverleg (of: principeverzoek) voor activiteiten die in strijd zijn met de regels van het omgevingsplan. Deze verzoeken worden behandeld in een ambtelijk initiatieven- en afstemmingsoverleg. Als blijkt dat onder voorwaarden medewerking kan worden verleend aan een verzoek met een bopa, kan ook een voorwaarde zijn dat initiatiefnemer een vorm van participatie (hoe, welk resultaat) toepast in het voortraject - dus na positieve principe-uitspraak en vóór/bij aanvraag.

 

Let op: de aanvraag kan niet worden afgewezen met als grond dat geen gevolg is gegeven aan de voorwaarde - immers, gemeenteraad heeft geen verplichte participatie voorgeschreven!

 

Hoe

De gemeenteraad vertrouwt er op dat een initiatiefnemer zelf verantwoordelijkheid neemt en de omgeving informeert bij de voorbereiding van een initiatief dat afwijkt van het omgevingsplan.

Hoewel participatie niet verplicht is, mag een aanvrager dit natuurlijk uit eigen beweging of op advies van gemeente wel doen. Bijvoorbeeld middels een omgevingsdialoog (zie daarvoor het format in de bijlage). Wederom per geval bekijken.

 

Afsluitende opmerking

Deze ‘handreiking’ heeft puur betrekking op hoofdstuk 6, artikel 10, van de ‘Participatieverordening gemeente Bergen (L) 2024’. Dus op het hoofdstuk en artikel die betrekking hebben op omgevingsplan en omgevingsvergunning.

Aldus vastgesteld d.d. 19 december 2023

Burgemeester en wethouders van Bergen (L),

H.H.M. Timmermans

Secretaris

M.H.E. Pelzer

Burgemeester

Bijlage 1: Omgevingsdialoog Stappenplan

 


1

In het Omgevingsbesluit staan regels over het bevoegd gezag voor omgevingsvergunningen, over procedures, handhaving en uitvoering, en over het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Het Omgevingsbesluit geldt voor alle partijen die actief zijn in de fysieke leefomgeving – burgers, bedrijven en overheid.

2

De Omgevingsregeling is de ministeriële regeling bij de Omgevingswet. De regeling bouwt voort op de wet en op de 4 algemene maatregelen van bestuur: het Omgevingsbesluit, Bkl, Bal en Bbl. Het gaat vooral om technische en administratieve regels. De Omgevingsregeling geldt voor alle partijen die actief zijn in de fysieke leefomgeving – burgers, bedrijven en overheden.