Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Besluit tot vaststelling lijst met categorieën van gevallen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor participatie verplicht wordt gesteld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit tot vaststelling lijst met categorieën van gevallen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor participatie verplicht wordt gesteld
CiteertitelBesluit tot vaststelling lijst met categorieën van gevallen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor participatie verplicht wordt gesteld
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpparticipatie buitenplanse omgevingsplanactiviteiten
Externe bijlagenbijlage 1; Toelichting lijst met categorieën bijlage 2: Stroomschema participatie bijlage 3: lijst artikel 4 Bijlage II Bor

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 16.55, zevende lid, van de Omgevingswet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2024-10710

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit tot vaststelling lijst met categorieën van gevallen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor participatie verplicht wordt gesteld

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023;

 

overwegende dat:

  • de gemeenteraad op grond van de Omgevingswet de bevoegdheid krijgt om categorieën voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit aan te wijzen waarvoor participatie verplicht wordt gesteld;

  • het gewenst is in de periode tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet hierover een besluit te nemen om de overgang naar de Omgevingswet zo soepel mogelijk te laten verlopen;

 

gelet op artikel 16.55, lid 7 van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

vast te stellen

 

de lijst met categorieën van gevallen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor participatie verplicht wordt gesteld.

 

 

Artikel 1 Categorieën van gevallen

 

Categorie 1 Beleid

  • 1.

    Een initiatief op een terrein waarvoor nog geen stedenbouwkundige randvoorwaarden, een masterplan, een gebiedsvisie of een daarmee te vergelijken ruimtelijke kader is vastgesteld door de raad.

 

Categorie 2 Wonen

  • 1.

    Het realiseren van woningen met bijbehorende voorzieningen, ongeacht het aantal.

  • Onder realisering van woningen wordt mede begrepen het wijzigen van het gebruik van een gebouw naar woningen.

 

Categorie 3 Recreatie

  • 1.

    Recreatie-initiatieven, met uitzondering van:

    • a.

      de herinrichting en/of uitbreiding van een bestaand recreatieterrein;

    • b.

      de realisatie van maximaal 10 nieuwe recreatiewoningen buiten bestaande recreatieterreinen.

 

Categorie 4 Sport en maatschappelijke voorzieningen

  • 1.

    Initiatieven met betrekking tot sport en maatschappelijke voorzieningen indien:

    • a.

      de bestaande locatie met meer dan 50% wordt uitgebreid;

    • b.

      het nieuwbouw betreft waarbij het bruto vloeroppervlak groter is dan 1.000 m2.

 

Categorie 5 Voorzieningen in de openbare ruimte

  • 1.

    Infrastructurele initiatieven én initiatieven met betrekking tot groen, water en verblijfsgebieden die in strijd zijn met gemeentelijk beleid op het gebied van de openbare ruimte.

 

Categorie 6 Duurzame energie

  • 1.

    Initiatieven voor duurzame energievoorzieningen, met uitzondering van:

    • a.

      initiatieven die voldoen aan de notitie “Ruimte voor de Zon”;

    • b.

      het plaatsen van zonnepanelen op eigen terrein ten behoeve van de eigen warmte en/of elektriciteitsvraag, met een maximum oppervlak van 0,25 ha;

    • c.

      de realisatie van (snel)laadstations voor elektrische voertuigen.

 

Artikel 2 Uitzonderingen

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 is participatie niet verplicht in de volgende gevallen:

    • a.

      een initiatief waar het college op grond van de bijlage II bij artikel 4 van het Besluit Omgevingsrecht bevoegd was te besluiten onder het regime van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals dat gold op de dag voor inwerkingtreding van de Omgevingswet;

    • b.

      initiatieven waar het college op grond van een wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht zoals opgenomen in bestemmingsplannen, zoals die golden op de dag voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, had kunnen besluiten als wordt voldaan aan de voorwaarden die voor die wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht zijn opgenomen.

 

Artikel 3 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt gelijktijdig met de Omgevingswet in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Het werken op basis van dit besluit wordt binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet geëvalueerd.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2021,

mr. drs. J.A. de Vries, voorzitter

G.W. Stegenga, griffier