Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Strategie klimaatadaptatie |
Citeertitel | Strategie klimaatadaptatie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2024 | nieuwe regeling | 01-09-2023 | 2023-035242 |
De ouderen onder ons kennen hem vast nog wel: Simon Carmiggelt (1913-1987). Ik zal op deze plaats niet uitweiden over hoe leuk hij was en hoe bijzonder zijn humor, maar een uitspraak van hem is:
‘Het boeiende van ons klimaat vind ik dat het bij machte is vier seizoenen in één week te leveren.’
Dat was in zijn tijd grappig, vooral omdat het best vaak voorkwam. Ons klimaat was vooral wisselvallig. Tegenwoordig kan ons klimaat dat veel minder goed. Zeker, het komt nog wel eens voor die sterke afwisseling, maar we merken steeds duidelijker dat ‘het weer’ verandert.
Af en toe enorme plensbuien, waarbij veel meer water in één keer naar beneden komt dan we gewend waren. Met als gevolg wateroverlast. De wegen staan tijdelijk onder water, en soms lopen ook kelders vol.
Dat wordt afgewisseld met langere periodes van droogte. En hoewel veel mensen dol zijn op ‘lekker warm weer’ is heel lang heel droog niet echt lollig. En vooral de hitte die dat steeds vaker met zich meebrengt is geen pretje. Voor kwetsbare mensen is het zelfs gevaarlijk.
Deze nota gaat over ‘adaptatie’. Niet mijn favoriete B1-woord, maar wel een belangrijk woord. Het betekent aanpassing. In dit geval gaat het over het aanpassen van onze stad. We passen ons aan omdat het klimaat niet meer is wat het was, en steeds minder vaak vier seizoenen in één week kan leveren.
Die aanpassingen moeten! Charles Darwin was een van de eersten die dat in de gaten had:
‘Het zijn niet de sterkste van een soort die overleven en ook niet de intelligentste. Het zijn degene die zich het best op veranderingen aanpassen.’
Deze nota gaat niet over de oorzaken van de klimaatverandering. Deze nota gaat over de aanpassingen die we op redelijk korte termijn moeten realiseren. Dat is niet alleen een taak van de gemeente, maar voor ons allemaal.
Ik wens ons allemaal veel succes!
Wethouder Openbare ruimte en groen
Door de verandering van het klimaat krijgt ook Zoetermeer te maken met extremer weer, zoals nattere en drogere perioden. Het is van belang om voorbereid te zijn op deze veranderingen om hier tijdig op in te spelen. Deze klimaatadaptatiestrategie en de uitvoeringsagenda dragen bij aan het inspelen op de veranderingen.
De strategie met uitvoeringsagenda komt voort uit het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Dit is door het Rijk vastgesteld met als doel om de stedelijke omgeving in Nederland in 2050 klimaatbestendig ingericht te hebben.
Het doel van deze strategie en uitvoeringsagenda is om klimaatadaptatie concreet een plek te geven in het beleid en de uitvoering van werkzaamheden binnen de gemeente. Dit betekent dat het voeding geeft aan de ruimtelijke strategie en de nog te ontwikkelen beleids- en gebiedsprogramma’s. Uiteindelijk bereiken we daarmee een klimaatbestendig Zoetermeer.
Door middel van de aanpak ‘weten, willen en werken’ is deze strategie vormgegeven. Eerst gaan we in op wat we weten. Waar krijgt Zoetermeer mee te maken als het gaat om hitte, droogte en wateroverlast. De uitgevoerde stresstest is de basis van dit weten.
Vervolgens gaan we in op wat we willen. Daarvoor zijn vijf uitgangspunten geformuleerd die de basis van de strategie vormen. Deze zijn:
Vanuit deze uitgangspunten zijn voor de drie thema's hitte, droogte en wateroverlast doelen beschreven. Daarbij is het hoofddoel van deze strategie om Zoetermeer een natuurinclusieve en duurzame stad te laten zijn. Dit sluit aan op de visie Zoetermeer 2040.
De hierboven genoemde doelen zijn de basis voor de te nemen maatregelen. Deze maatregelen zijn opgenomen in een uitvoeringsagenda. De agenda geeft zicht op welke opgaven we hebben voor de komende 10 jaar. Rond 2026 wordt gekeken of op basis van de nieuwe stresstest (in 2025) het nodig is om de maatregelen te herzien. Naast de nieuwe maatregelen in de agenda zijn ook de al lopende maatregelen benoemd.
De gevolgen van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder: hete zomers, langere periodes van droogte en hevige piekbuien. Ook in Zoetermeer zijn deze effecten zichtbaar. Zo hadden enkele plekken in de wijken Meerzicht en Buytenwegh in de zomer van 2021 te maken met wateroverlast na hevige neerslag. In de zomer van 2019 was er een hittegolf in Zoetermeer met een maximale temperatuur van 36,9 ⁰C. Om een prettige, gezonde en leefbare omgeving te behouden, moeten we ons aanpassen aan deze effecten. Dat noemen we adaptatie.
Deze klimaatadaptatiestrategie met uitvoeringsagenda draagt bij aan het hoofddoel van de Omgevingsvisie Zoetermeer 2040 om een meer natuur-inclusieve en duurzame stad te willen zijn. De maatregelen, die voortkomen uit de strategie en zijn opgenomen in de uitvoeringsagenda, krijgen een plek in de komende beleids- en gebiedsprogramma’s. Ook wordt hiermee klimaatadaptatie een duidelijk thema bij het ontwikkelen van de ruimtelijke strategie. Klimaatadaptatie wordt geborgd in het beleid van de gemeente waardoor de uitvoering ervan concreet en minder vrijblijvend wordt.
Landelijk zijn over klimaatadaptatie afspraken gemaakt in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. In dit plan hebben Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen met elkaar afgesproken dat Nederland in 2050 weerbaar is tegen de effecten van wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen. Voor de lokale situatie doen dit we aan de hand van de weten-willen-werken-aanpak.
Zoetermeer heeft geen primaire waterkeringen die bij het risico op overstromingen een rol spelen. In feite heeft Zoetermeer geen invloed op het voorkomen van overstromingen, maar ondervindt wel de gevolgen. De aanpak bij een overstroming staat beschreven in het Regionaal Crisisplan Haaglanden. Inzicht in de mate van overstroming is te vinden in : Kaarten | Atlas Leefomgeving. We richten ons in deze strategie en uitvoeringsagenda op de thema’s natter, warmer en droger.
De strategie en uitvoeringsagenda zijn het resultaat van de weten-willen-werken-aanpak. In de aanpak beschrijven we hoe we ons aanpassen aan het veranderende klimaat. We staan eerst stil bij wat we nu weten over de verwachte effecten voor Zoetermeer. Daarna geven we aan welke gevolgen we willen aanpakken, wat dan concreet onze rol is als gemeente en welke rol we zien voor onze partners en inwoners. Ten slotte beschrijven we in onze uitvoeringsagenda welke concrete acties we de komende jaren op gaan pakken (werken). Een deel van deze acties hebben we al in gang gezet. Klimaatadaptatie is immers niet nieuw voor de gemeente Zoetermeer. Deze strategie en uitvoeringsprogramma bouwen dan ook voort op de ingezette lijn.
Door klimaatverandering krijgen we te maken met extremer weer met vaker en meer natter, droger en heter weer. Dit komt door de toename van CO2 in de atmosfeer waardoor de aarde geleidelijk opwarmt. Daardoor verdampt er meer zeewater en valt er meer regen in natte periodes. In droge perioden wordt door de opwarming meer hitte ervaren. Ook wordt de leefomgeving droger door minder neerslag en meer verdamping. Klimaatverandering heeft ook effect op de biodiversiteit. De soortenrijkdom staat onder druk en de risico’s op plagen wordt groter.
Het wordt warmer. Zowel de temperatuur als het aantal zonuren neemt toe. De winters worden zachter en de zomers steeds warmer. Langdurige hitte brengt gezondheidsrisico’s met zich mee.
Het wordt natter. Er is een grotere kans op langdurige neerslag in de winterperiode en korte maar zeer heftige piekbuien in de zomer. De kans op wateroverlast neemt toe.
Het wordt droger. Meer zonuren en hogere temperaturen leiden tot meer verdamping. In combinatie met minder neerslag in de zomer kunnen zich langdurige perioden van droogte voordoen. Hierdoor kan de waterkwaliteit afnemen, schade aan de infrastructuur en groen ontstaan en het grondwater zouter worden.
2.2 Zoetermeer in een veranderend klimaat
Klimaatverandering zorgt voor steeds warmere dagen en een grotere kans op een hittegolf. In Zoetermeer werd in de zomer van 2019 de hoogste temperatuur ooit (36,9 graden) gemeten. In 2022 werd het 35,9 graden. Bij kwetsbare groepen zoals ouderen en chronisch zieken kan dit tot gezondheidsproblemen leiden. Met name ouderen kunnen de warmte in hun lichaam niet goed kwijt en zijn minder goed in staat zelf maatregelen te nemen tegen hitte.
De Zoetermeerse bevolking vergrijst. Hierdoor neemt de groep kwetsbare ouderen toe.
Hitte in woningen is een aandachtspunt. Goed-geïsoleerde woningen met grote ramen en weinig groen, warmen op door zonnestralen en koelen ’s nachts onvoldoende af. Mensen slapen dan slechter en dit leidt overdag tot een verminderde concentratie. Hogere temperaturen leiden ook tot meer recreatiebehoefte en druk op de openbare ruimte.
De gemeente Zoetermeer en haar partners hebben een daktuin gemaakt op het dak van het Stadhuis. Het dakenteam van de gemeente heeft zich actief ingezet om dit dak te realiseren. Het dient als voorbeeld voor de vele kansrijke daken in met name de binnenstad, die naar een multifunctioneel te gebruiken tuin omgezet kunnen worden. Meer achtergrondinformatie is te vinden op de gemeentelijke website via de link: Thema Daken | Gemeente Zoetermeer
Een ander goed voorbeeld zijn de plannen voor het vergroenen van de binnenstad. De komende tijd worden meer acties ondernomen om de omgeving koel te houden.
De gemiddelde neerslag in Zoetermeer is het meeste van heel Nederland. Van 1991-2020 viel er in Zoetermeer gemiddeld 971,9 mm regen per jaar. In alle KNMI’14 scenario’s1 is de verwachting dat de neerslagintensiteit toeneemt.
Waarnemingen tonen aan dat bij elke graad dat de temperatuur toeneemt, de neerslagintensiteit van (de meest) extreme buien met ongeveer 12% toeneemt.
Deze extreme buien kunnen in stedelijk gebied problemen geven.
Het rioolstelsel in Zoetermeer is nagenoeg geheel gescheiden met uitzondering van enkele gebieden in het oude dorp. Het regenwater komt daardoor niet in het vuilwaterriool terecht. Bij hevige regenval kan daardoor geen vuil water op straat komen. Wel zal bij hevige regen het regenwaterstelsel het water niet snel genoeg kunnen afvoeren waardoor er water op straat komt te staan. In de meeste gevallen is dit water weer snel afgevoerd en veroorzaakt geen schade.
Zoetermeer moet zich voorbereiden op toekomstige stevige buien om schade aan panden te voorkomen en de doorgang voor hulpdiensten te garanderen. Oorzaken waardoor het water niet snel genoeg weg kan zijn o.a. veel verhard oppervlakte in de openbare en particuliere ruimte, een beperkt aantal afvoerkolken, kleine diameter van de afvoerbuis en hoogteverschillen en daardoor ongewenste afstroming van regenwater.
In 2022 was er in Nederland sprake van een landelijk watertekort. In de Benthuizerplas was het waterpeil met 30 tot 40 cm gedaald. Delen van de Nieuwe Driemanspolder vielen droog. In en rondom Zoetermeer was er net genoeg water om het grondwater op peil te houden.
Naast de effecten van droogte op de natuur heeft dit ook andere gevolgen. Zo neemt door het wegblijven van regen de waterkwaliteit af. De kans op blauwalg neemt hierdoor toe. Een te hoog gehalte aan blauwalg leidt tot een negatief zwemadvies. Binnen het programma Ons Blauwe Goud werken de gemeente en het Hoogheemraadschap van Rijnland samen om de waterkwaliteit te verbeteren. Naast verbeteren van de waterkwaliteit is het belangrijk om water zoveel als mogelijk vast te houden.
Ruimte voor water bij stadsvernieuwing Palenstein
In de historische linten heeft het hoge oppervlaktewaterpeil, dat wordt gereguleerd door het waterschap, enige invloed op de grondwaterstand in de directe omgeving. Hierdoor drogen de veengebieden minder uit. Veen dat uitdroogt klinkt in en dat proces is onomkeerbaar. Hierdoor zou schade kunnen ontstaat aan veendijken en het asfalt van wegen.
Tenslotte vindt in Zuid-Holland verzilting (zouter worden) van het grondwater plaats. De toenemende verzilting komt omdat steeds meer water van grotere diepte komt toestromen en het diepere grondwater is zouter dan het ondiepe grondwater. Daarbij speelt ook verstoring van de bodem door graafwerkzaamheden een rol. Voor de industrie, drinkwaterbedrijven en groen in de openbare en particuliere ruimte kan verzilting problemen geven.
Wat vinden we van de gevolgen? In het vorige hoofdstuk is duidelijk naar voren gekomen dat de klimaatverandering gevolgen heeft voor Zoetermeer in de toekomst. Het is belangrijk om daar tijdig op in te spelen. Dit hoofdstuk geeft antwoord op wat we vinden van de geschetste gevolgen en welke (strategische) richting daarvoor gekozen wordt. Om de ambities en strategie voor de gemeente Zoetermeer te bepalen zijn verschillende in- en externe dialogen georganiseerd. In september 2022 hebben wij met een brede vertegenwoordiging vanuit de gemeente Zoetermeer een interne dialoog gehad. Ook de Hoogheemraadschappen van Delfland, Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard waren bij deze interne dialoog aanwezig. Samen hebben we bepaald welke gevolgen we willen aanpakken en welke gevolgen acceptabel zijn of minder prioriteit hebben. De uitkomst van de interne dialoog, in de gezamenlijkheid bepaald met diverse disciplines, hebben we omgezet in doelstellingen. De doelstellingen zijn in dit hoofdstuk benoemd. Niet alleen de gemeente Zoetermeer werkt aan klimaatadaptatie. Van alle partijen is actie nodig om de gemeente Zoetermeer klimaatbestendig te maken voor 2050. Daarom hebben wij ook gesprekken gevoerd met onze externe partners. We spraken de GGD Haaglanden, de drie woningcorporaties en verschillende winkeliers over de risico’s die zij zagen en welke vormen van samenwerking zij zien met ons als gemeente. Ook hebben wij een bijeenkomst gehad met middelbare scholieren uit het Green Team van Zoetermeer. Tijdens deze bijeenkomst hebben de scholieren voor twee locaties in Meerzicht-Zuid nagedacht over de mogelijkheden om klimaatadaptieve maatregelen toe te passen. Tot slot is er een enquête uitgezet via winkeliersverenigingen. De resultaten van deze dialogen staan in bijlage 1. De resultaten van de enquête in bijlage 3. We hebben aan de hand van de gesprekken met onze partners onze doelen, prioritering en principes getoetst en aangescherpt. Zo sluiten de opgaven aan bij de behoeften en aanpak van onze partners en bewoners. |
Per thema (wateroverlast, hitte en droogte) zijn er opgaven (zie bijlage 2). Deze opgaven zijn bepaald in onderlinge afstemming met projectleiders en stedenbouwkundigen van de gemeente Zoetermeer. Voor deze opgaven zijn vervolgens in gesprekken met onze partners een strategie en doelen bepaald. De strategie geeft op hoofdlijnen de aanpak van de opgaven weer. De strategie bestaat uit vijf uitgangspunten die hieronder zijn weergeven. Daarna volgen de doelen. De doelen maken duidelijk wat we willen bereiken om als gemeente klimaatbestendig te zijn.
De maatregelen die we nemen kiezen we op basis van de opgaven die spelen in een buurt. Dit sluit aan bij de Omgevingsvisie Zoetermeer 2040 waarin de wijk(aanpak) een terugkerend thema is. Ook past dit in gebiedsprogramma’s die vanuit Zoetermeer 2040 worden opgezet om per wijk en buurt stadsvernieuwing te realiseren.
Klimaatadaptatie, de energietransitie, de woonopgave en beheer en onderhoud vragen allemaal om ingrepen in de openbare en particuliere ruimte (inclusief bebouwing). Het is daarom belangrijk de opgaven integraal aan te pakken om te voorkomen dat belangrijke onderdelen onverhoopt niet worden meegenomen bij de aanpak.
Elk gebouw is te bereiken door hulpdiensten
Het is belangrijk dat hulpdiensten tijdens noodsituaties via de weginfrastructuur bewoners kunnen bereiken. Als er te veel water op de straat staat, moeten hulpdiensten een alternatieve route kunnen nemen. We streven ernaar om water op hoofdwegen te voorkomen wanneer er een extreme bui valt. We zijn hierbij uitgegaan van een bui van 70 mm in een uur. Deze bui is ook het uitgangspunt geweest bij een modelstudie waarbij het risico van water op straat is onderzocht. Bij secundaire wegen is water op straat (10 cm) acceptabel zolang hulpdiensten er nog doorheen kunnen rijden of via alternatieve ontsluitingswegen straten kunnen bereiken.
Water vanuit de openbare ruimte zorgt niet voor schade bij huishoudens
We streven naar het zoveel mogelijk voorkomen van schade. Dit doen we door het nemen van maatregelen in de kwetsbare wijken waar wateroverlast bij hevige buien kan ontstaan. Deze maatregelen gericht op de openbare ruimte hebben als doel om schade aan woningen te voorkomen. Het gaat daarbij om afstromend water vanaf de openbare ruimte dat schade veroorzaakt aan woningen. Daarnaast hebben inwoners ook een eigen verantwoordelijkheid om eigendommen te beschermen.
Water vanuit de openbare ruimte zorgt niet voor schade bij functies in de openbare ruimte
Bij kwetsbare voorzieningen (scholen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, ondergrondse parkeergarages en elektriciteitsvoorzieningen) nemen we fysieke maatregelen om te voorkomen dat water binnentreedt.
Elk gebouw heeft binnen 300 meter toegang tot een koele plek.
Dit kunnen parken, openbare gebouwen (zoals gemeentehuis en supermarkten) of (tijdelijke) wijkvoorzieningen zijn. De focus ligt op de kwetsbare wijken, met relatief veel ouderen, sociale woningbouw of niet-grondgebonden woningen. De wijken Rokkeveen en Oosterheem zijn daarbij aandachtsgebieden. Zie figuur de op bladzijde 9.
De afstand van 300 meter is gekozen vanuit de 3-30-300 methode voor een groene buitenruimte. Deze methode houdt in: mensen moeten minimaal 3 bomen kunnen zien vanuit huis, een wijk moet voor minimaal 30% uit bladerdek bestaan, en er dient een maximale afstand van 300 meter tot een park of groene ruimte te gelden.
Koelteplek in de wijk Seghwaert
Minimaal 30% schaduw – waar mogelijk – op fiets- en looproutes die toegang geven tot koele plekken
Aanbreng van meer groen zorgt voor een aantrekkelijkere buitenruimte en nodigt meer uit om te gaan fietsen en lopen. Meer schaduw op fiets- en looproutes zorgt bij warme dagen ervoor dat inwoners zich kunnen blijven verplaatsen.
De uitwerking hiervan laten we plaatsvinden in het Omgevingsprogramma Buitenruimte en de Ruimtelijke Strategie.
Om hitte-eilanden te voorkomen wordt bij groot onderhoud en reconstructies in de buitenruimte, nagegaan of grote verharde oppervlakten omgezet kunnen worden naar groen (ontstenen). Denk hierbij aan bedrijventerreinen, evenementterreinen, sportparken en parkeerplaatsen. We maken gebruik van de, nog in ontwikkeling zijnde, bomenkansenkaart om de mogelijkheden tot uitbreiding van groen maximaal te benutten.
70% van de ruimte is in handen van bewoners en bedrijven. We stimuleren bewoners en bedrijven hun buitenruimte te ontharden, vergroenen en (natuurlijke) maatregelen te nemen om opwarming van het gebouw te voorkomen. Ook gaan we onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om (bij nieuwbouw) eisen te stellen aan het gebouw en perceel. Gebouwen bedoeld voor kwetsbare doelgroepen zoals kinderdagverblijven, scholen, verzorgingstehuizen en ziekenhuizen stimuleren we om maatregelen te nemen op eigen terrein.
We willen water zoveel mogelijk opvangen en bufferen om tijdens droogte te gebruiken, bijvoorbeeld door waterberging (vijver) in de wijken te realiseren. Ook kan gebruik gemaakt worden van ondergrondse voorzieningen. Hierbij wordt water ondergronds opgeslagen en geïnfiltreerd in de bodem.
Hierbij nemen we als uitgangspunt dat lokaal gevallen water in het eigen gebied wordt geborgen en bij hevige pieken wordt afgevoerd. Samen met de hoogheemraadschappen gaan we de mogelijkheden hierop onderzoeken.
Verbeteren van de waterkwaliteit
De waterkwaliteit staat onder druk als gevolg van hogere watertemperatuur, te veel voedingsstoffen en te weinig doorstroming. De gemeente en de Hoogheemraadschappen werken op verschillende manieren samen om de waterkwaliteit op peil te houden. Een voorbeeld is het samenwerkingsverband Ons Blauwe Goud. Deze samenwerking wordt geëvalueerd waarbij de positieve effecten ervan zo mogelijk ook op andere locaties worden toegepast. Denk hierbij met name aan de mogelijkheden voor natuurvriendelijke oevers.
Biodivers en water- en droogtebestendig groen
De waterbeschikbaarheid komt de komende jaren verder onder druk te staan. Vooralsnog is er voldoende inlaatwater uit de hoger gelegen watergangen (tussenboezem) beschikbaar maar het is in de toekomst niet ondenkbaar dat een inlaatverbod moet worden ingesteld. Inlaatwater is water dat gebruikt wordt om het waterpeil in een gebied te handhaven bij droogte.
Groen kan een buffer vormen in tijden van extreme regenval. Veel van de parken liggen lager waardoor water hier van nature naar toestroomt. Het is dan belangrijk dat het aanwezige groen hier tegen bestand is.
Droogtebestendige infrastructuur en veendijken in de toekomst garanderen
Wij willen garanderen dat onze infrastructuur en dijken geen schade oplopen door droogte. Het Hoogheemraadschap houdt rekening met de gevoeligheid van veendijken. Het Hoogheemraadschap regelt daarom het peil in de wateren rondom de veendijken om schade te voorkomen Meer droogte kan in de toekomst leiden tot schade aan de veendijken.
Een ander gevolg van langdurige droogte is een mindere doorspoeling van het oppervlaktewater waardoor de waterkwaliteit minder wordt. Droogte heeft ook een negatief effect op de hoeveelheid water in de recreatieplassen.
Bijlage 1: Resultaten dialogen
Bijlage 2: Overlastlocaties en projecten
Onderdeel van onze strategie is om gebiedsgericht en integraal te werken. Om die reden hebben we inzichtelijk gemaakt op welke plekken projecten starten en hoe klimaatadaptatie hierin kan worden meegenomen (meekoppelen). Door mee te koppelen zijn de kosten lager en wordt er minder hinder ondervonden door bewoners, omdat bijvoorbeeld bestrating niet meermaals verwijderd hoeft te worden.
De meeste koppelkansen zijn er voor wateroverlast en hitte. Deze bijlage bestaat daarom uit de volgende onderdelen:
De projecten worden binnen de afdelingen Stadsbeheer en Stedelijke Ontwikkeling opgestart en begeleid. De lijst met projecten is tot stand gekomen in overleg met projectleiders en stedenbouwkundigen van deze afdelingen.