Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meerssen

Handboek Kabels en Leidingen gemeente Meerssen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeerssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandboek Kabels en Leidingen gemeente Meerssen 2024
CiteertitelHandboek Kabels en Leidingen 2024 gemeente Meerssen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Telecommunicatiewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-01-2024nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2024-6852

Tekst van de regeling

Intitulé

Handboek Kabels en Leidingen gemeente Meerssen 2024

Het College van de gemeente Meerssen;

 

gelezen het voorstel van het college van 24-10-2023 inzake wijziging Telecommunicatieverordening kabels gemeente Meerssen 2012;

 

gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen het:

 

Handboek Kabels en Leidingen gemeente Meerssen 2024

 

Verordening gemeente Meerssen inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in of op openbare gronden

 

1 Inleiding

Het Handboek Kabels en Leidingen 2024 gemeente Meerssen, kort weg handboek, wordt door de gemeente Meerssen van toepassing verklaard in alle gevallen waarin de gemeente toestemming verleend voor werkzaamheden aan, of ten behoeve van kabels en leidingen.

 

Doel van het handboek is:

  • Het bevorderen van een veilige ligging en ordening van de kabels en leidingen;

  • Het beperken van de overlast en het bevorderen van een veilige omgeving voor de burgers tijdens de werkzaamheden aan kabels en leidingen;

  • Het voorkomen van schade aan private- en gemeentelijke eigendommen;

  • Het borgen van de kwaliteit van de openbare ruimte van de gemeente Meerssen.

Het bereiken en handhaven van deze doelstellingen wordt ondersteund door gedetailleerd uitgewerkte, uniforme voorbereiding- en uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van alle werken in het openbare gebied van de gemeente Meerssen.

 

Hiertoe worden nadere eisen gesteld aan de gegevens die moeten worden verstrekt bij het aanvragen van een instemmingbesluit en worden nadere voorwaarden gesteld bij het voorbereiden en uitvoeren van werken in het beheergebied van de gemeente Meerssen. Het Handboek is van toepassing op alle kabels en leidingen, (m.u.v. het gemeentelijk rioolstelsel).

 

Eveneens van toepassing op alle werken, uit te voeren onder een instemmingbesluit van de gemeente Meerssen is het Handboek Openbare Ruimte van de gemeente Meerssen.

 

Het verband tussen de wetten, verordeningen en Handboek kan in de volgende rangvolgorde worden weergegeven:

 

  • 1.

    Wettelijke bepalingen zoals de Telecommunicatiewet en de Wet Informatie-uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netten;

  • 2.

    Lokale regelgeving zoals o.a. de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Meerssen, AVOI 2024 en het Handboek Kabels en Leidingen gemeente Meerssen 2024;

  • 3.

    De overeenkomsten met Enexis en WML: OGN 2021;

  • 4.

    Alle overige door de gemeente Meerssen afgesloten overeenkomsten.

2 Rolverdeling betrokken partijen

2.1 Partijen

Partij

Omschrijving

Gemeente

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Meerssen.

Grondroerder

De partij die de graafwerkzaamheden verricht, ook wel aannemer genoemd.

Gedoogplichtige

Degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet.

Netbeheerder

De partij die een net of netwerk voor levering van elektriciteit, gas of water, dan wel netbeheerder is van een elektronisch communicatienetwerk.

Aanvrager

Dit is de netbeheerder die via MOOR de aanvraag doet voor de werkzaamheden die uitgevoerd gaan worden aan de kabels en/of leidingen. Dit is niet de aannemer die het werk gaat uitvoeren.

 

2.2 Aansprakelijke partij

In de praktijk kan het voorkomen dat er een rolverdeling bestaat tussen netbeheerder, netbeheerder en grondroerder. Ook kan het zijn dat deze rollen door één partij worden vervuld.

 

Voor de gemeente Meerssen is echter alleen de netbeheerder zowel financieel, operationeel als juridisch te allen tijde aansprakelijk en verantwoordelijk voor het (doen) opvolgen van de bepalingen in dit Handboek Kabels en Leidingen.

 

De gemeente behoudt zich het echter het recht voor om in dringende gevallen handhavingsmaatregelen rechtstreeks met grondroerder af te handelen en de netbeheerder pas later daarvan in kennis te stellen.

 

2.3 Begripsbeschrijvingen

Begrip

Omschrijving

Beheerkosten

Dit zijn de administratieve en coördinatiekosten van de gemeente die samenhangen met de (herstel)werkzaamheden van de netwerkbedrijven. Het kan hierbij gaan om coördinatie en behandeling instemmingaanvraag, voorinspectie tracé, coördinatie evenals begeleiding en toezicht van/op de werkzaamheden, inspectie na oplevering, administratieve nazorg, etcetera. Hierin speelt de vraag of een eventueel herstel is gedaan door het netwerkbedrijf of de gemeente geen rol.

Degeneratiekosten

De vergoeding voor versnelde degeneratie van het verhardingsoppervlak als gevolg van graafwerkzaamheden.

Boring

Het maken van een holle ruimte in de grond, zonder daarbij de omringende grondslag te ontgraven.

Breekverbod

Tijdelijke opschorting, op last van de gemeente, van het instemmingbesluit en/of de melding op grond van extreme weersomstandigheden. Hieronder in ieder geval inbegrepen wateroverlast, zware sneeuwval of ijzel en strenge vorst. Grondslag voor de opschorting is de overlast voor de bewoners en/of schade voor de gemeente door bijvoorbeeld breuk van vastgevroren bestratingmateriaal en/of niet goed te verdichten ondergrond dan wel het niet (meer) aaneengesloten kunnen afwerken van sleuven of verhardingen.

Buisleiding

Holle buis voor het doorstromen van gassen of vloeistoffen, bestemd om hetzij een gas of een vloeistof te transporteren, hetzij een vloeistof als intermediair te gebruiken voor het transport van warmte of een opgelost of verpulverd product. Een voorziening ten behoeve van het inblazen en omvatten van (glasvezel)kabel is geen buisleiding maar wordt gelijkgesteld aan een kabel.

Calamiteit

Een onvoorziene gebeurtenis zoals een onderbreking in de voorziening met een overschrijding van de voor verstoringen gehanteerde “normale” tijdsduur en aantal klanten, een aanzienlijke, ongecontroleerde waterlekkage of gasuitstroming onder hoge druk of een ernstig ongeval door brand of explosie met een grote maatschappelijke impact ten aanzien van openbare orde en/of veiligheid.

Fundering

Een draagkrachtige, drukverdelende laag gelegen onder een verhardingslaag. Funderingen zijn onder te verdelen in:

  • Ongebonden steenmengsels: (Hydraulisch gebonden steenmengsels)

  • Gebonden fundering: (een met één of meer dan één bindmiddel gemengde laag korrelvormig materiaal of schuimbeton)

Gesloten verharding

Verhardingsconstructie bestaande uit een bitumen, cement of kunststof gebonden materiaal.

Graaflocatie

De locatie waar graafwerkzaamheden worden verricht

Handholes

Afsluitbare ondergrondse holle behuizing voor het onderbrengen van voornamelijk telecommunicatie appendages of apparatuur met toegangsluik onder de verharding of op maaiveldniveau. Een handhole moet altijd toegankelijk blijven.

Horizontale gestuurde boring

Een bestuurbare boortechniek, waarbij onder toevoeging van een steunvloeistof, na het uitvoeren van een zogeheten pilotboring en een ruimfase, een buis in de holle ruimte wordt getrokken.

(Huis)aansluiting:

Het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering Onroerende Zaken, of met een ander netwerk.

Instemmingsbesluit

Schriftelijk besluit van het college op een aanvraag van voorgenomen werkzaamheden voor de aanleg, het houden, het onderhoud, vervangen, verwijderen van één of meer kabels en leidingen, waaronder begrepen een netwerk van kabels en/of leidingen.

Mantelbuis

Beschermbuis om een leiding

Montagegat c.q. lasgat

Sleuven met over het algemeen beperkte afmetingen, die worden gemaakt t.b.v. de toegang tot een handhole, het opgraven van een kabelrol t.b.v. klantaansluitingen, het maken van aftakkingen, voor het herstellen van kabels c.q. leidingstoringen of voor inspectiedoeleinden

Netbeheerder / Netwerkbedrijf:

De rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net en/of netwerk.

Onderhoudskosten

De kosten voor het onderhouden van de verharding gedurende het eerste jaar (onderhoudsperiode) na het herstel. Deze worden uitgedrukt in een percentage van de uitvoeringskosten.

Openbare gronden

Openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken. Ook wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor iedereen toegankelijk zijn, horen hierbij.

Persing

Een niet bestuurbare boortechniek, uitgevoerd vanuit een werkput, waarbij door een horizontaal heiblok een buis nagenoeg horizontaal in de grond wordt gedreven of getrokken.

Signaalkabels

Kabels in eigendom van en in gebruik door een netwerkbedrijf, voor de besturing van het energie- of waterleidingnet of voor de besturing van voorzieningen zoals verkeersregelinstallaties (VRI’s), informatieborden en camera’s.

Sleuf

De opening die ontstaat door het verwijderen van verharding en/of grond ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen.

Spoedeisende werkzaamheden

Werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing waarvan uitstel niet mogelijk is. Calamiteiten zijn een mogelijk resultaat van de ernstige belemmering en/of storing.

Storing

Een onvoorziene gebeurtenis zoals een onderbreking in de voorziening, een ongecontroleerde water- of gaslekkage, of een ongeval door brand of explosie waarbij de openbare orde of veiligheid niet in het geding is.

Tijdelijk herstel

Het terugbrengen van de verhardingsmaterialen op een vaktechnische wijze, die hoort bij tijdelijk herstel en zodanig dat het functionele gebruik door het verkeer volledig is hersteld en geen gevaar ontstaat voor de weggebruiker.

Uitvoeringskosten

De kosten voor herstel na graafwerkzaamheden, conform de in deze overeenkomst aangegeven normen.

Verharding

Gedeelte van de wegconstructie boven de funderingslaag. Verhardingen zijn onder te verdelen in:

  • Gasdoorlatende verharding

    Een constructie van een open verharding al dan niet voorzien van een fundering van een ongebonden steenmengsel of een halfverharding waarbij geen binding optreedt.

  • Gesloten verharding:

    Een verharding met een aaneengesloten structuur, zoals Asfaltverharding, betonverharding, open verharding voorzien van een gebonden voegvulling waardoor plaatvorming ontstaat of half-verharding waarbij als gevolg van toevoegstoffen of in het product aanwezige stoffen een plaatvorming ontstaat.

  • Open verharding:

    Een verharding bestaande uit los naast elkaar gelegen elementen. In tegenstelling tot een gesloten verharding heeft een open verharding voegen en is in meer of mindere mate water- en gasdoorlatend. Voorbeelden van open verhardingen zijn: gebakken klinkers, betonstraatstenen, betontegels, sierbestrating, natuursteenverharding, bestrating in afwijkende verbanden, bijzondere objecten, half-verharding. (Een half-verharding bestaat uit onsamenhangend materiaal dat meer draagkracht levert dan de originele grond. Voorbeelden van half-verhardingsmaterialen zijn grind, gebroken puin, menggranulaat, gebroken natuursteen, leemgrind, kleischelpen, stol, boomschors en houtsnippers.)

Vervuilde grond en bouwstoffen:

Grond en/of bouwstof die op basis van de huidige wetgeving en gebruikelijke regelingen niet meer mag worden gebruikt en waarbij maatregelen ten aanzien van transport en verwerking zijn voorgeschreven.

Wegbeheerder

Instantie die verantwoordelijk is voor de inspectie, de inrichting, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b van de Wegenverkeerswet, in een nader aangeduid gebied.

Wegconstructie

Samenstel van fundering en verharding.

Werkzaamheden van minder ingrijpende aard:

  • Het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen (mantelbuizen);

  • Het maken van (huis)aansluitingen, waarbij geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist, tot een gezamenlijke lengte van 25 meter;

  • Het maken van een montagegat c.q. lasgat inclusief een opbreking met een beperkte afmeting (maximaal 2 x 2m²) die wordt gemaakt ten behoeve van:

  • De toegang tot een handhole;

  • Het plaatsen van afsluiters;

  • Aftakkingen voor het herstellen van kabel- c.q. leidingstoringen;

  • Inspectiedoeleinden.

  • Werkzaamheden (nieuw aanleg, reparaties of onderhoudswerk) aan kabels en/of leidingen met een gezamenlijke lengte van minder dan 25 meter;

  • Een solo te plaatsen handhole c.q. kabelinspectieput.

Grote werken

Alle werken met uitzondering van werkzaamheden van minder ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten.

Werkterrein

De stallingsplaats van haspel-, vracht-, directie-, materiaalwagens, enz.

Werkzaamheden

Handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in de openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen, en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente Meerssen uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren.

WIBON

De Wet Informatie-uitwisseling Bovengronde en Ondergrondse Netten (WIBON) verplicht de grondroerder om, vóór het werk begint, de tekeningen van alle aanwezige kabels en leidingen te raadplegen. Dit doet de grondroerder door een graafmelding/raadpleging te doen bij het Kadaster-sectie KLIC.

 

Tevens verplicht de WIBON leidingbeheerder en grondroerder om uiterlijk 30 werkdagen na het leggen van kabels en leidingen de ligginggegevens van deze leidingen digitaal beschikbaar te hebben voor raadpleging en bij het aantreffen van onbekende kabels en leidingen deze te melden bij het Kadaster-sectie KLIC.

3 Instemmingen voor (graaf)werkzaamheden

3.1 Voorbereidingstraject

  • 1.

    De netbeheerder dient zelf te inventariseren of naast het instemmingsbesluit, bijvoorbeeld voor het oprichten/plaatsen van bouwketen of portakabins, materiaalcontainers etc., een seperate omgevingsvergunning en/of Precario benodigd is en deze bij de betreffende partij separaat en tijdig aan te vragen.

  • 2.

    De gemeente hanteert als uitgangspunt dat in nieuw aangelegd straatwerk (tot 5 jaar na aanleg), geen instemming wordt verleend voor werkzaamheden in dat straatwerk.

    De gemeente zal alleen dan een instemmingsbesluit afgeven als in voldoende mate de noodzakelijkheid is aangetoond en de werkzaamheden zijn afgestemd tussen de netbeheerder en de gemeente.

  • 3.

    De netbeheerder dient zelf te inventariseren welke instemmingen en/of vergunningen er van overige beheerders van de openbare ruimte, zoals onder andere ProRail, het Waterschap Limburg, Rijkswaterstaat, Provincie Limburg, Gasunie etc. nodig zijn voor het betreffende werk en deze separaat en tijdig aan te vragen. Een afschrift van bedoelde instemming of vergunning moet bij de instemmingaanvraag worden gevoegd.

  • 4.

    Netbeheerder is tevens gehouden om kennis te nemen van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Meerssen en tijdig alle in dat kader voor het werk benodigde vergunningen, ontheffingen etc. aan te vragen en te verkrijgen.

  • 5.

    Indien de werkzaamheden t.b.v. kabels en leidingen, anders dan ten behoeve van de eigen klantaansluiting, gronden van particulieren kruisen is de netbeheerder verplicht om, schriftelijk overeenstemming met betreffende grondeigenaar te bereiken en een afschrift van deze overeenstemming bij de instemmingaanvraag te voegen.

  • 6.

    Instemmingaanvrager is gehouden om de uitvoeringsplanning van het werk zoveel mogelijk af te stemmen met de gemeentelijke Evenementenkalender en de meerjarige gemeentelijke onderhoudsprogramma’s.

  • 7.

    Iedere instemmingsaanvraag wordt beoordeeld op volledigheid:

    • Indien volledig: instemmingsaanvraag wordt in behandeling genomen.

    • Indien onvolledig: instemmingsaanvraag wordt afgekeurd. De gemeente geeft aan waarom deze afgekeurd wordt. Netbeheerder dient de ontbrekende gegevens bij te voegen en waarna de instemmingsaanvraag verder in behandeling wordt genomen.

  • 8.

    Alle afwijkingen van de informatie, waarop het instemmingsbesluit door de gemeente is genomen, dienen op het moment van ontstaan door de netbeheerder te worden gemeld aan de gemeente Meerssen.

 

3.2 Procedure Grote Werken

  • 1.

    Een netbeheerder die werkzaamheden wil verrichten van ingrijpende aard (>25 m), meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden aan de gemeente via het digitale programma MOOR. Aanvragen die buiten MOOR om gedaan worden, worden niet in behandeling genomen.

  • 2.

    Bij deze melding worden door de netbeheerder de volgende gegevens verstrekt:

    • Een duidelijke tekening waarop de betreffende kabels en/of leidingen, en de toe te passen soort wegkruisingen zijn aangegeven. Daarnaast dienen de werkzaamheden tekstueel beschreven zijn op de tekening;

    • De contactpersoon van de netbeheerder.

    • De uitvoeringsperiode en de volgorde van uitvoering van de werkzaamheden;

    • De juiste plaats van de aan te leggen kabels en/of leidingen;

    • De afmetingen van de sleuf: lengte, breedte en diepte;

    • Grondgegevens: wel of niet vervuild en eventueel te nemen maatregelen;

    • De ten behoeve van het werk te nemen verkeersmaatregelen. Deze dient op een duidelijke tekening te worden aangeleverd.

    • Maatregelen in verband met bereikbaarheid van panden en bedrijven.

    • De bewonersbrief waarmee omwonende geïnformeerd worden. Deze dient opgesteld te zijn conform het format van de gemeente Meerssen.

    • De (geplande) startdatum van het werk.

    • Of er sprake is van gefaseerde uitvoering van grote werken. In dat geval wordt dit in iedere fase minimaal vijf werkdagen voor de start van de uitvoering gemeld aan de gemeente.

  • 3.

    Een beslissing op een melding als bedoeld in hoofdstuk 3.2, tweede lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding. Indien een instemmingsbesluit niet binnen vier weken kan worden gegeven, deelt de gemeente dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

    De instemming c.q. vergunning van de gemeente voor de werkzaamheden moet analoog of digitaal op het werk aanwezig zijn.

  • 4.

    In verband met het bepaalde in paragraaf 31 lid 1 van de U.A.V. 2012 wordt de netbeheerder erop gewezen dat de navolgende werken in elkaar kunnen grijpen:

    • 1.

      (Ver)leggen van kabels en leidingen door derden;

    • 2.

      Rooien en/of planten van bomen en beplantingen;

    • 3.

      Aanbrengen mantelbuizen door derden;

    • 4.

      Bodem- en/of grondwatersanering. Indien in opdracht of op initiatief van de gemeente werkzaamheden plaatsvinden heeft de gemeente de coördinerende rol t.a.v. afstemming, planning en samenhang van door derden uit te voeren werkzaamheden.

  • 5.

    Voor alle graafwerkzaamheden die uitgevoerd worden in openbare gronden van de gemeente Meerssen dient minimaal drie werkdagen voorafgaand aan de start, via het digitaal K&L platform een melding van een definitieve aanvangsdatum worden gedaan. De kabel- en leidingcoördinator van de gemeente Meerssen zal deze via het digitaal K&L platform, goed- of afkeuren.

 

3.3 Procedure werkzaamheden van minder ingrijpende aard

  • 1.

    Een netbeheerder die werkzaamheden wil verrichten van niet ingrijpende aard, meldt dit voornemen ten minste vijf werkdagen voor de aanvang van de werkzaamheden aan de gemeente via het digitale programma MOOR.

  • 2.

    Voorwaarde voor het maken van een melding voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard is wel dat het werk betrekking heeft op het onderhouden, wijzigen en/of uitbreiden van een reeds rechtsgeldig in de openbare ruimte van de gemeente Meerssen aanwezige ondergrondse netwerk-infrastructuur.

  • 3.

    Bij deze melding worden door de netbeheerder de volgende gegevens verstrekt:

    • De dagtekening van de melding;

    • De locatie van de werkzaamheden;

    • De lengte en breedte van de opbreking;

    • De op te breken verhardingstypes;

    • Contactpersoon van de netbeheerder;

  • 4.

    Indien de werkzaamheden, waarvoor een melding gedaan is, door onvoorziene omstandigheden zodanig worden opgeschaald dat ze onder de procedure Grote Werken zouden vallen, meldt de netbeheerder dit aan de gemeente met een onderbouwing van de oorzaak en dient de netbeheerder alsnog een instemmingsverklaringaanvraag in.

  • 5.

    Tijdens de werkzaamheden dient een afschrift van de melding, digitaal of analoog, op het werk aanwezig te zijn.

 

3.4 Procedure spoedeisend werk en calamiteiten

  • 1.

    Indien de netbeheerder in het geval van storingen, beschadigingen of andere onvoorziene danwel dreigende gebeurtenissen direct moet optreden dan voert het nutsbedrijf de vereiste werkzaamheden meteen uit zonder voorafgaande instemming van de gemeente. De gemeente wordt via een melding in MOOR, uiterlijk op de eerstvolgende werkdag, geïnformeerd over de uitgevoerde werkzaamheden. De melding vermeldt de oorzaak en de urgentie.

  • 2.

    Indien de gemeente twijfels heeft over de oorzaak en urgentie heeft de gemeente het recht om de netbeheerder te verzoeken bewijsstukken aan te leveren. Als er misbruik is gemaakt van deze procedure dan zal de gemeente alle, door haar gemaakte, kosten in rekening brengen bij de netbeheerder.

  • 3.

    Uitsluitend wanneer als gevolg van een storing de (verkeers-)veiligheid en/of de volksgezondheid in gevaar komt is er sprake van een opschaling van een spoedeisend werk tot calamiteit. Wanneer de calamiteit van dusdanige aard en/of omvang is dat hulpdiensten moeten worden ingeschakeld dient de netbeheerder dit te melden bij alarmnummer 112.

  • 4.

    Indien het noodzakelijk is dat, voor de (verkeers-)veiligheid en/of bescherming van de volksgezondheid, direct afzettingen worden geplaatst en/of (een deel van) de weg(-en) wordt afgesloten dan dient dit ook gemeld te worden bij alarmnummer 112. Deze werkzaamheden en kosten komen voor rekening van de netbeheerder. De aannemer dient dit direct te melden aan de wegbeheerder en kabels- en leidingencoördinator van de gemeente Meerssen.

 

3.5 Tijdelijk opschorten instemmingsbesluit

  • 1.

    In geval van extreme weersomstandigheden (bijvoorbeeld wateroverlast, zware sneeuwval of ijzel en strenge vorst), waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast voor de bewoners en/of schade voor de gemeente door bijvoorbeeld breuk van vastgevroren bestratingsmateriaal en/of niet goed te verdichten ondergrond leidt, zal de gemeente overgaan tot het tijdelijk opschorten van het verleende instemmingbesluit c.q. de melding (“Breekverbod”).

  • 2.

    De netbeheerder en grondroerder zijn gehouden zich aan onderstaande richtlijnen te houden, ook al heeft de gemeente (nog) geen expliciete melding van een breekverbod gemaakt.

    Onder de volgende condities (opgave KNMI) gaat het breekverbod in:

    • Om 07.00 uur een geregistreerde temperatuur van -4 ºC of lager;

    • Om 10.00 uur een geregistreerde temperatuur van -2 ºC of lager;

  • 3.

    Alle kosten en gevolgen, voortvloeiend uit de opschorting, zijn voor de netbeheerder. Indien grondroerder in gebreke blijft zal de gemeente op kosten van de netbeheerder de benodigde werkzaamheden (laten) uitvoeren.

  • 4.

    In voorkomende gevallen wordt het breekverbod ingesteld via het digitale platform Moor. Bij twijfel dient eerst afgestemd te worden met de toezichthouder van de gemeente.

 

3.6 Sancties bij het verrichten van werkzaamheden zonder instemmingsbesluit en/of melding

  • 1.

    In het geval door de gemeente ter plaatse geconstateerd wordt dat een werk in uitvoering is zonder dat het voor dat werk vereiste instemmingbesluit is verleend of melding is gedaan en het werk valt niet onder de definitie spoedeisend werk/calamiteit, hanteert de gemeente de volgende procedure:

    • 1.

      Het uitreiken van een beschikking aan de netbeheerder, waarbij de netbeheerder direct het opbreek-, graaf- en legwerk moet (laten) staken.

    • 2.

      Het opleggen van de verplichting aan betreffende netbeheerder om de ondergrond, verharding en openbare ruimte in het werkingsgebied van het betreffende instemmingbesluit c.q. de melding weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Het herstel van het straatwerk zal door de netbeheerder worden uitgevoerd en de kosten hiervan zullen in rekening worden gebracht bij de netbeheerder.

  • 2.

    In het geval door de gemeente achteraf geconstateerd wordt dat een werk is uitgevoerd zonder dat het voor dat werk vereiste instemmingbesluit is verleend of een melding is gedaan en het werk valt niet onder de definitie spoedeisend werk/calamiteit, hanteert de gemeente de volgende procedure:

    • 1.

      Het vorderen van de verplichting aan betreffende leidingeigenaar/beheerder om onverwijld de aangebrachte voorzieningen, kabels en/of leidingen in de openbare grond te verwijderen, ook indien daarvoor reeds gegraven en herstelde sleuf moet worden ontgraven en dienstverlening moet worden beëindigd;

    • 2.

      Het vorderen van de verplichting aan betreffende leidingeigenaar/beheerder om de ondergrond, verharding en openbare ruimte in het werkingsgebied van betreffende besluit c.q. de melding weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Het herstel van het straatwerk zal door de gemeente worden uitgevoerd en de kosten hiervan zullen aan de leiding-eigenaar/beheerder in rekening worden gebracht.

    • 3.

      De uitvoerende grondroerder voor een, nader vast te stellen periode, na constatering niet te accepteren als gemachtigde om namens een netbeheerder werkzaamheden in de openbare ruimte van de gemeente Meerssen uit te voeren.

  • 3.

    Indien leidingeigenaar/beheerder bij de onder lid 1 en 2 genoemde vorderingen op eerste aanzegging in gebreke blijft zal de gemeente de benodigde werkzaamheden (laten) uitvoeren. Alle kosten en gevolgen terzake, alsmede de kosten voortvloeiend uit de opschorting en eventuele verdere herstelverplichtingen zullen worden verhaald op de netbeheerder van de infrastructuur waar het werk voor bedoeld is.

4 Richtlijnen ten behoeve van de tracé engineering

4.1 Bepalingen ten aanzien van de tracé bepaling

4.1.1 Kabel en leidingenstroken

  • 1.

    Ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen wijst de gemeente een kabel- en leidingenstrook aan. Voor kabel- en leidingstroken in nieuwbouwsituaties is NEN 7171 van toepassing.

  • 2.

    Bij nieuwbouwplannen c.q. reconstructies moet in verband met het aanbrengen van appendages in de kabels en leidingen het maaiveld van de kabel- en leidingenstrook op nagenoeg de definitieve hoogte worden aangebracht. Is dit niet mogelijk dan moeten de appendages worden beschermd tegen beschadiging door bouwverkeer en dergelijke.

  • 3.

    De kabels en leidingen stroken dienen in principe vrij te zijn voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van de kabels en leidingen. Dit houdt onder andere in dat:

    • Kabel- en leidingstroken vrij zijn van boven- en ondergrondse obstakels;

    • Kabel- en leidingstroken niet worden voorzien van een gesloten verharding met uitzondering van kruisingen met wegen;

    • Kabel- en leidingstroken niet gelegen zijn in rijwegen en bij voorkeur niet onder parkeerstroken;

    • Kabel- en leidingstroken, bij voorkeur, niet gelegen zijn onder sierbestrating;

    • In de kabel- en leidingstrook mogen geen bomen worden geplant;

    • Kabel- en leidingstroken worden gesitueerd in een tracé waarop geen fundering is c.q. wordt aangebracht;

    • De kabel- en leidingstroken zijn gelegen in openbare gronden

  • 4.

    De minimale diepte van kabels en leidingen is 0,60 m, gemeten vanaf bovenkant maaiveld en/of bestrating tot onderkant kabel en/of leiding.

  • 5.

    In de nabijheid van parkeerkelders dienen de kabel- en leidingstroken minimaal op 2,50 meter afstand van deze parkeerkelders te worden geprojecteerd.

  • 6.

    De opdrachtgever van het plan (gemeente of projectontwikkelaar) verstrekt van het bouwplan c.q. de reconstructie een gedetailleerd matenplan. Dit matenplan is inclusief hoogtematen ten opzichte van NAP en heeft een relatie naar de meetpunten waaruit onder meer de begrenzing van het tracé en de percelen ten opzichte van de meetpunten en dergelijke blijken.

  • 7.

    De opdrachtgever van het plan (gemeente of projectontwikkelaar) is verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen aan de netbeheerders. Indien de aangeleverde maatvoering bij oplevering niet juist blijkt te zijn, dan zullen de kabels en leidingen op kosten van de opdrachtgever worden verlegd.

  • 8.

    De opdrachtgever van het plan (gemeente of projectontwikkelaar) verzorgt eenmalig een hoogtepeilmerk met hoogte ten opzichte van NAP in de directe omgeving van het werk en verzorgt eenmalig het uitzetten van de assen.

  • 9.

    Voor het bepalen van de locatie van transforma¬toren en andere bovengrondse voorzieningen moet de gemeente goedkeuring geven.

  • 10.

    Er dient voorafgaande aan de start van de werkzaamheden een KLIC melding in het kader van de Wet WIBON te worden gedaan, zodat men bekend is met en rekening kan houden met de reeds aanwezige kabels en leidingen.

4.1.2 Kruisingen

  • 1.

    Bij kruisingen met al aanwezige kabels en/of leidingen of bij aanraking van kunstwerken, gebouwen en dergelijke zullen de door de netbeheerder met de eigenaar of beheerder van de aanwezige kabels, leidingen, kunstwerken, gebouwen en dergelijke overeengekomen voorzieningen worden getroffen. De door partijen overeengekomen te treffen voorzieningen komen ten laste van de desbetreffende netbeheerder.

  • 2.

    Kruisingen met gefundeerde verhardingen moeten door middel van boringen of persingen worden uitgevoerd. Als een boring niet mogelijk is, moet er contact worden opgenomen met de gemeente.

  • 3.

    Bij raketboringen een raket toepassen, met een diameter direct volgend op de door te voeren leiding. De maximale diameter voor raketboringen bedraagt ø 63 mm.

  • 4.

    Boringen of persingen moeten loodrecht op de wegas - tot minimaal 1 meter buiten de kant van de verharding en met een minimale dekking van 0,8 meter tot de bovenkant van de verharding - worden gerealiseerd. Dit met een minimale verhouding van 1:1

  • 5.

    Bij het kruisen van riolen door middel van boringen c.q. persingen, dient na uitvoering van de boring/persing een camera inspectie van de desbetreffende rioolstreng te worden uitgevoerd om aan te tonen dat het riool niet beschadigd is. Dit is niet van toepassing voor de riool-huisaansluitingen. Een camera inspectie is niet nodig, indien de afstand:

    • Bij een kruising boven het riool, tussen bovenzijde riool en onderzijde boorbuis en bij een kruising onder het riool, tussen onderzijde riool en bovenzijde boorbuis 0,75 m1 is.

    Als gebruik wordt gemaakt van deze optie dient:

    • Bij de instemmingsaanvraag of de melding de hoogte van de binnen onderkant buis (b.o.b.)en de diameter van de rioolbuis en de hoogte b.o.b. en diameter van de boorbuis te worden aangegeven;

    • Bij oplevering de opgemeten b.o.b. van de 2 uiteinden van de boorbuis te worden ingeleverd.

    • Bij het kruisen van sloten/open watergangen dient een minimale gronddekking van 1,00 m ten opzichte van de ontwerpdiepte van de bodem van de watergang te worden aangehouden. Als het waterschap de beheerder van de betreffende sloten/open watergangen is dienen de eisen van het waterschap te worden gevolgd.

    • Indien de aanwezige bodem van de watergang lager ligt dan de ontwerpdiepte dient een gronddekking van 2,00 m ten opzichte van de aanwezige bodem te worden aangehouden;

  • 6.

    Indien kabels en/of leidingen geprojecteerd zijn onder waterbodems en dergelijke dan kan de gemeente in goed overleg met de netbeheerder - en afhankelijk van de plaatselijke situatie, nadere voorwaarden stellen

4.1.3 Groenvoorzieningen

  • 1.

    Werkzaamheden aan- of bij groenvoorzieningen en bomen worden zoveel mogelijk vermeden. Is dit toch onvermijdelijk dan wordt eerst overleg met de kabel- en leidingcoördinator van de gemeente Meerssen gevoerd, ongeacht er sprake is van een verlegging in een nieuw- of een bestaand tracé.

  • 2.

    Bij het passeren van bomen moeten een aantal, in dit handboek omschreven, voorzorgsmaatregelen worden getroffen die schade aan de betreffende boom en later aan de te leggen kabel/leiding voorkomt. Hiermede moet bij het traceren terdege rekening gehouden te worden en waar mogelijk zullen bij voorkeur alternatieve routes worden gekozen.

4.1.4 Ligging nabij andere objecten

  • 1.

    Objecten die kunnen worden beïnvloed door de tracering en aanleg van leidingen dienen vooraf door de aanvrager te worden geïdentificeerd. Objecten kunnen onder meer zijn: bestaande wegen, spoorwegen, waterlopen, voetpaden, kademuren, viaducten, tunnels, naastliggende leidingen, bomen en gebouwen.

 

4.2 Bepalingen ten aanzien van de engineering/werkvoorbereiding

  • 1.

    De netbeheerder is verplicht om in zijn werkvoorbereiding te inventariseren welke netbeheerders belangen hebben in het beoogde tracé om daar ook infrastructuur aan te leggen. Netbeheerder dient afspraken te maken om de werkzaamheden in één arbeidsgang (in combinatie) uit te voeren. Dit om de overlast voor de omgeving en de degeneratie van het straatwerk te beperken.

  • 2.

    Tijdelijk aan te brengen voorzieningen in de openbare ruimte dienen de goedkeuring te hebben van de gemeente Meerssen. Deze tijdelijke voorzieningen, zoals damwanden, heipalen, etc. dienen na voltooiing van de werkzaamheden te worden verwijderd. Mocht dit om welke reden dan ook niet mogelijk zijn, dan kan alleen door de gemeente Meerssen, besloten worden deze voorzieningen tot een nader te bepalen maat onder het maaiveld te verwijderen.

  • 3.

    Er worden geen obstakels boven leidingen geplaatst. Indien geen andere oplossing mogelijk is, dan kan in overleg met de betreffende leidingexploitant(en) onder voorwaarden en/of voorzieningen alsnog tot plaatsing boven leidingen worden overgegaan.

  • 4.

    Huisaansluitingen worden zo veel mogelijk haaks op het distributienet aangelegd om geen beslag te leggen op de ruimte voor distributieleidingen.

  • 5.

    Er kan sprake zijn van voorbereide huisaansluitingen, waarbij de voor de huisaansluiting bedoelde buis, kabel of leiding al op de volledig benodigde lengte vanaf de hoofdleiding tot aan de klantaansluiting in de openbare grond tijdelijk moet worden opgeborgen (voornamelijk bij CAI-, FTTH- en Datanetten). In die gevallen moet deze voorbereiding zo strak mogelijk opgerold en gebundeld, verticaal op de juiste diepte te worden weggezet evenwijdig tegen de erfgrens van het perceel waar de voorziening voor bedoeld is. Het hiervoor eventueel benodigde tracé of straatoversteken dienen tegelijk met de aanleg van de hoofdsleuf te worden aangebracht.

 

4.3 Situering handholes

  • 1.

    Voor aanleg van handholes, gelijktijdig met de aanleg van de bijbehorende leidingtracés, dient in de instemmingaanvraag iedere handhole specifiek genoemd te worden. De locatie van de handhole dient duidelijk aangegeven te zijn.

  • 2.

    Voor solo aanleg van handholes in bestaande tracés dient afzonderlijk instemming te worden verkregen. Het instemmingverzoek c.q. de melding dient eveneens te zijn voorzien van een schets van de geplande locatie.

  • 3.

    Tijdens de uitvoering kan alsnog de instemming voor de aangevraagde locatie worden ingetrokken als blijkt dat plaatsing tot onoverkomelijke problemen voor de gemeente Meerssen of derden leidt. De netbeheerder zal in die gevallen samen met de kabel- en leidingcoördinator van de gemeente Meerssen, een alternatief moeten zoeken.

  • 4.

    Nadat het gat ten behoeve van de handhole is ontgraven dient de toezichthouder van de gemeente Meerssen, in de gelegenheid te worden gesteld aanwezig te zijn bij de daadwerkelijke plaatsing van de handhole(s).

  • 5.

    De handhole(s) en/of de ingaande en uitgaande buizen mogen geen hinder veroorzaken voor de bereikbaarheid van kabels en leidingen en bijbehorende onderdelen van de infrastructuur van derden en de gemeente Meerssen. De netbeheerder is hiervoor te allen tijde verantwoordelijk.

  • 6.

    Handholes mogen niet in doorgaande tracés worden geplaatst.

  • 7.

    Handholes mogen niet geplaatst worden nabij (hoofd)rioleringen, (hoofd)leidingen en/of huis- en bedrijfsaansluitingen van de netwerkbedrijven. Minimale afstand is 1,00 meter. Wanneer niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, dient de netbeheerder zelf contact op te nemen met de betreffende eigenaar van de aansluiting teneinde van hem schriftelijke toestemming te verkrijgen voor een belemmering van zijn rechten. Deze toestemming is onderdeel van de instemmingaanvraag.

  • 8.

    De handholes in het centrum, waarvan in overleg tussen instemmingverzoeker c.q. melder en de gemeente Meerssen, bepaald wordt dat deze bij normale bedrijfsvoering maximaal 4x per jaar geopend gaan worden dienen zodanig aangebracht te worden dat het deksel van de handhole een minimale dekking heeft van 15 cm onder maaiveld. Verder dient de handhole ingebed en afgedekt te worden met straatzand conform de recenste RAW Standaardbepalingen.

  • 9.

    Voor handholes in het stadscentrum, die bij normale bedrijfsvoering meer dan 4x per jaar geopend gaan worden is het uitgangspunt dat deze voorzien zijn van een zwart gecoate, geprofileerd stalen putdekselconstructie van de ter plaatse vereiste verkeersklasse. Een en ander zal in overleg tussen instemmingverzoeker c.q. melder en de gemeente Meerssen, bepaald worden. De handhole dient zodanig aangebracht te worden dat het deksel van de handhole na zetting van het omringende straatwerk gelijk ligt met het peil van het omringende maaiveld (bovenkant elementenverharding). Verder dient de elementenverharding rond de handhole ingeknipt te worden in het bestaande verband.

  • 10.

    De maximale toegestane uitwendige breedte van de handhole is 70 centimeter. Indien deze niet toepasbaar is door ruimtegebrek een andere locatie bepalen of meerdere handholes van een kleiner formaat toepassen. Bij handholes van afwijkend formaat deze vooraf ter goedkeuring aan de kabel- en leidingcoördinator van de gemeente Meerssen van de gemeente Meerssen, voorleggen.

  • 11.

    De handhole(s) blijft eigendom van de netbeheerder. De netbeheerder draagt zorg voor het beheer van de handhole, waaronder het op eerste aanzegging van de kabel- en leidingcoördinator van de gemeente Meerssen, op de juiste hoogte te stellen van de handhole.

  • 12.

    De netbeheerder blijft te allen tijde aansprakelijk voor alle schade en gevolgschade die mogelijkerwijs ontstaat door de aanwezigheid van de handhole c.q. ondergrondse lasmof.

  • 13.

    De handholes mogen, bij voorkeur, niet aangebracht worden in kabel- en leidingtracés, rijbanen, parkeerplaatsen, uitwegen, op kruisingen, ter plaatse van de aansluitlocatie van woningen en binnen een afstand van 3 meter vanaf bomen. De netbeheerder zal in situaties, waarbij dit artikel niet opgevolgd kan worden, samen met de kabel- en leidingcoördinator van de gemeente Meerssen een alternatief moeten zoeken.

5 Technische bepalingen ten aanzien van de uitvoering

5.1 Algemeen

  • 1.

    Werkzaamheden aan of ten behoeve van ondergrondse infrastructuur van de verschillende netwerkbedrijven dienen in één arbeidsgang (in combinatie) uitgevoerd te worden om de overlast voor de omgeving en de degeneratie van het straatwerk te beperken.

  • 2.

    De netbeheerder oefent tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het toezicht uit dat in redelijkheid van de netbeheerder verlangd mag worden. Indien de netbeheerder, of zijn gemachtigde, het toezicht niet naar behoren uitvoert of laat uitvoeren dan informeert de gemeente de netbeheerder hierover. Onderneemt de netbeheerder vervolgens onvoldoende actie, dan kan de gemeente de werkzaamheden stilleggen.

  • 3.

    Alle voorwerpen van historische of wetenschappelijke waarde, die bij de uitvoering van het werk in gemeente-eigendommen worden gevonden, gaan meteen naar de gemeente. Deze zal dan de procedure van de Monumentenwet volgen. De daadwerkelijke vinder ontvangt een vindersbeloning van de gemeente, in overeenstemming met het daaromtrent in het Burgerlijk Wetboek, boek 5 artikel 13 gestelde

  • 4.

    Verstoringen ten gevolge van de kabel- en/of leidingaanleg aan punten aangegeven door KAD-stenen, markeringsstenen of buizen, moeten worden gemeld aan de gemeente. De meetkosten voor herstel van deze vaste punten zijn voor rekening van de veroorzaker van deze schade.

  • 5.

    De uitvoering van de werkzaamheden gebeurt zo dat nooit meer lengte sleuf openligt dan die dezelfde dag nog aangevuld kan worden. Indien plaatselijke of actuele omstandigheden daartoe aanleiding geven, dan bepalen netbeheerder en gemeente in onderling overleg een beperking van de openliggende sleuf. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden zullen, waar nodig, over de openliggende sleuven, overbruggingen van voldoende breedte en draagkracht voor hulpdiensten en bestemmingsverkeer worden aangebracht. Dit gebeurt mede ter beoordeling van de gemeente.

  • 6.

    Er mogen buiten de werkuren geen sleuven open blijven liggen tenzij deze van boven zijn afgedicht d.m.v. planken of bouwhekken of er een afzetting langs de sleuf is geplaatst, welke voldoet aan de CROW richtlijnen, zodat er niemand in de sleuf kan vallen.

    De gemeente houdt zich het recht voor om in geval van gevaarlijke situaties de sleuf aan te vullen zonder de netbeheerder hiervan direct in kennis te stellen. De hiermee gemoeide kosten worden bij de netbeheerder verhaald worden.

  • 7.

    Er mogen tijdens werkuren geen sleuven open blijven liggen als in, of direct om de sleuf geen werkzaamheden verricht worden. De sleuven dienen afgedicht te worden d.m.v. planken of bouwhekken of er een afzetting langs de sleuf is geplaatst, welke voldoet aan de CROW richtlijnen, zodat er niemand in de sleuf kan vallen.

 

5.2 Communicatie tussen netbeheerder en gemeente Meerssen

  • 1.

    Alle communicatie over de werkzaamheden dient in eerste instantie tussen de netbeheerder en de gemeente Meerssen plaats te vinden.

  • 2.

    Namens de netbeheerder dient er altijd minimaal één aan te spreken verantwoordelijke persoon bereikbaar te zijn. De naam van deze persoon moet bij alle betrokken partijen bekend zijn. Deze persoon heeft de taak te controleren en te verifiëren dat alle gespecificeerde materialen worden toegepast en dat de constructiewerkzaamheden worden uitgevoerd volgens het bestek, de specificaties, de tekeningen en de gemaakte afspraken, alsmede dat de uitvoering geschiedt in overeenstemming met het gestelde in het instemmingbesluit. Hij dient de door gemeentelijke en andere toezichthouders gevraagde informatie te verstrekken en de nodige medewerking te verlenen om hun werk mogelijk te maken.

  • 3.

    De voertaal op het werk is Nederlands, de netbeheerder dient ervoor zorg te dragen dat de sleutelfunctionarissen in zijn projectorganisatie c.q. van zijn grondroerder deze taal voldoende beheersen. De gemeente Meerssen dient in het Nederlands te kunnen communiceren met de op het werk aanwezige personen.

  • 4.

    Alle communicatie met betrekking tot de instemmingaanvraag en over werkzaamheden die gerelateerd zijn aan kabel- en leidingwerkzaamheden dienen te geschieden via het digitaal K&L platform.

  • 5.

    Bij projecten zullen, ter beoordeling van de netbeheerder, op regelmatige tijden bouwvergaderingen worden gehouden, waarbij in ieder geval de kabel- en leidingcoördinator en/of toezichthouder kabels en leidingen of een vertegenwoordiging hiervan wordt uitgenodigd.

  • 6.

    Van deze vergaderingen zal de Netbeheerder notulen opmaken en aan de kabel- en leidingcoördinator van de gemeente Meerssen verstrekken.

 

5.3 Technische vooropname

Op initiatief van de netbeheerder wordt samen met de gemeente Meerssen het tracé of een gedeelte daarvan voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden geschouwd.

 

Netbeheerder is verantwoordelijk om de situatie zoals deze was voor aanvang van de werkzaamheden vast te leggen als mogelijk bewijsmateriaal. Herstel van geconstateerde gebreken achteraf, zonder dat deze gebreken vooraf zijn vastgelegd, zijn voor rekening van de netbeheerder.

De netbeheerder stelt een verslag, waarin de gemaakte afspraken vastgelegd worden, op van de technische vooropname en verstrekt deze aan de gemeente Meerssen.

 

5.4 Bestaande kabels en leidingen

  • 1.

    De netbeheerder dient zich te overtuigen van de plaats van alle al in het werk gelegen leidingen.

  • 2.

    Dit dient te geschieden door het tijdig op vragen van de leidinggegevens en overige voorwaarden bij het Kadaster-sectie KLIC c.q. bij de betreffende netbeheerders. Op het werk dient, naast een kopie van het instemmingbesluit of de melding en de gewaarmerkte instemmingtekening(en) tenminste één exemplaar van de in lid 1 bedoelde tekening(en) aanwezig te zijn.

  • 3.

    Indien bij het maken van de proefsleuven afwijkingen van het vigerende Normprofiel dan wel van het door gemeente aangewezen tracé worden geconstateerd zal:

    • Netbeheerder de maatvoeringen van de aangetroffen kabels en leidingen registreren en op eerste aanzeggen van de toezichthouder of kabel- en leidingcoördinator van de gemeente Meerssen aan deze overhandigen;

5.5 Depot

  • 1.

    Desgevraagd stelt de gemeente een terrein kosteloos ter beschikking voor de tijdelijke opslag van materialen voor de door de netbeheerder uit te voeren werkzaamheden. Eventueel aangerichte schade aan het terrein wordt hersteld en vergoed door de netbeheerder.

  • 2.

    Het depot dient te alle tijden te worden afgezet met bouwhekken zodat deze afgeschermd zijn. De bouwhekken dienen met klemmen aan elkaar vastgemaakt te worden. Tevens dient het depot afgesloten te worden met een deugdelijk slot. Dit ter voorkoming van schades, diefstal of eventuele dumpingen.

  • 3.

    De stallingsplaats van onder andere haspel-, vracht-, directie- en materiaalwagens en werkauto’s met aanhangers in de openbare ruimte van de gemeente dient in overleg met de gemeente te worden bepaald.

  • 4.

    Indien voor het depot een (omgevings)vergunning benodigd is, is het de verantwoordelijkheid van de netbeheerder om deze tijdig aan te vragen. De kosten die hiermee gemoeid zijn komen voor rekening van de netbeheerder.

  • 5.

    De gemeente Meerssen heeft het recht om tijdens de werkzaamheden een andere locatie voor het depot aan te wijzen. De gemeente dient hiertoe wel een gegronde onderbouwing te kunnen geven. De netbeheerder is dan verplicht om binnen de gestelde termijn alles verplaatst te hebben.

  • 6.

    De gemeente Meerssen en de netbeheerder dienen vooraf overeenstemming te bereiken over de toegestane grootte van het depot. Indien tijdens de werkzaamheden blijkt dat, door vooraf onbekende omstandigheden, er een groter depot benodigd is dient de netbeheerder dit kenbaar te maken aan de gemeente Meerssen. In gezamenlijk overleg kan worden besloten om het depot uit te breiden.

  • 7.

    De gemeente Meerssen heeft het recht het depot op eigen initiatief te verplaatsen, op te schonen of iets dergelijks als zij daar een gegronde reden voor heeft. De kosten hiervoor komen voor rekening van de netbeheerder. De gemeente dient dit te melden aan de netbeheerder. Indien blijkt dat de gemeente Meerssen geen goede onderbouwing hiervoor heeft, komen de kosten voor de gemeente Meerssen.

 

5.6 Bouwstoffen

  • 1.

    Afhankelijk van de uitvoeringswijze en de omstandigheden levert de netbeheerder in voorkomende gevallen zand of andere grond aan of voert het overblijvende materiaal af. Het te leveren zand moet voldoen aan de eisen zand voor zandbed, volgens de Standaard RAW-bepalingen

  • 2.

    De netbeheerder zorgt voor de uit het werk komende bouwstoffen. Verlies, vermissing of beschadiging van deze bouwstoffen zijn voor rekening van de netbeheerder tot het tijdstip dat de werkzaamheden door of vanwege de netbeheerder zijn gerealiseerd.

  • 3.

    Door de gemeente voor haar niet van waarde verklaarde oude bouwstoffen én bouwstoffen die technisch ongeschikt zijn verklaard worden eigendom van de netbeheerder en dienen volgens de bestaande regelgeving te worden afgevoerd voor kosten en risico van de netbeheerder.

  • 4.

    De gemeente zal meewerken aan de verwerking van overtollige c.q. technisch ongeschikte grond, die vol¬gens historisch onderzoek en organoleptische waarnemin¬gen tijdens de uitvoering niet verontreinigd is. Dit gebeurt tegen zo laag mogelijke kosten. De kosten komen geheel voor rekening van de netbeheerder.

 

5.7 Grondwerk

  • 1.

    Indien de kabel en/of leidingsleuf langer open blijft liggen dan 24 uur of wanneer regenval plaatsvindt dient de uitkomende grond naast de sleuf afgedekt te worden met plastic.

  • 2.

    Wanneer dit niet heeft plaatsgevonden en de grond niet meer geschikt is voor verdichting, dient de netbeheerder de grond af te voeren en nieuw zand aan te leveren en aan te brengen. De hiermee gemoeide kosten komen voor rekening van de netbeheerder.

  • 3.

    Teelaarde, zand, funderingsmateriaal en overige bouwstoffen worden gescheiden ontgraven.

  • 4.

    De te ontgraven sleuf is zodanig breed, dat met mechanische verdichtingsapparatuur verdicht kan worden, tenzij in overleg met de gemeente een andere methode is vastgesteld.

  • 5.

    Bij het aanvullen van sleuven worden de grondsoorten aangebracht te worden in de oorspronkelijke lagen en hoedanigheid.

  • 6.

    Indien sleuven zijn geprojecteerd binnen 0,90 m van de kant asfaltverharding, en waarbij er geen trottoir maar een berm naast de asfaltweg ligt, wordt de sleuf aangevuld e verdicht met zand. Daarboven komt 0,20 m korrelmix en deze laag wordt vervolgens afgedekt met een laag teelaarde van minimaal 0,10 m tot 0,15 m.

  • 7.

    Ter plaatse van open wegverhardingen bestaat minimaal de bovenste 0,1 meter uit straatzand. Het toe te passen straatzand voldoet aan de Standaard RAW-bepalingen. Bij verhardingen van gebakken materialen en/of natuursteen bestaat minimaal de bovenste 0,1 meter uit brekerzand. Het toe te passen brekerzand voldoet aan de Standaard RAW-bepalingen.

  • 8.

    De dikte van de teelaarde- en zandlagen zijn gelijk aan de oorspronkelijke laagdikten. Teelaarde mag niet mechanisch worden verdicht.

  • 9.

    De werkzaamheden worden bij voorkeur uitgevoerd in een droge sleuf. Indien voor het onttrekken van grondwater een vergunning en/of melding is vereist, dan zorgt het nutsbedrijf hiervoor. Het nutsbedrijf draagt de kosten voor het verkrijgen hiervan en het voldoen aan de bepalingen ervan. Lozing van bronneringswater op het gemeentelijke rioolstelsel is in overleg mogelijk. De gemeente zal hiervoor mogelijk kosten in rekening brengen.

  • 10.

    Bij rijbanen, parkeervakken en fietspaden en alle overige voor gemotoriseerd verkeer toegankelijke verhardingen gebeurt de aanvulling ten allen tijde met zand (kwaliteit cunetzand volgens de Standaard RAW-bepalingen)

  • 11.

    Alle aanvullingen worden in lagen van maximaal 0,30 meter verdicht. De verdichting is zodanig dat de indringweerstand niet meer dan 2,5% afwijkt van die van de omringende grond.

  • 12.

    De controle van de verdichting tijdens de uitvoering mag gebeuren door een handsondeerapparaat, mits de conuswaarde wordt gerelateerd aan een, voor de te verdichten sleufaanvulling representatiefproefvlak.

  • 13.

    Incidenteel kan een fundering met milieutechnische randvoorwaarden voorkomen. Indien zogenaamde IBC-bouwstoffen zijn toegepast, wordt verstoring van de isolering voorkomen. Uitkomende IBC-bouwstof wordt op dezelfde plaats teruggebracht, dan wel afgevoerd naar een erkende verwerker

5.8 Bodemverontreiniging

  • 1.

    De gegevens van een historisch bodemonderzoek en de bodemkwaliteitskaart dienen te worden opgevraagd bij de gemeente tegen de kosten op basis van de Legesverordening.

  • 2.

    Partijen treden onmiddellijk in overleg wanneer vóór de aanvang van de werkzaamheden wordt vastgesteld of vermoed dat in het tracé sprake is van bodemverontreiniging.

    Dat gebeurt ook wanneer dit pas tijdens de uitvoering van de werkzaamheden blijkt. Bij dit voortgangsoverleg staan binnen de wettelijke kaders met betrekking tot bodemverontreiniging, de voortgang van het werk en het zo laag mogelijk houden van de maatschappelijke kosten voorop. Inspanningen reiken daarom niet verder dan dat wat wettelijk is vereist omdat het eigendom van de grond (inclusief verontreiniging) dikwijls bij de gemeenten ligt, de leidingen om niet in de gemeentelijke grond liggen en het initiatief tot graven bij de desbetreffende netbeheerder ligt, worden in principe de extra te maken kosten bij kabel- en leidingwerkzaamheden die in verband kunnen worden gebracht met de aanwezige bodemverontreiniging voor kosten van de netbeheerder.

  • 3.

    Indien verhaal op een derde (de veroorzaker van de bodemverontreiniging) mogelijk is, zal de netbeheerder actie ondernemen. Eventuele procedurekosten zullen - net als de eventuele door deze derde te betalen vergoeding - naar evenredigheid van de door partijen gedragen kosten, tussen partijen worden verdeeld.

  • 4.

    De netbeheerder dient op eigen kosten een asbestonderzoek te laten uitvoeren indien niet bekend is wat de funderingslaag bij asfaltverharding is.

 

5.9 Opnemen en herstel verharding

  • 1.

    De netbeheerder is verplicht de ondergrond en de (tijdelijke) verharding na afloop van de werkzaamheden minimaal weer terug te brengen in de hoedanigheid en kwaliteit zoals deze bestond voor het aanvangen van de werkzaamheden.

  • 2.

    Indien de gemeente zelf herstraat, moet de netbeheerder zorgen voor het instandhouden van de afzetting tot een maximale termijn van 2 werkdagen na gereedmelding van het werk. De gemeente is na deze termijn verantwoordelijk voor de afzetting. De netbeheerder zal de gemeente zo goed mogelijk informeren over het tijdstip waarop deze kan beginnen met het herstraten.

  • 3.

    Asfalt- en betonverhardingen worden tijdelijk hersteld met betonstraatstenen. Deze betonstraatstenen worden door de netbeheerder geleverd. De kosten hiervan zijn voor rekening van de gemeente Meerssen. De netbeheerder draagt tot 6 maanden na oplevering de zorg voor het tijdelijk herstelde gedeelte.

  • 4.

    Het openbreken van asfalt moet gebeuren door het asfalt aan de zijkanten tot de benodigde diepte en op klinkermaat breed in te zagen.

  • 5.

    Elementenverhardingen moeten na het aanbrengen ingeveegd worden met straatzand, met uitzondering van verhardingen van gebakken materialen en/of natuursteen. Wat betreft het invegen van deze materialen kunnen nadere eisen worden gesteld (bijvoorbeeld het invegen met brekerzand of voegvulling). Deze worden vooraf kenbaar gemaakt door de gemeente Meerssen.

  • 6.

    Schade aan verhardingen, ontstaan als gevolg van werkzaamheden aan kabels en/of leidingen, zal door de netbeheerder tot één jaar na oplevering, worden hersteld.

  • 7.

    De verwijderde bestrating dient na het dichten van de kabelsleuf op minimaal 0,05 m nieuw straatzand aangebracht te worden.

  • 8.

    Kapotte tegels en ander soort bestratingmateriaal moeten vervangen worden. Tekortkomend semi-bestratingmateriaal (grind, split e.d.) moet aangevuld worden. Indien er voor de aanvang schade is aan de verharding dient de netbeheerder dit te kunnen aantonen en aan de gemeente te melden, en zijn de herstel kosten voor de gemeente. Indien dit niet aangetoond kan worden zijn de kosten voor rekening voor de netbeheerder.

  • 9.

    Indien de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating verlangt het college specifiek schadeherstel.

 

5.10 Werkzaamheden in de nabijheid van groenvoorzieningen

  • 1.

    In openbare groenvoorzieningen worden de sleuven zodanig ontgraven, dat de bovengrond, gescheiden van de mindere kwaliteit ondergrond, wordt opgeslagen en bij het dichten van de sleuf weer bovenin wordt verwerkt.

  • 2.

    Bij het maken van sleuven door gazons of grasbermen of -stroken worden de graszoden vakkundig verwijderd en tijdelijk opgestapeld. Na aanvulling zullen de zoden goed aansluitend worden teruggeplaatst, met kruimelaarde afgedekt en zo nodig enige tijd nat gehouden. In onderling overleg kan voor een andere werkwijze worden gekozen.

  • 3.

    Beplanting mag niet worden opgenomen of verwijderd zonder instemming van de gemeente. Opgenomen beplanting moet worden ingekuild.

  • 4.

    De gemeente en de netbeheerder komen vóór aanvang van de werkzaamheden overeen welke maatregelen nodig zijn om schade aan de te handhaven beplanting te beperken. Ook bekijken ze welke te handhaven beplanting als waardevol wordt beschouwd.

  • 5.

    Voor de werkzaamheden bij bomen zijn van toe¬passing de bepalingen zoals vermeld op de folder “Boombescherming op bouwlocaties” (laatste uitgave) van de vereniging Stadswerk Nederland, Vakgroep Groen, Natuur en Landschap.

  • 6.

    Bij waardevolle beplanting moet graven in de wortelzone worden voorkomen.

  • 7.

    Indien voor nieuwe leidingen een tracé buiten de wortelzone niet mogelijk is, dan moet de wortelzone worden gepasseerd door het boren van mantelbuizen onder de wortelzone.

  • 8.

    Van te handhaven beplanting mogen wortels dikker dan 25 mm in diameter niet worden verwijderd. Vrijgegraven wortels moeten worden beschermd tegen uitdroging, vorst en beschadiging.

  • 9.

    Ontgravingen binnen de wortelzone van de te handhaven beplanting moeten zo snel mogelijk met uitkomende grond worden aangevuld.

  • 10.

    Het is verboden door of namens de netbeheerder te snoeien aan bomen of beplanting.

  • 11.

    Het inrichten van werkterrein binnen de wortelzone van de te handhaven beplantingen is in principe niet toegestaan.

  • 12.

    Na één groeiseizoen kan worden bekeken of en hoeveel schade is ontstaan aan de beplanting. Hierna kan alsnog de schade aan de veroorzaker in rekening worden gebracht, mits aantoonbaar door gemeente.

  • 13.

    In gevallen, waarin de hierboven benoemde bepalingen niet voldoen, komen partijen partijen een maatwerkoplossing overeen.

 

5.11 Gereedmelden werkzaamheden

  • 1.

    De netbeheerder informeert de gemeente binnen vijf werkdagen na het geheel gereedkomende werkzaamheden.

    De netbeheerder levert binnen deze vijf werkdagen de volgende gegevens aan de gemeente aan:

    • De lengte van de sleuf en de gemiddelde sleufbreedte zodat de gemeente de hoeveelheid straatwerk kan bepalen;

    • Het type straatwerk

  • Daarnaast kan de gemeente de netbeheerder vragen om additionele gegevens. De netbeheerder levert deze aan en dit kunnen onder andere zijn:

    • Z-maten van de kunstwerken of specials;

    • De verdichtingsmetingen

    • De gegevens van de rioolinspectie.

  • Alle zaken dienen aangeleverd te worden via MOOR.

  • 2.

    Bij het niet nakomen van het tijdig aanleveren van de gegevens kan de gemeente Meerssen een boete van €50,00 per dag opleggen.

6 Omgevingsmanagement

6.1 Informeren stakeholders

  • 1.

    De netbeheerder dient vooraf zelf te inventariseren welke stakeholders er zijn.

  • 2.

    Deze stakeholders dienen minimaal 7 dagen voor aanvang van de werkzaamheden op de hoogte gesteld te worden van de werkzaamheden middels een bewonersbrief volgens het format van de gemeente Meerssen. Deze is bij de gemeente op te vragen. In de brief dienen minimaal de volgende zaken vermeld te worden:

    • De aanleiding van de werkzaamheden;

    • De aard van de werkzaamheden;

    • De start- en einddatum van de werkzaamheden;

    • De exacte locatie van de werkzaamheden;

    • Welke aannemer de werkzaamheden gaat verrichten;

    • De eventueel te verwachten hinder;

    • De eventuele beperkingen in de bereikbaarheid;

    • De contactpersoon van de netbeheerder (de netbeheerder dient 24/7 bereikbaar te zijn i.v.m. calamiteiten).

  • 3.

    De stakeholders dienen ook geïnformeerd te worden over een eventuele vertraging van de werkzaamheden. Indien aan de orde dienen minimaal de volgende zaken vermeld te worden:

    • De reden van vertraging;

    • De verwachtte einddatum;

    • De eventueel te verwachten hinder;

    • De eventuele beperkingen in de bereikbaarheid;

    • De contactpersoon van de netbeheerder (de netbeheerder dient 24/7 bereikbaar te zijn);

  • 4.

    Netbeheerder dient de bewonersbrieven toe te voegen aan de melding/vergunning in MOOR.

  • 5.

    De bewonersbrieven dienen aan de gemeente Meerssen ter beoordeling voorgelegd te worden. De gemeente heeft recht om aanpassingen te laten doen in de brieven. De bewonersbrieven mogen pas verspreid worden als de gemeente hier toestemming voor gegeven heeft.

 

6.2 Verkeersmaatregelen

  • 1.

    De netbeheerder draagt zorg voor een veilige en deugdelijke uitvoering van de voorgeschreven verkeersmaatregelen zoals die zijn vastgelegd in de laatst gepubliceerde richtlijnen van de CROW voor werkzaamheden in uitvoering. De netbeheerder zorgt ervoor dat de uitvoering van het werk plaatsvindt conform alle van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en regelingen. Aanwijzingen van daartoe bevoegde instanties zoals politie, brandweer en gemeente Meerssen worden onverkort en per omgaande uitgevoerd.

  • 2.

    De netbeheerder dient bij de instemmingsaanvraag een tekening toe te voegen met de te nemen verkeersmaatregelen. Hierbij dienen, indien van toepassing, minimaal de volgende onderdelen weergegeven te worden:

    • De afzetting langs het werkvak;

    • De omleidingsroutes;

    • Alle overige te plaatsen tijdelijke bebording en afzettingen.

  • 3.

    Indien de gemeente het noodzakelijk acht, vooral bij afsluiten van belangrijke verkeerswegen, kan netbeheerder worden verplicht zoveel mogelijk ´s nachts of in de avonduren de werkzaamheden uit te voeren. In afwijking op hoofdstuk 6.3 in opdracht van de gemeente Meerssen.

  • 4.

    De netbeheerder dient bij de aanvraag en het indienen van het verkeersplan aan te geven of er voldoende ruimte overblijft voor hulpdiensten om te kunnen passeren. Indien er geen voldoende ruimte overblijft voor hulpdiensten dient dit minimaal vijf werkdagen voor de uitvoering kenbaar gemaakt te worden aan de hulpdiensten.

  • 5.

    Bij busroutes dient de netbeheerder vooraf afstemmen met de openbaar vervoerder Arriva of een eventuele opvolger. De gemeente Meerssen dient van deze afstemming op de hoogte gehouden te worden.

  • 6.

    Verkeersvoorzieningen, die tijdelijk geen dienst doen, dienen door netbeheerder terstond verwijderd c.q. afgedekt te worden tot het tijdstip dat deze weer nodig zijn.

  • 7.

    Indien de tijdelijke verkeersmaatregelen in een verharding aangebracht moeten worden dient het te verwijderen verhardingsmateriaal door de netbeheerder voor diens rekening te worden afgevoerd en na verwijderen van de verkeersmaatregel weer terug aangebracht te worden.

  • 8.

    Netbeheerder dient bij parkeerstroken, die moeten worden afgesloten in verband met de werkzaamheden van netbeheerder, 14 dagen voor aanvang van de werkzaamheden bebording te plaatsen met het aanvangstijdstip en de duur van de afsluiting. Deze bebording dient te worden geplaatst bij de desbetreffende parkeerstroken.

  • 9.

    De netbeheerder draagt zorg voor een regelmatige en voldoende controle op de instandhouding van verkeersborden, wegbebakening en –afzettingen, ook buiten de normale werktijden en dient zorg te dragen voor zo spoedig mogelijk herstel van deze verkeersmaatregel. Dit geldt voor alle verkeersmaatregelen welke met de uit te voeren werkzaamheden te maken hebben.

  • 10.

    De verkeersmaatregelen en voorzieningen mogen maximaal 72 uur voor aanvang van de werkzaamheden, afgedraaid, worden aangebracht. Het omdraaien mag pas twee uur voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden geschieden.

  • 11.

    Na afloop van de werkzaamheden dienen de verkeersmaatregelen en voorzieningen, direct zodra de situatie dit toelaat, weer te worden afgedraaid. Indien de werkzaamheden worden onderbroken en de situatie laat dit toe dan dienen de verkeersmaatregelen en voorzieningen te worden afgedraaid gedurende het staken van de werkzaamheden. Twee uur voor de hernieuwde opstart van het werk dient het afdraaien ongedaan gemaakt te worden.

  • 12.

    Tijdelijke bebording mag niet aangebracht worden aan bestaande verticale elementen inclusief lichtmasten.

  • 13.

    De netbeheerder draagt zorg voor de bereikbaarheid van woningen, winkels, openbare gebouwen e.d. voor (minder valide) voetgangers en (brom)fietsers en voor de brandkranen of brandputten. In overleg met de betrokkenen kan door de gemeente de mate van bereikbaarheid nader inhoud worden gegeven

  • 14.

    De gemeente heeft het recht om aanvullende maatregelen met betrekking tot de verkeersmaatregelen te laten treffen. De bijbehorende kosten komen voor rekening voor de netbeheerder.

  • 15.

    Enige schade die aan derden of eigendom van derden wordt toegebracht als gevolg van gebreken aan de verkeersmaatregelen komt voor rekening en risico van de netbeheerder.

  • 16.

    De netbeheerder houdt het gemotoriseerde bestemmingsverkeer naar woningen, winkels, bedrijven, bouwwerken, landerijen enz. in overleg met de betrokkenen zoveel mogelijk in stand. Indien met de betrokkenen geen overeenstemming kan worden bereikt over de beperking van de bereikbaarheid, treedt de netbeheerder tijdig, minimaal 3 weken vooraf, in overleg met de gemeente.

  • 17.

    Plaatsing van obstakels dient te voldoen aan CROW publicatie 130, “richtlijn voor het markeren van onverlichte obstakels”

  • 18.

    Alle kosten, die gepaard gaan met verkeersmaatregelen, zijn voor de netbeheerder.

 

6.3 Beperking overlast

  • 1.

    Werkzaamheden dienen op maandag t/m vrijdag plaats te vinden, tenzij in het instemmingbesluit anders is aangegeven. Spoedeisende werkzaamheden en calamiteiten mogen wel in de weekenden plaatsvinden op basis van de in hoofdstuk 3.4 gestelde voorwaarden.

  • 2.

    Het is niet toegestaan om op werkdagen voor 07.00 uur en na 18.00 uur opbreek- , graaf-, kabel-, aanvulling-, verdichting-, en/of bestratingswerkzaamheden uit hoofde van regulier werk in de openbare ruimte te verrichten, tenzij in het instemmingbesluit anders is aangegeven.

  • 3.

    Er mogen tussen 18.00 uur ‘s avonds en 7.00 uur s ’ochtends geen werkzaamheden worden uitgevoerd, tenzij in het instemmingbesluit anders is aangegeven.

  • 4.

    In de winkelstraten en evenementenpleinen mogen geen opbrekingen zijn of worden uitgevoerd gedurende de door het team VTH namens Burgemeester en Wethouders vergunde evenementen, inclusief de opbouw- en afbreekperiode.

    Een overzicht van de geplande activiteiten en evenementen is op te vragen bij de gemeente Meerssen.

  • 5.

    De dag voorafgaande aan een zaterdag, nationale feestdag(en) of andere door de gemeente vooraf aangewezen dagen dient uiterlijk om 12.00 uur het graven van sleuven en het leggen/trekken van kabels etc. te worden gestaakt en dient onverwijld over te worden gegaan tot het aanvullen en verdichten van sleuven en het opruimen van de werkomgeving. Om uiterlijk 16.00 uur moeten alle werkzaamheden gereed zijn.

  • 6.

    Netbeheerder dient een minimale voetgangersdoorloop van 1,20 meter te waarborgen vrij van obstakels. Is dit niet mogelijk dan dient een veilige oversteek te worden gerealiseerd.

  • 7.

    Netbeheerder dient te alle tijde een vrije verkeersdoorgang te waarborgen van:

    • 3,50 meter op rechte stukken wegen;

    • 4,50 meter in bochten voor de hulpdiensten en de brandweer.

  • Indien dit niet mogelijk is dienen er aanvullende maatregelen getroffen te worden.

  • 8.

    Netbeheerder dient alles te doen wat op grond van de meest actuele inzichten redelijkerwijs mogelijk is en verwacht mag worden om hinder als gevolg van bv. lawaai, stank, modder e.d. veroorzaakt door voertuigen, machines, apparaten etc. tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Indien netbeheerder bij hoge uitzondering door de gemeente wordt toegestaan ‘s avonds c.q. ‘s nachts te werken is netbeheerder verplicht in verband hiermee aanwijzingen van de gemeente op te volgen en zelf zorg te dragen voor de benodigde aanvullende instemmingen/ontheffingen.

  • 9.

    Op plaatsen waar ten gevolge van de werkzaamheden de rijweg, trottoirs of fietspaden verontreinigd zijn, dienen na aanvulling van de sleuf direct te worden schoongemaakt. Enige schade die aan derden of eigendom van derden wordt toegebracht als gevolg van het niet-tijdig schoonmaken van de rijwegen, trottoirs of fietspaden, is voor rekening en risico van de netbeheerder.

    De gemeente Meerssen heeft, indien zij het noodzakelijk vinden, het recht om de rijweg, trottoirs of fietspaden vaker te laten reinigen. De kosten komen voor de rekening van de netbeheerder.

7 Vervallen kabels en leidingen

  • 1.

    De netbeheerder blijft ten allen tijde eigenaar van en verantwoordelijk voor de vervallen kabels en leidingen.

    Vervallen leidingen moeten altijd door de betreffende netbeheerder fysiek van het net worden afgekoppeld, waarbij vervallen gasleidingen volledig ontgast moeten zijn.

  • 2.

    Kabels en leidingen van de netbeheerder die door het instemmingsplichtige werk blijvend buiten gebruik zijn gesteld dan wel kabels en leidingen die de afgelopen 10 jaar geen dienst hebben gedaan/niet in gebruik zijn genomen, dienen te worden verwijderd. De gemeente zal besluiten hoe de netbeheerder dient te handelen, waarbij als uitgangspunt geldt dat de netbeheerder op zijn kosten deze verlaten kabels en leidingen moet verwijderen op een door de gemeente aan te geven tijdstip

  • 3.

    Een vervallen kabel of leiding moet worden verwijderd indien deze bij graafwerkzaamheden over een lengte van meer dan 10 meter wordt vrij gegraven. Het verwijderen en afvoeren van een vrij gegraven kabel of leiding gebeurt op kosten van het netwerkbedrijf.

  • 4.

    Indien de gemeente na overleg met de eigenaar, een kabel of leiding verwijdert, dan moet het betreffende netwerkbedrijf binnen een week na verwijdering worden geïnformeerd.

  • 5.

    Gesloten netwerken zullen door de gemeente Meerssen worden verwijderd als deze zijn vervallen. Daartoe zal door de gemeente Meerssen, na oplevering, een verwijderingsbijdrage (de kosten van verwijderen) in rekening worden gebracht bij de netbeheerder.

8 Schade en aansprakelijkheid

8.1 Schade

  • 1.

    Netbeheerder zal de redelijkerwijs mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden ten gevolge van het werk schade lijden.

  • 2.

    Schade aan gemeentelijke of andere eigendommen dient te worden vermeden. Mochten toch beschadigingen optreden dan dient netbeheerder deze direct te melden aan de toezichthouder kabels en leidingen van de gemeente Meerssen en/of aan de beheerder van het beschadigde eigendom. Hierna geeft netbeheerder zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen 24 uur nadat hem daarvan is gebleken, schriftelijk kennis aan de gemeente.

  • 3.

    Het herstel van de schade vindt plaats in overleg en voor rekening van de veroorzaker. Uitgangspunt bij het herstel van de (voorziene) schade als gevolg van de werkzaamheden is dat de netbeheerder de situatie in oorspronkelijke staat herstelt. Daarop zijn ook de instemmingvoorwaarden en deze uitvoeringsvoorschriften gericht. De herstelwerkzaamheden worden vergoed door de veroorzaker.

  • 4.

    Echter, niet alle schades die de gemeente als gevolg van leidingwerkzaamheden lijdt kunnen door de vastgestelde schadetarieven worden gedekt. Dit is het geval bij:

    • Schade bij groenwerkzaamheden;

    • Schade die ontstaat buiten de sleuf;

    • Verborgen gebreken.

  • 5.

    In geval van schade of vervanging aan/van groenvoorzieningen zal de afdeling Ruimte voor herstel c.q. vervanging zorgdragen. De marktconforme kosten hiervan zullen voorafgaand aan het herstel worden geraamd en worden doorbelast aan de netbeheerder.

  • 6.

    Schade aan groenwerkzaamheden is aan de orde in de volgende situaties:

    • Werkzaamheden waarbij de overlevingskans van de aanwezige beplanting gering is en dus moet worden vervangen;

    • Werkzaamheden waarbij dicht in de buurt van bomen moet worden gewerkt;

    • Aantasting (ecologische) kwaliteit groeiplaats.

  • In deze gevallen zullen al vóór het verstrekken van de instemming specifieke afspraken worden vastgelegd.

  • 7.

    De schade aan bomen wordt vastgesteld op basis van:

    • Indien mogelijk, de werkelijke kosten van de schade;

    • Indien niet mogelijk: Richtlijnen NVTB (Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen) Versie 2010.

  • De gemeente Meerssen beslist welke optie van toepassing is.

  • 8.

    Van schade welke ontstaat buiten de sleuf is sprake als ten gevolge van werkzaamheden schade ontstaat buiten de sleuf (aan materialen, lantaarnpalen, verkeerslichten, geparkeerde auto’s, e.d.). Voor zover het gemeentelijke eigendommen betreft zal de gemeente deze schade verhalen op netbeheerder. Afhankelijk van de specifieke situatie kan het wenselijk zijn dat er, voorafgaand aan de werkzaamheden, een gezamenlijke schouw en vastlegging plaatsvindt.

  • Ontstane schades zullen zoveel mogelijk door de toezichthouder van de afdeling Ruimte worden vastgelegd in een schaderapport en op foto.

  • 9.

    Verborgen gebreken is de definitie voor buitenproportionele verzakking van straatwerk (met opgeleverde en goedgekeurde verdichte sleufaanvulling). Als norm voor “buitenproportioneel” wordt een verzakking aangehouden van meer dan 0,03 m, welke zich binnen één jaar na het eerste herstel voordoet (CROW-norm voor “ernstige schade”).

 

8.2 Aansprakelijkheid

  • 1.

    Voortvloeiend uit het Burgerlijk Wetboek en ondanks de instemmingverlening door de gemeente en/of goedkeuring door andere bevoegde instanties, acht de gemeente de netbeheerder aansprakelijk voor toerekenbare schade veroorzaakt in of tijdens de uitvoering van het werk.

  • 2.

    Schade die de netbeheerder, grondroerder en/of derden lijden doordat, vanwege afwijking op de door of namens gemeente gegeven aanwijzingen en richtlijnen, leidingen van verschillende netbeheerders in lengterichting boven elkaar of te dicht bij elkaar zijn of worden gelegd, komt niet voor rekening van de gemeente.

  • 3.

    De gemeente acht de netbeheerder, conform het aansprakelijkheidsrecht, aansprakelijk voor aanspraken van derden wegens schade, die het gevolg is van het (ver)leggen, verwijderen, repareren e.d. van leidingen in opdracht van de netbeheerder.

  • 4.

    De gemeente acht de netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder aansprakelijk voor de toerekenbare schade aan gemeente-eigendommen die het gevolg is van het (ver)leggen, verwijderen repareren e.d. van leidingen in zijn/haar opdracht. Bij gecombineerde leidingaanleg gaat de gemeente conform het Burgerlijk Wetboek uit van hoofdelijke aansprakelijkheid van de deelhebbende bedrijven jegens de gemeente.

  • 5.

    Het bepaalde in lid 3 en 4 geldt evenzeer indien het (ver)leggen c.q. verwijderen van kabels en leidingen wordt uitgevoerd in opdracht van c.q. op verzoek van de gemeente.

  • 6.

    Leidingen die zijn gelegd in afwijking van aanwijzingen, richtlijnen e.d. van de gemeente dienen op eerste aanzegging door de gemeente door en voor rekening van de betreffende netbeheerder, te worden verlegd naar de door de gemeente aan te geven plaats c.q. hoogte.

 

8.3 Verzekeringen

  • 1.

    Netbeheerder, of zijn gemachtigde grondroerder, dient een Construction All Risk verzekering af te sluiten, welke dekking voldoende dekking biedt voor:

    • beschadiging, verlies of vernietiging van het werk, waaronder de voor het werk bestemde materialen;

    • het risico van aansprakelijkheid voor schade aan goederen van de gemeente Meerssen en derden, en de daaruit voortvloeiende gevolgschade, alsmede voor dood en/of lichamelijk letsel van personen, veroorzaakt door de uitvoering van het werk.

  • 2.

    De dekking van de bouwverzekering loopt minstens vanaf de dag dat dit werk op het werkterrein een aanvang neemt tot het eind van de onderhoudsperiode.

  • 3.

    De gemeente hanteert een standaard onderhoudstermijn van 12 maanden na schriftelijke acceptatie van het werk de gemeente.

  • 4.

    Onverminderd het in voorgaande artikelen van deze paragraaf bepaalde zullen netbeheerder en haar mede- en onderaannemers voor eigen rekening zorg moeten dragen voor de verzekeringen tegen schade als gevolg van Wettelijke Aansprakelijkheid welke voortvloeit uit het gebruik van aannemersmateriaal bij de uitvoering van het werk.

  • 5.

    Objecten waarvoor een verzekeringsplicht krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorvoertuigen (WAM) geldt, dienen in overeenstemming met de voorschriften van de WAM, evenals tegen het werkrisico verzekerd te zijn. Alleen door de in de vorige zin bedoelde verzekering gedekte motorrijtuigen mogen voor het werk worden gebruikt.

 

8.4 Veiligheid

  • 1.

    Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving ten aanzien van veiligheid en arbeidsomstandigheden. De op dit gebied van kracht zijnde voorschriften moeten op het werk beschikbaar zijn.

  • 2.

    Het personeel dat bij de werkzaamheden is betrokken moet zijn geïnstrueerd met betrekking tot de op de bouwplaats geldende wetten en regels ten aanzien van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Leidinggevend personeel van de uitvoerende partij en de netbeheerder moeten erop toezien dat de van toepassing zijnde voorschriften worden nageleefd.

  • 3.

    Het personeel dat bij de werkzaamheden is betrokken moet zijn geïnstrueerd met betrekking tot de op de bouwplaats geldende V&G plan. Leidinggevend personeel van de uitvoerende partij en de netbeheerder moeten erop toezien dat het gestelde in het plan stip worden nageleefd.

  • 4.

    De toezichthouder van de gemeente Meerssen controleert vanuit de publieke taakstelling van de gemeente of het werk veilig wordt uitgevoerd en is bevoegd om, bij onveilige situaties, correctieve maatregelen te af te dwingen. Mogelijke kosten die hier uit voorkomen komen voor de rekening van de netbeheerder.

9 Weesleidingen

  • 1.

    De omgang met weesleidingen dient te voldoen aan de WIBON bepalingen.

  • 2.

    Indien bij werkzaamheden weeskabels en/of weesleidingen worden aangetroffen dient te worden gehandeld conform de WIBON en daarnaast is het mogelijk om deze tevens te melden bij de kabel- en leidingencoördinator van de gemeente Valkenburg aan de Geul, waarbij deze kan worden verzocht de weeskabel- en/of -leiding te (laten) verwijderen. In het laatste geval zal de gemeente binnen 1 werkdag, als mogelijk via het digitaal K&L platform, kenbaar maken of de kabel/leiding (voor kosten van de gemeente) moet worden verwijderd, waarbij de gemeente een veiligheidsknip op weeskabels of een veiligheidsaanboring op weesleidingen zal laten uitvoeren.

10 Inwerkingtreding Handboek Kabels en leidingen 2024

10.1 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit treedt in werking op de dag na bekendmaking van het besluit.

10.2 Ondertekening

Dit Handboek wordt aangehaald als:

Handboek Kabels en Leidingen 2024 gemeente Meerssen.

Aldus vastgesteld door het college op de collegevergadering van 31-10-2023.

De Secretaris,

De Burgemeester,