Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veendam

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam 2024
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 35 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

18-12-2023

gmb-2024-4671

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam 2024

De raad van de gemeente Veendam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023

 

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

B e s l u i t :

vast te stellen de

 

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam”

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin, als voldaan wordt aan de voorwaarden, gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • 2.

    algemeen urnengraf: [gereserveerd];

  • 3.

    asbus of aszak: een voorwerp ter berging van as van een overledene;

  • 4.

    begraafplaatsen: de begraafplaatsen ‘Centrum’, ‘Buitenwoelhof’ en ‘Dalweg 36’;

  • 5.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • 6.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam;

  • 7.

    enkeldiep graf: een graf met één begraaflaag waarin ten hoogste één lijk of twee asbussen kunnen worden bijgezet;

  • 8.

    dubbelgraf: een graf met één begraaflaag waarin ten hoogste twee lijken of twee keer twee asbussen kunnen worden bijgezet. Een dubbelgraf bestaat uit twee naast elkaar gelegen grafruimten.

  • 9.

    dubbeldiep graf: een graf met twee begraaflagen waarin ten hoogste twee lijken of twee keer twee asbussen kunnen worden bijgezet. Een dubbeldiep graf bestaat uit twee boven elkaar gelegen grafruimten.

  • 10.

    eigenaar: Een natuurlijk persoon of rechtspersoon die eigenaar en daarmee zeggenschap en verantwoordelijkheid heeft over de gekozen grafbedekking.

  • 11.

    gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • 12.

    gegevensbeheerder: de medewerker die belast is met het beheer van de gegevens van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • 13.

    graf: een zandgraf of een keldergraf, bestaande uit één of meerdere grafruimten.

  • 14.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf;

  • 15.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • 16.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, urnen of aszakken;

  • 17.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, urnen of aszakken;

  • 18.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, urnen of aszakken;

  • 19.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een particulier urnengraf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • 20.

    urn: een voorwerp ter berging van as van een overledene ;

  • 21.

    urnament: een kunstwerk op een urnenzuil;

  • 22.

    particuliere urnenzuil: een kolom waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of aszakken. Elke urnenzuil is voorzien van een urnament.

  • 23.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht is verleend om daarop as te verstrooien.

 

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' verstaan: particulier- graf, urnengraf, urnennis, urnenzuil en familiegraf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' verstaan: algemeen graf en verstrooiingsplaats.

 

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3. Openstelling begraafplaats(en)

  • 1.

    De begraafplaats(en) is (zijn) voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

 

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:

    • a.

      anders dan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

 

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

 

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast. Door de gemeente wordt gedurende het opgraven van lijken en de ruiming van graven de begraafplaats afgesloten, het graf zandvrij gemaakt en toezicht gehouden op de werkzaamheden

 

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

 

Artikel 8. Gebouwen en muziekinstallatie

(gereserveerd)

 

Artikel 9. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven, het registratieformulier en het aanmeldformulier zijn overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Tot bezorging van as wordt niet overgegaan dan nadat de crematieverklaring en het aanmeldformulier zijn overlegd aan de beheerder.

  • 3.

    Het aanmeldformulier zoals genoemd in lid 1 en 2 van dit artikel dient te zijn ondertekent door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een nieuwe rechthebbende.

  • 4.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 5.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 6.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

 

 

 

Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as op de gemeentelijke begraafplaatsen is: op werkdagen van 09:00 uur tot 15:00 uur; op zaterdag van 09:00 uur tot 12:00 uur;

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

 

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 11. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      algemene graven;

    • b.

      particuliere graven;

    • c.

      particuliere kindergraven;

    • d.

      particuliere urnengraven;

    • e.

      particuliere urnennissen;

    • f.

      particuliere urnenzuilen;

    • g.

      particuliere familiegraven.

    • h.

      op de begraafplaatsen Buitenwoelhof en Dalweg 36 bestaat bovendien de mogelijkheid tot het doen verstrooien van as.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 3.

    Het is niet toegestaan om as te verstrooien over een graf.

 

Artikel 12. Aantal overledenen in algemene en particuliere graven

  • 1.

    Het aantal lijken of asbussen, urnen of aszakken als bedoeld in artikel 11 lid 1 van deze verordening bedraagt voor:

    • a.

      algemene graven: uitsluitend één lijk;

    • b.

      particuliere graven: ten hoogste één lijk of twee asbussen, urnen of aszakken per grafruimte;

    • c.

      particuliere kindergraven: ten hoogste één lijk of twee asbussen, urnen of aszakken;

    • d.

      particuliere urnengraven: ten hoogste twee asbussen, urnen of aszakken;

    • e.

      particuliere urnennissen: ten hoogste twee asbussen, urnen of aszakken;

    • f.

      particuliere urnenzuilen: ten hoogste twee asbussen, of aszakken;

    • g.

      particuliere familiegraven: ten hoogste zes lijken of zes keer twee asbussen, urnen of aszakken.

  • 2.

    Voor het aantal lijken of asbussen, urnen of aszakken in particuliere graven zoals aangegeven in lid 1 sub b van dit artikel geldt dat een combinatie van een lijk en asbussen, urnen of aszakken in een graf is toegestaan waarbij rekening moet worden gehouden met dat ten hoogste twee asbussen, urnen of aszakken in de plaats kunnen treden van één lijk.

  • 3.

    De begraafplaatsbeheerder kan, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen verzoek, toestemming verlenen voor het bijzetten van één asbus, urn of aszak in een grafruimte met één lijk, mits dit technisch uitvoerbaar is.

 

Artikel 13. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    Behoudens familiegraven worden ‘particuliere graven’ voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Op verzoek bestaat de mogelijkheid om buiten volgorde van ligging te begraven. De begraafplaatsbeheerder bepaalt samen met de nabestaande de plek en kijkt of dit technisch uitvoerbaar is en er geen andere belemmeringen zijn.

 

Artikel 13a. Reserveren graven

  • 1.

    Het reserveren van een graf kan uitsluitend voor een uitgifteduur van onbepaalde tijd.

  • 2.

    Indien een rechthebbende een graf wil reserveren, dient deze daartoe schriftelijk een verzoek in bij de begraafplaatsbeheerder.

  • 3.

    De begraafplaatsbeheerder reserveert op verzoek het ‘particuliere graf’ voor onbepaalde tijd, voor zover de bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

 

Artikel 14. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

 

Artikel 15. Termijnen uitgifte en verlengen

  • 1.

    Uitgifte ‘particulier graf’: Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien jaar, twintig jaar, veertig jaar of onbepaalde tijd het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2.

    Verlengen ‘particulier graf’: Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf of tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Uitgifte particuliere urnennis: Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, vijftien of twintig jaar, het recht op een urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop de urnennis is uitgegeven.

  • 4.

    Verlengen particuliere urnennis: Het in het derde lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van vijf of tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 5.

    Uitgifte particuliere urnenzuil: Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van vijf jaar, het recht op een urnenzuil. De termijn begint te lopen op de datum waarop de urnenzuil is uitgegeven.

  • 6.

    Verlengen particuliere urnenzuil: Het in het vijfde lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van vijf jaar mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 7.

    Het college kan, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen verzoek, het recht op een ‘particulier graf’ dat voor een bepaalde termijn is verleend als bedoeld in lid 1 van dit artikel, omzetten naar onbepaalde tijd.

 

Artikel 16. Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder. Een grafkelder is alleen toegestaan bij graven voor onbepaalde tijd.

 

Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Een grafrecht van een ‘particulier graf’ kan worden overgedragen door overlegging van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerd partner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorennoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of geregistreerde partner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag binnen 12 maanden na het overlijden van de rechthebbende wordt gedaan. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van twaalf maanden, is het college bevoegd het recht op het ‘particuliere graf’ te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van twaalf maanden kan het college het ‘particuliere graf’ alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een ‘particulier graf’ dat inmiddels is geruimd.

 

Artikel 18. Afstand doen van graven

  • 1.

    De rechthebbende kan schriftelijk afstand doen van het recht op het ‘particuliere graf’. Daarmee vervallen de rechten van het graf aan de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende. De restitutie is geregeld in de aanverwante verordening, zoals bedoeld in artikel 31 van deze verordening.

  • 2.

    Indien een rechthebbende afstand doet van een urnennis, urnengraf of urnenzuil en geen afstand heeft gedaan van de urn of asbus, dan heeft deze gedurende één jaar na het doen van afstand van het grafrecht de mogelijkheid tot afhalen van de urn of asbus.

  • 3.

    Het tweede lid is niet van toepassing wanneer de rechthebbende schriftelijk afstand heeft gedaan van de urn of asbus. In dat geval mag de urn of asbus ook aan een andere belanghebbende beschikbaar worden gesteld.

  • 4.

    Is de urn of asbus na één jaar na het doen van afstand van het grafrecht niet afgehaald, dan gaat de gemeente over tot het verstrooien van de as.

 

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 19. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college. Bij elke verandering of vervanging van het bestaande gedenkteken geldt een meldingsplicht.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan. De rechthebbende van een particulier graf geeft bij elke verandering of vervanging van het bestaande gedenkteken uitvoering aan de meldingsplicht door het invullen en toezenden van een meldingsformulier.

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard, de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4.

    Het college kan de vergunning of melding weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

 

Artikel 20. Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    De gemeente voorziet in het onderhoud van de begraafplaats , anders dan het onderhoud óp ‘particuliere graven’.

  • 2.

    Het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken geschiedt door of namens de rechthebbende of de gebruiker.

 

Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende of de eigenaar

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de eigenaar van de grafbedekking.

  • 2.

    De rechthebbende of de eigenaar is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Indien de rechthebbende of de eigenaar nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de rechthebbende of de eigenaar per brief verzoeken de grafbedekking alsnog te onderhouden of te herstellen binnen de door het college gestelde termijn. Dit verzoek per brief wordt gedaan als de grafbedekking het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of als de grafbedekking gevaar kan opleveren voor derden. Als er aan dit verzoek geen gehoor wordt gegeven, vervalt de grafbedekking aan de gemeente en kan de begraafplaatsbeheerder de grafbedekking deels of geheel (laten) verwijderen en afvoeren. De eventueel gemaakte kosten worden verhaald op de rechthebbende.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de eigenaar door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking en de aankondiging van verwijdering. Wanneer het adres van de rechthebbende of de eigenaar niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

 

Artikel 22. Niet-blijvende grafbeplanting

Niet blijvende beplanting op een ‘particulier graf’ zoals losse bloemen, planten en kransen kunnen, wanneer ze verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op enige vergoeding.

 

Artikel 23. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1.

    Indien de grafbedekking niet voor het verstrijken van de grafrechttermijn is afgehaald door de rechthebbende of de eigenaar, vervalt deze aan de gemeente.

  • 2.

    De gemeente kan na het verstrijken van de grafrechttermijn de grafbedekking verwijderen, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

 

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN, URNENNISSEN EN URNENZUILEN

Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Wanneer het grafrecht is vervallen aan de gemeente en de grafbedekking is verwijderd, kan het graf door het college worden geruimd.

  • 2.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke overblijfselen te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met stoffelijke overblijfselen worden geconfronteerd. De verwijdering van het monument en de daadwerkelijke opgraving of ruiming dient door een daartoe bij de Branche Vereniging Ondernemers Begraafplaatsbeheer (BVOB) aangesloten en gecertificeerde (natuurlijk) (rechts-)persoon te worden uitgevoerd waarop de gemeente tijdens deze werkzaamheden toezicht houdt.

  • 3.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke overblijfselen worden herbegraven en de as wordt verstrooid op één van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 4.

    Opgraving algemeen graf: Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de verplichte grafrusttermijn van 10 jaar bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de stoffelijke overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. De burgemeester beoordeelt de aanvraag en beslist of de vergunning wordt verleend.

  • 5.

    Schudden particulier graf: De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke overblijfselen te doen verzamelen, om deze opnieuw in of onder dezelfde grafruimte te doen plaatsen. Dit heeft tot doel één grafruimte opnieuw beschikbaar te maken voor bijzetting. Dit verzoek tot schudden van het graf wordt slechts eenmaal per graf toegestaan en is enkel mogelijk als er nog grafrechten rusten op het graf en het schudden technisch uitvoerbaar is.

  • 6.

    Opgraving particulier graf: De rechthebbende op een ‘particulier graf’ kan bij de beheerder een aanvraag indienen voor een vergunning om de stoffelijke overblijfselen te doen verzamelen om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De burgemeester beoordeelt de aanvraag en beslist of de vergunning wordt verleend.

  • 7.

    Asbus of urn: De rechthebbende op een particulier urnengraf, een urnennis of urnenzuil kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de asbus, urn of aszak ter beschikking te houden om elders bij te zetten of de as te doen verstrooien.

 

HOOFDSTUK 7. GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP

 

 

(gereserveerd)

 

HOOFDSTUK 8. IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN URNENNISSEN, EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 26. Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven en urnennissen zoals bedoeld in artikel 11, lid 1, onder a tot en met f van deze verordening, die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Het college stelt voorschriften vast voor het bijhouden van een lijst, als bedoeld in het vorige lid.

  • 3.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 4.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

 

HOOFDSTUK 9. INRICHTING REGISTER

Artikel 27. Voorschriften

  • 1.

    Het college stelt voorschriften vast voor de begraafplaatsadministratie en de administratie wordt bijgehouden door een door het college aangewezen gegevensbeheerder.

  • 2.

    Het beheer van de begraafplaatsen wordt bijgehouden door een door het college aangewezen beheerder die hiervan ook een administratie zal bijhouden.

 

HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN

Artikel 28. Intrekking oude regeling

De verordening voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Veendam, vastgesteld op

19 december 2022, nummer 2022R0079, wordt ingetrokken.

 

Artikel 29. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Veendam vastgesteld op 19 december 2022, gelden als besluiten genomen krachtens de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam, vastgesteld op 18 december 2023.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Veendam vastgesteld op 19 december 2022 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam, vastgesteld op 18 december 2023, toegepast.

 

Artikel 30. Strafbepaling

  • 1.

    Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Overtreding van artikelen 3 en 4 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 31. Aanverwante Verordening

In de “Verordening lijkbezorgingsrechten” wordt jaarlijks door de raad regels voor de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten voor het desbetreffende belastingjaar gegeven.

 

Artikel 32. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

 

Artikel 33. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

 

“Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veendam”.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2023,

De voorzitter, De griffier,

mr. S.E. Korthuis A.A. Swart