Organisatie | Bedrijvenschap Hoefweg |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie van Bedrijvenschap Hoefweg |
Citeertitel | Financiële verordening Bedrijvenschap Hoefweg 2023 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2024 | nieuwe regeling | 14-12-2023 |
Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Bedrijvenschap Hoefweg;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gelet op de Gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap Hoefweg;
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie van Bedrijvenschap Hoefweg.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 2. Begroting en verantwoording
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen acht weken na toezending van de conceptbegroting en -meerjarenraming het Dagelijks Bestuur van hun reacties doen blijken. Het Dagelijks Bestuur voegt de reactie alsmede zijn commentaar op de reactie bij de conceptbegroting en -meerjarenraming, zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het investeringskrediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Indien de directie voorziet dat een geautoriseerd budget dreigt te worden overschreden, wordt dit door de directie in de eerstvolgende vergadering gemeld. De directie voegt hierbij, indien noodzakelijk, een voorstel voor wijziging van de begroting, met inachtneming van artikel 35, lid 5 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting van de GR is geautoriseerd, legt het Dagelijks Bestuur vooraf aan het aangaan van verplichtingen een voorstel aan het Algemeen Bestuur voor ter vaststelling van een investeringskrediet. Bedoeld voorstel geeft tevens aan de voorgestelde dekking.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
De rapportage gaat in op de gerealiseerde cijfers van het 1e halfjaar en op afwijkingen (groter dan € 100.000), zowel wat de lasten als baten betreft, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is, de (maatschappelijke) effecten. In de rapportage wordt er een actuele prognose gepresenteerd van het verwacht financieel resultaat met betrekking tot het lopend begrotingsjaar.
Wanneer het Rijk de gemeenschappelijke regeling bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert de directeur het Dagelijks Bestuur of een aanpassing van de begroting nodig is. Als de directeur een aanpassing nodig acht, doet de directeur een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 9. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 10. Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
Hoofdstuk 4. Financieel beleid
Artikel 12. Waardering en afschrijving vaste activa
Artikel 13. Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.
Artikel 15. Financieringsfunctie
Het Algemeen Bestuur stelt in een treasurystatuut de kaders vast voor de uitvoering van de financieringsfunctie, de taken, bevoegdheden en de verantwoordingsrelaties, en de bijbehorende regels die het hanteert voor het dagelijks beheer van koersrisico’s en valutarisico’s, kredietrisico’s en relatiebeheer alsmede de administratie en interne controle van de financieringsfunctie.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het Dagelijks Bestuur in ieder geval op de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Artikel 17. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het Dagelijks Bestuur naast de tenminste verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten op de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen en de beschrijving van beheersmaatregelen, zoals verzekeringen, voorzieningen het weerstandsvermogen of anderszins.
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het Dagelijks Bestuur tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.
Hoofdstuk 6. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het Dagelijks Bestuur zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het Dagelijks Bestuur maatregelen tot herstel.