Organisatie | Krimpen aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Delegatiebesluit vaststellen en wijzigen omgevingsplan gemeente Krimpen aan den IJssel 2023 |
Citeertitel | Delegatiebesluit vaststellen en wijzigen omgevingsplan gemeente Krimpen aan den IJssel 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 14-12-2023 | 1298383 |
Artikel 1 Delegeren bevoegdheden vaststellen en wijzigen van het omgevingsplan
De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid tot vaststelling en wijzigen van het omgevingsplan in de volgende gevallen:
Artikel 2 Overzicht genomen besluiten
Het college overlegt aan de raad eenmaal per jaar een overzicht van de krachtens delegatie genomen besluiten.
Dit besloot de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 14 december 2023.
voorzitter
J.J. Luteijn
griffier
mr. O. Vliegenthart
Op grond van artikel 2.8 van de Omgevingswet kan de raad de bevoegdheid om het omgevingsplan vast te stellen delegeren aan het college. Het delegatiebesluit is een losstaand besluit en maakt geen onderdeel uit van het omgevingsplan. Het delegatiebesluit kan dus ook worden aangepast los van het omgevingsplan.
Om in de toekomst het omgevingsplan te kunnen aanpassen is een casco omgevingsplan nodig (een vaste structuur voor regels). Daarmee weten initiatiefnemers hoe zij moeten werken aan het wijzigen van het Omgevingsplan van Krimpen aan den IJssel. Het casco Omgevingsplan bevat een indeling van onderwerpen waar inhoudelijke regels aan toegevoegd kunnen worden. Feitelijk is het een inhoudsopgave. Over de inhoudelijke regels beslist de gemeenteraad op een later moment.
1.2 Omzetten onherroepelijke Omgevingsvergunning
De Omgevingswet bepaalt dat de verleende vergunningen, waarbij is afgeweken van het omgevingsplan (zg. afwijkactiviteiten) binnen vijf jaar worden verwerkt in het omgevingsplan. Deze verplichting geldt voor activiteiten die blijvend (niet tijdelijk) in strijd zijn met het omgevingsplan. Het doel van deze regeling is dat het omgevingsplan een actueel, integraal en consistent geheel blijft. In de geest van de Omgevingswet is het belangrijk om afwijkactiviteiten op vlotte en consistente wijze in te passen in het omgevingsplan, zodat niet enkel sprake is van een administratieve ad hoc verwerking van de toegestane activiteit. Dit zal waarschijnlijk periodiek plaatsvinden.
1.3 Juridisch-technische wijzigingen, redactionele aanpassingen en correcties
Hieronder worden wijzigingen verstaan die het omgevingsplan actueel houden. Dit zijn acties waarbij geen inhoudelijke keuzes worden gemaakt, maar die nodig zijn om de tekst beter leesbaar te kunnen maken of te verduidelijken. Het gaat niet om inhoudelijke of beleidsmatige aanpassingen, maar wijzigingen die nodig zijn om de plantekst up-to-date te houden, dan wel beter leesbaar te maken.
1.4 Instructieregels Rijk of provincie
Dit zijn planwijzigingen als gevolg van wijzingen van instructieregels door het Rijk of de provincie. Gemeenten dienen zich te houden aan deze instructieregels. Om deze reden zal wijziging van een instructieregel leiden tot wijziging van het omgevingsplan.
1.5 In overeenstemming brengen met vastgesteld beleid
Deze bevoegdheid ziet toe op planwijzigingen die voortvloeien uit vastgesteld raadsbeleid. Het gaat dan vaak om beleidsdocumenten die kaderstellend van aard zijn zoals beleidsregels of daarmee naar aard en strekking te vergelijken documenten. Zodra de gemeenteraad beleidsregels heeft vastgesteld die zien op de fysieke leefomgeving kan het college deze doorvertalen in het omgevingsplan. Daarmee wordt dubbele besluitvorming voorkomen.
1.6 Het aanwijzen, wijzigen of schrappen van gemeentelijke monumenten
Gemeentelijke monumenten moeten volgens de Omgevingswet in het omgevingsplan opgenomen worden. Het toedelen van de functie monument aan een locatie (voorheen: het aanwijzen van een gemeentelijk monument) is volgens de Erfgoedverordening een collegebevoegdheid. In het kader van de Omgevingswet dienen verordeningen in het omgevingsplan opgenomen te worden. Tot het moment dat het tijdelijk omgevingsplan wordt omgezet in een omgevingsplan (uiterlijk 2032) en alle gemeentelijke verordeningen hierin opgenomen zijn, kunnen nieuwe gemeentelijke monumenten nog worden aangewezen op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening. Na de overgangsperiode zal het aanwijzen van gemeentelijke monumenten geregeld worden door deze op te nemen in het omgevingsplan. Aangezien de bevoegdheid tot het aanwijzen van monumenten reeds bij het college ligt, ligt het voor de hand dat het college ook verantwoordelijk is voor het wijzigen van het omgevingsplan door het opnemen van een aangewezen monument.
1.6 Omzetten verordeningen naar het Omgevingsplan
De Omgevingswet bevat voor de gemeenteraad de verplichting om voor het gehele gemeentelijk grondgebied één omgevingsplan vast te stellen waarin regels over de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. Deze verplichting geldt ook voor bepaalde regels over de fysieke leefomgeving die in gemeentelijke verordeningen zijn gesteld. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet blijven deze verordeningen gelden naast het omgevingsplan. Gemeenten moeten in de overgangsperiode tot 2032 deze verordeningen opnemen in het omgevingsplan. Aangezien deze verordeningen destijds al door de raad zijn vastgesteld, heeft inhoudelijke afweging al plaatsgevonden. De beleidsneutrale doorvertaling van de regels uit de verordeningen naar het omgevingsplan betreft puur de uitvoering en kan door het college gebeuren. Indien sprake is van een inhoudelijke beleidswijziging, blijft de raad bevoegd.
Een voorbereidingsbesluit is een verklaring dat een wijziging van het omgevingsplan wordt voorbereid, waarmee een aanhoudingsplicht geldt voor bouw- en aanlegactiviteiten. Hierdoor wordt voor het gebied waarvoor het besluit wordt genomen de bestaande situatie als het ware tijdelijk bevroren totdat het omgevingsplan is gewijzigd. Met het nemen van een voorbereidingsbesluit wordt voorkomen dat een initiatiefnemer kort voor aanpassing van het omgevingsplan bewust een vergunningaanvraag indient die in strijd is met de voorgenomen aanpassing. De noodzaak tot het nemen van een voorbereidingsbesluit komt nauwelijks voor, maar wanneer dit nodig is, is het belangrijk dat er snel gehandeld kan worden. Gelet op de vergaderfrequentie van de raad in relatie tot die van het college en de daarbij horende aanlevertermijnen, kan het college hierin sneller acteren. Om die reden is in de Omgevingswet een delegatiemogelijkheid opgenomen voor de bevoegdheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit (artikel 4.14 Ow). De achterliggende gedachte van de wetgever is hierbij geweest dat het college een omgevingsplan voorbereidt en daarmee dan ook goed in staat is om op een effectieve wijze een voorbereidingsbesluit te nemen.
1.9 Gevallen waarvoor geen bindend advies van de gemeenteraad noodzakelijk is
Als voorgenomen activiteiten niet in het Omgevingsplan passen kunnen er feitelijk twee procedures worden doorlopen. Dit is een vergunningsprocedure voor een buitenplanse omgevingsplan activiteit (BOPA) of een procedure voor het wijzigen van het Omgevingsplan. In beide gevallen wordt dezelfde activiteit mogelijk gemaakt. De bevoegdheid voor het verlenen van een vergunning voor een BOPA is toebedeeld aan het college, tenzij de gemeenteraad gevallen heeft aangewezen waarover zij bindend advies wil geven (artikel 4.21 Omgevingsbesluit). Met deze delegatie worden gevallen waarvoor de gemeenteraad geen bindend advies wil geven, maar waarvoor een procedure voor het wijzigen van een omgevingsplan wordt doorlopen, gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders.
1.10 Wijzigings- en uitwerkingsbevoegdheden
Onder de huidige Wet ruimtelijke ordening (Wro) kennen we de instrumenten wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht. Wanneer deze instrumenten in een bestemmingsplan zijn opgenomen heeft het college de bevoegdheid om het bestemmingsplan te wijzigen. Het tijdelijke omgevingsplan is samengesteld uit onder andere alle vigerende bestemmingsplannen. De wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten zoals opgenomen in bestemmingsplannen zijn daarmee onderdeel van het tijdelijke omgevingsplan. Deze instrumenten keren echter niet terug in de Omgevingswet; het college kan daarom na inwerkingtreding van de Omgevingswet geen wijzigingsplan of uitwerkingsplan meer vaststellen. De raad is immers bevoegd om het omgevingsplan te wijzigen. Door het delegeren van deze bevoegdheden kan het college onder de in het bestemmingsplan opgenomen voorwaarden- ook na inwerkingtreding van de Omgevingswet- een wijzigingsplan of uitwerkingsplan verwerken in het omgevingsplan. De vastgestelde wijzigings- en uitwerkingsbevoegdheden zijn opgenomen in de aangehechte bijlage.
Het college stelt de raad eenmaal per jaar op de hoogte in hoeverre van de delegatiemogelijkheden gebruik is gemaakt. Aan de raad wordt een lijst voorgelegd met die onderdelen van het omgevingsplan waar het college een besluit heeft genomen tot vaststelling van het omgevingsplan. Op deze manier kan goed gemonitord worden hoe het gaat.
Dit artikel spreekt voor zich.
BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ DELEGATIEBEVOEGDHEID OMGEVINGSWET KRIMPEN AAN DEN IJSSEL
Overzicht wijzigings- en uitwerkingsbevoegdheden vigerende bestemmingsplannen.
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zoals opgenomen in lid 33.2 te wijzigen met dien verstande dat:
Artikel 35 Algemene wijzigingsregels
35.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen aanduidingen 'geluidszone - industrie 1', 'geluidszone - industrie 2', 'geluidszone - industrie 3' en 'geluidszone - industrie 4' wijzigen ten behoeve van aanpassing van de zonegrens indien daartoe als gevolg van:
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' zijn burgemeester en wethouders bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van woningbouw, inclusief bijbehorende verkeers-, parkeer-, water- en groenvoorzieningen, erven en terreinen, met inachtneming van de volgende regels:
Wordt in 2024 postzegelbestemmingsplan Hof van IJssel
Artikel 16 Wonen - Uit te werken
Burgemeester en wethouders dienen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 sub b van de Wet ruimtelijke ordening het plan uit te werken, met inachtneming van de volgende regels:
Vervangen door postzegelbestemmingsplan de Wilgen
Artikel 21 Waarde - Archeologie 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of
gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 22 Waarde - Archeologie 2a
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2a' geheel of
gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 23 Waarde - Archeologie 2b
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2b' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 24 Waarde - Archeologie 3a
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3a' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 25 Waarde - Archeologie 3b
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3b' geheel of
gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 26 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of
gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 27 Waarde - Archeologie 5
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' geheel of
gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 28 Waarde - Archeologie 6
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' geheel of
gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 37 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de begrenzing van de geluidzone 'Industrieterrein EZH/SEP1' te wijzigen door de aanduiding 'geluidzone - industrie' op te nemen of te laten vervallen met inachtneming van de bepalingen van de Wet geluidhinder.
Zie ook postzegelplan: parapluplan geluidzone Tennet
Artikel 13 Waarde - Archeologie 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 14 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 20 Algemene wijzigingsregels
20.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen aanduidingen 'geluidszone - industrie' wijzigen ten behoeve van aanpassing van de zonegrens indien daartoe als gevolg van:
Zie ook postzegelplan parapluplan geluidzone Tennet
3.7.1 Wijzigingsbevoegdheid voor risicovolle inrichtingen
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zodanig te wijzigen dat risicovolle inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
3.7.2 Wijzigingsbevoegdheid Staat van Bedrijfsactiviteiten
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de in Bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' te wijzigen indien vernieuwde inzichten en/of technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;
3.7.3 Wijzigingsbevoegdheid geluidruimteverdeelplan
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het in Bijlage 2 bij deze regels opgenomen geluidruimteverdeelplan te wijzigen indien vernieuwde inzichten en/of technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;
3.7.4 Wijzigingsbevoegdheid bestaande Bevi-inrichtingen
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
3.7.5 Wijzigingsbevoegdheid consumentenvuurwerk
Het college van burgemeester en wethouders kan het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zodanig wijzigen dat de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan. De afstand tussen een vuurwerkopslagplaats en (geprojecteerde) kwetsbare objecten, zoals in het Vuurwerkbesluit bedoeld, mag na planwijziging niet minder bedragen dan de veiligheidsafstand die in het Vuurwerkbesluit is voorgeschreven.
Artikel 9 Waarde - Archeologie 2a
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2a' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 10 Waarde - Archeologie 3a
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3a' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 11 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 12 Waarde - Archeologie 6
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 20 Algemene wijzigingsregels
20.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
20.2 'wro - zone - wijzigingsgebied'
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de aanduiding 'wro - zone - wijzigingsgebied' zodanig te wijzigen dat ter plaatse een langshaven (inkassing) is toegestaan waar op- en overslag van goederen mogelijk is en schepen mogen aanmeren, met inachtneming van de volgende regels:
bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' zijn uitsluitend toegestaan voor zover niet meer geluid geproduceerd wordt dan aan de gronden is toegekend op basis van het geluidruimteverdeelplan zoals opgenomen in Bijlage 2;
Postzegelbestemmingsplan Werf aan den IJssel
Artikel 7 Waarde - Archeologie 2a
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2a' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 15 Algemene wijzigingsregels
15.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Postzegelbestemmingsplan Centrum Zuid
Artikel 4 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 9 Algemene wijzigingsregels
9.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Postzegelbestemmingsplan Stormpolderdijk
3.7.1 Wijzigingsbevoegdheid voor risicovolle inrichtingen
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zodanig te wijzigen dat risicovolle inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
3.7.2 Wijzigingsbevoegdheid Staat van Bedrijfsactiviteiten
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de in Bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' te wijzigen indien vernieuwde inzichten en/of technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven;
3.7.3 Wijzigingsbevoegdheid geluidruimte
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de immissievoorwaarden voor de (zone)toetspunten als bedoeld in lid 3.5.3 sub b te veranderen onder de volgende voorwaarden:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de akoestische gebiedseenheden te wijzigen die zijn aangegeven met de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid 1 t/m 45', alsmede de aanduidingen 'dag: maximum geluidsimmissie in dB(A)/m2', 'avond: maximum geluidsimmissie in dB(A)/m2' en 'nacht: maximum geluidsimmissie in dB(A)/m2', rekening houdende met de toepasselijke (zone)toetspunten en onder de volgende voorwaarden:
3.7.4 Wijzigingsbevoegdheid consumentenvuurwerk
Het college van burgemeester en wethouders kan het plan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zodanig wijzigen dat de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan. De afstand tussen een vuurwerkopslagplaats en (geprojecteerde) kwetsbare objecten, zoals in het Vuurwerkbesluit bedoeld, mag na planwijziging niet minder bedragen dan de veiligheidsafstand die in het Vuurwerkbesluit is voorgeschreven.
Artikel 6 Waarde - Archeologie 2a
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2a' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 7 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 14 Algemene wijzigingsregels
14.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 5 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
14.2 Wijzigingsbevoegdheid aanpassing hoofdinfrastructuur
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de aanpassing van de positionering van de hoofdinfrastructuur die bestemd is voor 'Verkeer', waarbij geldt dat:
de bestemming 'Verkeer' zoals deze is opgenomen ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan met maximaal 95 m mag worden verschoven in alle windrichtingen voor zover gelegen in het plangebied;
de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden verschuiven met de bestemming 'Verkeer' mee, waarbij geldt dat deze beschermingszone aan weerszijden van de nieuwe hoofdinfrastructuur geldt. De breedte van deze beschermingszone bedraagt 40 m;
de begrenzing van de voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden enkel van toepassing blijven op het nieuwe buitendijkse gelegen gebied;
de gronden die niet langer als 'Verkeer' bestemd zijn dienen voorzien te worden van de bestemming 'Bedrijventerrein' waarbij de milieuzonering van de omliggende gronden wordt opgenomen en de akoestische gebiedseenheden zoals opgenomen in de Akoestische memo (zie Bijlage 2);
14.3 Wetgevingzone - wijzigingsgebied
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' zodanig te wijzigen dat ter plaatse een langshaven (inkassing) is toegestaan waar op- en overslag van goederen mogelijk is en schepen mogen aanmeren, met inachtneming van de volgende regels:
Postzegelbestemmingsplan Symfonia fase 2
Artikel 9 Algemene wijzigingsregels
9.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Postzegelbestemmingsplan Groeiplaneet
Artikel 11 Algemene wijzigingsregels
11.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Postzegelbestemmingsplan Prinsessenhof
Artikel 4 Woongebied - Uit te werken
Het college van burgemeester en wethouders werkt de in lid 4.1 genoemde bestemming nader uit, met inachtneming van de volgende uitwerkingsregels:
het maximaal aantal woningen binnen de bestemmingen 'Woongebied' en 'Woongebied - Uit te werken' bedraagt ten hoogste 250;
indien echter zorgwoningen worden gerealiseerd binnen de bestemmingen 'Woongebied' en 'Woongebied - Uit te werken' bedraagt het totale aantal reguliere en zorgwoningen ten hoogste 268;
Achterhaald door uitwerkingsplan Prinsessenhof blok 5 en 6
Artikel 5 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 10 Algemene wijzigingsregels
10.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Postzegelbestemmingsplan Veld en Beemd 25
Artikel 8 Algemene wijzigingsregels
8.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Postzegelbestemmingsplan Krimpenerwaard College
Artikel 8 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 12 Algemene wijzigingsregels
12.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Artikel 12 Algemene wijzigingsregels
12.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Artikel 4 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 9 Algemene wijzigingsregels
9.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Uitwerkingsplan Prinsessenhof blok 5 en 6
Artikel 4 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
Artikel 9 Algemene wijzigingsregels
9.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.