Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ouder-Amstel

Subsidieregeling Voorschoolse educatie en peuteropvang Ouder-Amstel 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOuder-Amstel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Voorschoolse educatie en peuteropvang Ouder-Amstel 2024
CiteertitelSubsidieregeling voorschoolse educatie en peuteropvang gemeente Ouder-Amstel 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet kinderopvang
  2. Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie
  3. Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid
  4. Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2023-567962

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Voorschoolse educatie en peuteropvang Ouder-Amstel 2024

Geldend van 1 januari 2024 t/m heden

 

Het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel;

 

gelet op:

  • de Wet Kinderopvang

  • het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie

  • het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

  • de Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel

besluit vast te stellen:

de Subsidieregeling Voorschoolse educatie en peuteropvang Ouder-Amstel 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene Subsidieverordening Ouder-Amstel;

  • b.

    AMvB: Algemene Maatregel van Bestuur;

  • c.

    beroepskracht voorschoolse educatie (BKR): pedagogische medewerker VE als bedoeld in artikel 1.1 van de wet Kinderopvang en artikel 4 van de AMvB ‘Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’;

  • d.

    College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel;

  • e.

    doelgroeppeuter: Peuter in de leeftijd van 2½ jaar met een risico op een (taal)achterstand, die in aanmerking komt voor VVE op grond van door het College vastgestelde criteria en als zodanig door de JGZ is geïndiceerd (VVE- indicatie);

  • f.

    doorgaande lijn: ononderbroken ontwikkelingsgang van kinderen, door samenwerking en afstemming tussen peuteropvang en school, inclusief overdracht van gegevens;

  • g.

    fiscaal uurtarief: maximaal uurtarief dat het Rijk hanteert voor de kinderopvangtoeslag voor dagopvang en peuteropvang;

  • h.

    gemengde VE-peutergroep: VE-groep die bestaat uit kinderen met - en kinderen zonder - risico op (taal)ontwikkelingsachterstanden;

  • i.

    houder/’aanbieder’: de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort, waarbij onder ‘onderneming’ wordt begrepen een locatie die in het LRK is opgenomen als kinderdagverblijf met VE-registratie;

  • j.

    inkomensverklaring: voorheen IB60-verklaring genoemd. Dit is een officiële verklaring van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar;

  • k.

    kinderdagverblijf: locatie waar dagopvang voor kinderen tussen 0 en 4 jaar en/of peuteropvang voor 2 tot 4 jarigen wordt gerealiseerd, volgens wettelijke kwaliteitseisen;

  • l.

    kindnetwerk: een gebiedsgerichte samenwerking tussen alle kindfuncties peuteropvang, kinderopvang, basisschool en buitenschoolse opvang (BSO) in de gemeente;

  • m.

    kinderopvangtoeslag (KOT): De tegemoetkoming van het Rijk, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders, bedoeld als bijdrage in de kosten voor een in het LRK geregistreerd kinderdagverblijf;

  • n.

    Landelijk Register kinderopvang (LRK): LRK: Landelijk Register Kinderopvang: het register waarin kinderopvanglocaties zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

  • o.

    ouder(s): de bloed- of aanverwant(en) in opgaande lijn of de pleegouder(s)/verzorger(s) van een kind dat gebruik maakt van een peuterplaats of VE-peuterplaats;

  • p.

    ouderbijdrage: inkomensafhankelijke vergoeding die de ouder(s)/verzorger(s) aan de aanbieder betalen voor de afname van een peuterplaats (hetzij regulier, hetzij VVE);

  • q.

    ouderbetrokkenheid: activiteiten geïnitieerd door het kindercentrum gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van hun kind door ouders;

  • r.

    peuteropvang: kortdurende opvang voor kinderen van 2 tot 4 jaar gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;

  • s.

    peuterplaats: een aanbod aan peuteropvang voor peuters niet zijnde VE-peuters;

  • t.

    peutertoeslag: een financiële bijdrage van de gemeente in de kosten van een (VE-)peuterplaats;

  • u.

    reguliere peuter: een peuter in de leeftijd 2½ tot 4 jaar, die woont in de gemeente Ouder-Amstel en die gebruik maakt van peuteropvang en geen VE-peuter is;

  • v.

    subsidie tarief VE-peuteropvang: het uurtarief dat de gemeente hanteert bij het berekenen van de subsidie, dit uurtarief wordt jaarlijks door het college vastgesteld;

  • w.

    toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet Kinderopvang ;

  • x.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

  • y.

    VE: voorschoolse educatie, zijnde een aanbod voor kinderen van 2½ tot 4 jaar waarin op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal en motoriek en op het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • z.

    VE-peuter: kind in de leeftijd van 2½ tot 4 jaar woonachtig in de gemeente Ouder-Amstel met een risico op (taal)achterstand, waarvoor de Jeugdgezondheidszorg een indicatie heeft afgegeven en dat in aanmerking komt voor een VE-peuterplaats, ook wel doelgroeppeuter genoemd;

  • aa.

    VE-peuterplaats: een aanbod aan voorschoolse educatie voor VE-peuters;

  • bb.

    VE-locatie: een locatie van een kindercentrum dat VE aanbiedt conform wettelijke kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie en als VE-gecertificeerde locatie is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • cc.

    VNG Adviestabel: De VNG adviestabel ouderbijdrage peuterwerk voor het betreffende jaar, zoals gepubliceerd op www.vng.nl;

Artikel 2 Doel regeling

Het doel van deze regeling is het door subsidiëring bieden van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie in de gemeente Ouder-Amstel, om gelijke ontwikkelkansen voor kinderen in de leeftijd van 2½ tot 4 jaar in de gemeente te bevorderen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt verleend aan een kinderdagverblijf dat voorschoolse educatie aanbiedt in gemeente Ouder-Amstel voor:

    • a)

      VE-peuters, waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

    • b)

      VE-peuters, waarvan de ouders wel in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

    • c)

      reguliere peuters waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    Er is subsidie beschikbaar:

    • a)

      Voor VE-peuters in de leeftijd van 2½ tot 4 jaar voor een aanbod van 960 uur voorschoolse opvang over een periode van 1,5 jaar. Houders/aanbieders mogen variëren in de urenindeling binnen deze periode, met een (wettelijk) maximum van 6 uur per dag en maximaal 640 uur per jaar.

    • b)

      Voor op 1 januari geplaatste VE-peuters van 2½ tot 4 jaar voor de inzet van de wettelijk vereiste pedagogisch beleidsmedewerker VE voor 10 uur per jaar.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van lid 1 sub c dient het kindercentrum minimaal 40 weken per jaar peuteropvang aan te bieden. Subsidie voor reguliere peuters is beschikbaar voor maximaal 8 uur per week, verdeeld over minimaal 2 dagen, met een maximum van 320 uren per jaar.

Artikel 4 Hoogte subsidiebedrag

  • 1.

    Het college subsidieert per uur per bezette peuterplaats. Voor de in artikel 3 lid 1 genoemde doelgroepen gelden de volgende subsidiebedragen:

    • a)

      voor de in artikel 3 lid 1 sub a genoemde doelgroep per bezette peuterplaats per jaar: uren per week x aantal weken per jaar x € 10,86 minus de geldende ouderbijdrage conform artikel 5, voor maximaal 640 uur per jaar;

    • b)

      voor de in artikel 3 lid 1 sub b genoemde doelgroep per bezette peuterplaats per jaar: 4 uren per week x aantal weken per jaar x € 10,86 plus over 12 uren per week het verschil tussen € 10,86 en het fiscaal uurtarief voor maximaal 640 uur per jaar;

    • c)

      voor de in artikel 3 lid 1 sub c genoemde reguliere peuters per bezette peuterplaats per jaar:

      uren per week * aantal weken per jaar * het fiscaal uurtarief minus een inkomensafhankelijke ouderbijdrage volgens de VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2024 met een maximum van 320 uren per jaar;

    • d)

      Voor de in Artikel 3 lid 2 sub b genoemde pedagogisch beleidsmedewerker VE een bedrag van € 500,00 per jaar (per op 1 januari 2024 geplaatste VE-peuter).

  • 2.

    Deze regeling wordt jaarlijks door het college vastgesteld. Hierin worden de geïndexeerde bedragen opgenomen die voor dat jaar van toepassing zijn.

  • 3.

    Het college behoudt zich het recht om bij de vaststelling van de subsidiebedragen af te wijken van het door het Rijk opgegeven fiscaal uurtarief.

Artikel 5 Ouderbijdrage

De subsidiebedragen ten behoeve van de (VE-)peuters van de volgende groepen ouders luiden als volgt:

  • 1.

    Ouders met recht op kinderopvangtoeslag

    • a)

      Ouders van VE-peuters betalen over 12 uren een bijdrage op basis van het fiscaal uurtarief aan de aanbieder. Ouders kunnen over deze 12 uren kinderopvangtoeslag aanvragen.

      De gemeente subsidieert voor 12 uren het verschil tussen het fiscaal uurtarief en het ve-tarief.

      De overige 4 uren worden volledig door de gemeente gesubsidieerd voor € 10,86 per uur. Ouders betalen over deze uren geen ouderbijdrage.

  • 2.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag

    • a)

      Ouders van VE-peuters betalen over 12 uren een inkomensafhankelijke bijdrage op basis van het fiscaal uurtarief en de VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2024 aan de aanbieder.

      De gemeente subsidieert in dit geval € 10,86 minus de ouderbijdrage over maximaal 12 uren.

      De overige 4 uren worden volledig door de gemeente gesubsidieerd voor € 10,86 per uur.

      Ouders betalen over deze uren geen ouderbijdrage.

    • b)

      Ouders van reguliere peuters betalen een inkomensafhankelijke bijdrage op basis van het uurtarief van de aanbieder en de VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2024.

  • 3.

    De hoogte van de in lid 2 sub a en b genoemde inkomensafhankelijke ouderbijdrage wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen van het voorgaande kalenderjaar (of het jaar daarvoor als de betreffende inkomensverklaring nog niet beschikbaar is) volgens de VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2024. Ten behoeve van de vaststelling van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vragen de ouders een inkomensverklaring aan bij de Belastingdienst en leveren deze in bij de houder. Daarnaast tekenen de ouders een aanvullende verklaring ‘geen recht op kinderopvangtoeslag’ zodat houder kan vaststellen dat de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

Artikel 6 Aanvraag en vaststelling subsidie

  • 1.

    Op deze regeling is de ASV Ouder-Amstel, vastgesteld op 16 augustus 2005, van toepassing. Hier vallen ook de aanvraag en vaststelling onder.

  • 2.

    Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd voor peuters die woonachtig zijn in de gemeente Ouder-Amstel.

  • 3.

    Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door de houder van een kinderdagverblijf dat is gevestigd in gemeente Ouder-Amstel en geregistreerd is in het LRK.

  • 4.

    Subsidie voor VE kan alleen aangevraagd worden door de houder van een kinderdagverblijf dat is gevestigd in gemeente Ouder-Amstel en dat gecertificeerd is voor VE en als zodanig is geregistreerd in het LRK.

  • 5.

    Subsidie voor reguliere peuters kan alleen aangevraagd worden door de houder van een kinderdagverblijf dat is gevestigd in gemeente Ouder-Amstel en dat gecertificeerd is voor VE en als zodanig is geregistreerd in het LRK.

  • 6.

    De houder maakt voor het aanvragen van subsidie en van de subsidievaststelling gebruik van het hiervoor bestemde aanvraagformulier van de gemeente.

  • 7.

    De tussentijdse verantwoording vindt plaats vóór 1 juli van het geldende kalenderjaar waarvoor de subsidie is toegekend en op nader te bepalen momenten in de beschikking.

  • 8.

    De vaststelling en tussentijdse verantwoording vinden plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplaatsen (daaronder wordt verstaan het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplaats – regulier en VE – , het werkelijk gehanteerde uurtarief, de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en het aantal in het voorgaande kalenderjaar in het LRK geregistreerde VE-locaties) op basis van een door de gemeente ontwikkeld registratieformulier en vastgesteld met een accountantsverklaring.

  • 9.

    Indien bij vaststelling blijkt dat er sprake is van minder bezette VE- of reguliere peuterplaatsen (het aantal afgenomen uren per werkelijke bezette peuterplaats regulier en VE) dan wel minder gecertificeerde VE-locaties dan wordt het overschot aan verleende subsidie teruggevorderd.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 7 van de ASV Ouder-Amstel kan het college weigeren subsidie te verlenen indien door de toezichthouder één of meer overtredingen zijn geconstateerd. De aard en de ernst van de overtredingen op de belangrijkste voorwaarden voor de wettelijke basiskwaliteit van kindercentra en van voorschoolse educatie kunnen hiertoe aanleiding geven.

Artikel 8 Aanvullende verplichtingen

  • 1.

    Naast de verplichtingen op grond van artikel 14 van de ASV Ouder-Amstel, zijn aan de subsidie bedoeld in artikel 3 de volgende verplichtingen verbonden:

    • a)

      De subsidieontvanger voldoet aan alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kinderdagverblijf, gesteld bij of krachtens de wet, waaronder de aanvullingen in de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang;

    • b)

      De subsidieontvanger voldoet voor subsidie als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a en b aan de eisen zoals gesteld in de AMvB ‘Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’.

Artikel 9 Toegang, toeleiding, bereik en zorg

  • 1.

    In aanvulling op de verplichtingen als genoemd in artikel 8, zijn aan de subsidie voor het aanbieden van peuteropvang de volgende verplichtingen verbonden:

    • a)

      De aanbieder zorgt voor een overdracht van kindgegevens middels het daartoe bestemde formulier wat in overeenstemming met gemeente en basisscholen tot stand is gekomen;

    • b)

      De aanbieder levert per halfjaar gegevens aan over de peuterplaatsen in het kindercentrum met het door de gemeente aangeleverde registratieformulier.

    • c)

      De aanbieder levert per kwartaal gegevens aan over de bezette VE-peuterplaatsen in het kindercentrum met het door de gemeente aangeleverde registratieformulier.

    • d)

      Aanbieder zorgt voor VE-peuters voor een warme overdracht van kindgegevens aan de basisschool;

  • 2.

    Doelgroeppeuters krijgen voorrang bij de plaatsing van peuters op beschikbaar gekomen peuterplaatsen.

  • 3.

    De VVE-coördinator en ouder-kind coaches zijn in dienst van de gemeente. Onderdeel van de subsidieafspraken is dat de partijen deelnemen aan de gemeentelijke toeleiding en overdracht (VVE-coördinator en ouder-kind coaches) en leveren daartoe de benodigde informatie.

  • 4.

    De houder spant zich in te allen tijde wachtlijstvorming te voorkomen voor doelgroeppeuters en zoekt bij (dreigende) wachtlijsten met ouders, VVE-coördinator en ouder-kind coach naar een plek op één van de peuterspeelzalen.

  • 5.

    Zorgkinderen worden doorverwezen en/of pedagogisch medewerkers krijgen binnen de peuterspeelzaalgroep ondersteuning zodat kind en/of ouders voldoende ondersteund worden en een passend aanbod krijgen.

  • 6.

    De houder wordt geacht deel te nemen aan het in Ouder-Amstel geldende het kindnetwerk en aan de kwaliteitsdialogen.

  • 7.

    De groepen op de VE-locaties zijn zo veel mogelijk gemengde VE-groepen. De VE-locatie spant zich dan ook in om VE-peuters veelvuldig in contact te laten komen met taalrijkere kinderen en laat middels een kort jaarlijks, kwalitatief verslag zien hoe dit is gedaan;

  • 8.

    De houder werkt mee aan de resultaatafspraken VE en levert gegevens aan voor de monitor;

Artikel 10 Meldingsplicht en tussentijdse wijzigingen

  • 1.

    Na aanvang van het recht op kinderopvangtoeslag vervalt het recht op subsidiering peuteropvang en moet dit door ouders onverlet worden gemeld (meldingsplicht) aan de houder. Indien bij de jaarlijkse inkomenstoets blijkt dat de wijziging niet is doorgegeven en het recht op kinderopvangtoeslag bestaat, wordt de subsidie peuteropvang door het college teruggevorderd. De terugvordering komt ten laste van de houder.

  • 2.

    Wanneer de verlaging van het inkomen zodanig is dat ouders in een lagere inkomenscategorie van de ouderbijdragetabel vallen, kan een aanvraag tot herziening van de ouderbijdrage worden gedaan op basis van de meest recente loongegevens, loonstrook, uitkeringsbeschikking of op basis van de meest recente inkomensverklaring.

  • 3.

    Wijzigingen in het inkomen van de ouder(s) die geen gevolgen hebben voor de hoogte van de ouderbijdrage hoeven niet doorgegeven te worden.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan afwijken van de bepalingen in deze regeling voor zover de toepassing daarvan kan leiden tot onbillijkheden van overwegende aard in niet precies te voorziene gevallen of groepen van gevallen

Artikel 12 Slotbepalingen

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024 en is geldig tot 1 januari 2025 en wordt aangehaald als:

Subsidieregeling voorschoolse educatie en peuteropvang gemeente Ouder-Amstel 2024

 

BIJLAGE  

 

Overzicht subsidiëring (VE-)peuteraanbod

 

Reguliere peuter (2½ - 4 jaar)

 

Maximaal 8 uur per week / verdeeld over minimaal 2 dagen

VE-peuter (2½ - 4 jaar)

 

960 uur in 1½ jaar (gemiddeld 16 uren per week) maximaal 6 uur per dag

Ouders geen recht op kinderopvangtoeslag

Belastingdienst (KOT)

Gemeente subsidieert: het fiscaal uurtarief minus de ouderbijdrage

 

Ouderbijdrage op basis van het uurtarief van de aanbieder en de VNG-tabel

Gemeente subsidieert:

  • -

    door het college vastgestelde uurtarief minus ouderbijdrage over maximaal 12 uren per week

  • -

    maximaal 4 uren per week met het door het college vastgestelde uurtarief

Ouderbijdrage over 75% van de uren (max. 12 uren per week) op basis van het fiscaal uurtarief en de VNG-tabel

Ouders wel recht op kinderopvangtoeslag

Belastingdienst (KOT)

NIET SUBSIDIABEL

 

Ouderbijdrage op basis van het uurtarief van de aanbieder, gefactureerd aan de ouder

 

Ouder ontvangt KOT van de Belastingdienst

Gemeente subsidieert:

  • -

    door het college vastgestelde uurtarief minus het fiscaal uurtarief over maximaal 12 uren per week

  • -

    maximaal 4 uren per week met het door het college vastgestelde uurtariefOuderbijdrage over 75% van de uren op basis van het fiscaal uurtarief aan de aanbieder.

Ouder ontvangt KOT van de Belastingdienst

Pedagogisch beleidsmedewerker VE

Gemeente subsidieert:

maximaal 10 uur per jaar per VE-peuter

VE-jaarbedrag

Gemeente subsidieert:

aanvullend per VE-peuter, geplaatst op een VE-plaats