Organisatie | Borsele |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit en de dorpsbouwmeester Borsele |
Citeertitel | Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit en de dorpsbouwmeester Borsele |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 07-12-2023 | D23.636401 |
De raad van de gemeente Borsele;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2023 met documentnummer D23.636401;
gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit en de dorpsbouwmeester Borsele.
Artikel 2. Taak en werkzaamheden
De gemeenteraad verzoekt Dorp, Stad en Land om de commissie te faciliteren.
De commissie heeft als taak de raad en het college te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Waaronder het geven van voorlichting over de doelstelling van een goede omgevingskwaliteit en over de werkzaamheden van de commissie.
adviseert de commissie op verzoek van het college over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;
adviseert de commissie op verzoek van het college in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin het college een advies nodig acht in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;
adviseert de commissie op verzoek van het college over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten, onder meer regels over reclame in de openbare ruimte, voorwerpen op of aan de weg, standplaatsvergunning, exploitatievergunning horecabedrijven en ligplaatsvergunning.
De raad kan werkzaamheden als bedoeld in het tweede lid aanwijzen die door de dorpsbouwmeester worden uitgevoerd. De dorpsbouwmeester werkt samen met en onder de verantwoordelijkheid van de commissie. Dit lid is niet van toepassing op de advisering als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 ̊ en 2 ̊, en onder b.
Artikel 3. Verplichte advisering
Het college wint advies van de commissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 ̊ tot en met 4 ̊, en onder b.
De commissie bestaat uit tenminste 3 leden, de voorzitter daaronder begrepen. Voor de leden worden door Dorp, Stad en Land plaatsvervangers aangewezen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen. De leden en hun plaatsvervangers zijn personen die werkzaam zijn voor Dorp, Stad en Land en die onafhankelijk zijn van de gemeente Borsele.
Deze leden worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. De door Dorp, Stad en Land aangewezen plaatsvervangers hebben vergelijkbare deskundigheid, alsmede maatschappelijke kennis en ervaring.
De dorpsbouwmeester is deskundig lid van de commissie. Hij/zij is deskundig op minimaal een van de gebieden zoals genoemd in artikel 4, zesde lid. De bouwmeester adviseert onder andere over het uiterlijk van bouwwerken (architectonische en welstandsaspecten) en/of over monumenten en cultuurhistorie (erfgoedaspecten).
De commissie brengt advies uit binnen een termijn van vier weken, tenzij het college heeft aangegeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.
Artikel 8. Beraadslaging en standpuntbepaling
De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie of de dorpsbouwmeester worden vastgesteld zijn openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie of de dorpsbouwmeester wordt op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien het college, al dan niet op verzoek van de aanvrager, een verzoek doet tot niet openbare behandeling, dan dient het college daaraan klemmende redenen op grond van artikel 105 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen. De openbaarheid geldt niet voor informeel vooroverleg of bij de beleidsgerichte, opgavegerichte of ontwerpgerichte advisering.
De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde heeft de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie of de dorpsbouwmeester. Een belanghebbende heeft alleen in toelichtende zin spreekrecht in de door de commissie of de dorpsbouwmeester gehouden openbare vergadering. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.
Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.
Artikel 9. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie
De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet en artikel 2, derde lid, de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden, een dorpsbouwmeester of een subcommissie.
Artikel 11. Verwerking van het advies
Het college kan eenmaal per activiteit een second opinion inwinnen bij een gemeentelijke adviescommissie van een andere gemeente. Een second opinion wordt pas gevraagd nadat de commissie de mogelijkheid tot heroverweging van het advies heeft gekregen. Zij stellen de commissie van het voornemen tot het plaatsen van die opdracht op de hoogte. De commissie neemt een second opinion voor kennisgeving aan.
Artikel 13. Relatie met andere adviseurs
Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de commissie draagt het college zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de commissie. Op verzoek kan de dorpsbouwmeester of een lid of adviseur van de commissie als supervisor optreden of deelnemen aan een kwaliteitsteam, een intaketafel of een omgevingstafel.
De leden van de commissie, de dorpsbouwmeester en de adviseurs als bedoeld in artikel 10 , tweede lid die op voordracht van Dorp, Stad en Land zijn benoemd of door de commissie zijn gevraagd ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding op grond van de tarieven, zoals jaarlijks afgesproken met Dorp, Stad en Land. Commissieleden of adviseurs die door de gemeente zijn voorgesteld of gevraagd ontvangen een vergoeding op grond van hun afspraken met de gemeente.
Artikel 16. Onvoorzienbaarheid
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college, na de commissie te hebben gehoord.
De op grond van de vigerende ‘Bouwverordening gemeente Borsele 2012’ en de ‘Erfgoedverordening Borsele 2017’ benoemde leden worden geacht te zijn benoemd op grond van dit besluit. De termijn van ten hoogste vier jaar als bedoeld in artikel 5, eerste lid, loopt vanaf de datum dat deze verordening in werking treedt.
Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de Adviescommissie omgevingskwaliteit Borsele wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.
Benoemingsbesluit gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Borsele
Besluit van de raad van de gemeente Borsele tot benoeming van de leden conform de verordening op de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit en de dorpsbouwmeester Borsele
De raad van de gemeente Borsele;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2023 met documentnummer D23.636401;
gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;
De huidige leden van de commissie ruimtelijke kwaliteit/de dorpsbouwmeester en de erfgoedcommissie te benoemen als leden van de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit, zodat zij hun werkzaamheden vooruitlopend op inwerkingtreding van de wet kunnen uitvoeren en zo een soepele overgang en continuïteit in de advisering en werkwijze te garanderen.
Indien nodig kunnen de leden zich bij afwezigheid tijdelijk laten vervangen door een plaatsvervanger. De leden en hun plaatsvervangers zijn personen uit het Register van Adviseurs Omgevingskwaliteit Dorp, Stad en Land, die werkzaam zijn voor Dorp, Stad en Land en die onafhankelijk zijn van de gemeente Borsele.
De benoeming van de leden na vaststelling van de verordening te mandateren aan het college. De leden van de commissie worden door het college benoemd op grond van artikel 156, eerste lid van de Gemeentewet en nadat Dorp, Stad en Land gevraagd is om een selectie en voordracht van kandidaat-leden. Het college informeert de raad over deze benoeming.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 december 2023.