Organisatie | Renkum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2011 |
Citeertitel | Maatregelenverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 15-12-2010 Veluwepost, 24-12-2010 | 2-11-2010 |
In deze verordening worden verstaan onder:
Benadelingsbedrag: bruto bedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van een inlichtingenverplichting ten onrechte is verleend als bijstand op grond van de WWB, als inkomensvoorziening of kosten van werkleeraanbod op grond van de WIJ, danwel als uitkering op grond van de IOAW en de IOAZ;
Artikel 2 Opleggen van een maatregel
Als de belanghebbende naar het oordeel van het college een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de WWB of de uit de WWB, de WIJ, de IOAW, de IOAZ en de uit artikel 30c, tweede en derde lid van de Wet SUWI voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich ten opzichte van het college zeer ernstig misdragen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd.
Artikel 3 Afzien van het opleggen van een maatregel
De gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij die gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte uitkering is verleend. Een maatregel wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van drie jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden;
Artikel 5 Het besluit tot opleggen van een maatregel
Indien het college besluit tot het opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld:
Artikel 6 Ingangsdatum en tijdvak
De maatregel wordt toegepast met ingang van de eerste dag van de maand waarin het besluit tot het opleggen van een verlaging aan belanghebbende is bekendgemaakt, rekening houdend met het feit dat een maatregel niet eerder kan ingaan dan de datum waarop de maatregelwaardige gedraging heeft plaatsgevonden.
Artikel 7 Samenloop van gedragingen
Indien sprake is van meerdere gedragingen die schending opleveren van meerdere in artikel 2, eerste lid van deze verordening bedoelde verplichtingen, wordt voor iedere gedraging een afzonderlijke maatregel opgelegd. Deze maatregelen worden gelijktijdig opgelegd, tenzij dit gelet op artikel 2, tweede lid van deze verordening niet verantwoord is.
HOOFDSTUK 3 HET NIET NAKOMEN VAN DE RE-INTEGRATIE-VERPLICHTINGEN
Artikel 8 Indeling in categorieën
Gedragingen van een belanghebbende waarbij de verplichtingen op grond van artikel 9 van de WWB, artikel 45 van de WIJ, artikel 37 van de IOAW of artikel 37 van de IOAZ niet of onvoldoende zijn nagekomen, worden onderscheiden in een aantal categorieën. Per gedraging is daarbij aangegeven welke wet daarbij van toepassing is.
het niet of in onvoldoende mate gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b en artikel 10, eerste lid van de WWB of artikel 37, eerste lid, onderdeel e van de IOAW respectievelijk IOAZ, waaronder mede begrepen sociale activering (WWB, IOAW, IOAZ);
Artikel 9 Hoogte en duur van de maatregel
100% van de bijstandsnorm of de grondslag IOAW/IOAZ, gedurende een maand, bij een gedraging van de vierde categorie, met dien verstande dat bij het niet aanvaarden of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid van geringe omvang de hoogte van de maatregel wordt vastgesteld naar de mate waarin de belanghebbende inkomen zou hebben kunnen verwerven of heeft verloren.
HOOFDSTUK 4 HET NIET NAKOMEN VAN DE INLICHTINGENPLICHT
Artikel 10 Schending inlichtingenplicht zonder benadeling gemeente
Als een belanghebbende de verplichtingen op grond van artikel 17 van de WWB, artikel 44 van de WIJ, artikel 13 van de IOAW of artikel 13 van de IOAZ niet of niet volledig is nagekomen door de informatie, die van belang kan zijn voor de arbeidsinschakeling of het recht op uitkering, niet binnen de daartoe door het college gestelde termijn te verstrekken, zonder dat dit heeft geleid tot benadeling van de gemeente, wordt volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit als genoemd in het eerste lid, opnieuw schuldig maakt aan een gedraging als bedoeld in het eerste lid, bedraagt de maatregel 5% van de bijstandsnorm, de inkomensvoorzieningsnorm dan wel van de grondslag IOAW/IOAZ, gedurende een maand.
Artikel 11 Schending inlichtingenplicht met benadeling gemeente
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 van de WWB, artikel 44 van de WIJ, artikel 13 van de IOAW of artikel 13 van de IOAZ heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van een uitkering, uitvoering van het werkleeraanbod of inzetten van re-integratiemiddelen, wordt een maatregel opgelegd, die wordt afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag.
HOOFDSTUK 5 OVERIGE GEDRAGINGEN DIE LEIDEN TOT EEN MAATREGEL
Artikel 12 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid (geldt alleen ingeval de WWB van toepassing is)
Onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid en artikel 3, tweede lid, van deze verordening wordt een maatregel opgelegd, indien een belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, anders dan door gedragingen als bedoeld in artikel 9 van deze verordening, heeft betoond als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de WWB. De maatregel bedraagt:
100% van de bijstandsnorm, gedurende één maand, indien belanghebbende verwijtbaar geen, of geen volledig recht heeft op een uitkering ter hoogte van het sociaal minimum krachtens een sociale verzekering of daarmee naar aard en doel overeenkomende buitenlandse regeling of private verzekering, dan wel in geval van het verwijtbaar verliezen van een zodanig recht;
De hoogte van de maatregel als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is toegepast, opnieuw schuldig maakt aan een zodanige gedraging. Waar de hoogte van de maatregel 100% bedraagt, conform het gestelde in het eerste lid onder c., wordt de duur van de maatregel verdubbeld.
Artikel 13 Zeer ernstige misdragingen
Als een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt ten opzichte van het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden, die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de WWB, de WIJ, de IOAW of de IOAZ, wordt een maatregel opgelegd van 20% van de bijstandsnorm, de inkomensvoorzieningsnorm dan wel de grondslag IOAW/IOAZ, gedurende een maand.
Van het opleggen van de maatregel bedoeld in het eerste lid kan, indien uitsluitend sprake is van verbaal geweld, worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het verbale geweld plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing in verband met ernstige misdragingen is gegeven.