Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlieland

Verordening op de heffing en de invordering van leges Vlieland 2024 in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlieland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Vlieland 2024 in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet
CiteertitelLegesverordening Vlieland 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Deze regeling vervangt de Legesverordening 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-01-2024nieuwe regeling

18-12-2023

gmb-2023-567792

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Vlieland 2024 in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet

De raad van de gemeente Vlieland

 

gelezen;: het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023

 

gelet op: de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit vast te stellen de volgende:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Vlieland 2024 in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (Legesverordening Vlieland 2024).

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 21 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 21 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 21 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.19 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2023, vastgesteld op 19 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Vlieland 2024.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Vlieland in zijn openbare vergadering van 18 december 2023

de griffier,

M. Brinksma-Brandenburg

de voorzitter,

M. Schrier

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Vlieland 2024

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

a.

maandag tot en met vrijdag tijdens openstellingsuren van het bureau burgerlijke stand

€ 229;

b.

maandag van 9.00 uur tot 9.30 uur

€ 0;

c.

Zaterdag en andere tijden dan die onder 1.1 onder a en b

€ 518.

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

a.

maandag tot en met vrijdag tijdens openstellingsuren van het bureau burgerlijke stand

€ 229;

b.

maandag van 9.00 uur tot 9.30 uur

€ 0;

c.

Zaterdag en andere tijden dan die onder 1.2 onder a

€ 518.

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Gereserveerd

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis 

Gereserveerd

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Gereserveerd

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Gereserveerd

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Gereserveerd

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

het maximum tarief conform artikel 6 van het Besluit paspoortgelden naar beneden afgrond op hele euro's

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,00

Artikel 1.13 Modaliteiten

a.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

het tarief dat daarvoor door de rijksoverheid is bepaald zoals opgenomen in de Regeling afdracht vergoeding afgifte rijbewijzen.

€ 39,65

b

Het tarief voor een gezondheidsverklaring (het door het CBR vastgesteld tarief)

€ 44,50

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Gereserveerd

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35* ;

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier gerekend vanaf het tweede kwartier:

€ 20,00.

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

Gereserveerd

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Gereserveerd

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.

voor het in behandeling nemen en het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 40,00

2.

voor het in behandeling nemen en het verlenen van een vergunning tot onttrekking van woonruimte als bestemming van wonen als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingwet 2014:

€ 200,00

3.

voor het in behandeling nemen en het verlenen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 22, aanhef en onder b, van de Huisvestingwet 2014:

€ 200,00

4.

voor het in behandeling nemen en het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014;

€ 200,00

tot het inschrijven in een register van woningzoekenden

€ 24,00

Artikel 1.30 Leegstandwet

Gereserveerd

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,00; *

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,00;*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00;*

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 224,00;*

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 224,00;*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00.*

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 150,00.

 

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

Gereserveerd

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 160,00;

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 120,00;

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 40,00.

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Gereserveerd

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

voor de eerste afgifte van een A-ontheffing zoals bedoeld in de notitie ontheffingenbeleid gemeente Vlieland van 27 maart 2007 aan een houder / kentekencombinatie voor een ontheffing van het besluit van de raad van de gemeente Vlieland van 28 oktober 1991, inhoudende de geslotenverklaring van alle wegen binnen de gemeente Vlieland

€ 18,80

b.

voor de eerste afgifte van een B-ontheffing zoals bedoeld in de notitie ontheffingenbeleid gemeente Vlieland van 27 maart 2007 aan een houder/kentekencombinatie voor een ontheffing van het besluit van de raad van de gemeente Vlieland van 28 oktober 1991, inhoudende de geslotenverklaring van alle wegen binnen de gemeente Vlieland

€ 18,80

c.

voor een tijdelijke ontheffing zoals bedoeld in de notitie ontheffingenbeleid gemeente Vlieland van 27 maart 2007 aan een houder/kentekencombinatie voor een ontheffing van het besluit van de raad van de gemeente van 28 oktober 1991, inhoudende de geslotenverklaring van alle wegen binnen de gemeente Vlieland

€ 62,65

d.

voor een tijdelijke ontheffing zoals bedoeld in de notitie ontheffingenbeleid gemeente Vlieland van 27 maart 2007 aan de houder / kentekencombinatie voor een ontheffing van het besluit van de raad van de gemeente Vlieland van 28 oktober 1991, inhoudende de geslotenverklaring van alle wegen binnen de gemeente Vlieland zoals bedoeld in lid 1.18.5 op vertoon van een invalidenparkeerkaart

€ 30,30

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

Omgevingsoverleg wanneer een adviseur in gezamenlijk overleg wordt ingeschakeld;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

7.

Wanneer, in overleg, een externe adviseur ingeschakeld moet worden ter behandeling van één van de aanvragen benoemd in dit hoofdstuk worden de leges verhoogd met:

Doorbelasting tarief

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

voor elk overleg:

€ 0;

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 15.000:

van de bouwkosten,

3%

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 15.000 tot € 500.000:

van de bouwkosten;

0,7%

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 5.000.000:

van de bouwkosten;

0,6%

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000:

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 32.235,00.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

1.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 15.000:

van de bouwkosten;

7%

2.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 15.000 tot € 500.000:

van de bouwkosten;

1,50%

3.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 5.000.000:

van de bouwkosten;

1,50%

4.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000:

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 75.215,00.

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 150,00

d.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met bindend adviesrecht raad:

€ 400,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 150,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 300,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met bindend adviesrecht raad:

€ 450,00.

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 13 van de Erfgoedverordening gemeente Vlieland 2010 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 150,00;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 150,00;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 150,00;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 150,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 300,00;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 300,00;

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 150,00;

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Vlieland 2010 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 150,00;

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 150,00;

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 150,00;

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 300,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met bindend adviesrecht raad:

€ 450,00.

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 150,00;

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.962,00

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Bij oprichting of verandering of actualisatie

a.

per milieubelastende activiteit:

€ 1.962,00

 

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

per milieubelastende activiteit:

A bij oprichting:

 

€ 5.450,00

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,00

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

 

B bij verandering of actualisatie

€ 1.962,00

C indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande

€ 7.358,00

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

per milieubelastende activiteit:

A bij oprichting:

 

€ 5.450,00

voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,00

voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

 

B bij verandering of actualisatie

€ 1.962,00

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

A bij oprichting:

 

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,00

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,00

B bij verandering of actualisatie

€ 1.962,00

C indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande 136 uur

€ 7.358,00

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

A bij oprichting:

 

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,00

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,00

B bij verandering of actualisatie

€ 1.962,00

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

per milieubelastende activiteit:

 

A bij oprichting:

 

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,00

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,00

B bij verandering of actualisatie

€ 1.962,00

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

A bij oprichting:

 

1 voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450,00

2 voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,00

B bij verandering of actualisatie

€ 1.962,00

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 150,00

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 150,00

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

over het deel van de aanlegkosten vanaf € 0 tot € 15.000:

van de aanlegkosten ;

7%

b.

over het deel van de aanlegkosten vanaf € 15.000 tot € 500.000:

van de aanlegkosten ;

1,50%

c.

over het deel van de aanlegkosten vanaf € 500.000 tot € 5.000.000:

van de aanlegkosten ;

1,50%

d.

over het deel van de aanlegkosten vanaf € 5.000.000:

van de aanlegkosten , met een maximum van:

€ 75.215,00

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Gereserveerd

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Gereserveerd

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 150,00;

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 300,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met bindend adviesrecht raad:

€ 450,00.

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een uitrit naar de

openbare weg of het veranderen van een bestaande uitrit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 150,00;

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 300,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met bindend adviesrecht raad:

€ 450,00.

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Gereserveerd

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Gereserveerd

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Gereserveerd

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: voorwerpen plaatsen op de weg

Gereserveerd

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Gereserveerd

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

Zie paragraaf 2.3 en 2.4

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 150,00.

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 80,00.

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Gereserveerd

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

€ 150,00.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 750,00.

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 150,00.

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%.

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 450,00;

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 450,00;

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 450,00;

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 150,00.

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 150,00.

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 150,00.

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 150,00.

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 150,00.

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 150,00.

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 150,00.

Artikel 2.50 Advies 

Gereserveerd

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Gereserveerd

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Gereserveerd

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:27van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 95,00;

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 95,00;

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 95,00;

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 95,00;

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 22,95;

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 22,95;

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 22,95.

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.24, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel:

€ 500,00;

b.

een braderie:

€ 0,00;

c.

een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg:

€ 0,00;

d.

een klein evenement dat niet voldoet aan de eis bedoeld in artikel 2:25, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 0,00.

Artikel 3.7 Organiseren markt

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 (Markt)standplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vaste-standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.17 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 80,00;

2.

Als een aanvraag om een vaste-standplaatsvergunning, te verlenen via het selectiestelsel, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50 % van de op grond van het eerste lid, onderdeel a, verschuldigde leges.

3.

Als een aanvraag om een vaste-standplaatsvergunning, te verlenen via loting, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van 75 % van de op grond van het eerste lid, onderdeel a, verschuldigde leges.

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Gereserveerd

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 80,00.

 

Behorende bij raadsbesluit van 18 december 2023

 

de griffier,

M. Brinksma-Brandenburg

 

de voorzitter,

M. Schrier


*

Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.

*

Dit is het maximumtarief.