Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Tijdelijke beleidsregels voor de omgang van bodemverontreiniging en bodemsanering gemeente Nieuwegein 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTijdelijke beleidsregels voor de omgang van bodemverontreiniging en bodemsanering gemeente Nieuwegein 2024
CiteertitelTijdelijke beleidsregels voor de omgang van bodemverontreiniging en bodemsanering gemeente Nieuwegein 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlageRIVM memo Risicogrenzen PFOS, PFOA en GenX

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2023nieuwe regeling

19-12-2024

gmb-2023-567740

Tekst van de regeling

Intitulé

Tijdelijke beleidsregels voor de omgang van bodemverontreiniging en bodemsanering gemeente Nieuwegein 2024

Burgemeester en wethouders van Nieuwegein

 

gelet op de Omgevingswet;

 

besluit

 

vast te stellen:

 

Tijdelijke beleidsregels voor de omgang van bodemverontreiniging en bodemsanering gemeente Nieuwegein 2024

Artikel 1 Toepassingsbereik

  • 1.

    Voor het beoordelen van een geval van bodemverontreiniging, voor het bepalen van een bodemsanering, voor het houden van toezicht op bodemverontreinigingen of bij het handhaven van een geval van bodemverontreiniging worden de volgende documenten als beleidsregels toegepast:

    • a.

      Handelingskader voor diffuus lood in de bodem, opgesteld door provincie Utrecht, vastgesteld 24 september 2019, referentienummer 81F8FFB6.

    • b.

      Handelingskader voor het omgaan met organochloorbestrijdingsmiddelen in de bodem van de Kromme Rijnstreek, opgesteld door provincie Utrecht, publicatiedatum 1 maart 2022, nummer 2387.

    • c.

      Circulaire bodemsanering 2013. Opgesteld door Rijksoverheid, Staatscourant op 27 juni 2013, 16675.

    • d.

      Het memorandum “Risicogrenzen ten behoeve van de vaststelling van Interventiewaarden voor PFOS, PFOA en Gen X” van het RIVM, voor de beoordeling van een PFAS verontreiniging. Opgesteld door Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Publicatiedatum 5 juli 2021

  • 2.

    De documenten, bedoeld in lid 1, zijn opgenomen als bijlagen bij deze beleidsregels.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 3 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Tijdelijke beleidsregels voor de omgang van bodemverontreiniging en bodemsanering gemeente Nieuwegein 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 december 2024.

Ellie Liebregts

Secretaris

Marijke van Beukering-Huijbregts

burgemeester

Bijlage 1 Handelingskader voor Diffuus lood in de bodem

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR629230Handelingskader voor Diffuus lood in de bodem, opgesteld door provincie Utrecht, vastgesteld 24 september 2019, referentienummer 81F8FFB6.

 

Handelingskader voor diffuus lood in de bodem | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl)

 

Bijlage 2 Handelingskader voor het omgaan met organochloorbestrijdingsmiddelen in de bodem van de Kromme Rijnstreek

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-2387.htmlHandelingskader voor het omgaan met organochloorbestrijdingsmiddelen in de bodem van de Kromme Rijnstreek, opgesteld door provincie Utrecht, publicatiedatum 1 maart 2022, nummer 2387.

 

Provinciaal blad 2022, 2387 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

 

Bijlage 3 Circulaire bodemsanering 2013

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-16675.htmlCirculaire bodemsanering 2013. Opgesteld door Rijksoverheid. Gepubliceerd in de Staatscourant op 27 juni 2013. Nummer 16675.

 

Staatscourant 2013, 16675 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

 

Bijlage 4 Risicogrenzen ten behoeve van de vaststelling van Interventiewaarden voor PFOS, PFOA en GenX

file:///C:/Users/MV120194/Downloads/memo%20Risicogrenzen%20ten%20behoeve%20van%20de%20vaststelling%20van%20Interventiewaarden%20voor%20PFOS,%20PFOA%20en%20GenX.pdfHet memorandum “Risicogrenzen ten behoeve van de vaststelling vanInterventiewaarden voor PFOS, PFOA en Gen X” van het RIVM, voor debeoordeling van een PFAS verontreiniging. Opgesteld door Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Publicatiedatum 5 juli 2021

 

Memo Risicogrenzen ten behoeve van de vaststelling van Interventiewaarden voor PFOS, PFOA en GenX

[Deze is te downloaden in de externe bijlage bij deze publicatie.]

 

Bijlage - Inhoudelijke toelichting op de beleidsstukken

Horend bij B&W voorstel Overnemen bestaand (provinciaal) beleid bodemverontreinigingen en bodemsaneringen onder de Omgevingswet

  • 1.

    Handelingskader voor diffuus lood in de bodem.

  • 2.

    Handelingskader OCB Kromme Rijnstreek.

  • 3.

    Circulaire bodemsanering 2013.

  • 4.

    De memo “Risicogrenzen ten behoeve van de vaststelling van Interventiewaarden voor PFOS, PFOA en Gen X”.

Bovenstaande stukken hebben alle betrekking op beleid wat onder de Omgevingswet onder de bevoegdheid van de gemeente komt te vallen. Dit betreft over het algemeen beleid van toepassing op het moment dat de interventiewaarde wordt overschreden en betrekking heeft op mogelijke saneringssituaties.

 

Handelingskader diffuus lood in de bodem

Met dit handelingskader geeft de Provincie Utrecht aan hoe tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet:

  • -

    de risico’s van diffuus lood voor jonge kinderen beperkt kunnen worden, op basis van de adviezen van het RIVM;

  • -

    zij de afspraken in het bodemconvenant 2016-2020 uitvoert;

  • -

    zij deze opgave op een kosteneffectieve en doelgerichte manier aanpakt;

  • -

    zij een verdere invulling geeft aan de wettelijke kaders van de Wbb ten aanzien van diffuus lood en de in voorbereiding zijnde Omgevingswet;

  • -

    zij een verdere invulling geeft aan de rolverdeling tussen overheden.

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten als bevoegd gezag zelf invulling geven aan de aanpak van (diffuse) bodemverontreinigingen en de voorgestane aanpak overnemen in hun Omgevingsplan.

 

Het handelingskader is voor een groot deel uitgevoerd. Voor de beoordeling van situaties/ onderzoeken blijven een aantal onderdelen van belang. Dit betreffen:

  • -

    Het verstrekken van gebruiksadviezen in aandachtsgebieden.

  • -

    De wijze waarop omgegaan wordt met kinderspeelplekken op het moment dat deze worden gerealiseerd of heringericht.

  • -

    De beoordeling van statische en ook nieuwe situaties/ bestemmingswijzigingen waarbij voor het nemen van maatregelen afgeweken kan worden van de standaard maatregelen en er volstaan kan worden met eenvoudige inrichtingsmaatregelen voor de activiteit Saneren.

Handelingskader OCB Kromme Rijnstreek

Het handelingskader voor het omgaan met organochloorbestrijdingsmiddelen (OCB) in de bodem van de Kromme Rijstreek van 3 december 2021 (ref nr. 823BF3DO) geeft aan hoe omgegaan kan worden met de (ecologische) risico’s van OCB in de Kromme Rijnstreek (gemeenten Wijk bij Duurstede, Houten en Bunnik). Aangezien ook Nieuwegein in de jaren ’50 van de vorige eeuw veel fruitteelt heeft gekend, is dit ook in Nieuwegein aan de orde. Dit handelingskader geeft een verdere invulling aan de wettelijke kaders van de Wbb voor OCB en de Omgevingswet. Het omschrijft het regionale beleid waarmee de overheden binnen de Kromme Rijnstreek de problematiek van de met OCB verontreinigde (voormalige) boomgaarden aanpakken. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten als bevoegd gezag zelf nadere invulling geven aan de aanpak van (diffuse) bodemverontreinigingen; zij kunnen de in dit document beschreven aanpak direct overnemen in hun Omgevingsplan. Met dit handelingskader is hergebruik binnen de begrenzing van (voormalige)boomgaardpercelen onder voorwaarden toegestaan tot 2,5 keer de interventiewaarde. Zonder dit kader is hergebruik boven de interventiewaarde niet toegestaan.

 

Circulaire bodemsanering 2013

De Circulaire bodemsanering 2013 geeft met name uitwerking aan het saneringscriterium waarmee wordt vastgesteld of een spoedige sanering noodzakelijk is. Daarnaast wordt ingegaan op de uitwerking van de saneringsdoelstelling en de aanpak van verontreinigingen.

 

De Circulaire is niet volledig verwerkt in de Omgevingswet en onderliggende besluiten en bevat elementen die van belang zijn voor een goede overgang naar de Omgevingswet. Door de mogelijkheid te hebben deze toe te passen als het aangeboden instrumentarium in het kader van de Omgevingswet niet toereikend is worden zo mogelijkheden gegeven om zoveel mogelijk beleidsneutraal over te gaan. De Circulaire wordt dan gehanteerd als regelgeving wanneer de Omgevingswet onvoldoende mogelijkheden biedt om de voorkomende situatie goed te kunnen beoordelen.

 

Bij de uitwerking van beleid en regels om te kunnen voldoen aan de Kaderrichtlijn water (KRW) liep ook de provincie er tegenaan dat het Rijk de Circulaire intrekt en de Omgevingswet geen vervangende regels heeft opgenomen. Daarom heeft de provincie ervoor gekozen in haar omgevingsverordening en het bodem- en water programma regels op te nemen waarbij ook de Circulaire bodemsanering 2013 van toepassing wordt verklaard. De Circulaire kent dus blijvend een bredere toepassing.

 

Het advies is om de Circulaire in elk geval toe te passen in de volgende situaties:

  • -

    Nader invulling geven aan het begrip “onaanvaardbaar humaan risico’s” en “aanzienlijke bedreiging drinkwatervoorziening”.

  • -

    Mogelijke saneringsmaatregelen anders dan graven en isoleren (zie bijlage 4 paragraaf 2.2).

  • -

    Eisen aan dikte van leeflagen (zie bijlage 4 paragraaf 2.3)

Memo “Risicogrenzen ten behoeve van de vaststelling van Interventiewaarden voor PFOS, PFOA en Gen X”

De memo “Risicogrenzen ten behoeve van de vaststelling van Interventiewaarden voor PFOS, PFOA en Gen X” van het RIVM heeft betrekking op nieuwe bodemverontreiniging en historische bodemverontreiniging met PFAS. Door het beleid uit deze memo over te nemen door dit vast te stellen kunnen verontreinigingssituaties met PFAS beoordeeld worden en worden er saneringscriteria vastgelegd. Het gebruiken van dit beleid betreft een tijdelijke situatie tot het moment dat de minister landelijke normen in de wet vastlegt. Er is nog geen duidelijkheid wanneer dit plaatsvindt. Daarom is ervoor gekozen gemeenten te adviseren om dit beleid over te nemen. Door het ontbreken van landelijke regelgeving kan zonder dit beleid niet worden bepaald op welk moment een saneringsplicht ontstaat voor een PFAS verontreiniging.

 

Bronnen van de beleidsstukken