Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ommen

Verordening op de heffing en de invordering van leges Ommen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmmen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Ommen 2024
CiteertitelLegesverordening Ommen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Legesverordening 2023.

De datum van ingang van de heffing is de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2023-567670

580796

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Ommen 2024

De raad van de gemeente Ommen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023 met zaaknummer 580796;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Ommen 2024 in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (Legesverordening Ommen 2024).

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • d.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst voor pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;

  • e.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften/aanvragen en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • f.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverrichtingen jegens de gemeente;

  • g.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek/aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Aanvang abonnementen in de loop van het kalenderjaar

Indien de heffing van de leges geschiedt bij wijze van abonnement, bedoeld in artikel 1.20 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, worden bij aanvang van het abonnement in de loop van het kalenderjaar, de verschuldigde leges naar evenredigheid geheven, met dien verstande dat een gedeelte van een maand wordt gerekend als een volle maand.

Artikel 9 Ontheffing bij tussentijdse beëindiging van abonnementen

Indien de heffing van de leges geschiedt bij wijze van abonnement, bedoeld in artikel 1.20 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, wordt bij tussentijdse beëindiging van een abonnement, indien deze plaatsvindt voordat een halfjaar van de geldigheidsduur daarvan is verstreken en het abonnement ten hoogste voor de helft van het aantal inlichtingen c.q. exemplaren van bescheiden, waarop het recht geeft, is verbruikt, op schriftelijke aanvraag van de houder, ontheffing van de betaling van deze leges verleend. De ontheffing wordt verleend tot een bedrag gelijk staande met de helft van het verschuldigde.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 12 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2023’ van 22 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Ommen 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 21 december 2023.

De raad voornoemd,

De griffier,

S.G.M. Dijk-Horenberg

De voorzitter,

mr. drs. J.M. Vroomen

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024 Ommen

 

Tarieventabel Ommen 2024

Aanduiding

Tekst

Tarieven 2024

Hoofdstuk 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

a.

op maandag om 8.30 uur en 9.00 uur

kosteloos

b.

op maandag tot en met vrijdag op overige tijdstippen dan genoemd in onderdeel a

€ 439,20

c.

op zaterdagen, zondagen en algemene feestdagen

€ 876,30

in het huis der gemeente, vrije locatie

d.

van maandag tot en met vrijdag

€ 982,40

e.

op zaterdagen, zondagen en algemene feestdagen

€ 1.157,40

1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien en voor zover geen gebruik gemaakt wordt van een trouwlocatie

€ 140,10

1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 140,10

1.4

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 140,10

1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 113,50

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 287,50

1.6

Uittreksel huwelijk

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

€ 16,60

1.7

Bodedienst

Het tarief bedraagt voor het inzetten van een bodedienst ter ondersteuning van de huwelijksvoltrekking

€ 227,00

1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje, inclusief uittreksel van de burgerlijke stand

€ 47,80

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,87

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,42

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,42

1.10

Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a

een Nederlandse identiteitskaart:

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,92

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,93

1.11

Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,09

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

€ 5,30

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

1.12

Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,11

1.13

Modaliteiten

1

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.12 en 1.13 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.12 en 1.13 en onder a genoemde bedragen:

€ 5,30

c.

bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een rijbewijs, indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag anders dan ten gevolge van diefstal niet of niet compleet kan worden overlegd, behalve wanneer een proces verbaal van diefstal dat door de politie is afgegeven kan worden overlegd, vermeerderd met

€ 37,20

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de verkoop van eigen verklaringen/gezondheidsverklaring CBR voor de administratiekosten:

€ 1,60

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

1.14

Definities

1

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 13,50

2

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisadministratie:

a.

via de publieksbalie of post

€ 13,50

b.

via het digitaal loket

€ 12,20

3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een afschrift van een persoonslijst

€ 13,50

4

Het tarief bedraagt voor een gewaarmerkte kopie of afschrift van een verklaring onder ede

€ 8,20

5

Het tarief bedraagt tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 13,50

1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 13,50

1.17

Papieren verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 19,90

2.

Het op grond van subonderdeel 1.18.1 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

1.19

Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een afschrift van de Kadernota

€ 102,50

b.

een afschrift van de programmabegroting of jaarstukken (jaarverslag en programmarekening)

€ 102,50

c.

een afschrift van de productenraming of productrealisatie (per boekwerk)

€ 50,90

d.

een afschrift van boekwerk bijlagen

€ 31,90

e.

een afschrift van het burgerjaarverslag

€ 102,00

f.

een afschrift van het beleidsprogramma

€ 21,80

g.

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina

€ 0,70

h.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

€ 0,70

i.

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina

€ 0,70

j.

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina

€ 0,70

k.

tot het verstrekken van het gemeenteblad, per pagina

€ 0,70

l.

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening, per pagina

€ 0,70

m.

een afschrift van andere, niet met naam in deze verordening genoemde verordening, per pagina

€ 0,70

n.

een afschrift van aanvullingen van het in onderdelen l en m bedoelde, per pagina

€ 0,70

1.20

Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

a.

op de stukken en verslagen van de raadsvergaderingen

€ 103,70

b.

op de stukken en verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie

€ 21,90

c.

op de stukken van alle raadscommissies en alle functionele raden

€ 86,40

d.

Indien de stukken bedoeld in onderdeel c worden toegezonden, worden de leges per onderdeel vermeerderd met

€ 15,20

e.

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het gemeenteblad

€ 101,80

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

1.21

Plan-, kaart of perceelsinformatie

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,70

b.

in formaat A3, per bladzijde

€ 0,80

c.

In formaat A2 of groter, per bladzijde

€ 6,40

d.

per scan (PDF-formaat) of afdruk van bouwtekening, plankaart o.i.d.

€ 6,40

hieronder wordt ook begrepen de verzoeken in verband met koop/ verkoop en taxatie van percelen.

e.

informatie over de toestand van de bodem, betrekking hebbend op een perceel, waaronder vragen over mogelijke bodemverontreiniging, bodemgesteldheid, aanwezigheid ondergrondse (olie)tanks, IBA of riolering per kadastraal perceel

€ 40,10

f.

overige milieu-informatie betrekking hebbend op een perceel, waaronder Wet milieubeheer, geluid per kadastraal perceel

€ 26,80

g.

informatie over bouwaangelegenheden, waaronder omgevingsvergunningen, monumentenvergunningen, kwaaitaal vloeren, (vooraankondigingen van) aanschrijvingen strijdigheden omgevingsplan, per kadastraal perceel

€ 40,10

1.22

Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen per adres of object

€ 13,10

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: een aanvraag tot het verstrekken van een makelaarsrapportage

€ 60,80

1.23

Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

a.

het gemeentelijke adressenbestand, per adres

€ 13,10

b.

het relatiebestand adres-kadastraal perceel, per gelegde relatie

€ 13,10

c.

het adrescoördinatenbestand, per adrescoördinaat

€ 13,10

d.

een exemplaar van de bouwverordening met de daarbij behorende nadere regelingen

€ 74,90

e.

een exemplaar van de welstandsnota

€ 74,90

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

1.24

Gemeentegarantie

Gereserveerd

1.25

Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 16,00

c.

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 16,60

d.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 16,00

1.

Het bewijs van Nederlanderschap wordt kosteloos afgegeven in het geval dat een bewijs van toevoeging wordt overlegd waarop het bedrag van de eigen bijdrage overeenkomt met het bedrag genoemd in artikel 35 van de Wet op de rechtsbijstand.

e.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en de beschikking wijzigingspercentage optie- en naturalisatiegelden 2018

f.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afleggen van een optieverklaring gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 en de beschikking wijzigingspercentage optie-en naturalisatiegelden 2018

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 20,00

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.27

Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1

Het tarief bedraagt:

a.

voor een printerafdruk A4 per afdruk

€ 0,70

b.

voor een printerafdruk A3 per afdruk

€ 0,70

c.

voor een printerafdruk A0 per afdruk

€ 6,40

d.

voor een kopie uit akten (historische) burgerlijke stand (alleen met opgave concrete datum)

€ 8,50

2

De tarieven van artikel 1.27 a tot en met d worden indien van toepassing vermeerderd voor administratiekosten, verzendkosten, incl. porto, met:

€ 5,90

1.28

Digitaliseren vanuit het gemeentearchief

1

Het tarief bedraagt, als nog geen digitale versie aanwezig is, voor:

a.

het scannen van beeldmateriaal tot A4, per scan

€ 8,50

b.

het scannen van documenten (anders dan beeldmateriaal) tot A3, per scan

€ 0,60

c.

het scannen van documenten (anders dan beeldmateriaal) groter dan A3, per scan

€ 5,80

d.

het digitaliseren van geluidsfragment

€ 14,40

2

Het tarief bedraagt, als een digitale versie aanwezig is, voor:

a.

het ter beschikking stellen van documenten, per document in pdf-formaat

€ 4,60

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

1.29

Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 159,10

1.30

Leegstandswet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 159,10

b.

om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet:

€ 95,40

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

1.31

Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50

b.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 13,40

1.32

Telecommunicatiewet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 275,40

a.

als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 2,00

b.

als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 0,70

c.

als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met:

€ 236,20

d.

als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met:

€ 236,20

e.

als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

25%

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke verzoek tot medegebruik overeenkomstig het vierde lid zouden worden vastgesteld.

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

a.

voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten:

€ 820,00

b.

voor medegebruik van 21 tot en met 40 gemeentelijke objecten:

€ 930,00

c.

voor medegebruik van 41 tot en met 60 gemeentelijke objecten:

€ 1.030,00

d.

voor medegebruik van 61 tot en met 80 gemeentelijke objecten

€ 1.130,00

e.

voor medegebruik van 81 tot en met 100 gemeentelijke objecten:

€ 1.240,00

f.

voor medegebruik van 101 tot en met 120 gemeentelijke objecten:

€ 1.340,00

g.

voor medegebruik van 121 tot en met 140 gemeentelijke objecten:

€ 1.440.00

h.

voor medegebruik van 141 tot en met 160 gemeentelijke objecten

€ 1.550,00

i.

voor medegebruik van 161 tot en met 180 gemeentelijke objecten:

€ 1.650,00

j.

voor medegebruik van 181 of meer gemeentelijke objecten:

€ 1.750,00

5.

Als het verzoek bedoeld in het vierde lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in het derde lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van

100%

van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:

-

hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had;

-

in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg; en

-

is gedaan binnen twaalf weken na het laatste vooroverleg.

1.33

Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 39,20

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 39,20

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

1

een medische keuring noodzakelijk is

€ 70,90

2

geen medische keuring noodzakelijk is

€ 47,20

3

de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een duplicaat van de in 1.33 lid c. genoemde kaart bedragen

€ 8,50

d.

tot het verlenen van een ontheffing van het parkeerverbod

€ 115,80

e.

Voor het aanbrengen en plaatsen van bebording ter aanduiding van een gehandicaptenparkeerplaats bedraagt

€ 179,80

f.

tot het verlenen van een ontheffing om, voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, af te mogen wijken van de op grond van artikel 24 lid 2 Wvgs aangewezen route en tevens ontheffing voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen op adressen buiten de aangewezen route

€ 100,60

Paragraaf 1.10

Diversen

1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 8,20

2

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 8,10

3

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,70

b.

in formaat A3, per bladzijde

€ 0,70

c.

in formaat A2 of groter, per bladzijde

€ 6,30

4

In afwijking van het gestelde in lid 3. onderdeel a tot en met c bedragen de tarieven van kopieën in het kader van de Wet Open Overheid de maximumtarieven zoals zijn vastgesteld in het Besluit maximumtarieven open overheid.

5

De tarieven per pagina genoemd onder artikel 1.34, lid 3 zijn eveneens van toepassing op afschriften, doorslagen of fotokopieën die moeten worden gescand of bewerkt worden tot pdf-bestand en digitaal worden verzonden.

6

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen artikel 1.34, lid 1 en lid 2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk/scan

€ 6,40

1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verlenen van een ontheffing voor het kamperen buiten kampeerterreinen als bedoeld in artikel 4:8 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Ommen

€ 96,20

b.

tot het verkrijgen van een inzamel- of collectevergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 15,50

c.

tot het verkrijgen van een stookvergunning als bedoeld in artikel 5:34 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 15,50

d.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 24,50

Hoofdstuk 2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

2.1

Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

5

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan:

de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de realisering van een bouwproject tot en met de oplevering van het bouwwerk.

De kosten omvatten direct en indirecte kosten.

Directe kosten zijn:

· bouwkundige werken, inclusief bodemvoorzieningen en paalfunderingen;

· gebouwinstallaties;

· vaste inrichtingen.

Indirecte kosten zijn:

· algemene bouwplaatskosten;

· algemene bedrijfskosten;

· winst en risico.

Bouwkosten zijn exclusief:

· grondkosten;

· losse inrichtingen en bedrijfsinstallaties;

· bijkomende projectkosten, waaronder begrepen de honoraria van adviseurs;

· btw.

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Voor de bepaling van de bouwkosten van bouwwerken, (her)bouwkosten van woningen, bedrijfspanden en agrarische gebouwen wordt gebruik gemaakt van de ROEB-lijst. Zie hiervoor bijlage ROEB-lijst.

6

Aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de 'Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012)’ (vindplaats: Staatscourant 2012, nummer 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

2.3

Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2

Voorfase

2.4

Omgevingsoverleg

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

a.

voor een eerste overleg:

€ 325,10

b.

voor elk volgend overleg:

€ 325,10

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten voor bouwkosten tot:

a.

Indien de bouwkosten vanaf € 0 tot € 5.000 bedragen:

€ 146,53

b.

Indien de bouwkosten vanaf € 5.000 tot € 12.500 bedragen:

€ 185,93

c.

Indien de bouwkosten vanaf € 12.500 tot € 25.000 bedragen:

€ 185,93

vermeerderd met

1,46%

van de bouwkosten vanaf € 12.500 tot € 25.000;

d.

Indien de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 368,73

vermeerderd met

1,34%

van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000;

e.

Indien de bouwkosten vanaf de € 50.000 tot € 100.000 bedragen:

€ 703,96

vermeerderd met

1,18%

van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 100.000;

f.

Indien de bouwkosten vanaf de € 100.000 tot € 150.000 bedragen:

€ 1.292,79

vermeerderd met

1,02%

van de bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 150.000;

g.

Indien de bouwkosten vanaf de € 150.000 tot € 250.000 bedragen:

€ 1.803,46

vermeerderd met

0,93%

van de bouwkosten vanaf € 150.000 tot € 250.000;

h.

Indien de bouwkosten vanaf de € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 2.737,96

vermeerderd met

0,74%

van de bouwkosten vanaf € 250.000 tot € 500.000;

i

Indien de bouwkosten vanaf de € 500.000 tot en met € 1.000.000 bedragen:

€ 4.670,88

vermeerderd met

0,69%

van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot en met € 1.000.000;

j.

Indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen:

€ 8.110,14

vermeerderd met

0,45%

van de bouwkosten boven de € 1.000.000;

met een maximum legesbedrag van € 250.000

2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk of terrein, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Indien de bouwkosten vanaf de € 0 tot € 5.000 bedragen:

€ 275,27

b.

Indien de bouwkosten vanaf de € 5.000 tot € 12.500 bedragen:

€ 349,27

c.

Indien de bouwkosten vanaf de € 12.500 tot € 25.000 bedragen:

€ 349,27

vermeerderd met

2,75%

van de bouwkosten vanaf € 12.500 tot € 25.000;

d.

Indien de bouwkosten vanaf de € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 692,67

vermeerderd met

2,52%

van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000;

e.

Indien de bouwkosten vanaf de € 50.000 tot € 100.000 bedragen:

€ 1.322,41

vermeerderd met

2,21%

van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 100.000;

f.

Indien de bouwkosten vanaf de € 100.000 tot € 150.000 bedragen:

€ 2.428,54

vermeerderd met

1,92%

van de bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 150.000;

g.

Indien de bouwkosten vanaf de € 150.000 tot € 250.000 bedragen:

€ 3.387,85

vermeerderd met

1,76%

van de bouwkosten vanaf € 150.000 tot € 250.000;

h.

Indien de bouwkosten vanaf de € 250.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 5.143,32

vermeerderd met

1,40%

van de bouwkosten vanaf € 250.000 tot € 500.000;

i

Indien de bouwkosten vanaf € 500.000 tot en met € 1.000.000 bedragen:

€ 8.774,38

vermeerderd met

1,29%

van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot en met € 1.000.000;

j.

Indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 bedragen:

€ 15.235,10

vermeerderd met

0,85%

van de bouwkosten boven de € 1.000.000;

met een maximum legesbedrag van € 250.000

2.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 413,60

3.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 413,60

4.

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, die voldoet aan de criteria van bijlage 1:

€ 413,60

5.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit die niet voldoet aan de criteria van bijlage 1:

€ 7.467,30

2.7

Verhoging in verband met toets ruimtelijk kwaliteitsplan/erfinrichtingsplan

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in titel 2 van deze tarieventabel, waarbij een ruimtelijk kwaliteitsplan of erfinrichtingsplan moet worden beoordeeld, wordt vermeerderd met:

€ 493,20

paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 10 van de Erfgoedverordening 2011 Gemeente Ommen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 283,60

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 283,60

2

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 283,60

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 283,60

3

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 283,60

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 283,60

4

gereserveerd

5

Het eerste lid, aanhef en onder 1. a. en b. is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening 2011 Gemeente Ommen is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

-

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

-

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

2.9

Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 283,60

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 283,60

2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 10 van de Erfgoedverordening 2011 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 283,60

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 284,60

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 285,70

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 285,70

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.665,00

2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.665,00

2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.665,00

2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.665,00

2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.665,00

2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.665,00

2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.665,00

2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.665,00

2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

Paragraaf 2.6

Gereserveerd

2.21

Gereserveerd

2.22

Gereserveerd

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

2.23

Gereserveerd

2.24

Gereserveerd

2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 127,80

2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel [2:11] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 13,10

2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [2:12] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 13,10

2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 279,70

2

Indien een vergunning als bedoeld in 2.28. kan worden verleend, wordt het tarief genoemd onder 2.28 afhankelijk van de aanlegkosten verhoogd met :

a.

bij aanlegkosten minder dan € 5.000,--

€ 205,00

b.

bij aanlegkosten van € 5.000,-- tot € 45.000,--

€ 410,00

c.

bij aanlegkosten van € 45.000,-- tot € 145.000,--

€ 613,90

d.

bij aanlegkosten van € 145.000,-- tot € 1.000.000,--

€ 1.229,00

e.

bij aanlegkosten van € 1.000.000,--tot € 2.000.000,--

€ 2.455,20

f.

bij aanlegkosten vanaf € 2.000.000,--

€ 3.409,50

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Gereserveerd

2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 76,90

2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 73,70

2.32

Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

Gereserveerd

2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Gereserveerd

2.34

Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 283,60

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 283,60

c.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 283,60

paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 3.655,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 3.655,00

2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 3.655,00

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 3.655,00

2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 3.655,00

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

2.38

Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 98,82

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 98,82

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 98,82

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 98,82

2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 366,60

2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, wordt bepaald op basis van de van toepassing zijnde onderdelen van deze legesverordening, en wordt verminderd met de oorspronkelijk geheven leges, gecorrigeerd naar het jaar van aanvragen van de wijziging.

a.

Het tarief bedraagt, uitgezonderd in het geval artikel 2.40 lid 1 onderdeel b.:

€ 366,60

b.

het tarief bedraagt, als de aanvraag niet uit oogpunt van welstand beoordeeld hoeft te worden beoordeeld:

€ 336,10

c.

Het minimale aanlegtarief bedraagt:

€ 279,40

2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning voor andere activiteiten dan bouw- of aanlegactiviteiten als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, wordt bepaald op basis van onderdelen van deze legesverordening en wordt verminderd met de oorspronkelijk geheven leges, tot een minimum van de oorspronkelijk geheven leges van:

25%

De tarieven van artikel 2.40 worden naar beneden afgerond op hele euro’s.

3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, van degene op wiens naam de omgevingsvergunning is gesteld of op aanvraag van zijn rechtverkrijgende, om overschrijving op naam van een ander dan degene op wiens naam de omgevingsvergunning is gesteld voor zover er geen wijziging van het project is opgetreden, bedragen:

€ 159,50

en worden verhoogd met de in 1.34 lid 4 genoemde bedragen voor het verstrekken van kopieën van de bij de omgevingsvergunning behorende gegevens en bescheiden.

2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 366,60

2.42

Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.57 van toepassing is:

nihil

2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 100,00

2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.48 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 7.467,30

Hierbij worden de door de gemeente (al dan niet aan derden) ter zake verschuldigde kosten voor voorbereiding van dat omgevingsplan, inclusief die van noodzakelijke (voor)-onderzoeken, eveneens in rekening gebracht bij aanvrager.

Deze kosten worden voor het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeeld aan de hand van een door of namens burgmeester en wethouders opgestelde begroting. Na mededeling van de begrote kosten is betrokkene bevoegd gedurende vijf werkdagen zijn aanvraag tot het verlenen van de dienst in te trekken.

2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 159,50

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

2.47

Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

met een maximum van:

€ 1.060,90

De verhoging wordt naar beneden afgerond op hele euro’s.

2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.275,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 2.275,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 2.275,00

2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 126,60

1

Voor de beoordeling van de resultaten van een nader milieukundig bodemonderzoek

€ 253,40

2

Voor het uitzoeken en verstrekken van historische informatie ten behoeve van het op te stellen onderzoeksrapport

€ 84,90

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 159,50

c.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 1.000,00

d.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

2.50

Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 241,60

b.

Indien het bouwplan uit oogpunt van welstand hoeft te worden beoordeeld, wordt het overeenkomstig artikel 2.5 berekende tarief vermeerderd met:

3 o/oo van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 0,00 en € 230.000,00, plus ½ o/oo van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 230.000,00 en € 455.000,00, plus ¼ o/oo van het deel van de bouwkosten dat ligt tussen € 455.000,00 en € 680.000,00, plus 1/8 o/oo van het deel van de bouwkosten dat € 680.000,00 te boven gaat.

Het minimale tarief voor de welstandbeoordeling bedraagt:

€ 30,50

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

e.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.51

Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.13

Vermindering

2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

- voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

- in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving

2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag

Gereserveerd

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges tot een minimaal te betalen bedrag van:

€ 220,90

2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

Indien de aanvraag wordt ingetrokken op verzoek van de gemeente

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip tot vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken en uiterlijk binnen 52 weken na het in behandeling nemen ervan

65%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

De teruggaaf wordt naar boven afgerond op hele euro’s.

2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

€ 0,75

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

€ 0,70

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

€ 0,65

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden nadat de vergunning onherroepelijk is geworden en van de vergunning geheel of ten dele geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

De ingeval van weigering van een omgevingsvergunning te betalen leges zijn echter minimaal het tarief als bepaald volgens 2.50.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

2.61

Gereserveerd

Hoofdstuk 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1

Horeca

3.1

Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:28] van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 327,30

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:29, tweede lid,] van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 162,20

3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 327,30

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 162,20

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 162,20

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 13,10

2

Het tarief voor publicaties in dag- en nieuwsbladen, zoals voorgeschreven ingevolgde Alcoholwet bedraagt per publicatie

€ 81,60

3

Het tarief voor een vergunning, in afwijking van het in 3.2 onderdeel 1a bepaalde, als de aanvrager met recht een beroep doet op artikel 27, tweede of derde lid, of op artikel 75, eerste of tweede lid van de Alcoholwet bedraagt

€ 299,90

4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het inrichten van een k als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 176,50

paragraaf 3.2

Seksbedrijven

3.3

Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een seksinrichting of escortbedrijf

€ 2.506,40

3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

a.

voor een seksinrichting of escortbedrijf

€ 1.587,10

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

3.5

Ontheffing winkeltijden

Gereserveerd

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

3.6

Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

€ 31,90

3.7

Organiseren markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 13,10

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

3.8

Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

Gereserveerd

3.9

Overige administratieve dienstverlening markt

Gereserveerd

3.10

Losse standplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

geldig voor een dag

€ 15,50

b.

geldig voor een kalenderweek of een gedeelte daarvan (langer dan 1 dag)

€ 76,50

c.

geldig voor een kalenderjaar of een gedeelte daarvan (langer dan 1 week)

€ 311,70

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014 (en Wet goed verhuurderschap)

3.11

Vergunning onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 159,10

3.12

Vergunning samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 159,10

3.13

Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 159,10

3.14

Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 159,10

3.15

Splitsingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste[, respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 159,10

3.16

Toeristische verhuur

Gereserveerd

3.17

Verhuurvergunning opkoopbescherming

Gereserveerd

3.18

Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

Gereserveerd

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

3.19

Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 81,30

Paragraaf 3.8

Overige

3.20

Kinderopvang

€ 680,20

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bieden van gastouderopvang, als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 117,70

 

 

Bijlage behorende bij de legesverordening 2024 van de gemeente Ommen

 

Betreft: definitie kleine buitenplanse afwijking zoals bedoeld in artikel 2.6, lid 4 van de tarieventabel.

 

Waar in deze bijlage wordt verwezen naar wet- of regelgeving dan wordt verwezen naar de wet- en regelgeving zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

 

Onder een kleine buitenplanse afwijking wordt verstaan:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998;

  • 7.

    een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

  • 8.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 9.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 10.

    het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;

    • b.

      de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden,

    • c.

      de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

    • d.

      de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

  • 11.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Bij de toepassing van de bovenstaande blijft het aantal woningen gelijk. Deze eis is niet van toepassing op de gevallen, bedoeld in:

  • a.

    onderdeel 1, voor zover het betreft huisvesting in verband met mantelzorg,

  • b.

    onderdelen 9 en 11. 6.

Onderdelen 9 en 11 zijn niet van toepassing op een activiteit als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage

 

Bijlage ROEB lijst 2024