Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montferland

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontferland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2024
CiteertitelVerordening op de heffing en invordering van leges 2024
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 2 van de Paspoortwet
  4. artikel 13 van het Instellingsbesluit Evaluatiecommissie Omgevingswet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202431-12-2024nieuwe

02-11-2023

gmb-2023-567460

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

RAADSBESLUIT

Registratienr: 23int01396

Onderwerp: Raadsbesluit legesverordening 2024

 

 

De raad van de gemeente Montferland;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2023;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onder h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortweg en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de volgende verordening:

 

 

 

 

 

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • c.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning tot het houden van een loterij.

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, artikel 2.6.6, 2.6.7 en 2.6.8 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een Montferlandse non-profitinstelling die zich volgens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

  • e.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 3.4, artikel 3.6 en 3.8 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een Montferlandse non-profitinstelling die zich volgens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

 

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van een nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

1. paragraaf 1.9 en 1.10 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart)

2. paragraaf 1.12 (rijbewijzen)

3. paragraaf 1.16 (schriftelijke verstrekking)

4. paragraaf 1.18, onder a (verklaring omtrent het gedrag)

5. paragraaf 1.22 (Wet op de kansspelen)

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

2. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de in hoofdstuk 2, paragraaf 2.1, artikel 2.1.5 van de tarieventabel genoemde normbouwkostenregeling.

 

Artikel 11 Overgangsrecht

1. De Legesverordening 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

Artikel 3 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2024”.

 

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

Maandag t/m zaterdag van 09.00 tot 17.00 uur

€ 484,00

b.

Alle overige tijden

€ 568,00

c.

Dinsdagochtend om 09.00 en 9.15 uur kosteloos onder de voorwaarden zoals aangegeven in het Reglement Burgerlijke Stand van 1 januari 2020 en het besluit van het college van B&W van 1 januari 2020.

 

 

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van een permanent of eenmalig aangewezen locaties zijn de tarieven:

 

a.

Maandag t/m zaterdag van 09.00 tot 17.00 uur

€ 484,00

b.

Alle overige tijden

€ 568,00

c.

Dinsdagochtend om 09.00 en 9.15 uur kosteloos onder de voorwaarden zoals aangegeven in het Reglement Burgerlijke Stand van 1 januari 2020 en het besluit van het college van B&W van 1 januari 2020

 

 

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Voor huwelijksvoltrekkingen/partnerschapsregistratie op een locatie die is aangewezen als huis der gemeente geldt een toeslag van

€ 169,00

 

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

a.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 190,00

 

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van maximaal 2 getuigen voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 42,50

 

Artikel 1.7 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouw- of partnerschapsboekje

€ 36,35

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85;*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40*

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85;*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40;*

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85;*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40;*

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40;*

e.

een nationaal paspoort voor niet-ingezetenen:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 126,40;*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 105,95*

f.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel e (zakenpaspoort) voor niet-ingezeten:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 126,40;*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 105,95;*

 

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80;*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90;*

b

een Nederlandse identiteitskaart voor niet-ingezetenen

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 121,95;*

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 87,00;*

c.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90;*

 

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05;*

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 48,15

 

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 34,10

2.

Voor het afgeven van een gezondheidsverklaring

€ 47,75

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.14 Definities

 

1.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 (1.17)en 1.4.4 (1.18) , wordt onder wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 13,50

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

€ 209,85

c.

tot het verstrekken van statische gegevens per pagina

€ 6,70

 

Artikel 1.16 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

 

Artikel 1.17 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 20,95.

2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het beschikbaar stellen van een volledig overzicht van de persoonslijst van de aanvrager, behoudens voor de eerste vrije verstrekking conform het bepaalde in de wet BRP

€ 16,50

 

 

* Dit is het maximumtarief.

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken is vervallen

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie is vervallen

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

Artikel 1.18 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35*;

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 13,50

c.

Tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

€ 13,50

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

 

Artikel 1.19 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 11,70.

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

een afschrift, digitale scan of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina van A4-format

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

op A4 formaat

op A3 format

op A2 format

op A1 format

op A0 format

op een ander format per 500 cm² of gedeelte daarvan

 

 

 

 

 

 

€ 0,35

€ 2,90

€ 3,80

€ 6,00

€ 10,10

€ 17,10

€ 0,45

 

Artikel 1.20 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 5,00

2.

Een afdruk van een in het gemeentearchief berustend stuk met behulp van microfiche, per pagina

€ 0,72

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.21 Leegstandwet

 

 

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 183,50

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 92,80

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

 

Artikel 1.22 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50;*

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50;*

 

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00;*

 

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50;*

 

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50;*

 

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00.*

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 280,70 

* Dit is het maximumtarief.

 

Artikel 1.23 Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a.

Voor het afgeven van een instemmingsbesluit voor werkzaamheden van reguliere aard binnen het grondgebied van de gemeente Montferland

€ 371,90

 

b.

Voor het afgeven van een instemmingsbesluit voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard binnen het grondgebied van de gemeente Montferland

€ 100,50

 

Artikel 1.24 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 36,15

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 36,15

c.

een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer

€ 36,15

d.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 62,65

e.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen betreffende het wegverkeer (BABW) met medisch advies

€ 180,15

f.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in de beleidsregel ‘Gehandicapten parkeerkaart en Gehandicapten parkeerplaats’ van de gemeente Montferland

Indien de aanvraag uitsluitend betreft het wijzigen en/of het verplaatsen van het kentekenbord (i.v.m. met verhuizing) bedraagt het tarief

€ 269,50

 

€ 66,20

g.

tot het verlenen van een vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in de vergunning aangegeven plaats en wijze

€ 36,15

 

 

 

 

 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

Artikel 1.25 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 5,80

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 17,90;

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina van A4 format, voor de eerste tien pagina’s gratis daarboven per pagina

in format A3, per bladzijde

 

 

 

€ 0,35

€ 0,40

d.

Kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij di in de onderdeel c genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of fotokopie of digitale scan

 

 

1.

op A4 formaat

€ 2,90

 

2.

op A3 formaat

€ 3,80

 

3.

op A2 formaat

€ 6,00

 

4.

op A1 formaat

€ 10,10

 

5.

op A0 formaat

€ 17,10

 

6.

op een ander formaat per 500 cm² of gedeelte daarvan

€ 0,45

 

 

Artikel 1.26 Overige tarieven

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

om nadeelcompensatie per aanvraag

€ 345,95

b.

als de nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt de leges bedoeld in f terugbetaald.

 

c.

Voor het afgeven van een verklaring van geen bezwaar op basis van artikel 10, lid 2, Besluit inrichting niet aangewezen luchtvaartterrein

€ 30,75

d.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring omtrent bestemming, gebruik, aanschrijving, e.d. per adres (infoscan).

€ 27,00

e.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een schriftelijke verklaring betreffende een verwachting van de bodemkwaliteit op basis van de aangegeven huidig bekende gegevens per adres (infoscan).

€ 54,20

f.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 5,95

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

-

 

 

 

 

 

 

-

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt als minimale ondergrens voor de bouwkosten gehanteerd de door het Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI)/Casadata bepaalde basisbedragen bouwkosten voor leges voor de provincie Gelderland voor 2023, zoals benoemd in het Onderzoeksrapport Basisbedragen bouwleges voor leges 2023, 3e kwartaal, of zoals dit onderzoeksrapport laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Dit onderzoeksrapport is als bijlage deze tarieventabel opgenomen. De gewijzigde onderzoeksrapporten liggen ter inzage bij de gemeente en worden gepubliceerd op www.montferland.info.

 

 

 

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

Omgevingsoverleg ofwel vooroverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

g.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met f.

 

2.

in afwijking van artikel 2.2.1.a tot en met g worden geen leges geheven:

 

a.

als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg ofwel vooroverleg over het verkrijgen van een indicatie of voor een voorgenomen activiteit een omgevingsvergunning is vereist (vergunningcheck).

 

b.

als op grond van een aanvraag het oordeelt volgt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist.

 

c.

als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten.

 

d.

als een omgevingsvergunning wordt ingetrokken.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg ofwel vooroverleg

 

1.a.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen activiteit met betrekking tot een omgevingsplanactiviteit haalbaar is:

€ 250,-

b.

vermeerder met

van de bouwkosten.

Met een maximum van

Voor elk vervolg oordeel worden geen leges in rekening gebracht.

0,15%

 

€ 1.500,-

 

2.a.

Als een aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen activiteit niet in strijd is met de redelijke eisen van welstand:

€ 150,-

b.

vermeerderd met

van de bouwkosten.

Voor elk vervolg oordeel worden geen leges in rekening gebracht.

0,25%

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

Indien de bouwkosten € 1,- tot € 500.000,- bedragen:

0,9%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 300,-

b.

bij bouwkosten € 500.000,- tot € 1.500.000,- bedragen:

€ 4.500,-

 

vermeerder met:

0,84%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan

 

c.

bij bouwkosten € 1.500.000,- tot € 5.000.000,- bedragen:

€ 12.900, -

 

vermeerder met:

0,78%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.500.000,- te boven gaan

 

d.

bij bouwkosten € 5.000.000,- of meer en:

€ 40.200,-

 

vermeerder met:

0,65%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten te boven gaan.

 

2.

in afwijking van het bepaalde in 2.5.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een civieltechnisch activiteit, zoals een brug, tunnel, viaduct, sluis en dergelijke

van de bouwkosten met een minimum van

0,49%

€ 300,-

3.

In afwijking van het bepaalde in 2.5.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen van zonnecollectoren, zonnepanelen, windmolen in het kader van duurzame energie

van de bouwkosten met een minimum van

0,49%

€ 300,-

4.

In afwijking van het bepaalde in 2.5.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening in de vorm van een woonwagen, keet of unit een tarief van per woonwagen, keet of unit

€ 352,70

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het (te bouwen) bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een bouwactiviteit (ruimtelijke deel):

 

a.

Indien de bouwkosten € 1,- tot € 500.000,- bedragen:

2,6%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 300,-

b.

bij bouwkosten € 500.000,- tot € 1.500.000,- bedragen:

€ 13.000,-

 

vermeerder met:

2,36%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000,- te boven gaan

 

c.

bij bouwkosten € 1.500.000,- tot € 5.000.000,- bedragen:

€ 36.600,-

 

vermeerder met:

2,12%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.500.000,- te boven gaan

 

d.

bij bouwkosten € 5.000.000,- of meer en:

€ 110.800,-

 

vermeerder met:

1,60%

 

van de bouwkosten waarmee die bouwkosten te boven gaan.

 

2.

in afwijking van het bepaalde in 2.6.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een civieltechnisch activiteit, zoals een brug, tunnel, viaduct, sluis en dergelijke

van de bouwkosten met een minimum van

0,96%

€ 300,-

3.

In afwijking van het bepaalde in 2.6.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen van zonnecollectoren, zonnepanelen, windmolen in het kader van duurzame energie

van de bouwkosten met een minimum van

0,96%

€ 300,-

4.

In afwijking van het bepaalde in 2.6.1. bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening in de vorm van een woonwagen, keet of unit geldt een tarief van per woonwagen, keet of unit

€ 352,70

5.

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning ten opzichte van het omgevingsoverleg afwijkt van een positief welstandsoordeel worden de te heffen leges vermeerderd met

€ 150,-

6.

Onverminderd het bepaalde in 2.6.1 t/m 2.6.5 bedraagt het tarief voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij toepassing wordt gegeven aan in het omgevingsplan opgenomen afwijkingsmogelijkheid:

€ 283,00

7.

Onverminderd het bepaalde in 2.6.1 t/m 2.6.6 bedraagt het tarief voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

1 %

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 283,00

 

en een maximum van:

€ 2.500,-

8.

als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan

€ 398,35

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 204,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de erfgoedverordening Montferland 2012 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

 

1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 204,00

 

 

2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 204,00

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

 

 

1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 204,00

 

 

2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 204,00

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

 

1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 204,00

 

 

2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 204,00

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 204,00

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Montferland is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 204,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 204,00

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten (gereserveerd)

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten (gereserveerd)

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 543,35

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 543,35

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 88,80

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 411,00

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.13 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordeningin samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Indien de aanvraag betreft meer dan 6 bomen, wordt voor elke extra boom het legesbedrag vermeerderd met:

 

 

€ 90,70

 

€ 22,65

Artikel 2.14 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 94,65

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 94,65

Artikel 2.15 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 734,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 734,00

 

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft, het bedrag van op grond van die verordening in rekening wordt gebracht.

 

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.16 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

Voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

Het verrichten van bouw-of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving

€ 272,70

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.17 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

 

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 124,65

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.18 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning gestelde termijn, is hetzelfde, als voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor die activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot verlenging betrekking heeft.

 

Artikel 2.19 Wijzigen omgevingsvergunning

 

a.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning, is hetzelfde, als voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor die activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

b.

In afwijking van het bepaalde in 2.19.a. bedraagt het tarief voor een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.5 en artikel 2.6 van dit hoofdstuk, als gevolg van een naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het bouwplan waarvoor al een omgevingsvergunning met betrekking tot die activiteit of activiteiten is verleend

van de nieuwe bouwkosten

met een minimum van

Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. Er vindt geen restitutie plaats van de oorspronkelijke geheven leges.

 

 

 

 

0,1 %

€ 300,-

 

Artikel 2.20 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.24 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.21 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 10.853,00

Artikel 2.22 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 93,50

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.23 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Artikel 2.23 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

 

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 2.597,50

Artikel 2.24 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

 

a.1.

indien een verkennend bodemonderzoek

 

a.1.1.

1 t/m 1.000 m²

€ 203,60

a.1.2

vermeerderd met voor elke 1.000 m² of een gedeelte daarvan, boven 1.000 m²

€ 81,95

a.2.

voor de beoordeling van een nader bodemonderzoek

€ 327,55

a.3.

voor de beoordeling van een plan van aanpak/saneringsplan

€ 327,55

a.4.

voor de beoordeling van een evaluatierapport bodemsanering

€ 491,95

b.1.

voor de beoordeling van een archeologisch (voor)onderzoek

€ 205,50

b.2.

voor de beoordeling van een Programma van Eisen

€ 624,50

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 203,60

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 407,25

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 361,55

f.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 361,55

Artikel 2.25 Advies

 

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 534,25

 

b.

voor een advies van de agrarische commissie

€ 634,20

 

c.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met b als volgt doorbereken: het bedrag dat door adviserende partij bij de gemeente in rekening wordt gebracht.

Als de advieskosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, zijn uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de advieskosten aan de aanvrager ter kennis zijn gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.26 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat door het bestuursorgaan bij de gemeente in rekening wordt gebracht. Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.27 Vermindering na omgevingsoverleg ofwel vooroverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2.b en zoals nader omschreven in artikel 2.6, is voorafgegaan door een om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2.a en zoals nader omschreven in artikel 2.4., bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

 

1.a.

bij een oordeel als bedoeld in artikel 2.4.1.a., de in artikel 2.4.1.b geheven leges

 

1.b.

bij een oordeel als bedoeld in artikel 2.4.2.a., de in artikel 2.4.2.b geheven leges

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

b. en binnen 12 maanden nadat het resultaat van het oordeel aan de verzoeker schriftelijke is medegedeeld.

 

Artikel 2.28 Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

1.

Als een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit (bouwtechnisch deel) en een omgevingsplanactiviteit (ruimtelijke deel), als bedoeld in artikel 2.5.1 tot en met 2.5.3 en artikel 2.6.1 tot en met 2.6.3, bestaat aanspraak op vermindering van de leges, als deze gelijktijdig worden aangevraagd. De vermindering bedraagt

van de bouwkosten.

 

 

 

 

0,25%

 

2.

Als een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit (bouwtechnisch deel) en een omgevingsplanactiviteit (ruimtelijke deel), als bedoeld in artikel 2.5.4 en artikel 2.6.4, bestaat aanspraak op vermindering van de leges, als deze gelijktijdig worden aangevraagd. De vermindering bedraagt

€ 352,70

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.29 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

 

1.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt voordat een besluit is genomen, of de omgevingsvergunning wel/niet wordt verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij een gedeeltelijke of gehele intrekking binnen vijf weken na de indiening van de aanvraag

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

50 %

 

 

b.

bij gedeeltelijke of gehele intrekking op een tijdstip vanaf vijf weken na de indiening van de aanvraag

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

40 %

 

 

2.

Wanneer binnen zes maanden na de datum van intrekking van de aanvraag als bedoel in artikel 2.29.1 een nieuwe aanvraag wordt ingediend, welke, naar de omstandigheden beoordeelt, een geringe wijziging van de ingetrokken aanvraag inhoudt, en daarop een omgevingsvergunning wel/niet wordt verleend, worden de verschuldigde leges voor de ingetrokken aanvraag verrekend met de leges welke zijn verschuldigd voor de nieuwe aanvraag.

 

Artikel 2.30 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 280,70

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

€ 63,45

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 280,70

b.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 63,45

c.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 63,45

d.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 63,45

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 498,80

 

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 498,80

 

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 498,80

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning:

 € 498,80

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 63,95

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 17,90

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

Categorie I (0-499 personen)

€ 63,45

b.

Categorie II (500 - 999 personen)

€ 126,65

c.

Categorie III (1000 - 4.999 personen)

€ 190,40

d.

Categorie IV (> 5.000 personen)

€ 255,70

Artikel 3.7 Losse standplaatsen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening, geldig voor:

 

a.

één dag

€ 63,45

b.

één week, kernen ’s-Heerenberg en Didam

€ 93,50

c.

één week, overige kernen

€ 63,45

d.

maximaal zes weken, kernen ’s-Heerenberg en Didam

€ 187,00

e.

maximaal zes weken, overige kernen

€ 126,65

f.

één jaar, kernen ’s-Heerenberg en Didam (max. 3 dagdelen per week)

€ 280,70

 

en voor ieder extra jaar (met een max. van 5 jaar)

€ 280,70

g.

één jaar, overige kernen (max. 3 dagdelen per week),

€ 191,60

 

en voor ieder extra jaar (met een max. van 5 jaar)

€ 191,60

 

Paragraaf 3.5 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.8 Niet benoemd besluit op aanvraag en inwinnen van externe advies

 

a.

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

 

 

€ 63,45

 

b.

 

 

 

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in 3.1 tot en met 3.8a wordt het bedrag verhoogd met het bedrag dat door een externe adviserende partij bij de gemeente in rekening wordt gebracht.

Als de advieskosten als bedoeld in het 3.8b, onderdeel b, zijn uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de advieskosten aan de aanvrager ter kennis zijn gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 2 november 2023

De griffier van de gemeente Montferland,

A.A. Meijer MA

’s-Heerenberg, 2 november 2023

De raad van de gemeente Montferland,

de griffier, de voorzitter,

A.A. Meijer H.H. de Vries

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024