Organisatie | Voorne aan Zee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening Voorne aan Zee 2024 |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening gemeente Voorne aan Zee 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Algemene Plaatselijke Verordening Brielle 2015.
Deze regeling vervangt de Algemene Plaatselijke Verordening Hellevoetsluis 2020.
Deze regeling vervangt de Algemene Plaatselijke Verordening Westvoorne 2021.
Deze regeling treedt inwerking op 1 januari 2024 gelijktijdig met de Verordening Fysieke Leefomgeving.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 21-12-2023 | 231623-2023 |
De raad van de gemeente Voorne aan Zee;
gelezen op het bijbehorende raadsvoorstel;
gelet op de artikelen 149, 149a, 151a, 151b, 151c, 151d, 154 en 154a van de Gemeentewet, de artikelen 3 en 4 van de Wet openbare manifestaties, de artikelen 4, 25a, 25b, 25c, 25d, 25e, 25, 25f en 26 van de Alcoholwet, artikel 18.6 van de Omgevingswet, de artikelen 22.70 lid 1onder i, artikel 22.70 lid 1 onder j, 22.73 en 22.239 van de Bruidsschat omgevingsplan, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet, artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
de Algemene Plaatselijke Verordening Voorne aan Zee 2024 vast te stellen en deze in werking te laten treden op 1 januari 2024 gelijktijdig met de Verordening Fysieke Leefomgeving, onder gelijktijdige intrekking van de Algemene Plaatselijke Verordening Brielle 2015, de Algemene Plaatselijke Verordening Hellevoetsluis 2020 en de Algemene Plaatselijke Verordening Westvoorne 2021.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
Hoofdstuk 2 Openbare orde en veiligheid, volksgezondheid en milieu
Afdeling 1. Voorkomen of bestrijden van ongeregeldheden
Artikel 2.1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2.3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Artikel 2.6 Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen
Artikel 2.9 Vertoningen op openbare plaatsen
Afdeling 2. Bruikbaarheid, uiterlijk aanzien en veilig gebruik van openbare plaatsen
Artikel 2.10 Voorwerpen op of aan de weg
Artikel 2:11 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 2:12 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Artikel 2:16 Openen straatkolken en dergelijke
Artikel 2:17 Kelderingangen en dergelijke
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
Artikel 2:25 Evenementenvergunning
Artikel 2:25a Weigeringsgronden
Afdeling 4. Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
Artikel 2:31 Verboden gedragingen
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen
Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaa
Afdeling 5. Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit de Alcoholwet
Artikel 2:34b Regulering paracommerciële rechtspersonen
Artikel 2:34c Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven
Artikel 2:34e Beperkingen voor andere detailhandel dan slijtersbedrijven
Artikel 2:34f Verbod ‘happy hours’
Artikel 2:34g Proeverij bij slijtersbedrijf
Afdeling 6. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Afdeling 7. Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39a Speelgelegenheden
Artikel 2:40 Kansspelautomaten
Afdeling 8. Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:41a Sluiting voor publiek toegankelijke gebouwen
Artikel 2:41b Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
Artikel 2:42 Plakken en kladden
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap en dergelijke
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Artikel 2:44a Verbod op het vervoeren van geprepareerde voorwerpen
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen en dergelijke
Artikel 2:46 Rijden over bermen en dergelijke
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen of bromfietsen
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein en dergelijke
Artikel 2:53 Bespieden van personen
Artikel 2:57 Loslopende honden
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden en paarden
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Artikel 2:59a Gevaarlijke honden op eigen terrein
Artikel 2:60 Voeren van hinderlijke of schadelijke dieren
Artikel 2:62 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 2:64 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Afdeling 9. Bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht
Afdeling 10. Consumentenvuurwerk
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2:73a Begripsomschrijvingen
Artikel 2:73b Carbidschieten in de open lucht
Artikel 2:73c Bij zich hebben van carbid
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Artikel 2:74b Weggooien van spuiten en dergelijke
Afdeling 12. Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Hoofdstuk 3 Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 3:3 Bevoegd Bestuursorgaan
Afdeling 2. Vergunning seksbedrijf
Artikel 3:5a Concentratie seksinrichtingen
Artikel 3:6 Beperking aantal vergunningen
Artikel 3:9 Eisen met betrekking tot vergunning
Artikel 3:10 Intrekkingsgronden
Artikel 3:11 Sluiten van een seksinrichting
Artikel 3:12 Melding gewijzigde omstandigheden
Artikel 3:13 Verlenging vergunning
Afdeling 3. Uitoefenen seksbedrijf
Paragraaf 3.1 Regels voor alle seksbedrijven
Artikel 3:14 Sluitingstijden seksinrichtingen; aanwezigheid; toegang
Paragraaf 3.2 Regels voor alle prostitutiebedrijven en prostituees
Artikel 3:16 Regels voor alle prostitutiebedrijven en prostituees
Artikel 3:18 Verdere verplichtingen van de exploitant en beheerder prostitutiebedrijf
Paragraaf 3.3 Raam- en straatprostitutie
Artikel 3:20 Straatprostitutie
Artikel 3:21 Handhaving straatprostitutie
Afdeling 4. Overige bepalingen
Artikel 3:22 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
Artikel 4:3 Melding incidentele festiviteiten
Artikel 4:4 Verbod incidentele festiviteiten
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Artikel 4:5b Geluidhinder in de openlucht
Artikel 4:6 Overige geluidhinder
Artikel 4:6a (Geluid)hinder door dieren
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Artikel 4:9 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:10 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 4:11 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 4:11a vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 4:11b vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 4:11c vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 4:15 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen
Artikel 4:18 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 4:19 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Afdeling 6. Strand en duin/natuurgebied
Artikel 4:20 Vissen vanaf het strand
Artikel 4:22 Verbod om met vaartuigen in de buurt van zwemplaatsen te zijn
Artikel 4:24 Zeil- en kitesurfplanken
Artikel 4:25 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 4:25 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 4:27 Vuur op of aan het badstrand
Artikel 4:27a vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 4:28 Nadere regels gemeentelijk duingebied
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente
Afdeling 1 Parkeerexcessen en stopverbod
Artikel 5:2 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:3 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:4 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:5 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:6 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:7 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:8 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:9 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:10 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:11 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:12 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:12a vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurwervingAfdeling
Artikel 5:17 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:18 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:19 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:20 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt
Afdeling 6. Openbaar water en waterstaatswerken
Artikel 5:24 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:25 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:27 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:28 vervallen in verband overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving
Artikel 5:30 Veiligheid op het water
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Afdeling 9. Incidentele as verstrooiing
Artikel 5:36 Verboden plaatsen
Hoofdstuk 6. Sanctie-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Hoofdstuk 2. Openbare orde en veiligheid, volksgezondheid en milieu
Afdeling 1. Voorkomen of bestrijden van ongeregeldheden
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uren voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Degene die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld. Voorschriften, beperkingen of verboden met betrekking tot de betoging, door de burgemeester gesteld, onderscheidenlijk gegeven krachtens artikel 5 van de Wet openbare manifestaties worden op het bewijs vermeld.,
Afdeling 2. Bruikbaarheid, uiterlijk aanzien en veilig gebruik van openbare plaatsen
Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg
Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 2:12 Maken of veranderen van een uitweg
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
De rechthebbende op een boom, heg, struik of andere beplanting welke op andere wijze hinder of gevaar kan opleveren, is verplicht deze beplanting te snoeien, te knotten of op te binden, te verwijderen of op te ruimen na aanschrijving door het college, binnen een door hen te stellen termijn overeenkomstig hun aanwijzingen.
Artikel 2:16 Openen straatkolken en dergelijke
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 2:25 Evenementenvergunning
Bij indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluitbrandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluitbrandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
Voor de bepaling van de vergunningplicht en de categorisering van een evenement wordt aangesloten bij de uitkomst van de (regionaal vastgestelde) risicoscan. Deze scan wordt door de gemeente ingevuld aan de hand van de gegevens van de vergunningaanvraag. De gemeente bepaald in overleg met de diensten in welke categorie een evenement ingedeeld wordt.
Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij de rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.
Afdeling 4. Toezicht op openbare inrichtingen
In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan een hotel, restaurant, pension, café, waterpijpcafé, coffeeshop, cafetaria, snackbar, discotheek, seksinrichting, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.
Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie er plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte.
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
In afwijking van het bepaalde in artikel 2:10, beslist de burgemeester in geval van een vergunningaanvraag die ook betrekking heeft op een of meer bij de openbare inrichting aanwezige terrassen, voorzover deze zich op de weg bevinden, over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras. Hij beoordeelt hierbij de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 2:10.
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen
De exploitant van een openbare inrichting laat niet toe dat een handelaar, aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt.
Afdeling 5. Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit de Alcoholwet
Artikel 2:34b Regulering paracommerciële rechtspersonen
Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen gelegen binnen het grondgebied van de voormalig gemeente Brielle wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens het laatste uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot 1 uur na beëindiging van deze activiteiten.
Paracommerciële rechtspersonen gelegen binnen het grondgebied van de voormalig gemeente Brielle waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen, zoals studentenverenigingen, studentensportverenigingen en dorpshuizen, verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank na 10.00 uur en tot 01.00 uur.
Overige paracommerciële rechtspersonen gelegen binnen het grondgebied van de voormalig gemeente Brielle verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met 1 uur voor aanvang en eindigende met 1 uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon.
Paracommerciële instellingen gelegen binnen het grondgebied van de voormalig gemeente Westvoorne mogen onverminderd de genoemde tijden in artikel 2.34b lid 1 onder c uitsluitend alcoholhoudende drank verstrekken vanaf 2 uur voor aanvang en tot uiterlijk 2 uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon.
Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging.
Artikel 2:34e Beperkingen voor andere detailhandel dan slijtersbedrijven
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken vanuit winkels, warenhuizen en andere locaties en ruimten als bedoeld in artikel 18, tweede lid, en artikel 19, tweede lid, onder a, onderdeel 1, van de Alcoholwet:
Artikel 2.34f Verbod ‘happy hours’
Het is verboden in een horecalokaliteit of terras bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die daar gewoonlijke wordt gevraagd.
Afdeling 6. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft dan wel in verband met de uitoefening van beroep of bedrijf aan personen (werknemers) de mogelijkheid van nachtverblijf wordt verschaft. Onder een inrichting vallen in ieder geval hotels, campings, vakantiehuizen, bed & breakfasts, jachthavens en woningen waarin arbeidsmigranten verblijven.
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht daarvan binnen drie dagen daarna schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Afdeling 7. Toezicht op speelgelegenheden
In deze afdeling wordt onder speelgelegenheid verstaan een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
Afdeling 8. Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade
Artikel 2:41a Sluiting voor publiek toegankelijke gebouwen
De burgemeester kan, indien zulks naar zijn oordeel in het belang van de openbare orde of ter voorkoming of beperking van overlast of nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat is vereist, de gehele of gedeeltelijke sluiting bevelen van een voor het publiek openstaand gebouw - niet zijnde een openbare inrichting of een seksinrichting - of een bij dat gebouw behorend erf, een perceel of gedeelte van een perceel of enige andere ruimte, niet zijnde een woning die als zodanig in gebruik is.
De burgemeester maakt de sluiting bekend door het aanbrengen van een afschrift van zijn bevel op of nabij de toegang van het voor het publiek openstaande gebouw of het bij dat gebouw behorende erf, het perceel of een gedeelte van het perceel of de ruimte. De sluiting treedt in werking op het moment dat bedoeld afschrift is aangebracht.
Artikel 2:41b Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
De burgemeester kan gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten aanwijzen waar(op) het verbod uit het derde lid van toepassing is. Een gebouw of gebied wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw dan wel in dat gebied naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of de openbare orde, veiligheid, gezondheid en zedelijkheid onder druk staat. Een aanwijzing van een gebouw of gebied kan zich tot één of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken. Een bedrijfsmatige activiteit wordt uitsluitend voor de gehele gemeente aangewezen als naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat.
De vergunning wordt aangevraagd door de exploitant. Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld formulier. Bij de aan- vraag om een vergunning wordt vermeld voor welke bedrijfsmatige activiteiten de vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:
De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijf waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens zo spoedig mogelijk aan de burgemeester te melden. De burgemeester verleent een gewijzigde vergunning, als het bedrijf aan de vereisten voldoet.
In afwijking van het derde lid geldt dit verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit reeds onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteiten verricht, voor die bestaande activiteiten op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering of intrekking van een door hem aangevraagde vergunning, voor zover dat eerder is.
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Het verbod is niet van toepassing als de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval verstaan portalen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen of bromfietsen
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek als dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek of als daardoor die ingang versperd wordt.
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein en dergelijke
Het is verboden zich op door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:59a Gevaarlijke honden op eigen terrein
Het is de eigenaar of houder van een hond verboden deze hond op zijn terrein zonder muilkorf te laten loslopen als de burgemeester een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod heeft opgelegd als bedoeld in artikel 2:59, eerste lid, dan wel als de hond is opgeleid voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk.
Artikel 2:60 Voeren van hinderlijke of schadelijke dieren
Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren te voeren.
Afdeling 10. Consumentenvuurwerk
In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Artikel 2:74b Weggooien van spuiten en dergelijke
Het is verboden om injectiespuiten of onderdelen daarvan zoals naalden, reservoirs, zuigers en dergelijke of daarop gelijkende voorwerpen op of aan de openbare weg dan wel in afvalbakken achter te laten met het kennelijke doel om afstand van het voorwerp te doen.
Afdeling 12. Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats als deze personen het bepaalde in de artikelen 2:1, 2:10, 2:11, 2:16, 2:19, 2:26,2:47, 2:48, 2:49, 2:50, 2:72, 2:73 en/ of 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde en veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan degene die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een verbod opleggen om zich te bevinden op in dat verbod aangewezen gebied gedurende een in het verbod neergelegde periode.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan degene aan wie eerder een wijkverbod als bedoeld in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie wordt geconstateerd dat hij opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een wijkverbod opleggen om zich gedurende een in dat wijkverbod genoemd tijdvak van ten hoogste 30 dagen te bevinden op een in dat wijkverbod aangewezen gebied.
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf.
Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.
Hoofdstuk 3. Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen
Afdeling 1. Algemene bepalingen
De artikelen 1:2 en 1:5 tot en met 1:8 zijn niet van toepassing op het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde.
Afdeling 2. Vergunning seksbedrijf
Artikel 3:5a Concentratie seksinrichtingen
Het college kan delen van de gemeente aanwijzen waarbuiten voor het vestigen van een seksinrichting geen vergunning wordt verleend. Daarbij kan worden bepaald dat de aanwijzing slechts geldt voor seksinrichtingen van seksbedrijven van een nader aangewezen aard.
Een vergunning wordt geweigerd als:
er voldoende concrete aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn die, als het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt en, als het overige personen betreft, nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en, slachtoffer zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000;
de exploitant of de beheerder minder dan vijf jaar voorafgaand aan de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, bij meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500 of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
Een vergunning kan in ieder geval worden geweigerd:
voor een seksbedrijf waarvoor de vergunning op grond van artikel 3:10, eerste lid, aanhef en onder a tot en met f, of tweede lid, aanhef onder a tot en met g, of in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur is ingetrokken, gedurende een periode van vijf jaar na de intrekking;
Artikel 3:11 Sluiten van een seksinrichting
Een sluiting kan op aanvraag van een belanghebbende door het bevoegde bestuursorgaan worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar het oordeel van het bevoegde bestuursorgaan voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de situatie die tot de sluiting heeft geleid, zal plaatsvinden.
Artikel 3:12 Melding gewijzigde omstandigheden
De vergunninghouder meldt elke verandering waardoor zijn seksbedrijf niet langer in overeenstemming is met de op grond van artikel 3:9, eerste lid, in de vergunning opgenomen gegevens, zo spoedig mogelijk aan het bevoegde bestuursorgaan. Deze verleent een gewijzigde vergunning, als het seksbedrijf aan de vereisten voldoet.
Artikel 3:13 Verlenging vergunning
Op een aanvraag om verlenging van een vergunning zijn de artikelen 3:5,3:6, 3:7, 3:8, 3:9 en 3:17 derde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat actuele gegevens en bescheiden waarover het bevoegde bestuursorgaan al beschikking heeft niet nogmaals overgelegd dienen te worden.
Afdeling 3. Uitoefenen seksbedrijf
Het is verboden in advertenties voor een seksbedrijf:
Paragraaf 3.2 Regels voor alle prostitutiebedrijven en prostituees
De exploitant meldt een voorgenomen wijziging van het bedrijfsplan onverwijld aan het bevoegde bestuursorgaan. De wijziging wordt na goedkeuring van het bevoegde bestuursorgaan als onderdeel van het bedrijfsplan aangemerkt, als deze voldoet aan de eisen die overeenkomstig het eerste en tweede lid aan een bedrijfsplan worden gesteld.
Paragraaf 3.3 Raam- en straatprostitutie
Artikel 3:21 Handhaving straatprostitutie
Een politieambtenaar of toezichthouder kan een persoon die zich op een krachtens artikel 3:19, tweede lid, aangewezen weg bevindt, in het belang van de openbare orde, de woon- en leefomgeving, het voorkomen of beperken van overlast, de veiligheid, de zedelijkheid of de gezondheid van prostituees of klanten bevelen zich onmiddellijk in een door hem aangegeven richting te verwijderen.
Afdeling 4. Overige bepalingen
Artikel 3:22 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch-pornografische aard openlijk tentoon te stellen, aan te bieden of aan te brengen als de burgemeester aan de rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt.
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1. Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting
In deze afdeling wordt verstaan onder:
inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Geluidniveaus per grondgebied van de voormalige gemeenten:
Westvoorne: Indien er binnen een afstand van 50 meter van de inrichting geen gevoelige gebouwen aanwezig zijn, bedraagt het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) veroorzaakt door de inrichting, niet meer dan 65 dB(A) tussen 07.00 uur en 19.00 uur; 60 dB(A) tussen 19.00 uur en 23.00 uur en 55 dB(A) tussen 23.00 uur en 07.00 uur, gemeten op een afstand van 50 meter van de inrichting op een hoogte van 1,5 meter.
Hellevoetsluis en Brielle: Het equivalente geluidniveau gedurende 3 minuten (LAeq, 3 min) veroorzaakt door de inrichting bedraagt niet meer dan de in de tabel opgenomen waarden op een hoogte van 1,5 meter boven maaiveld of op 2/3e van de verdiepingshoogte.
De in de tabel 4:2 aangegeven grenswaarden op de gevel gelden ook bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein.
Op de dagen, bedoeld in het eerste lid, wordt het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de geluidsnorm, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5, (benoemd per grondgebied van de voormalige gemeenten) uiterlijk beëindigd om:
Artikel 4:3 Melding incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan op maximaal 12 dagen of dagdelen per kalenderjaar incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidsnormen, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5, niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 dagen of dagdelen per kalenderjaar in verband met de viering van incidentele festiviteiten de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.
Geluidniveaus per grondgebied van de voormalige gemeenten:
Westvoorne: Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting bedraagt niet meer dan [aantal] dB(A), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) veroorzaakt door de inrichting, bedraagt niet meer dan 65 dB(A) tussen 07.00 uur en 19.00 uur; 60 dB(A) tussen 19.00 uur en 23.00 uur en 55 dB(A) tussen 23.00 uur en 07.00 uur, gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter.
Op de dagen, bedoeld in het eerste lid, wordt het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de geluidsnorm, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5, (benoemd per grondgebied van de voormalige gemeenten) uiterlijk beëindigd om:
Hellevoetsluis en Brielle 01.00 uur met uitzondering van de vrijdag, de zaterdag en dagen waar een feestdag op volgt. Hiervoor geldt dat het ten gehore brengen van extra muziek in de nacht van vrijdag op zaterdag, de nacht van zaterdag op zondag en van de nacht van de reguliere dag op de feestdag uiterlijk om 02.00 uur beëindigd.
Voor het grondgebied van de voormalige gemeente Brielle geldt dat het maximaal aantal incidentele festiviteiten als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt verminderd met de aangewezen collectieve festiviteiten, zoals bedoeld in artikel 4:2, indien deze gelden voor het gebied waarin een inrichting gevestigd is, alsmede met het aantal door de houder van de inrichting in de nabijheid van de inrichting georganiseerde evenementen in de zin van artikel 2:25.
Artikel 4:4 Verbod incidentele festiviteiten
Het is verboden een incidentele festiviteit te organiseren, toe te laten, feitelijk te leiden of daaraan deel te nemen, indien:
De burgemeester het organiseren van een incidentele festiviteit verboden heeft, hetzij op grond van het overschrijden van het maximum van twaalf incidentele festiviteiten, hetzij wanneer naar zijn oordeel de woon- en leefsituatie in de omgeving van de inrichting en/of de openbare orde op ontoelaatbare wijze worden beïnvloed;
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Bij het ten gehore brengen van onversterkte muziek als bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onder f, en vijfde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer binnen inrichtingen is de in het tweede lid opgenomen tabel van toepassing, met dien verstande dat:
de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
Artikel 4:5b Geluidhinder in de openlucht
Het college kan terreinen of wateren aanwijzen waar het verbod niet van toepassing is op het in werking hebben van bepaalde in de aanwijzing aangewezen categorieën van geluidsapparaten, toestellen of machines, voor zover wordt voldaan aan de door het college vast te stellen voorschriften ter voorkoming of beperking van geluidhinder.
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 4:11a Weigeringsgronden
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 4:11b Bijzondere vergunningsvoorschriften
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Afdeling 6. Strand en duin/natuurgebied
Artikel 4:20 Vissen vanaf het strand
Degene die buiten de periode van het badseizoen en waarvoor het verbod onder 1 a. niet geldt, visnetten, fuiken of dergelijke vistuigen in zee plaatst, is verplicht er voor te zorgen dat alle palen, stekken of andere obstakels, welke voor het bevestigen hiervan hebben gediend, of kunnen dienen, vóór de aanvang van het badseizoen volledig zijn verwijderd.
Artikel 4:22 Verbod om met vaartuigen in de buurt van zwemplaatsen te zijn
Het is verboden zich met een vaartuig te bevinden binnen een afstand van vijf meter van een zwemplaats.
Het is de bestuurder van een motorvaartuig verboden zijn vaartuig in de openbare wateren te gebruiken voor het voorttrekken van één of meer personen, die zich, direct of indirect verbonden met dit vaartuig, voortbewegen door de lucht aan een parachute, een vlieger of soortgelijk voorwerp.
Artikel 4:24 Zeil- en kitesurfplanken
Het is verboden, voor zover in het geregelde onderwerp niet wordt voorzien door de Scheepvaartverkeerswet en het Binnenvaartpolitiereglement, om zonder daartoe bevoegd te zijn gedurende het badseizoen zich met een zeil- en kitesurfplank te bevinden op het strand of op zee binnen een afstand van 200 meter vanaf de zomerlaagwaterlijn nabij dit strand tussen de strandpalen 12.000 en 13.300.
Artikel 4:25 Rijden op het strand
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 4:26 Dieren op het badstrand
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente
Afdeling 1. Parkeerexcessen en stopverbod
Artikel 5:2 Voertuigen van autobedrijf en dergelijke
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:6 Kampeermiddelen en andere voertuigen
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:9 Uitzichtbelemmerende voertuigen
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:10 Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurwerving
Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid is het verboden te venten op nader door het college aan te wijzen wegen, dagen of uren. Bij de aanwijzing van wegen, dagen, of uren kan het college bepalen dat het verbod niet dan wel uitsluitend geldt voor het venten van producten of diensten die vallen in door deze aangewezen productcategorieën of categorieën van diensten.
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Afdeling 6. Openbaar water en waterstaatswerken
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:25 Ligplaats vaartuigen
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
(Vervallen in verband met overgang naar de Verordening Fysieke Leefomgeving)
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets te crossen buiten wedstrijdverband, een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Hoofdstuk 6. Sanctie-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 Intrekking oude verordeningen
De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hellevoetsluis 2020, De Algemene Plaatselijke Verordening Westvoorne 2021 en de Algemene Plaatselijke Verordening Brielle 2015 worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening in werking treedt.
Onder het overgangsrecht vallen in ieder geval:
alle in de voormalig genomen gemeente genomen aanwijzingsbesluiten en gemaakte beleidskeuzes, die hun grondslag vinden in de verordeningen bedoeld in artikel 6:4, voorzover hier (nog) niet in is voorzien voor de gemeente Voorne aan Zee. Ieder aanwijzingsbesluit en beleidskeuze geldt voor het grondgebied waarvoor zij zijn genomen, totdat het wordt ingetrokken of vervangen.
Besluiten, genomen krachtens de Algemene Verordening voor het Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg 2006, die golden op het moment van de inwerkingtreding van de Algemene plaatselijke verordening Voorne aan Zee 2024 en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Het eerste lid is niet van toepassing op vergunningen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Hellevoetsluis 2017 op grond van hoofdstuk 5, afdeling 4 juncto artikel 1:7 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hellevoetsluis 2017 voor onbepaalde tijd zijn verleend (standplaatsvergunningen). Voor die vergunningen geldt dat zij 10 jaar na inwerkingtreding van het raadsbesluit van 13 december 2018 komen te vervallen.