Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmermeer

Beleidsregels uitwegen gemeente Haarlemmermeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels uitwegen gemeente Haarlemmermeer
CiteertitelBeleidsregels uitwegen gemeente Haarlemmermeer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 14, derde lid, van de Wegenwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2023-566970

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels uitwegen gemeente Haarlemmermeer

Beleidsregels uitwegen (artikel 6.3 en 2.6, zevende lid, Verordening fysiek domein gemeente Haarlemmermeer 2024)

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer:

 

Gelet op:

  • -

    Artikel 6.3 en 2.6, zevende lid, Verordening fysiek domein gemeente Haarlemmermeer 2024;

  • -

    Artikel 14, derde lid, van de Wegenwet.

 

Overwegende dat:

 

  • -

    Op grond van artikel 6.3 van de Verordening fysiek domein gemeente Haarlemmermeer 2024 is het verboden om zonder omgevingsvergunning een uitweg naar de openbare weg te hebben, te maken of te veranderen.

  • -

    In artikel 2.6 van de Verordening fysiek domein gemeente Haarlemmermeer 2024is uiteengezet in welke gevallen wij een aanvraag om een omgevingsvergunning kunnen weigeren.

 

Besluiten de volgende beleidsregels vast te stellen:

Artikel 1. Toelichting

Met het maken van een uitweg naar de openbare weg wordt bedoeld het treffen van fysieke voorzieningen aan de openbare weg, zoals het aanleggen van een verlaagde trottoirband. Voor het parkeren van een voertuig op particulier terrein is geen vergunning in de zin van artikel 6.3 van de Verordening fysiek domein Haarlemmermeer 2024 vereist, indien er geen fysieke voorzieningen aan de openbare weg getroffen hoeven te worden. Bijvoorbeeld in gevallen waarbij een trottoir of trottoirband ontbreekt.

Artikel 2. Beoordelingsregels

De weigeringsgronden uit artikel 2.6, zevende lid, van de Verordening fysiek domein gemeente Haarlemmermeer 2024 worden als volgt beoordeeld:

Een vergunning als bedoelt in artikel 6.3 van de Verordening fysiek domein gemeente Haarlemmermeer 2024 kan alleen worden geweigerd als:

  • a.

    Door de uitweg een verkeersonveilige situatie kan ontstaan;

  • Een uitweg mag niet leiden tot een verkeersonveilige situatie. Ook mag de verkeersdoorstroming niet negatief beïnvloed worden. Hiervan is in ieder geval sprake als:

    • -

      de afstand van de uitweg tot een kruising of bocht in de openbare weg minder dan 5 meter is;

    • -

      de gebruiker van de uitweg geen vrij uitzicht heeft op de openbare weg, in die zin dat binnen 5 meter aan beide kanten van de uitweg zichtbelemmerende obstakels zijn hoger dan 1 meter;

    • -

      de uitweg uitkomt op een weg met een maximale snelheid van meer dan 60 kilometer;

    • -

      de afstand van de uitweg tot een verkeerslicht minder dan 25 meter is, gemeten vanuit de uitweg tot aan de stopstreep;

    • -

      de uitweg uitkomt op een voorsorteer vak bij een verkeerslicht of kruising;

    • -

      de uitweg op minder dan 5 meter afstand van een zebrapad of een andere geregelde oversteekplaats ligt;

    • -

      als er niet in één vloeiende beweging kan worden op- of afgereden;

    • -

      het voertuig niet volledig op eigen terrein kan worden geparkeerd.

  • b.

    De aanleg van de uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats, waar ter plaatse sprake is van parkeerdruk en niet elders in de straat ter vervanging een parkeerplaats kan worden gerealiseerd;

     

  • Als een uitweg wordt aangelegd gaat dit vaak ten koste van een openbare parkeerplaats. Een uitweg moet zo worden aangelegd dat maximaal één openbare parkeerplaats verloren gaat.

     

  • Een openbare parkeerplaats is een plaats op de weg waar het niet verboden is om een motorvoertuig te parkeren. Dat sprake is van een openbare parkeerplaats kan blijken uit de inrichting van de weg, bijvoorbeeld de aanwezigheid van een parkeerhaven. Het kan ook blijken uit de wijze van bestraten of uit markeringen op het wegdek. Een openbare parkeerplaats hoeft echter niet als zodanig te zijn aangeduid. Ook als markering ontbreekt, kan sprake zijn van een openbare parkeerplaats. Dat is bijvoorbeeld het geval in straten waar geen parkeer- of stilstaan verbod geldt en langs de stoep geparkeerd kan worden (het zogenaamde ‘langs parkeren’).

     

  • Of er sprake is van parkeerdruk moet per geval worden beoordeeld. Wij vinden dat er in ieder geval sprake is van parkeerdruk als er sprake is van betaald parkeren, parkeerschijfzone, parkeergebieden voor vergunninghouders. Daarnaast is er sprake van parkeerdruk als er bij ons structurele signalen bekend zijn op grond waarvan parkeerdruk kan worden aangenomen. Onder structurele signalen verstaan wij diverse klachten van verschillende melders, gemeld over een langere periode. Hierbij worden ook meldingen die via het MOB-systeem binnen zijn gekomen meegenomen, alsmede uitgegeven boetes voor foutparkeren.

     

  • Er bestaan geen landelijke normen voor parkeerplaatsen. Wel zijn er richtlijnen voor het toepassen van parkeernormen. Als er door de aanleg van de uitweg een parkeerdruk wordt verwacht dan volgt een parkeerdruk onderzoek. Bij een parkeerdruk onderzoek wordt op drie momenten (vrijdag, zaterdagochtend en een doordeweekse dag) de bezetting gemeten. Hierdoor ontstaat een redelijk beeld van de bezetting. Als de bezetting lager is dan 85% dan is er geen bezwaar tegen het opheffen van maximaal één openbare parkeerplaats voor de aanleg van de uitweg.

     

  • c.

    Het openbaar groen op onaanvaardbare wijze door de uitweg wordt aangetast;

     

  • Gemeentelijke groenvoorzieningen hebben een hoge ecologische waarde, veelal een afschermende functie en een hoge belevingswaarde voor de buurtbewoners. Het doorsnijden van gemeentelijke groenstroken wordt ongewenst geacht. Door versnippering van aaneensluitende plantsoenstroken wordt de ecologische waarde en afschermende functie tenietgedaan en de belevingswaarde van het groen verminderd. Per geval wordt beoordeeld of het geheel of gedeeltelijk verwijderen van het openbaar groen de beschermende functie beïnvloed. Daarbij speelt de groenstructuurvisie, het klimaatadaptiebeleid, de Natuurvisie en de Groene gezonde leefomgeving een belangrijke rol. Om de bescherming van de groenvoorziening in de gemeente te waarborgen worden de volgende criteria aangehouden.

     

    • -

      De aanleg van de uitweg leidt niet tot aantasting van de groenstructuur of een speelvoorziening en daarmee de ruimtelijke uitstraling van de straat of wijk. Deze groenvoorziening mag in beginsel niet doorsneden worden door een uitweg;

    • -

      Als voor de aanleg van een uitweg een waardevolle of monumentale boom verwijderd moet worden, dan wordt de aanvraag geweigerd. In de Kadernota Monumentale en waardevolle bomen zijn deze bomen opgenomen.

    • -

      Als voor de aanleg van een uitweg een gemeentelijke boom staat, dan wordt per geval beoordeeld of wij deze boom willen kappen, waarbij rekening gehouden wordt met het klimaatbeleid en de groenstructuur zoals beschreven in de Groene gezonde leefomgeving. In de Kadernota Vervanging en Herplantbeleid is opgenomen wanneer bomen verwijderd of vervangen mogen worden. De Kadernota is bedoeld voor het beheer en onderhoud van gemeentelijke bomen.

  • d.

    Het perceel al door een andere uitweg wordt ontsloten en de aanleg van de tweede uitweg ten koste gaat van het openbaar groen of parkeerplaats.

     

  • In deze situaties willen wij niet dat er een vergunning wordt verleend. Wij vinden het belang van openbare parkeerplaatsen en openbaar groen zwaarder wegen dan een tweede uitweg. Daarom werken wij in deze situaties niet mee aan een vergunning.

Artikel 3. Inwerkingtreding en evaluatie beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden elk jaar geëvalueerd op effectiviteit, actualiteit en dereguleringsmogelijkheden.

Artikel 4. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels uitwegen gemeente Haarlemmermeer.