Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Groningen

Nadere regels maatregelen verduurzaming en isolatie woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Groningen 2023-A

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Groningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels maatregelen verduurzaming en isolatie woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Groningen 2023-A
CiteertitelNadere regels maatregelen verduurzaming en isolatie woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Groningen 2023-A
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-202331-12-2026nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2023-566950

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels maatregelen verduurzaming en isolatie woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Groningen 2023-A

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

besluit de Nadere regels maatregelen verduurzaming en isolatie woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Groningen 2023-A vast te stellen.

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: de eigenaar-bewoner die een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling heeft ingediend;

  • b.

    ASV: Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

  • c.

    bespaarcoach: een expert die in opdracht van de gemeente Midden-Groningen inwoners helpt met het maken van een verduurzamingsplan van hun woning inclusief financiering;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

  • e.

    uitvoerend gezag: gemeente Oldambt;

  • f.

    mede-uitvoerder: Regionaal Energieloket Projecten BV;

  • g.

    eigenaar-bewoner: de natuurlijke persoon die volgens de kadastrale gegevens eigenaar is van de woning en volgens de basisregistratie personen staat ingeschreven op het adres van de woning;

  • h.

    huishouden: de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin, zoals bedoeld in artikel 4 van de Participatiewet;

  • i.

    minimumloon: het minimumloon als gedefinieerd in artikel 1, aanhef en onderdeel f van de Toeslagenwet;

  • j.

    Msnp: minnelijk traject waarbij de schuldhulpverlener een regeling treft met de schuldeisers;

  • k.

    WOZ-waarde: de waarde die een woning op grond van de Wet waardering onroerende zaken toegekend heeft gekregen;

  • l.

    Wsnp: wettelijk traject via de Wet schuldsanering natuurlijke personen.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde maatregelen.

 

Artikel 3 Criteria waar woningen aan moeten voldoen

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

    • a.

      maatregelen voor verduurzaming als bedoeld in bijlage 1;

    • b.

      isolatiemaatregelen als bedoeld in bijlage 2.

  • 2.

    De maatregelen als bedoeld in het eerste lid kunnen enkel aangewend worden voor woningen in de gemeente Midden-Groningen die het eigendom zijn van eigenaar-bewoners.

  • 3.

    De maatregelen als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a kunnen enkel aangewend worden voor een woning die vóór 1994 is gebouwd.

  • 4.

    Aanvullend op het tweede lid wordt de subsidie als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b uitsluitend verstrekt voor woningen die slecht geïsoleerd zijn. Hiervan is sprake als:

    • a.

      de woning een (voorlopig) energielabel D, E, F of G heeft, of:

    • b.

      de woning geen (voorlopig) energielabel heeft en minimaal 2 of meer bouwdelen als bedoeld in bijlage 3 niet of slecht zijn geïsoleerd.

 

Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a komen uitsluitend natuurlijke personen die eigenaar en bewoner zijn van een als woning gebruikte en geregistreerde onroerende zaak in aanmerking, mits:

  • a.

    het huishouden van de eigenaar-bewoner gedurende het jaar voorafgaand aan het moment waarop de aanvraag is ingediend een gezamenlijk inkomen heeft dat niet hoger is dan 125% van het minimumloon; of

  • b.

    de eigenaar-bewoner waarvan het gezamenlijke inkomen van het huishouden boven de inkomensgrens als bedoeld in onderdeel a ligt, in een Wsnp- of Msnp-traject zit waarbij het besteedbaar inkomen na aflossing gelijk of lager is dan 125% van het minimumloon.

  • 2.

    Voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b komen uitsluitend natuurlijke personen die eigenaar en bewoner zijn van een als woning gebruikte en geregistreerde onroerende zaak in aanmerking, mits de woning van de aanvrager in het peiljaar 2023 een WOZ-waarde heeft van maximaal € 249.000.

 

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen en betaling

  • 1.

    Uitsluitend kosten voor maatregelen energiebesparing, duurzame energieopwekking, of isolatie als bedoeld in bijlagen 1 of 2 bij deze nadere regels komen in aanmerking voor subsidiëring.

  • 2.

    Voor subsidie komen de in redelijkheid gemaakte kosten (inclusief btw) in aanmerking die direct verbonden zijn aan de uitvoering van de maatregelen. Dit zijn kosten voor het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van de maatregelen verduurzaming of isolatie.

  • 3.

    Het uitvoerend gezag kan de kosten voor maatregelen als bedoeld in artikel 3 betalen aan de eigenaar-bewoner als deze de kosten heeft gedragen. De eigenaar-bewoner overlegt hiervoor betaalbewijzen van de kosten die hij heeft gemaakt aan het uitvoerend gezag.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid kan de betaling ook als volgt gaan: de uitvoerder van de maatregelen als bedoeld in artikel 3 brengt de kosten hiervoor in rekening bij het uitvoerend gezag, dat door het college is gemandateerd om te beslissen op aanvragen op grond van deze nadere regels. Het uitvoerend gezag betaalt die rekening en factureert vervolgens het vastgestelde subsidiebedrag aan het college.

 

Artikel 5a Bepalingen omtrent collectieve acties

  • 1.

    Het college of het uitvoerend gezag kan eigenaar-bewoners aanschrijven als deze mogelijk gebruik kunnen maken van een collectieve actie die voldoet aan de criteria als bedoeld in artikel 3 van deze nadere regels.

  • 2.

    Eigenaar-bewoners die deel wensen te nemen aan de collectieve actie als bedoeld in het eerste lid, schrijven zich in bij de mede-uitvoerder. Deze inschrijving wordt beschouwd als een aanvraag voor subsidie.

  • 3.

    De mede-uitvoerder is door het college gemandateerd om bij beschikking subsidie te verlenen aan de eigenaar-bewoners die zich hebben ingeschreven voor een collectieve actie als bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    In afwijking van artikel 5, derde en vierde lid gaat de betaling bij collectieve acties als volgt: het college stort de subsidiegelden op een zakelijke beheerrekening van de mede-uitvoerder. De mede-uitvoerder keert de verleende subsidie als bedoeld in het derde lid zonder tussenkomst van de gemeenten uit vanuit de zakelijke beheerrekening aan de partij die de maatregelen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b heeft uitgevoerd na het treffen van de maatregelen en bijkomende kwaliteitscontroles. De eigenaar-bewoner hoeft met deze wijze van betalen de maatregelen niet voor te financieren.

 

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a bedraagt maximaal € 1.750 per woning.

  • 2.

    De subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b bedraagt maximaal € 1.000 per woning.

  • 3.

    Een aanvrager die gebruik maakt of heeft gemaakt van de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a of de subsidie als bedoeld in artikel 3 van de oude Nadere regels energiebesparende maatregelen woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Groningen 2023 kan eveneens gebruik maken van de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b.

 

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het budget voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a bedraagt € 350.000 voor de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025.

  • 2.

    Het budget voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b bedraagt € 1.605.000 voor de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2026.

  • 3.

    Als een aanvrager in aanmerking komt voor beide subsidies als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt de subsidie verleend op grond van artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a. Als er vervolgens een te verlenen subsidie resteert, wordt deze verleend op grond van artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b.

  • 4.

    Verlening van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen. Indien door volledige honorering van een aanvraag het subsidieplafond zou worden overschreden wordt die aanvraag gehonoreerd tot dat plafond wordt bereikt. Latere aanvragen worden geweigerd.

 

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag kan voorafgaand aan het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van de maatregelen voor energie of isolatie worden ingediend:

    • a.

      via een bespaarcoach, of:

    • b.

      met een door het uitvoerend gezag gehanteerd aanvraagformulier;

    • c.

      via een inschrijving voor een collectieve actie als bedoeld in artikel 5a

  • 2.

    Als de aanvrager de aanvraag via een bespaarcoach indient, bevat de aanvraag in afwijking van artikel 6, tweede lid van de ASV een door de bespaarcoach opgesteld verduurzamingsplan, bestaande uit een besparingsplan en financieel plan met het gevraagde subsidiebedrag. Naast het verduurzamingsplan bevat de aanvraag eveneens een offerte van de te treffen maatregelen.

 

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 7, derde lid van de ASV wordt een aanvraag op grond van deze nadere regels ingediend uiterlijk 4 weken voor het uitvoeren van de maatregelen.

  • 2.

    Een aanvraag kan uiterlijk 31 december 2025 worden ingediend voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a.

  • 3.

    Een aanvraag kan uiterlijk 30 juni 2026 worden ingediend voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b.

 

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASV, beslist het college binnen 4 weken na ontvangst van een volledige aanvraag.

  • 2.

    Het college kan eenmalig besluiten tot verlenging van de termijn als bedoeld in het eerste lid met maximaal 4 weken.

 

Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden

Op basis van artikel 9, derde lid, aanhef en onderdeel f van de ASV kan subsidieverstrekking worden geweigerd als:

  • a.

    de aanvrager is begonnen met het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van maatregelen voor verduurzaming of isolatie voordat hij een aanvraag voor subsidie heeft ingediend;

  • b.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het algemeen belang of belang van openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en milieuhygiëne;

  • c.

    de kosten naar het oordeel van het college niet in verhouding staan met de maatregelen.

 

Artikel 12 Verplichtingen

  • 1.

    De maatregelen verduurzaming als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a, dienen binnen 1 jaar, maar uiterlijk 31 december 2024, nadat de subsidie is ontvangen te zijn uitgevoerd of binnen die termijn dient schriftelijk hiertoe opdracht te zijn gegeven.

  • 2.

    De maatregelen isolatie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b, dienen binnen 1 jaar, maar uiterlijk 31 december 2026, nadat de subsidie is ontvangen te zijn uitgevoerd of binnen die termijn dient schriftelijk hiertoe opdracht te zijn gegeven.

  • 3.

    Als niet aan de verplichting als bedoeld in het eerste lid is voldaan, kan de vaststelling worden ingetrokken en de subsidie worden teruggevorderd.

 

Artikel 13 Verantwoording

  • 1.

    In afwijking van artikel 10 van de ASV worden subsidies vrijgesteld van verantwoording.

  • 2.

    Een aanvrager toont, indien het college dit wenst, door middel van facturen aan welke kosten zijn gemaakt. Deze facturen moeten 5 jaar worden bewaard vanaf de factuurdatum.

  • 3.

    Als de aanvrager middels facturen niet kan bewijzen welke kosten zijn gemaakt, kan de aanvrager middels foto’s plus een betaalbewijs en/of een verklaring van de uitvoerder van de maatregelen verduurzaming of isolatie bewijzen dat deze zijn uitgevoerd.

  • 4.

    Als het college niet middels de in lid 3 aangedragen middelen kan vaststellen of de maatregelen verduurzaming of isolatie zijn uitgevoerd, kan het middels een huisbezoek vaststellen of deze maatregelen zijn uitgevoerd.

 

Artikel 14 Subsidievaststelling

  • 1.

    Op basis van artikel 13 van de ASV worden subsidies direct door het college verleend en vastgesteld.

  • 2.

    De subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a wordt vastgesteld op een lager bedrag dan € 1.750 als dat aangevraagd wordt. Anders wordt het subsidiebedrag op € 1.750 vastgesteld.

  • 3.

    De subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b wordt vastgesteld op een lager bedrag dan € 1.000 als dat aangevraagd wordt. Anders wordt het subsidiebedrag op € 1.000 vastgesteld.

 

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Toepassingen van deze hardheidsclausule worden gemotiveerd in de besluiten.

 

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels maatregelen verduurzaming en isolatie woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Groningen 2023-A.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en vervallen op 31 december 2026, met dien verstande dat ze van toepassing blijven op subsidies waarvoor op basis van deze nadere regels een subsidie is verstrekt.

  • 3.

    Op de dag na bekendmaking van deze nadere regels worden de Nadere regels maatregelen verduurzaming en isolatie woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Groningen 2023 ingetrokken.

  • 4.

    Besluiten die op grond van de Nadere regels energiebesparende maatregelen woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Midden 2023 en op grond van de Nadere regels maatregelen verduurzaming en isolatie woningen van eigenaar-bewoners gemeente Midden-Groningen 2023 zijn genomen, worden geacht te zijn genomen op grond van deze nadere regels.

  • 5.

    Bijlagen 1, 2 en 3 bij deze nadere regels maken integraal onderdeel uit van deze nadere regels.

 

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 19 december 2023.

Burgemeester

Gemeentesecretaris

Bijlage 1 Lijst met verduurzamende maatregelen

 

  • 1.

    Dakisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 2.

    Zolder/vlieringisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W) waarbij de zolder of vliering onverwarmd moet zijn om voor subsidie in aanmerking te komen

  • 3.

    Vloerisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 4.

    Spouwmuurisolatie (Rc ≥ 1,1 m² K/W)

  • 5.

    Paneelisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 6.

    Isolatie massieve muur (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 7.

    Bodemisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 8.

    HR++glas (Uglas ≤ 1,2 W/ m²)

  • 9.

    HR+++glas (Uglas ≤ 0,7 W/ m²)

  • 10.

    Raamkozijn en/of gevelbekleding bij het vervangen van glas

  • 11.

    Hybride warmtepomp

  • 12.

    Warmtepompboiler

  • 13.

    Zonneboilersysteem

  • 14.

    Warmteterugwinning douche

  • 15.

    Ventilatiesysteem met minimaal 90% warmteterugwinning

  • 16.

    Zonnepanelen

 

Toelichting

 

Isolatiewaardes dak, vloer, spouw, paneel en bodem (punt 1,2,3,4,5 en 6): In de maatregelenlijst zijn voor isolatie minimale Rc-waarden vermeld. De Rc-waarde staat voor de warmteweerstand van het materiaal. Hoe hoger de Rc-waarde hoe beter de isolatie. De hier vereiste minimale waarden betreffen de isolatiewaarden van de toegepaste isolatiematerialen.

 

De U-waarde HR++ en HR+++ glas (punten 8 en 9) wordt onder andere bepaald door de dikte van de glaslagen, de dikte van de spouw tussen de glaslagen, het soort gas van de vulling en de al of niet aanwezige coating van het glas. Indien het voor de plaatsing van HR++- of triple glas wenselijk is nieuwe ramen of kozijnen te plaatsen en/of gedeeltelijke aan te passen, of aanpassing nodig is van reeds aanwezige gevelbekleding, dan vallen deze kosten ook onder de subsidieregeling.

Bijlage 2 Lijst met isolatiemaatregelen

 

  • 1.

    Dakisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 2.

    Vloerisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 3.

    Spouwmuurisolatie (Rc ≥ 1,1 m² K/W)

  • 4.

    Paneelisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 5.

    Isolatie massieve muur (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 6.

    Bodemisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 7.

    HR++glas (Uglas ≤ 1,2 W/ m²)

  • 8.

    HR+++glas (Uglas ≤ 0,7 W/ m²)

 

Toelichting

 

Isolatiewaardes dak, vloer, spouw, paneel en bodem (punt 1,2,3,4,5 en 6): In de maatregelenlijst zijn voor isolatie minimale Rc-waarden vermeld. De Rc-waarde staat voor de warmteweerstand van het materiaal. Hoe hoger de Rc-waarde hoe beter de isolatie. De hier vereiste minimale waarden betreffen de isolatiewaarden van de toegepaste isolatiematerialen.

 

De U-waarde HR++glas (punt 7) wordt onder andere bepaald door de dikte van de glaslagen, de dikte van de spouw tussen de glaslagen, het soort gas van de vulling en de al of niet aanwezige coating van het glas. Indien het voor de plaatsing van HR++- of triple glas wenselijk is nieuwe ramen of kozijnen te plaatsen en/of gedeeltelijke aan te passen, of aanpassing nodig is van reeds aanwezige gevelbekleding, dan vallen deze kosten ook onder de subsidieregeling.

Bijlage 3 Beoordeling slecht geïsoleerde woningen

 

Op basis van tabel 1 wordt beoordeeld of een bouwdeel slecht is geïsoleerd.

 

Tabel 1: beoordeling isolatie bouwdelen

Bouwdeel

Omschrijving wanneer aan te pakken

Indicatie dikte of Rc of U-waarde

Dak, hellend/plat

Geen, slechte of matige isolatie

Rc ≤ 2,5

Dak, zolder-/vlieringisolatie

Geen zolder-/vlieringisolatie aanwezig

Rc ≤ 0,5

Gevel

Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig

Gevel: Rc ≤ 2,5

Spouw: Rc ≤ 1,3

 

Vloer-/bodemisolatie

Geen of slechte vloer- en bodenisolatie aanwezig

Rc ≤ 1,3

Glas

Enkel glas, oud dubbelglas en HR-glas

Ug-waarde ≥ 1,6