Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordenveld

Verordening nadeelcompensatie gemeente Noordenveld 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordenveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie gemeente Noordenveld 2024
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie Noordenveld 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 4.5 van de Wijzigingswet Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten (nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht)
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

20-12-2023

gmb-2023-566895

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie gemeente Noordenveld 2024

Besluit van de raad van de gemeente Noordenveld tot vaststelling van de Verordening nadeelcompensatie gemeente Noordenveld 2024

De raad van de gemeente Noordenveld;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening nadeelcompensatie gemeente Noordenveld 2024

 

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade indient;

  • b.

    bestuursorgaan: het bestuursorgaan van de gemeente die bevoegd is te beslissen op de aanvraag om tegemoetkoming in schade;

  • c.

    belanghebbenden:

  • degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en

  • als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet: de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht.

  • d.

    adviseur: een door het bestuursorgaan aan te wijzen deskundige;

  • e.

    adviescommissie: een schadebeoordelingscommissie, bestaande uit een of meerdere adviseurs.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2.

    Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere schadevergoedingsregeling van toepassing is.

 

Artikel 3. Heffen recht

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,- geheven.

  • 2.

    Het bestuursorgaan wijst de indiener van de aanvraag op de verschuldigdheid van het recht en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de gemeente dan wel op de aangegeven plaats dient te zijn gestort. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het bestuursorgaan de aanvraag niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

 

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld (elektronisch) formulier.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag in ieder geval mede:

    • a.

      als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: een door een accountant gewaarmerkte jaarrekening over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de door een accountant gewaarmerkte jaarrekeningen van de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;

    • b.

      als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte;

    • c.

      als het schade betreft wegens waardevermindering van een onroerende zaak: een kopie van de eigendomsakte van de onroerende zaak;

    • d.

      bij een aanvraag wegens de lagere opbrengst bij de verkoop van een bedrijf: een kopie van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, alsmede een taxatierapport van een onafhankelijke deskundige.

  • 3.

    Ter beoordeling van het bestuursorgaan, de adviseur of de adviescommissie kunnen zo nodig aanvullende stukken, gegevens en specificaties worden gevraagd.

 

Artikel 5. Inschakeling van een adviseur of adviescommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviseur of adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2.

    Een adviseur of adviescommissie kan worden benoemd of ingesteld als:

    • a.

      vaste adviseur of adviescommissie, waarbij de adviseur of de leden van de adviescommissie door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of

    • b.

      tijdelijke adviseur of adviescommissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen, waarbij de adviseur of de adviescommissie wordt benoemd door het bestuursorgaan dat de aanvragen behandelt.

  • 3.

    Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

    • a.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door een bestuursorgaan van de gemeente Noordenveld genomen besluit of verrichte handeling;

    • c.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

    • d.

      de toe te kennen schadevergoeding naar verwachting van het bestuursorgaan kennelijk minder bedraagt dan € 500,- voor natuurlijke personen en € 1.000,- voor rechtspersonen;

    • e.

      naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 4.

    Het besluit om de aanvraag af te wijzen zonder inschakeling van een adviseur of adviescommissie wordt genomen binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn verstreken is gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.

  • 5.

    Het college mag de bedragen genoemd in het derde lid, onder d van dit artikel jaarlijks per 1 januari, voor het eerst per 1 januari 2025, herzien aan de hand van de CBS consumentenprijsindex alle huishoudens, reeks 2015=100.

 

Artikel 6. Procedure en werkwijze van de adviseur of adviescommissie

  • 1.

    Als advies wordt ingewonnen bij een adviseur of adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.

  • 2.

    Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en,

    • b.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

1e de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

2e de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

  • 3.

    De adviseur of de adviescommissie hanteert in het kader van het op te stellen advies de volgende werkwijze:

    • a.

      De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie stelt de aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbenden in de gelegenheid een toelichting te geven, dan wel een standpunt over de aanvraag kenbaar te maken.

    • b.

      Indien dit voor het uitbrengen van het advies nodig is, wordt door de adviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse bezichtigd. Het tijdstip waarop deze plaatsopneming plaatsvindt wordt bepaald door de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie.

    • c.

      Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan het bestuursorgaan, aan de aanvrager en aan de belanghebbenden. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn verlengen.

    • d.

      De aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het conceptadvies schriftelijk hierop te reageren.

    • e.

      In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de termijn bedoeld in onderdeel d. een advies uit aan het bestuursorgaan, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

    • f.

      In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de termijn bedoeld in onderdeel d. een advies uit aan het bestuursorgaan.

 

Artikel 7. Beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken na ontvangst van het advies op de aanvraag en maakt dit besluit binnen deze termijn, onder toezending van het advies, bekend aan de aanvrager en de belanghebbenden.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de in het eerste lid bedoelde beslissing eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 8. Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

 

Artikel 9. Aanvraag voorschot

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan op een daartoe strekkende aanvraag beslissen een voorschot te verlenen op een uit te betalen geldsom als de adviseur of de adviescommissie in het uitgebrachte conceptadvies adviseert om een bedrag aan nadeelcompensatie uit te betalen.

  • Bij zaken waarbij sprake is van een derde-belanghebbende als bedoeld in artikel 6, lid 2, onder a en b wordt alleen een voorschot uitbetaald als deze derde-belanghebbende instemt met het conceptadvies dat door de adviseur of adviescommissie is uitgebracht.

  • 2.

    Het voorschot bedraagt maximaal 50% van de in het conceptadvies opgenomen geldsom.

  • 3.

    Het voorschot kan uitsluitend worden verleend indien de aanvrager schriftelijk de verplichting aanvaardt tot gehele en onvoorwaardelijke terugbetaling van hetgeen ten onrechte als voorschot is uitbetaald, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente over het teveel betaalde, te rekenen vanaf de datum van betaling van het voorschot. Het bestuursorgaan kan daarvoor zekerheidstelling verlangen.

  • Verder zijn de artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht op dit voorschot van toepassing.

 

Artikel 10. Intrekking oude regeling

De Procedureverordening advisering tegemoetkoming planschade gemeente Noordenveld 2008 wordt ingetrokken.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop Titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en Afdeling 15.1 van de Omgevingswet in werking treden. Mochten deze wettelijke regelingen op verschillende momenten in werking treden, dan geldt voor de inwerkingtreding van deze verordening de datum van de laatste inwerkingtreding van deze wettelijke regelingen.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Noordenveld 2024.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023.

 

De voorzitter

De griffier