Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordenveld

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten Noordenveld 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordenveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten Noordenveld 2024
CiteertitelVerordening reinigingsrechten Noordenveld 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2023nieuwe regeling

20-12-2023

gmb-2023-566679

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten Noordenveld 2024

De Raad van de gemeente Noordenveld;

gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 28 november 2023;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten Noordenveld 2024.

 

 

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder bedrijfsafval: kantoor, winkel en dienstenafval.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en op het nieuwe perceel gebruik maakt van dezelfde dienstverlening.

  • 5.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    Rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van minder dan € 5,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen reinigingsrechten of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

 

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 7, eerste lid, bedoelde rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,00 doch minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de rechten moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt aan het eind van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De op grond van artikel 7,vijfde lid, geheven rechten moeten worden betaald:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 30 dagen na de dagtekening.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 10 Overgangsrecht

De 'Verordening reinigingsheffingen 2023' van 21 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening reinigingsrechten Noordenveld 2024'.

 

 

 

 

Roden, 20 december 2023

De Raad van de gemeente Noordenveld,

voorzitter, griffier,

K. Smid H. Huttinga 

TARIEVENTABEL

behorende bij de ‘Verordening reinigingsrechten Noordenveld 2024’

 

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting wanneer deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

 

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

1.1.1

Het recht bedraagt per belastingjaar per perceel voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval, waarvan de hoeveelheid per inzameling niet groter is dan 240 liter

€ 262,35

1.1.2

Het recht als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de “Beleidsregel voor het verstrekken van minicontainers voor het inzamelen van afvalstoffen” aan het perceel is verstrekt):

 

1.1.2.1

container van 240 liter, bestemd voor groente, fruit- en tuinafval, per extra container (tot een maximum van twee) met

€ 60,50

1.1.2.2

container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container (tot een maximum van twee) met

€ 134,31

1.1.3

Het recht bedraagt per belastingjaar per perceel voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval, waarvan de hoeveelheid per inzameling niet groter is dan 1100 liter

€ 767,14

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten

1.2.1

Het recht bedraagt voor op verzoek omwisselen (volume) van minicontainers, per keer

€ 29,86

1.2.2

Het recht bedraagt voor het verstrekken van minicontainers als gevolg van beschadiging, vermissing of diefstal, per keer

€ 59,77

 

Behoort bij raadsbesluit van 20 december 2023

 

De griffier van de gemeente Noordenveld,

 

H. Huttinga