Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Texel

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTexel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2024
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerptoeristenbelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2023Nieuwe verordening

19-12-2023

gmb-2023-566642

3391928

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2024

De raad van de gemeente Texel

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023;

 

gehoord de raadscommissie van 7 december 2023;

 

gelet op

artikel 224 van de Gemeentewet

 

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2024;

in te trekken de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2023.

 

 

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Naseizoenarrangement

een arrangement met een looptijd van ongeveer twee maanden, startend na het hoogseizoen en eindigend bij de afloop van het kampeerseizoen;

  • b.

    Maandarrangement

een arrangement met een looptijd van één maand gedurende de maand juni of september;

  • c.

    Vaste jaarplaats

een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende één jaar of een groot gedeelte van het jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan, dat doorgaans na afloop van het jaar niet wordt verwijderd;

  • d.

    Vaste seizoenplaats

een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende één jaar of een groot gedeelte van het jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan, dat doorgaans na afloop van het jaar niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet is toegestaan om te overnachten;

  • e.

    Seizoenplaats

een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen en dat na afloop van het seizoen van de plaats wordt verwijderd;

  • f.

    Toeristische plaats

een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende één jaar of een groot gedeelte van het jaar plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens;

  • g.

    Arrangement

een reservering op een toeristische plaats voor een gezin, echtpaar of samen reizende personen gedurende een vooraf vastgelegde periode van minimaal vier weken voor een vast huurbedrag;

  • h.

    Voorseizoenarrangement

een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend aan het eind van de maand juni;

  • i.

    Verlengd voorseizoenarrangement

een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend in de eerste helft van de maand juli;

  • j.

    Naseizoenarrangement

een arrangement met een looptijd van ongeveer twee maanden, startend na het hoogseizoen en eindigend bij de afloop van het kampeerseizoen;

  • k.

    Maandarrangement

een arrangement met een looptijd van één maand gedurende de maand juni of september;

  • l.

    Seizoen

de periode van 1 april tot en met 31 oktober.

  • m.

    Jaar

een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene, die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van hulpbehoevenden of van bejaarden verblijft;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

    • c.

      deelneemt aan een schoolreis en/of werkweek, georganiseerd door een van overheidswege erkende onderwijsinstelling, met uitzondering van begeleiders;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000 die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Ter zake van verblijf in mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen of op vaste seizoenplaatsen of voor mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen voor vakantie of recreatief gebruik wordt het aantal overnachtingen forfaitair vastgesteld.

  • 2.

    De forfaitaire berekeningswijze is uitsluitend van toepassing voor jaarplaatsen, vaste seizoenplaatsen, seizoenplaatsen en arrangementen die gebruikt worden door één en hetzelfde gezin of echtpaar, dan wel dezelfde persoon of personen.

  • 3.

    Bij de forfaitaire berekening wordt het aantal overnachtingen per verblijfsruimte vastgesteld op het product van het voor die verblijfsruimte in het vierde lid vastgestelde aantal personen dat heeft overnacht en het voor die verblijfsruimte in het vijfde lid vastgestelde aantal malen dat is overnacht.

  • 4.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaar – en vaste seizoenplaatsen en gebezigd voor uitsluitend recreatief gebruik, bepaald op 2,5;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op seizoenplaatsen en gebezigd voor uitsluitend recreatief gebruik, bepaald op 2,5;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens op niet-vaste of seizoenplaatsen en gebezigd voor uitsluitend recreatief gebruik, bepaald op:

      • 1.

        2,6, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;

      • 2.

        2,6, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;

      • 3.

        2,4, indien sprake is van een naseizoenarrangement;

      • 4.

        2,1, indien sprake is van een maandarrangement.

  • 5.

    Het aantal malen dat door de in het vierde lid bedoelde personen is overnacht, wordt:

    • a.

      in geval van het vierde lid, sub a, bepaald op: 56;

    • b.

      in geval van het vierde lid, sub b, bepaald op: 58;

    • c.

      in geval van het vierde lid, sub c, bepaald op:

      • 1.

        30, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;

      • 2.

        39, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;

      • 3.

        18, indien sprake is van een naseizoenarrangement;

      • 4.

        13, indien sprake is van een maandarrangement.

Artikel 7 (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing

  • 1.

    Belastingplichtige kan in de aangifte verzoeken de maatstaf van heffing in afwijking van het bepaalde in artikel 6 vast te laten stellen op het werkelijk aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

  • 2.

    Dit verzoek wordt gehonoreerd tenzij de nachtregistratie zoals bedoeld in artikel 15 niet of niet juist is bijgehouden.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting per persoon € 2,40.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in de artikelen 231, vierde lid, onderdelen b en d en 232, vierde lid, onderdelen a en c, van de Gemeentewet.

  • 2.

    Het eerste lid geldt niet voor de belastingplichtige die in het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening een aanslag toeristenbelasting heeft ontvangen of daarvoor aangifte heeft gedaan.

Artikel 15 Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, lid 3, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en eventueel door de gemeente verstrekt nachtverblijfregister;

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister op verzoek kosteloos beschikbaar;

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister;

  • 4.

    De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6;

  • 5.

    De verplichting als bedoeld in voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige een registratie voert waaruit het nachtverblijf van verblijfhoudenden kan worden vastgesteld.

Artikel 16 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening toeristenbelasting 2023 van 9 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening toeristenbelasting 2024.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Texel,

19 december 2023.

Griffier, Voorzitter,

M. de Porto R. van der Zwaag