Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beverwijk

Legesverordening 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeverwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLegesverordening 2024
CiteertitelLegesverordening 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Legesverordening 2023.

De datum van ingang van de heffing is de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2023nieuwe regeling

14-12-2023

gmb-2023-565391

D-101776 / Z-23-183336

Tekst van de regeling

Intitulé

Legesverordening 2024

 

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    Het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • 2.

    Attestatiën de vita het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon en bezoldiging;

  • 3.

    Het uitreiken aan belanghebbenden van beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verandering hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • 4.

    Raadpleging van de dubbele der leggers en plans van het kadaster, indien de raadpleging geschiedt ten behoeve van de rijksdienst, de provinciale dienst of de dienst van een waterschap, veenschap of veenpolder;

  • 5.

    Diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

  • 6.

    Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 2 maanden na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen veertien dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen veertien dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.16 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.20, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.22 (Wet op de kansspelen);

  • één en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2023 van 22 december 2022 (kenmerk: INT-22-66267) wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Als de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2024.

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

In de raadszaal van het stadhuis op:

maandag tot en met vrijdag om 9:30, 10:30, 11:30, 13:30, 14:30 en 15:30 uur:

 

De raadszaal kan niet gebruikt worden voor een huwelijksvoltrekking of het aangaan van een geregistreerd partnerschap buiten deze tijdstippen en op dagen waarop de gemeente gesloten is.

€ 551,30

b.

In een ander ingevolge artikel 63 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek permanent aangewezen gebouw op:

maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 16:30 uur:

€ 643,20

c.

In een ander ingevolge artikel 63 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek

Voor 1 dag aangewezen gebouw op:

maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 16:30 uur:

€ 748,20

d.

In een ander ingevolge artikel 63 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek

Permanent aangewezen gebouw op:

zaterdag, zondag, feestdag of andere dag waarop de gemeente gesloten is

tussen 9:00 en 16:30 uur:

€ 918,95

e.

In een ander ingevolge artikel 63 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek

Voor 1 dag aangewezen gebouw op:

zaterdag, zondag, feestdag of andere dag waarop de gemeente gesloten is

tussen 9:00 en 16:30 uur:

€ 1.002,95

f.

Op een tijdstip buiten de genoemde periode vermeld in artikel 1.1 b en artikel 1.1 c wordt een toeslag in rekening gebracht van:

€ 153,20

g.

In een ruimte van het stadhuis bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap op maandag- en donderdagochtend om 9.30u zonder ceremonie in de aanwezigheid van maximaal 10 personen:

€ 127,10

h.

In een ruimte van het stadhuis bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap op maandag- en donderdagochtend om 9.15u zonder ceremonie in de aanwezigheid van maximaal 10 personen, waarvan geen van de partners woonachtig is in Beverwijk:

€ 127,10

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 

a.

Als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op gelden de bedragen genoemd in artikel 1.1 a tot en met h

 

b.

Het tarief voor het omzetten van een partnerschap naar een huwelijk (lokethandeling) bedraagt:

€ 86,25

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 127,10

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 127,10

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag mits:

De te benoemen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand in een andere gemeente dan Beverwijk werkzaam is als ambtenaar burgerlijke stand of als bijzondere ambtenaar burgerlijke stand:

€ 149,45

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige (met een maximum van 2) alleen mogelijk bij kosteloze voltrekkingen en bij huwelijken of partnerschappen genoemd onder artikel 1.1 onder g en h:

€ 31,10

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

a.

Indien de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap in het stadhuis of aangewezen gebouw geen doorgang vindt binnen de 3 maanden voorafgaand aan het huwelijk, wordt teruggaaf van de geheven leges verleend onder aftrek van:

€ 122,55

b.

Indien de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap vermeld onder artikel 1.1 g en artikel 1.1 h geen doorgang vindt binnen de 3 maanden voorafgaand aan het huwelijk of partnerschap registratie, worden hiervoor administratiekosten gerekend van:

€ 57,50

c.

Indien een kosteloze huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap, zoals bedoeld in artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand geen doorgang vindt binnen de 3 maanden voorafgaand aan het huwelijk of partnerschap registratie, worden hiervoor administratiekosten gerekend van:

€ 57,50

d.

Indien een huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap verplaatst moet worden binnen de 3 maanden voorafgaand aan de originele datum van het huwelijk of partnerschap registratie, worden hiervoor administratiekosten gerekend van:

€ 57,50

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

Voor het afgeven van een trouwboekje in geval het huwelijk of het geregistreerd partnerschap kosteloos wordt voltrokken c.q. aangegaan:

€ 32,20

b.

Het tarief voor een duplicaat trouwboekje bedraagt:

€ 32,20

 

In de in artikel 1.1 a tot en met artikel 1.1 h genoemde tarieven zijn de leges voor een trouwboekje of een boekje vermeldende het geregistreerd partnerschap inbegrepen.

 

Artikel 1.9 Verstrekking Burgerlijke Stand

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van het Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Leesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.10 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

Nationaal paspoort, zakenpaspoort, vluchtelingen-, vreemdelingen- en faciliteitenpaspoort

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

***

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

***

 

***: Het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit paspoortgelden, op €0.05 naar beneden afgerond.

 

Artikel 1.11 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

***

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

***

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

***

 

***: Het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit paspoortgelden, op

€ 0.05 naar beneden afgerond.

 

Artikel 1.12 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.10 en 1.11, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

***

 

***: Het maximum (wettelijk) tarief, zoals vastgesteld in het Besluit paspoortgelden, op €0.05 naar beneden afgerond

 

b.

Voor een deels digitaal aangevraagd reisdocument geldt een korting van:

€ 10,00

c.

De kosten van het bezorgen van één reisdocument bedragen:

€ 7,50

d.

De kosten van het bezorgen van meerdere reisdocumenten binnen één gezin bedragen:

€ 15,00*

 

* Bij het uitreiken van de documenten dienen alle personen aanwezig te zijn. Bovendien dienen in dit geval alle aanvragen op hetzelfde tijdstip aan de balie ingediend te worden.

 

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

Artikel 1.13 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

****

****: Zoals opgenomen in het Regelement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met het rijkskostendeel (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs) € 0.05 naar beneden afgerond.

 

Artikel 1.14 Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.13 wordt:

 

a.

Indien een aanvraag van een rijbewijs wordt gedaan ter vervanging van een vermist c.q. zoekgeraakt rijbewijs, wordt het onder 1.13 genoemde bedrag verhoogd met:

tenzij uit een overlegd proces verbaal of verklaring van vermissing blijkt dat sprake is geweest van een misdrijf.

€ 23,40

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.15 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.17 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.16 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 14,50

b.

Als voorafgaand een geldbedrag in depot is gestort, per verstrekking:

€ 11,50

 

Indien het depot genoemd in Artikel 1.16 b. geen voldoende saldo meer heeft, geldt het tarief genoemd onder artikel 1.16 a.

Het depot is niet overdraagbaar.

 

c.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 14,50

d.

Voor zover een onder artikel 1.16 a. genoemde verstrekking digitaal wordt aangevraagd, per verstrekking:

€ 7,40

Artikel 1.17 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden per half uur of een deel daarvan. Ook bijzondere verstrekkingen van welke aard dan ook (bijvoorbeeld erfrecht- en genealogie-onderzoeken):

€ 30,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Ook indien de gevraagde verstrekkingen niet of niet volledig kunnen worden gegeven, is een recht verschuldigd, berekend overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk. Als één verstrekking wordt ook beschouwd de naam van elk persoon c.q. het adres of de woonplaats, waarover de verstrekking wordt gevraagd.

 

De op grond van het bepaalde in dit hoofdstuk verkregen verstrekkingen mogen

behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders, door of vanwege de aanvrager niet worden gepubliceerd of anderszins bekend gemaakt, noch ten behoeve van derden worden verwerkt of gebruikt. Deze bepaling is niet van toepassing op verstrekkingen bestemd voor ambtelijke doeleinden.

 

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

 

Artikel 1.18 Afschriften van bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting, zolang de voorraad strekt:

€ 18,40

b.

een afschrift van de jaarstukken, zolang de voorraad strekt:

€ 18,40

c.

een gedrukt exemplaar van de Algemene plaatselijke verordening 2019 (hierna Apv 2019):

€ 23,05

d.

een gedrukt exemplaar van de bouwverordening en de bij deze verordening behorende nadere regelen:

€ 88,00

 

 

 

Artikel 1.19 Kinderopvang

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, Wet kinderopvang:

€ 705,40

b.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid Wet kinderopvang:

€ 232,15

 

Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken

 

Artikel 1.20 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

 

 

Het maximum (wettelijk) tarief zoals vastgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid

 

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 13,95

c.

het waarmerken van documenten (ook ‘gewaarmerkt kopie’ genoemd):

€ 13,95

 

Paragraaf 1.7 Gemeentearchief

 

Artikel 1.21 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 20,30

2.

Het tarief bedraagt ter zake van handelingen, als opzoeken, ophalen en ter inzage geven van een inlichting betreffende bouwvergunningen, per inlichting / perceel:

€ 20,30

 

Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten

 

Artikel 1.22 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50*

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50*

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00*

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50*

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50*

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00*

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 19,90

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening:

1815,12*

5.

Indien de houder van een vergunning verzoekt om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van dat verzoek 50% van het voor de vergunning geheven legesbedrag

50%

* Dit is het maximumtarief.

Artikel 1.23 Ondergrondse infrastructuur

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

 

a.

een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet dan wel de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (AVOI) voor een tracé van maximaal 25 meter:

€ 166,70

b.

een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet dan wel de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (AVOI) voor een tracé langer dan 25 meter:

€ 571,80

c.

Het tarief als bedoeld in 1.23b.voor tracés van meer dan 100 meter wordt verhoogd met:

€ 0,20

2.

De in 1.23 onder 1 genoemde bedragen worden voorts

 

a.

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, per kwartier of gedeelte daarvan dat met het overleg is gemoeid, verhoogd met

€ 25,60

b.

Indien een beschermingswerk, ondersteuningswerk, signaalinrichting of inrichting die bestemd is om daarin verbindingen tot stand te brengen, geplaatst wordt waarvoor een afzonderlijke plaatsbepaling noodzakelijk is, wordt het tarief zoals genoemd in artikel 1.23 onder 1 a. of 1 b. verhoogd met

€ 76,20

c.

Het tarief voor het verwerken van een vervallen of ingetrokken melding waarvoor reeds goedkeuring is verstrekt, bedraagt

€ 46,85

 

 

 

Artikel 1.24 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

€ 41,75

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor één dag of dagdeel:

€ 35,00

c.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor meer dan één dag

€ 101,25

d.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 140,35

e.

Tot het verkrijgen van een aanstelling als verkeersregelaars (niet voor evenementen) zoals bedoeld in de Regeling verkeersregelaars 2009.

€ 65,45

f.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 66,65

g.

voor het ten behoeve van de aanvrager plaatsen van een verkeersbord waarmee een gehandicaptenparkeerplaats wordt aangegeven als bedoeld in artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 66,65

h.

Indien een aanvraag van de in artikel 1.24 f. genoemde gehandicaptenparkeerkaart wordt gedaan ter vervanging van een vermiste c.q. zoekgeraakte kaart, wordt het in artikel 1.24 f. genoemde bedrag verhoogd met:

€ 23,60

tenzij uit een overlegd proces verbaal of verklaring van vermissing blijkt dat sprake is geweest van een misdrijf.

i.

Indien een aanvrager zonder tijdige afmelding niet verschijnt op de afspraak voor het geneeskundig onderzoek t.b.v. het beoordelen van een aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart of gereserveerde gehandicaptenparkeerkaart (verricht door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst dan wel - bij externe advisering - door een vanwege het gemeentelijk gezag aangewezen deskundige):

€ 80,55

 

Paragraaf 1.9 Diversen

 

Artikel 1.25 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken of beschikkingen voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per stuk:

€ 14,80

b.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde:

€ 0,15

c.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,15

 

2.

in formaat A3, per bladzijde of groter, per bladzijde; in geval van dienstverlening of levering door derden, worden de werkelijke kosten in rekening gebracht.

 

Artikel 1.26Voor de inzameling van het afval op de basisscholen (zoals besloten bij collegebesluit C-17-03450) bedraagt het tarief per jaar, wanneer een school

 

Een leerlingenaantal heeft:

 

a.

van 0 tot 200 leerlingen

€ 402,65

b.

van 200 tot 400 leerlingen

€ 690,25

c.

van 400 tot 600 leerlingen

€ 943,35

d.

van 600 tot 800 leerlingen

€ 1.064,15

Artikel 1.27 In deze titel niet genoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, niet in deze titel genoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 140,35

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

  • -

    binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

  • -

    binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • -

    onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • -

    onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • -

    onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

 

 

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

Vooroverleg; (Indicatieverzoek / Omgevingsinitiatief)

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg / vooroverleg (indicatieverzoek/omgevingsinitiatief)

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

Voor een Indicatieverzoek met intaketafel

€ 258,15

b.

Voor een Omgevingsinitiatief met omgevingstafel

€ 1040,00

2.

Onverminderd het bepaalde onder het eerste lid verschuldigde bedrag, bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde verzoek een toets van de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit noodzakelijk is:

 

a.

Bij bouwkosten tot € 20.000,-

€ 258,15

b.

bij bouwkosten boven de €20.000,- wordt het tarief onder a verhoogd met een percentage van de bouwkosten van met een maximum va €2.750,-

0,25%

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

Over het deel van de bouwkosten:

0,5%

met een minimum van:

€ 258,15

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit over het deel van de bouwkosten:

2,5%

 

met een minimum van:

€ 258,15

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit met wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, wordt het bedrag van de verschuldigde leges ex artikel 2.5 en 2.6a vermeerderd met:

25%

 

met een minimum van:

€ 258,15

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit over het deel van de bouwkosten

3%

 

met een minimum van:

€ 258,15

d.

onverminderd het bepaalde in de leden a, b, en c van dit artikel, wordt het bedrag van de verschuldigde leges ex artikel 2.5 en 2.6a vermeerderd met een vast bedrag voor activiteiten, genoemd in de “Beleidsregels planologische kruimelgevallen (2016), gemeente Beverwijk, gebaseerd op de kruimellijst uit artikel 4 bijlage II bij het Bor.

€258,15

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien het sloopafval een volume heeft van maximaal 100 m3:

€ 258,15

b.

indien het sloopafval een volume heeft dat groter is dan 100 m3 met een maximum van 250 m3:

€ 494,00

c.

indien het sloopafval een volume heeft dat groter is dan 250 m3:

€ 728,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument

€ 258,15

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 258,15

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 258,15

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 258,15

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,15

2.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,15

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit

€ 2.217,28

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 4.434,56

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 6.623,76

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.217,28

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 4.434,56

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 6.623,76

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.217,28

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid :

€ 4.434,56

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 6.623,76

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.217,28

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 4.434,56

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 6.623,76

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.217,28

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 4.434,56

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 6.623,76

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.217,28

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 4.434,56

c.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 6.623,76

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.217,28

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 4.434,56

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 6.623,76

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.217,28

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 4.434,56

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 6.623,76

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 873,60

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.184,00

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 258,13

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in het gebied met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 258,13

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,13

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,13

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,13

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

€ 258,13

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,13

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,13

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,13

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

Artikel 2.29 opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 2.10 van de Apv 2019, betreffende het gebruik van de weg of een weggedeelte, anders dan de publieke functie ervan voor één dag of dagdeel

€ 35,00

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 2.10 van de Apv 2019, betreffende het gebruik van de weg of een weggedeelte, anders dan de publieke functie ervan

€ 101,24

c.

een ontheffing als bedoeld in artikel 2.10 van de Apv 2019, betreffende het gebruik van de weg of een weggedeelte, anders dan de publieke functie ervan, waarbij een gecoördineerde afhandeling van een aanvraag vereist is, in verband met samenloop met evenementen of andere activiteiten

€ 301,60

d.

Indien de houder van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.10 van de Apv 2019, verzoekt om wijzing van de vergunning zoals bedoeld in artikel 1:6 onder e van de Apv 2019, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van dat verzoek 50% van het voor de ontheffing geheven legesbedrag.

50%

 

 

 

Artikel 2.30 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,13

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 258,13

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.31 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 516,26

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 516,26

Artikel 2.32 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.144,00

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 2.288,00

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 3.432,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief als genoemd in lid 1

 

Artikel 2.33 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.31 en 2.32, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 516,26

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.34 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief,:

€ 516,26

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed,:

€ 516,26

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 1.144,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief,

€ 516,26

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

Artikel 2.35 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 258,13

Artikel 2.36 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning een percentage van

25%

van de leges die oorspronkelijk verschuldigd was

 

met een minimumbedrag van

€ 258,13

en een maximumbedrag van

€ 2.600,00

Artikel 2.37 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning een percentage van

25%

van de leges die oorspronkelijk verschuldigd was

 

met een minimumbedrag van

€ 258,13

en een maximumbedrag van

€ 2.600,00

Artikel 2.38 Intrekken omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.48 van toepassing is:

€ 258,13

Artikel 2.39 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 258,13

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

Artikel 2.40 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

Voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.434,56

b.

Voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten

€ 8.869,12

c.

Voor vijf tot meer milieubelastende activiteiten

€ 13.303,68

d.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 6.240,00

e.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 6.240,00

Artikel 2.41 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 258,13

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie :

 

 

I. bij bouwkosten tot € 20.000,-

€ 258,13

 

II. bij bouwkosten boven de € 20.000,- wordt het tarief van € 258,13,- verhoogd met een percentage van de bouwkosten van met een maximum van € 2.750,-

0,25%

c.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.42 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

a.

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 516,26

b.

als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

€ 516,26

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

Artikel 2.43 Vermindering na vooroverleg (omgevingsinitiatief)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt

€ 781,87

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsinitiatief betrekking had;

 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het vooroverleg; en

 

c.

binnen 9 maanden na uitspraak op het omgevingsinitiatief

 

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

Artikel 2.44 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist dan wordt het volgende tarief in rekening gebracht:

€ 258,13

Artikel 2.45 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, dan wordt het volgende tarief in rekening gebracht:

€ 258,13

Artikel 2.46 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.47 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.48 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.49 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.50 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.51 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 258,13 wordt niet teruggegeven.

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting (alcoholvrij horecabedrijf)

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 340,70

b.

Het wijzigen van de omschrijving van de in een vergunning aangewezen lokaliteit overeenkomstig de verandering (artikel 2:28 jo 1:6 Apv 2019)

€ 212,99

c.

Het wijzigen van het aanhangsel bij een op grond van artikel 2:28 van de Apv 2019 verleende vergunning in verband met een nieuwe leidinggevende (artikel 1:6 Apv 2019)

€ 136,03

d.

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag, bedoeld in artikel 3.1 onder a. van deze tarieventabel, deze aanvraag wordt ingetrokken of indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend, wordt op verzoek teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend

25%

e.

Indien de houder van een vergunning verzoekt om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 1:6 onder e van de Apv 2019, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van dat verzoek 50% van het voor de vergunning geheven legesbedrag

50%

Artikel 3.2 Uitoefenen bedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:65c van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 340,70

b.

Het wijzigen van de omschrijving van de in een vergunning aangewezen lokaliteit overeenkomstig de verandering (artikel 2:65c jo 1:6 Apv 2019:

€ 212,99

c.

Het wijzigen van het aanhangsel bij een op grond van artikel 2:65c van de Apv 2019 verleende vergunning in verband met een nieuwe leidinggevende (artikel 1:6 Apv 2019):

€ 136,03

d.

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag, bedoeld in artikel 3.2 onder a. van deze tarieventabel, deze aanvraag wordt ingetrokken of indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend, wordt op verzoek teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend:

25%

e.

Indien de houder van een vergunning verzoekt om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 1:6 onder e van de Apv 2019, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van dat verzoek 50% van het voor de vergunning geheven legesbedrag:

50%

Artikel 3.3 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 340,70

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 177,89

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 212,99

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 136,03

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 177,89

f.

Indien de houder van een vergunning verzoekt om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 1:6 onder e van de Apv 2019, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van dat verzoek 50% van het voor de vergunning geheven legesbedrag

50%

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

 

Artikel 3.4 Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

a.

voor een seksinrichting:

€ 823,89

b.

voor een escortbedrijf:

€ 823,89

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 823,89

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

 

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij een seksinrichting/ een escortbedrijf vermeerderd met:

€ 454,12

b.

als de aanvraag tot het verlenen van de vergunning mede ziet op een seksinrichting/ escortbedrijf vermeerderd met:

€ 454,12

3.

Indien de houder van een vergunning verzoekt om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 1:6 onder e en/of artikel 3:4 van de Apv 2019, met uitzondering van wijzigingen genoemd onder 3.3 onder 2 van deze tarieventabel, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van dat verzoek 50% van het voor de ontheffing geheven legesbedrag.

50%

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 145,96

b.

Tot het intrekken of wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van dat verzoek 50% van het voor de ontheffing geheven legesbedrag

50%.

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement zoals bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening (Apv) (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel:

€ 707,30

b.

een middelgroot evenement, zoals bedoeld in Apv

€ 353,55

c.

een klein evenement, zoals bedoeld in Apv

€ 0,00

d.

een evenement, waarvoor een coördineerde afhandeling van de aanvraag vereis is, in verband met samenloop met andere evenementen of activiteiten

€ 1085,45

e.

Indien de burgemeester ten behoeve van het evenement verkeersregelaars dient aan te stellen op grond van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de Regeling verkeersregelaars 2009, worden tarieven als bedoeld in a, b, c en d van deze tarieventabel verhoogd met

€ 76,86

f.

Indien de houder van een evenementenvergunning verzoekt om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in de Apv, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van dat verzoek 50% van het voor de vergunningen geheven legesbedrag

50%.

 

Artikel 3.7 Losse standplaatsen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:17 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

a.

voor een nieuwe standplaats voor langer dan drie maanden

€ 315,59

b.

een tijdelijke standplaats voor een dag of dagdeel

€ 35,00

c.

voor een tijdelijke standplaats meer dan één dag tot drie maanden

€ 101,24

d.

voor een tijdelijke standplaats, waarbij een gecoördineerde afhandeling van de aanvraag vereist is, in verband met samenloop met evenementen of andere activiteiten

€ 315,60

e.

Indien de houder van een standplaatsvergunning verzoekt om wijziging van de vergunning, zoals bedoeld in artikel 1:6 onder e van de Apv 2019, bedraagt het tarief 50 %voor het in behandeling nemen van dat verzoek van het voor de vergunning geheven legesbedrag

50%

 

Paragraaf 3.5 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.8 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 140,35