Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsprogramma U&H Twente 2024 |
Citeertitel | Uitvoeringsprogramma U&H Twente 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2023 | nieuwe regeling | 19-12-2023 |
Voor u ligt het uniforme programma voor vergunningen, toezicht en handhaving (VTH) van alle gemeenten in de regio Twente en de provincie Overijssel. De verplichting om jaarlijks het uitvoerings- (vergunningen en toezicht) en handhavingsbeleid uit te werken in een uitvoeringsprogramma (UVP), staat omschreven in artikel 13.8 van het Omgevingsbesluit. Gezien de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024, is dit UVP opgesteld op basis van de uitgangspunten van de Omgevingswet. Dit programma geeft de (milieu)taken weer, zoals die in 2024 door de Omgevingsdienst Twente (OD Twente) worden uitgevoerd voor de gemeente Oldenzaal.
Het UVP 2024 is gebaseerd op het uniforme VTH-beleid Twente inclusief Nadere uitwerking. In oktober 2022 is het doorontwikkelde Twentse VTH-beleid met Nadere uitwerking vrijgegeven door de portefeuillehouders (PHO). Na vaststelling van de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht, is in februari van dit jaar het geactualiseerde VTH-beleid aangeboden aan alle bevoegde gezagen ter vaststelling in de eigen colleges (GS en B&W). Voor de cijfermatige raming van het UVP 2024 worden de periodieke rapportages ter monitoring van de uitvoering van het jaar 2023 als basis gebruikt, evenals de huidige productindeling van de Producten en Diensten Catalogus (PDC). Beide hanteren nog de systematiek vanuit de Wabo. In de voorjaarsrapportage van 2024 wordt een eerste vertaling gemaakt naar de nieuwe PDC Omgevingswet.
De basis van dit UVP 2024 is uniform, welke vervolgens nader wordt uitgewerkt voor de individuele partners. Conform de basisafspraken zoals benoemd in het VTH-beleid Twente, is het voor deelnemers mogelijk op onderdelen lokaal maatwerk aan te brengen om eigen beleidsambities te realiseren. Dit dient gerealiseerd te worden binnen de gezamenlijke basisafspraken en boven een minimale ondergrens. Complementair aan de lokale programma’s, wordt dit jaar voor het eerst een Twents UVP 2024 opgesteld. Hierin staan opgaven beschreven die voor het geheel van Twente relevant zijn. Middels het vaststellen van een centraal UVP 2024, worden bestuurders beter in staat gesteld om te sturen op Twentse prioriteiten en projecten.
Partners die hebben bijgedragen aan het opstellen van dit programma zijn de veertien Twentse gemeenten, de provincie Overijssel, de Veiligheidsregio Twente, betrokken waterschappen en de OD Twente. De individuele uitvoeringsprogramma’s van de deelnemers vormen gezamenlijk het jaarplan van de OD Twente.
De basis van het UVP 2024 wordt gevormd door de taken die door de OD Twente worden uitgevoerd. In Twente gaat het om het zogenaamde basistakenpakket, welke is uitgebreid tot het milieu brede takenpakket, inmiddels het standaardpakket genoemd. Dit programma heeft betrekking op het jaar 2024 waarbij de VTH-werkzaamheden middels voor- en najaarsrapportages gedurende het jaar worden gemonitord. Na afloop van het jaar wordt middels het jaarverslag VTH geëvalueerd of de geplande werkzaamheden en de geprioriteerde beleidsdoelstellingen uit het UVP 2024 zijn behaald. Hierbij zullen projecten inzichtelijk worden gemaakt en de monitoring hiervan worden verbeterd.
De gemeente Oldenzaal heeft naast het zogenaamde basistakenpakket ook facultatieve taken ingebracht. Het merendeel van deze facultatieve taken wordt weggeschreven binnen bestaande producten.
Het gaat om de volgende taken:
2. Terugblik en ontwikkelingen
De OD Twente heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een volwassen dienst die haar partners ondersteunt met de uitvoering van milieutaken. Uitdagingen waarmee zowel de OD Twente als de bevoegde gezagen worden geconfronteerd, is krapte op de arbeidsmarkt en de invoering van de Omgevingswet. Dit brengt de nodige onzekerheden met zich mee. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen beschreven die van invloed zijn op het UVP 2024.
In het voorjaar van 2023 heeft het Algemeen Bestuur (AB) ingestemd met verlenging van de ‘Out of the box maatregelen’ (OOTB). Deze set tijdelijke werkafspraken heeft bijgedragen aan de beheersbaarheid van de hoge werkvoorraad, de bijbehorende werkdruk en lange doorlooptijden voor een aantal producten binnen vergunningen en advies. Het effectueren van maatregelen rondom stikstofadviezen heeft geholpen veelal oude zaken op te schonen en prioriteit te geven aan nieuwe zaken. Inmiddels zijn ook nieuwe medewerkers aangetrokken voor de specialismen lucht (geur) en geluid. Tenslotte is ook veel tijdelijke inzet geweest om de bulk aan werkvoorraad te verminderen, waarop in het jaarverslag 2023 uitgebreider wordt ingegaan. Hierdoor kunnen de OOTB maatregelen met ingang van 2024 worden beëindigd, zoals afgesproken met het bestuur.
In 2023 is volop ingezet op het werven van personeel om de werkdruk structureel te verminderen en ter voorbereiding op de stijgende begroting en bijbehorende formatie-uitbreiding. Hoewel dit op onderdelen voorspoedig verloopt, blijkt de specifieke werving voor (ervaren) juristen nog altijd een aandachtspunt. Gezien de structurele werkvoorraad en werkdruk voor het cluster juridisch, gaat het recruitmentproces hiervoor onverminderd door.
Leerpunten Jaarverslag 2022 en UVP 2023
Het grootste leerpunt vanuit het afgelopen jaar was dat de inbreng tussen deelnemers verschilde bij de start van de OD Twente. Hierdoor ontstond een situatie waar sommige deelnemers (soms fors) bij moesten betalen en anderen geld terugkregen, terwijl hiervoor liever extra productie werd gezien. Bij het traject herijking financiering is met ingang van 2024 de begroting in evenwicht. De begroting 2023 is tussentijds bijgesteld om de eerste stap hierin te nemen. In de najaarsrapportage 2023 valt te zien dat het verschil tussen begroting en realisatie veel kleiner is dan voorgaande jaren.
Wat valt te zien is dat door het tekort aan capaciteit, de OD Twente niet altijd in staat was om de doelen te bereiken die door zichzelf waren opgesteld. Het verwachte aantal periodieke controles is bijvoorbeeld niet gehaald. Hierbij is wel consequent ingezet op toezicht bij de meeste milieurelevante bedrijven. Een ander leerpunt is dat we het risicogericht werken moeten invoeren bij vergunningverlening. Dit heeft zich vertaald in participatie in de landelijke werkgroep vergunning strategie. Het heeft inzicht gegeven in de mogelijkheden om verschil te maken in toetsniveau’s.
De Omgevingswet treedt na jaren voorbereiding per 1 januari 2024 in werking. Door deze wet worden verschillende procedures gestroomlijnd en beslistermijnen voor vergunningen korter. Belangrijke onderdelen zijn gelegen in de ‘ja, mits’ benadering en het uitgangspunt van integraal werken. Dit zal zorgen voor een cultuurverandering, waarbij de OD Twente meedenkt in oplossingen, mogelijkheden en samenwerking. Om integraal werken te bevorderen, faciliteert de OD Twente de Omgevingstafel Twente (OTT). Deze pilot wordt in 2024 voortgezet. In de regio zal een besluit genomen moeten worden of deze OTT structureel wordt ondergebracht bij de OD Twente. Dit zal via een separaat voorstel aan de bestuurders worden voorgelegd. Integraal werken zal ook in de organisatie worden geborgd middels de nieuwe functie van omgevingsadviseur.
De OD Twente heeft samen met bevoegde gezagen en ketenpartners hard gewerkt om de implementatie van de Omgevingswet zo soepel mogelijk te laten verlopen. De techniek/software is ingericht, waarmee veelvuldig is getest. Met externe (keten)partners is tevens geoefend met nieuwe systemen, werkafspraken en processen. Intern is hard gewerkt aan het opstellen van nieuwe sjablonen en standaardbrieven. Tenslotte zijn alle medewerkers voldoende opgeleid, onder andere middels verschillende opfriscursussen.
Een speciaal aandachtspunt is de nieuwe PDC Omgevingswet, welke andere producten kent ten opzichte van de huidige PDC Wabo. Met de deelnemers is afgesproken dat de planning voorlopig wordt gebaseerd op de PDC Wabo. Hiervoor is gekozen vanwege de onzekerheden rondom de prognoses voor aantallen en kengetallen onder de Omgevingswet. Het is daarnaast onzeker of eind 2023 een piek in aanvragen zal komen vanuit het vigerend recht. Afhankelijk hiervan, kan begin 2024 mogelijk een dip in aanvragen ontstaan. Bovenstaande in combinatie met het gebrek aan (vastgestelde) kengetallen voor de nieuwe Omgevingswet producten, zorgt voor een raming die meer onzekerheden bevat dan voorgaande jaren. Afwijkingen ten opzichte van prognoses zullen daarom gedurende 2024 mogelijk groter zijn. In de voorjaarsrapportage zullen de gevolgen van de overgang zo goed mogelijk inzichtelijk worden gemaakt, waarbij ook de nieuwe PDC Omgevingswet wordt gevuld.
Ondanks alle voorbereidingen wordt 2024 dus een jaar met de nodige onzekerheden en aannames. Blijft de techniek werken wanneer duizenden aanvragen worden ingediend in Nederland? Zijn de werkafspraken voldoende scherp? Komt er een piek of dip in aanvragen? Het zijn vragen waar tijdens de uitvoering een antwoord op zal komen. De OD Twente is voorbereid om snel in te kunnen grijpen en verbeteringen door te voeren. Dit wordt onder meer vormgegeven middels een zogenaamd ‘crisisteam’ en de mogelijkheid tot extra overleggen rondom de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Een specifiek aandachtspunt is dat met de komst van de Omgevingswet milieuleges kunnen worden geheven. De OD Twente zal werken aan data die als input en onderbouwing dient voor bevoegde gezagen om de hoogte van milieuleges te bepalen.
De aanpak rondom de stikstofproblematiek blijft constant in beweging. Verschillende wetgeving, rechtsuitspraken en rapporten met betrekking tot stikstof veranderen het werkveld regelmatig. Denk hierbij aan de Wet stikstofreductie en natuurverbetering en uitspraken van de Raad van State. Door de stikstofproblematiek zijn achterstanden ontstaan in de werkvoorraad van agrarische vergunningverlening. Om deze achterstanden zo goed en efficiënt mogelijk weg te werken, heeft de OD Twente in 2023 ingezet op intensivering van de samenwerking met de provincie Overijssel. Hierbij wordt overzicht en prioritering aangebracht voor vergunningaanvragen met de grootste kans op verlening. Hier wordt ook in 2024 gestuurd.
Op 6 juni 2023 heeft de GS van Overijssel besloten om vergunningverlening voor emissiearme stalsystemen op te schorten tot 1 maart 2024. Hierdoor worden voorlopig niet langer VVGB-verzoeken afgehandeld door de provincie met betrekking tot gebiedsbescherming. De voornaamste reden hiervoor zijn twijfels rondom de werking van emissiearme stalsystemen en de noodzaak voor nader onderzoek. Omdat omgevingsvergunningen niet mogen worden verleend zonder de benodigde VVGB van de provincie, kan de OD Twente geen beslissingen nemen over gerelateerde aanvragen en adviezen. De kans bestaat daarnaast dat de huidige termijn in 2024 nogmaals verlengd wordt.
Energie en duurzaamheid is de afgelopen jaren een speerpunt geworden van de OD Twente. Dit vertoont vergelijkingen met de trend die jarenlang bij de provincie en gemeenten zichtbaar is. Ook zien we een verschuiving van de term energie en duurzaamheid naar de term circulariteit. Hiermee wordt ook herbruikbaarheid van grond- en afvalstoffen verstaan. De OD Twente heeft inmiddels een eigen adviseur op dit gebied aangetrokken die in staat is beleidsmatige vragen te vertalen naar de taken die de OD Twente reeds voor de gemeenten en provincie uitvoert.
In 2022 is een overkoepelend projectplan ‘Energie en Duurzaamheid 2023-2026’ vastgesteld, waarin verschillende deelprojecten worden gebundeld:
Vooral de SPUK-regeling voorziet in een nieuwe financiële stimulans om de komende jaren dit thema definitief te verankeren bij Omgevingsdiensten in Nederland. Belangrijk is om te benadrukken dat deze regeling voorziet in een inzet naast de reguliere uitvoeringstaken. Daarom zijn de inspanningen die gedaan worden op basis van deze middelen dan ook separaat inzichtelijk gemaakt.
Om recht te blijven houden op de SPUK THE is het een voorwaarde dat de partners van de OD Twente ook zelf middelen inbrengen (cofinanciering). Daarnaast komen veel lopende VTH-werkzaamheden in het kader van energie en duurzaamheid in 2024 te vervallen door de afloop van meerdere incidentele geldstromen, zoals de SIE en VUE. Om energie en duurzaamheid structureel te borgen binnen de OD Twente, is op 10 december 2021 een intentieovereenkomst ondertekend door het AB. Het doel is om niet alleen om robuuste kennis binnen toezicht en handhaving op te bouwen, maar ook de adviesfunctie te ontwikkelen. Hieraan wil de OD Twente komend jaar verder invulling geven, wat in de loop van 2023 besproken zal worden tijdens de individuele accountgesprekken met de partners.
Evaluatie samenwerking VTH Twente
Binnen het werkveld VTH zijn bevoegde gezagen en ketenpartners steeds meer van elkaar afhankelijk en wordt samenwerking van alsmaar groter belang. In 2023 is hard gewerkt aan een verbetering van de samenwerking op het gebied van VTH Twente. Bestuurders hebben zich meerdere keren uitgesproken over de algemene richting en het bijbehorend ambitieniveau. Dit leidt tot meer professionele ondersteuning in de Twentse samenwerking, waarbij de VTH kerngroep samen met de accounthouders het aanspreekpunt voor de OD Twente zijn.
In september 2022 is een Specifieke Uitkering aan de omgevingsdiensten voor de uitvoering van het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (SPUK IBP) van kracht geworden. Deze SPUK-regeling heeft als doel om ook in 2024 additionele capaciteit te realiseren bij omgevingsdiensten en financiële middelen ter beschikking te stellen aan omgevingsdiensten ter uitvoering van het IBP. De OD Twente heeft eind 2022 een aanvraag ingediend en geeft ondertussen uitvoering aan de regeling.
Belangrijk om te benadrukken is dat deze regeling voorziet in een inzet naast de reguliere uitvoeringstaken die op basis van de jaaropdracht worden geprogrammeerd. In de komende jaren zullen de inspanningen die gedaan worden op basis van deze middelen dan ook separaat inzichtelijk worden gemaakt. Het programma is gericht op de versterking van VTH, met inzet via 6 pijlers:
De OD Twente heeft samen met de bevoegd gezagen de afgelopen jaren ingezet op de ontwikkeling van risicogericht werken. Voor toezicht en handhaving is een actuele risicoanalyse aangeschaft en vrijgegeven door het PHO. Deze risicoanalyse wordt in een ICT-omgeving geïmplementeerd die het mogelijk maakt om dynamische elementen toe te voegen. In 2023 heeft de OD Twente onder de vlag van Omgevingsdienst Nederland (ODNL) tevens meegewerkt aan de totstandkoming van de Landelijke Vergunningen Strategie (LVS). Dit is een ICT-tool die statische en dynamische risico’s vertaalt naar verschillende toetsniveaus bij het beoordelen van meldingen en vergunningen. Zowel de risicoanalyse als de LVS moeten verder doorontwikkeld, geïmplementeerd en geborgd worden binnen de eigen organisatie en worden geïntegreerd in het regionale VTH-beleid.
Daarnaast is het de wens van de OD Twente om ook voor het programma Advies een strategie te ontwikkelen. Dus op welk niveau of diepgang kunnen de verschillende producten binnen Advies worden beoordeeld. Denk hierbij aan een verschil bij advisering op het gebied van externe veiligheid of het beoordelen van een terugkerend evenement. Dit kent andere risico’s en daardoor een ander gewenst toetsingsniveau. Voor zowel de doorontwikkeling en implementatie van de risicoanalyse, de LVS en het opstellen van een adviesstrategie wordt komend jaar capaciteit gereserveerd onder paragraaf 5.2 (collectieve werkzaamheden).
De afgelopen jaren is het thema Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) steeds belangrijker geworden. Landelijk is er ook veel aandacht voor PFAS, PFOS en voorbeelden bij de (chemische) industrie. De provincie Overijssel heeft in 2023 een project afgerond rondom ZZS. Dit project voorziet in het uitbreiden en versterken van de kennis rondom dit thema. Niet alleen binnen de provincie maar ook bij de Omgevingsdiensten in Overijssel. Er is een plan van aanpak gemaakt die ook voorziet in kennisopbouw bij de OD Twente en inzicht in de toepassing van ZZS stoffen. Dit is als een apart project opgenomen in hoofdstuk 5.
Gezien de aanhoudende werkdruk vanuit het primaire proces en het mogelijke extra werk dat ontstaat vanuit de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024, is andermaal gekozen om prioriteit te leggen op de ‘basis op orde’. Hieronder valt onder andere het wegwerken van de werkvoorraad en datagericht werken.
Los van de inspanningen om de basis op orde te krijgen, zien we toch wel mogelijkheden om via het reguliere werk bij te dragen aan de ambitieonderwerpen. In het geactualiseerde VTH beleid worden deze ambitieonderwerpen omschreven als: veiligheid, ondermijning en gezonde fysieke leefomgeving (asbest, natuur, geluid, geur en luchtkwaliteit). Deze ambitieonderwerpen zullen in 2024 sowieso nader uitgewerkt worden met doelen en indicatoren.
De VTH-beleidsdoelen bevatten indicatoren, maar geen streefwaarden, omdat hiervoor nog onvoldoende gegevens bekend zijn. Dit betekent dat in 2024 de nullijn wordt bepaald om vervolgens deze doelen nader te concretiseren. Hierbij is de ambitie om uiteindelijk alle doelen uit het VTH beleid uit te werken, waarbij gefaseerd op onderdelen een start wordt gemaakt. In het kader van de basis op orde, worden in dit UVP 2024 onderstaande doelen vanuit het geactualiseerde VTH-beleid nader uitgewerkt. In het hoofdstuk projecten is capaciteit gereserveerd om alle VTH-beleidsdoelen verder uit te werken, zodat met ingang van 2025 een overzicht is van doelen en indicatoren.
Voor 2024 worden een aantal prioriteiten gesteld om focus op aan te brengen. Niet aan alle doelen kan tegelijkertijd worden gewerkt. Gekozen is voor de volgende prioriteiten.
Regulier werk: Verbeteren van het naleefgedrag
Het VTH-beleid benadrukt de sterke wens om naleefgedrag beter in kaart te brengen en hierop in de toekomst te sturen. In 2024 worden de basisgegevens ingericht in het VTH systeem. Dit is het type overtreder (LHSO: goedwillend, moet kunnen, calculerend en bewust) en het aantal opgelegde handhavingsbesluiten. Daarnaast wordt spontaan naleefgedrag globaal gemeten aan de hand van het aantal hercontroles ten opzichte van het aantal uitgevoerde initiële periodieke controles. Inmiddels maakt PDC 2024 ook onderscheid tussen de producttypen Hercontroles (A2.03) en Handhavingscontroles (A2.12). Dit voorkomt dubbelingen bij hercontroles, veroorzaakt door meerdere vervolgcontroles bij hetzelfde bedrijf. De afgelopen jaren zijn de benodigde ervaringscijfers voor deze producttypen opgebouwd en verfijnd.
Indicatoren: Inzicht in naleefgedrag per bedrijf en branche, plan van aanpak ‘Gedragssturing’.
Gezonde fysieke leefomgeving: Verbeteren van de luchtkwaliteit
Indicatoren: Aantal uitgevoerde controles luchtwassers en inzicht in naleefgedrag. Rapportage over de voortgang bij de aanpak van pentaan/butaan.
Energie en duurzaamheid: Activiteiten verbruiken minder energie en stoten minder CO2 uit.
Dit programma geeft inzicht in de door de OD Twente uit te voeren taken en werkzaamheden op het gebied van vergunningen evenals toezicht en handhaving voor het komende jaar.
Ondanks de komst van de Omgevingswet met de systematiek van milieubelastende activiteiten (Mba), wordt dit jaar voorlopig nog gebruikt gemaakt van het bedrijvenbestand om tot het programma te komen. Dit bestand wordt ingezet in relatie tot de te verwachten producten, te controleren bedrijven en de benodigde tijd en capaciteit die dit gaat kosten.
Aan de hand van de risicoanalyse wordt het programma voor toezicht en handhaving bepaald. Dit programma is hiermee in lijn met de uniforme beleidsdoelen die in Twente zijn vastgesteld.
Voor het taakveld vergunningen wordt de vergunningenstrategie gehanteerd. Deze is opgenomen in het uniforme VTH-beleid Twente en in de Nadere uitwerking. Deze strategie biedt de algemene kaders en uitgangspunten voor vergunningverlening en de verschillende keuzemomenten hierin.
Capaciteit beschikbaar gesteld door gemeente Oldenzaal wordt ingezet op de werkzaamheden zoals deze in onderstaande tabellen zijn beschreven. Hierbij wordt aangesloten bij de vigerende PDC (Wabo). Opgemerkt wordt dat het verwachte aantal producten een inschatting betreft die is gebaseerd op aantallen van voorgaande jaren en bekende trends en ontwikkelingen. Het is op voorhand namelijk niet te bepalen hoeveel en welk type vergunningaanvragen / meldingen worden ingediend, dit is immers vraag gestuurd.
De OD Twente verwacht ook in 2024 een hoge werkvoorraad voor het programma Vergunningen als gevolg van de hoge toestroom aanvragen in combinatie met schaarste op de arbeidsmarkt. De komst van de Omgevingswet leidt waarschijnlijk tot meer aanvragen in het eind van 2023, welke nog onder het huidig recht kunnen worden ingediend. De OD Twente probeert deze procedures in de loop van 2024 zo snel mogelijk af te ronden. Voor kleinere procedures zal dit met extra inzet goed mogelijk zijn. Voor de uitgebreide procedures geldt onverminderd dat de stikstofproblematiek zorgt voor complexiteit en vertraging in procedures.
4.2 Programma Toezicht & Handhaving
Voor toezicht en handhaving zijn al geruime tijd strategieën in gebruik. Deze zijn opgenomen in het VTH-beleid Twente en de Nadere uitwerking. Door toezicht te houden wordt gecontroleerd of wordt voldaan aan wet- en regelgeving en vergunningvoorschriften worden nageleefd. Voor de toezichthouders die de controle uitvoeren maakt de toezichtstrategie duidelijk hoe zij hun werk moeten uitvoeren. Ook geeft het inzicht in de verschillende soorten controles. Voor de verschillende soorten controles is aangesloten bij de productindeling in de PDC 2024. Om indien nodig een goede uitvoering te geven aan handhaving, wordt aangesloten bij de Landelijke handhavingstrategie omgevingsrecht (LHSO).
Aandacht wordt gevraagd voor het structureel hoge aantal handhavingszaken en strafrechtelijke onderzoeken als gevolg van de toepassing van de LHSO. Met deze ontwikkelingen is rekening gehouden in dit UVP middels het ramen van voldoende capaciteit.
De OD Twente heeft verschillende ketenpartners. Naast de gemeenten en de provincie zijn andere omgevingsdiensten, waterschappen en de Veiligheidsregio de meest relevante.
Intentieovereenkomst waterschappen
De noordoostelijke OD’s en waterschappen hebben een structurele samenwerkingsovereenkomst. Hierbinnen worden jaarlijks projecten voorbereid en uitgevoerd op thema’s die in deze organisaties spelen. De werkzaamheden worden gecombineerd met reguliere werkzaamheden, waardoor eventuele extra tijdsbesteding relatief beperkt is. Voor 2024 zijn de volgende speerpunten bepaald:
Met de Veiligheidsregio Twente vindt frequent overleg plaats op meerdere niveaus. Bij VTH-werkzaamheden met betrekking tot veiligheid wordt advies ingewonnen en waar nodig gezamenlijk opgetrokken. In dit UVP wordt voor het eerst structureel vorm gegeven aan geprioriteerde thema’s:
Omgevingswet: De Veiligheidsregio en OD Twente trekken gezamenlijk op bij de invulling van hun adviserende rol rondom de Omgevingstafel. Met betrekking tot het thema externe veiligheid wordt vooraf afgestemd voordat een advies wordt afgegeven. Daarnaast wordt al samengewerkt rondom de ontwikkeling van ‘bouwstenen voor het Omgevingsplan’. Dit wordt gecontinueerd in 2024.
Toezicht: De Veiligheidsregio en OD Twente gaan in 2024 een project starten rondom thematische controles die nog nader vormgegeven moet worden (brandveiligheid horeca / opslag gevaarlijke stoffen / vuurwerk). Dit project wordt vormgegeven middels de uitvoer van gezamenlijke aspectcontroles bij circa 20 locaties in de regio Twente. Het doel van dit project is om als organisaties nader kennis te maken, werkenderwijs van elkaar te leren en integraal werken te versterken.
Crisisorganisatie: De OD Twente maakt deel uit van de crisisorganisatie. Bij grotere incidenten worden de ‘hoofden milieu’ geleverd en vaak wordt expertise op het vakgebied bodem of asbest ingebracht bij kleinere incidenten. De OD Twente organiseert een gezamenlijke bijeenkomst om elkaar nader te leren kennen en te verdiepen op de aspecten die van belang zijn bij een incident, specifiek op milieuthema’s.
Het ketentoezicht is door alle Omgevingsdiensten in Gelderland en Overijssel belegd bij de OD Rivierenland. Door de bundeling van capaciteit zijn we in staat om betere analyses van een bepaalde keten te doen. Voor 2024 zijn mestvergisters een speerpunt bij ketentoezicht.
De OD Twente werkt structureel samen met politie en OM. Dit kan zich uiten in concrete werkzaamheden, waaronder gezamenlijke controles in de regio als onderdeel van de zogenaamde ‘MIA-acties’. Het doel is komend jaar om deze MIA-acties structureel te beleggen binnen de organisatie in plaats van incidenteel.
De Omgevingsdienst Twente maakt ook onderdeel uit van Omgevingsdiensten NL (ODNL). Hierbinnen word samengewerkt op tal van onderdelen. Het interbestuurlijk programma VTH en de ontwikkeling van de LVS zijn voorbeelden van samenwerkingen.
5 Projecten en collectieve werkzaamheden
In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in alle lopende projecten en collectieve werkzaamheden waar in 2024 uitvoering aan wordt gegeven door de OD Twente. Hierbij wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen projecten met een begin- en eindpunt enerzijds, en doorlopende collectieve werkzaamheden die ten behoeve van de gehele regio Twente worden uitgevoerd anderzijds. Binnen projecten wordt tevens onderscheid gemaakt tussen regionale projecten en lokale projecten.
De inzet van regionale projecten en collectieve werkzaamheden wordt op basis van werkelijk geschreven uren toegerekend aan de partners op basis van de vaste verdeelsleutel. Extern gefinancierde projecten gaan hierbij niet ten koste van de reguliere capaciteit. Deelnemers kunnen ook capaciteit vrijmaken voor het uitvoeren van lokale projecten. Hiervoor worden geschreven uren direct toegekend aan de desbetreffende partner. Lokale projecten worden dus één op één aan het betreffende bevoegd gezag doorbelast.
In 2024 hanteren we een doorontwikkelde aanpak voor projecten. Hieronder worden de belangrijkste regionale projecten benoemd met een korte samenvatting, de wijze van financiering en een inschatting van de benodigde capaciteit (aantal uren). In de bijlage wordt per project dieper ingegaan op de aanleiding, doelstelling(en) en eventuele bijzonderheden.
5.2 Collectieve werkzaamheden Twente
Hieronder zijn collectieve werkzaamheden genoemd die de OD Twente uitvoert voor alle partners, maar geen project zijn. Hieronder wordt niet verstaan de interne uren die doorbelast worden naar de producten. Denk aan de uren van administratie of accountmanagement.
Gemeente Oldenzaal heeft geen capaciteit vrijgemaakt voor het uitvoeren van lokale projecten.
Voor de gemeente Oldenzaal zijn in het UVP 734 uren voor Twentse en lokale projecten en collectieve werkzaamheden begroot. Volgens de verdeelsleutel heeft gemeente Oldenzaal 107 uur benodigd voor Twentse projecten en 90 voor de collectieve werkzaamheden. De overige uren zijn beschikbaar voor lokale projecten. Gemeente Oldenzaal heeft zoals aangegeven geen lokale projecten. Naar alle waarschijnlijkheid zal het werkelijke aantal uren voor Twentse projecten en collectieve werkzaamheden hoger uitvallen. De beschikbare uren voor lokale projecten kunnen dan daarop worden weggeschreven.
De gezamenlijke basis voor de opzet van dit programma wordt gevormd door het uniforme VTH-beleid Twente, de vigerende risicoanalyse Twente en de productindeling van de PDC 2024. Vanwege de autonomie van bestuursorganen bij uitvoering van VTH-taken, is het tot op zekere hoogte mogelijk om van deze gezamenlijke basis gemotiveerd af te wijken. VTH-taken kunnen lokaal intensiever of juist minder intensief worden uitgevoerd. In dat geval worden in het programma bestuurlijk prioriteiten gesteld. Bij een lager niveau van uitvoering worden de consequenties en risico’s van de keuze duidelijk gemotiveerd.
De rode draad in ons uniforme VTH-beleid is dat de inschatting van risico’s voor de leefomgeving doorslaggevend is voor de prioriteiten die worden gesteld bij het stimuleren en/of afdwingen van het naleefgedrag. Omdat we de beperkte capaciteit die we hebben niet op alles kunnen inzetten geven we prioriteit aan de thema’s en gevallen waarin de risico’s (kans x effect) het grootst zijn. Dit betekent dat niet alles getoetst en/of gecontroleerd wordt. Incidenten kunnen zich voordoen, mogelijk juist ook op de terreinen en onderdelen die minder prioriteit hebben gekregen.
De realisatie van het Twentebrede UVP 2024 kent een aantal risico’s. Deze worden hieronder benoemd:
De invoering van de Omgevingswet is een onzekere factor. Blijven de landelijke ICT systemen werken, hoeveel vergunningen of meldingen komen binnen en hoeveel tijd kosten de nieuwe producten? In de voorjaarsrapportage zal gerapporteerd worden over de stand van zaken en eventueel genomen beheersmaatregelen.
In 2024 is met de nieuwe begroting extra ruimte voor formatie. Dit is goed nieuws, maar het is onzeker in welke mate de OD Twente in staat is dit vanaf begin 2024 volledig te bezetten met kwalitatief goed personeel. In het najaar 2023 is begonnen met een wervingscampagne, maar de krapte op de arbeidsmarkt doet zich in alle sectoren gelden. Er bestaat een kans op onder uitputting.
7 Uitvoeringsorganisatie & bedrijfsvoering
De OD Twente moet als uitvoeringsorganisatie met bedrijfsvoering voldoen ten aanzien van haar organisatie, borging van middelen, monitoring en rapportage. De uitvoeringsorganisatie dient zodanig ingericht te zijn dat een goede uitvoering van het VTH-beleid, inclusief de nadere uitwerking en programma gewaarborgd is. Per element is aangegeven hoe hier uitvoering aan wordt gegeven.
De specifieke uitkering Interbestuurlijk Programma Vergunning, Toezicht en Handhaving (SPUK IBP) heeft als doel om een impuls te geven aan de versterking van het VTH stelsel. | |
Het IBP-VTH is voortgekomen uit het laatste rapport van de commissie van Aartsen. Het kent aanbevelingen om het VTH stelsel te verbeteren. Deze aanbevelingen zijn vertaald in 6 pijlers
Voor meer informatie zie deze link. | |
| |
De OD Twente heeft een subsidieaanvraag gedaan voor deelname aan de SPUK IBP-VTH. De OD Twente draagt hierdoor bij aan verschillende pijlers en krijgt de kosten hiervoor vergoed van het ministerie van IenW. | |
Ministerie van IenW, OD Twente, enkele gemeenten en de provincie Overijssel. | |