Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Mandaatbesluit Noaberkracht Dinkelland Tubbergen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoaberkracht Dinkelland Tubbergen
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingMandaatbesluit Noaberkracht Dinkelland Tubbergen 2024
CiteertitelMandaatbesluit Noaberkracht Dinkelland Tubbergen 2024
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Mandaatbesluit Noaberkracht Dinkelland-Tubbergen 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 59a van de Gemeentewet
  2. artikel 168 van de Gemeentewet
  3. artikel 171 van de Gemeentewet
  4. artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. Controlstatuut
  6. Budgethoudersregeling
  7. Treasurystatuut
  8. Organisatieregeling
  9. Delegatiebesluit Omgevingswet gemeente Dinkelland
  10. Delegatiebesluit Omgevingswet gemeente Tubbergen
  11. Delegatiebesluit 2017 van de gemeenteraad van Tubbergen
  12. Delegatiebesluit 2017 van de gemeenteraad van Dinkelland
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

11-12-2023

bgr-2023-1490

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Noaberkracht Dinkelland Tubbergen 2024

Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen;

de burgemeesters van de gemeenten Dinkelland en Tubbergen;

de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Dinkelland en Tubbergen;

 

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

gelet op de

 

  • -

    artikelen 59a, 168 en 171 van de Gemeentewet,

  • -

    artikel 5 van de Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen,

  • -

    titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

  • -

    het Controlstatuut,

  • -

    de Budgethoudersregeling,

  • -

    het Treasurystatuut,

  • -

    Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland 2015,

  • -

    Organisatieregeling 2023 van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen,

  • -

    Delegatiebesluit Omgevingswet gemeente Tubbergen,

  • -

    Delegatiebesluit Omgevingswet gemeente Dinkelland,

  • -

    het Delegatiebesluit 2017 van de gemeenteraad van Tubbergen,

  • -

    het Delegatiebesluit 2017 van de gemeenteraad van Dinkelland;

B E S L U I T E N

 

vast te stellen het navolgende:

 

MANDAATBESLUIT NOABERKRACHT DINKELLAND TUBBERGEN 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit mandaatbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijfsleider: een functionaris die onder leiding van de manager voor één of meer teams de inhoudelijke taken en dagelijkse werkzaamheden begeleidt en aanstuurt;

  • b.

    bestuur: het bestuur van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen wordt gevormd door de colleges van de gemeente Dinkelland en de gemeente Tubbergen;

  • c.

    bestuurssecretaris: de door het bestuur benoemde eerste adviseur van het bestuur. De bestuurssecretaris is tevens directeur;

  • d.

    burgemeester: de burgemeester van Dinkelland of de burgemeester van Tubbergen, ieder naar gelang het zijn bevoegdheden betreft;

  • e.

    concerncontroller: de door of namens het bestuur benoemde medewerker die verantwoordelijk is voor de uitoefening van de controlfunctie;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dinkelland of de gemeente Tubbergen, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

  • g.

    directeur: een door het bestuur benoemde medewerker, belast met de aansturing van de organisatie;

  • h.

    directie: het organisatieonderdeel bestaande uit de gemeentesecretarissen van de gemeenten Dinkelland en Tubbergen en de bestuurssecretaris van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen;

  • i.

    gemeentesecretaris: een door het college van Dinkelland of het college van Tubbergen benoemde medewerker en eerste adviseur van het college. Een gemeentesecretaris is tevens directeur;

  • j.

    machtiging: de bevoegdheid om handelingen te verrichten die noch een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • k.

    manager: de daarmee door of namens het bestuur belaste medewerker die leiding geeft aan een organisatieonderdeel;

  • l.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • m.

    medewerkers: degenen die werkzaam zijn voor Noaberkracht Dinkelland Tubbergen;

  • n.

    Noaberkracht: de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen;

  • o.

    organisatieonderdeel: een organisatorische eenheid die wordt aangestuurd door een manager;

  • p.

    programmaregisseur: de door of namens het bestuur benoemde medewerker, belast met de voorbereiding, begeleiding en/of de uitvoering van ambities;

  • q.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Dinkelland of de gemeente Tubbergen, ieder naar gelang het zijn bevoegdheden betreft;

  • r.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

  • s.

    voorzitter: het voorzitterschap van het bestuur wordt in gezamenlijkheid bekleed door de burgemeester van de gemeente Tubbergen en de burgemeester van de gemeente Dinkelland.

Artikel 2 Mandaat en volmacht

  • 1.

    Aan de in de bijlage bij dit besluit genoemde functionarissen, werkzaam in dienst van één van beide gemeenten of van Noaberkracht,

    • a.

      worden de in die bijlage omschreven bevoegdheden gemandateerd;

    • b.

      worden de in de bijlage omschreven volmachten om te beslissen over privaatrechtelijke rechtshandelingen verleend; deze volmachten zien ook op het feitelijke verrichten van de daarin vermelde privaatrechtelijke rechtshandelingen;

    • c.

      wordt machtiging verleend de daarin vermelde handelingen te verrichten, voor zover van toepassing onder de daarbij nader aangegeven voorwaarden en beperkingen.

  • 2.

    Aan vier leden van het bestuur van Noaberkracht (uit elk van beide colleges van Dinkelland en Tubbergen twee leden) wordt gemandateerd de bevoegdheid om besluiten te nemen wanneer bekend is dat de overige leden van de beide colleges afwezig zijn.

Artikel 3 Inachtneming bijzondere vormvereisten

Als er bij de uitoefening van het mandaat, de volmacht of de machtiging sprake is van wettelijke of andere voorschriften moeten deze opgevolgd worden bij de toepassing van dit mandaatbesluit.

Artikel 4 Wijziging van wetgeving

  • 1.

    Als er sprake is van wijziging van wet- en regelgeving waarop een gemandateerde bevoegdheid is gebaseerd, vervalt het daarbij horende mandaat en moet het mandaat opnieuw worden verleend.

  • 2.

    Een besluit dat op basis van deze regeling is genomen, treedt pas in werking als de betreffende gemeente daartoe de bevoegdheid heeft.

Artikel 5 Ondertekeningsmandaat colleges

De colleges machtigen de ondertekening van stukken die van hun college uitgaan aan:

  • -

    een ander lid van het college,

  • -

    de gemeentesecretaris/locosecretaris van de betreffende gemeente,

  • -

    de concerncontroller,

  • -

    de programmaregisseurs,

  • -

    de managers.

Artikel 6 Ondertekeningsmandaat burgemeesters

  • 1.

    De burgemeesters machtigen alle wethouders van hun gemeente afzonderlijk om stukken uitgaande van het college namens hen te ondertekenen.

  • 2.

    De burgemeesters machtigen de gemeentesecretaris van de betreffende gemeente, de directeur Noaberkracht, tevens bestuurssecretaris, de concerncontroller, de programmaregisseurs en de managers om stukken uitgaande van het college en stukken uitgaande van de burgemeester namens hem/haar te ondertekenen. Dit moet dan gaan om stukken waarover zij, al dan niet plaatsvervangend, het beheer hebben.

  • 3.

    Uit het besluit moet blijken dat het besluit door het college en/of door de burgemeester zelf is genomen.

Artikel 7 Vertegenwoordiging van de gemeenten in en buiten rechte

  • 1.

    De burgemeesters machtigen en dragen op aan de andere leden van het college om hun gemeente in en buiten rechte te vertegenwoordigen.

  • 2.

    De burgemeesters machtigen en dragen op aan de volgende functionarissen om de respectievelijke gemeenten in en buiten rechte te vertegenwoordigen:

    • a.

      de gemeentesecretarissen;

    • b.

      de bestuurssecretaris van Noaberkracht;

    • c.

      de managers uitsluitend als het gaat om zaken waarmee zij, al dan niet plaatsvervangend, uit hoofde van hun functie belast zijn.

Artikel 8 Instemming

  • 1.

    Het bestuur verleent, als dit nodig is, instemming als bedoeld in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Als instemming van een gemandateerde, een gevolmachtigde of een gemachtigde (op grond van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht) noodzakelijk is, is deze gegeven uit het feit er gebruik is gemaakt van het verleende mandaat, volmacht of machtiging.

Artikel 9 Dubbele mandaatverleningen

Als een mandaat, volmacht of machtiging is verleend aan meer dan één functionaris, wordt dit uitgeoefend door de functionaris die hiervoor in dit specifieke geval het eerst is aangewezen. Alleen bij afwezigheid van deze functionaris is de volgende functionaris bevoegd. Deze bepaling tast de bestaande mandaten, volmachten of machtigingen van de betreffende andere functionaris niet aan.

Artikel 10 Schakelbepaling ondertekeningsmandaat Noaberkracht

  • 1.

    Het bepaalde in de artikelen 5, 6 en 7 van dit besluit en de bijbehorende bijlage, is ook van toepassing op bevoegdheden van Noaberkracht en zijn bestuursorganen.

  • 2.

    De begrippen genoemd in de artikelen 5, 6 en 7 worden, voor de toepassing van dit artikel, als volgt gelezen:

    • a.

      de gemeente (de gemeenten) = Noaberkracht;

    • b.

      het college van burgemeester en wethouders = het bestuur;

    • c.

      de wethouders = leden van het bestuur;

    • d.

      de burgemeester = de voorzitter;

    • e.

      de gemeentesecretaris = de bestuurssecretaris.

  • 3.

    Deze schakelbepaling geldt niet voor de zogeheten sub b bestuursorganen in de zin van artikel 1:1 lid 1 onder b Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11 Uitbreidingen en beperkingen

  • 1.

    Met de in de bijlage gemandateerde bevoegdheden worden daarmee gelijkgesteld de volgende uitbreidingen en beperkingen:

    • a.

      het afwijzen van een aanvraag om een (in de bijlage omschreven) besluit te nemen;

    • b.

      het verbinden van voorschriften of beperkingen aan een zodanig besluit;

    • c.

      het buiten behandeling laten van een aanvraag om een zodanig besluit te nemen op een van de gronden vermeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      het afwijzen van een aanvraag om een zodanig besluit te nemen met toepassing van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • e.

      het (op een andere wettelijke grond dan de hiervoor vermelde gronden) buiten behandeling laten van een aanvraag om een besluit te nemen;

    • f.

      intrekking en wijziging van besluiten, ambtshalve of op aanvraag;

    • g.

      communicatie met de burger of instanties ter voorbereiding of ter uitvoering van:

      • -

        besluiten;

      • -

        privaatrechtelijke rechtshandelingen;

      • -

        feitelijke handelingen;

    • h.

      het verrichten van alle handelingen van procedurele, voorbereidende of uitvoerende aard; het gaat dan bijvoorbeeld om:

      • -

        het doen van bekendmakingen;

      • -

        plannen van en uitnodigen voor hoorzittingen;

      • -

        het inwinnen van zienswijzen;

      • -

        het inwinnen van adviezen;

      • -

        het aanhouden en het verdagen van de beslissing op aanvragen en bezwaarschriften;

      • -

        het nemen van beslissingen inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit, als bedoeld in artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

      • -

        het voeren van verweer als er bezwaar of beroep is ingesteld tegen de in de bijlage omschreven besluiten en tot het instellen van hoger beroep tegen uitspraken van de rechtbank met betrekking tot de in de bijlage omschreven besluiten;

    • i.

      het verlenen van machtiging tot vertegenwoordiging (van Noaberkracht, de gemeente Dinkelland en de gemeente Tubbergen en hun bestuursorganen) in bestuurlijke, bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures.

  • 2.

    Dit besluit is niet van toepassing op treasuryactiviteiten.

  • 3.

    Een in mandaat te nemen beslissing op bezwaar wordt niet genomen door een functionaris die op een gelijkwaardig of functioneel lager niveau staat dan het niveau van degene die het primaire besluit heeft genomen.

Artikel 12 Ondermandaat

Een gemandateerde kan aan hem verleende bevoegdheden mandateren aan een andere functionaris (ondergemandateerde). Deze bevoegdheid bestaat uitsluitend na beoordeling door het organisatieonderdeel Strategie, Programma en Control en schriftelijke toestemming door de bestuurssecretaris.

Artikel 13 Geen mandaat, volmacht of machtiging

Van een mandaat, volmacht of machtiging kan geen gebruik worden gemaakt indien:

  • a.

    Het college, een portefeuillehouder, de burgemeester dit schriftelijk kenbaar heeft gemaakt;

  • b.

    Het bestuur, de voorzitter van het bestuur, een lid van het bestuur dit schriftelijk kenbaar heeft gemaakt;

  • c.

    Het besluit of de (rechts)handeling schriftelijk als politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig wordt aangemerkt.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als het Mandaatbesluit Noaberkracht Dinkelland Tubbergen 2024 en treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in lid 1 treedt artikel 12 van de bijlage met terugwerkende kracht op 1 januari 2023 in werking.

  • 3.

    Het Mandaatbesluit Noaberkracht Dinkelland-Tubbergen 2020 wordt ingetrokken, alle overige mandaatbesluiten blijven onverkort van kracht.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 december 2023 van het bestuur van Noaberkracht en ook vastgesteld middels collegebesluit van de gemeenten Tubbergen en Dinkelland, op 19 december 2023.

De gemeentesecretarissen,

Ing. J.LM. Scholten

De bestuurssecretaris,

S.J.F. Waanders

Drs. C.H.A.A. Luttikhuis

De voorzitters,

Drs. A.H. Postma

J.G.J. Joosten

Bijlage bij het Mandaatbesluit Noaberkracht Dinkelland Tubbergen 2024

 

INHOUDSOPGAVE

 

Hoofdstuk 1 – Algemeen

Hoofdstuk 2 – Organisatieonderdeel Strategie, Programma en Control

Hoofdstuk 3 – Organisatieonderdeel Publieke Dienstverlening

Hoofdstuk 4 – Organisatieonderdeel Bestuur en Managementondersteuning

Hoofdstuk 5 – Organisatieonderdeel Informatiemanagement en Facilitair

Hoofdstuk 6 – Organisatieonderdeel Sociaal

Hoofdstuk 7 – Organisatieonderdeel Samenleving

Hoofdstuk 8 – Organisatieonderdeel Fysieke leefomgeving

Hoofdstuk 9 – Organisatieonderdeel Openbare ruimte

 

HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN

 

Artikel 1 Algemeen

Aan de gemeentesecretarissen en de bestuurssecretaris van Noaberkracht (hierna tezamen te noemen: directieleden), de concerncontroller, managers en bedrijfsleiders, ieder afzonderlijk en voor wat betreft aangelegenheden van een door hem/haar beheerde zaak, wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

 

  • a.

    het verrichten van alle handelingen tot behoud van rechten, zowel in rechte als buiten rechte;

  • b.

    het doen van ingebrekestellingen en aansprakelijkstellingen bij wanprestatie of onrechtmatige daad;

  • c.

    het versturen van aanmaningen en het uitvaardigen of laten betekenen van dwangbevelen zoals aangegeven in de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    privaatrechtelijke bevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot de invordering van aan de gemeente verschuldigde geldschulden;

  • e.

    besluiten op grond van de Wet open overheid (Woo);

  • f.

    besluiten over aanvragen op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie;

  • g.

    het in behandeling nemen en besluiten op verzoeken in het kader van artikel 15 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en alle handelingen die noodzakelijk zijn in het kader van de behandeling van het AVG verzoek;

  • h.

    advisering aan andere bestuursorganen, in al die gevallen waarin het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester optreedt als, al dan niet krachtens wettelijk voorschrift aangewezen, adviseur;

  • i.

    het vaststellen van aanvraagformulieren met toepassing van artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • j.

    het aangaan van stage-overeenkomsten;

  • k.

    het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • l.

    het afgeven van ambtelijke legitimatiebewijzen;

  • m.

    het uitvoeren van de Arbeidsomstandighedenwet;

  • n.

    het aankopen van materiaal, het aankopen en huren van materieel en het opdragen van diensten aan derden, met inachtneming van de geldende budgethoudersregeling en het geldende inkoopbeleid;

  • o.

    het ondertekenen van verwerkersovereenkomsten inzake de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

Artikel 2 Directieleden

  • 1.

    Aan de directieleden, ieder afzonderlijk, wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

    • a.

      het vaststellen en aanpassen van functiebeschrijvingen;

    • b.

      het vaststellen van functiewaarderingen;

    • c.

      het openstellen van en invullen van vacatures, het aanstellen van functionarissen, al dan niet in tijdelijke dienst, het aangaan van arbeidsovereenkomsten, het inhuren van uitzendkrachten en het aangaan van detacheringsovereenkomsten;

    • d.

      het vaststellen van besluiten over alle rechtspositionele aangelegenheden;

    • e.

      het verstrekken van opdrachten aan derden, waaronder het inhuren van externen met inachtneming van de geldende budgethoudersregeling en het geldende inkoopbeleid.

  • 2.

    Verder worden de in dit besluit aan een directielid, programmaregisseur, managers en/of overige medewerkers gemandateerde bevoegdheden, toegekende volmachten en machtigingen onder dezelfde voorwaarden en beperkingen eveneens gemandateerd respectievelijk toegekend aan de directeuren, ieder afzonderlijk.

  • 3.

    In aanvulling op het bepaalde in lid 1 heeft de algemeen directeur/bestuurssecretaris mandaat, c.q volmacht c.q. machtiging om besluiten te nemen op basis van directievoorstellen over reguliere bedrijfsvoeringstaken.

Artikel 3 Managers en bedrijfsleiders

  • 1.

    De in dit besluit aan medewerkers gemandateerde bevoegdheden, toegekende volmachten en machtigingen worden onder dezelfde voorwaarden en beperkingen eveneens gemandateerd respectievelijk toegekend aan de managers en bedrijfsleiders, ieder afzonderlijk en voor zover het gaat om aangelegenheden van de door hem/haar beheerde zaken.

  • 2.

    Aan de managers en bedrijfsleiders, ieder afzonderlijk en voor zover het gaat om aangelegenheden van de door hem/haar beheerde zaken, wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. machtiging verleend tot:

    • -

      het openstellen van en invullen van vacatures, het al dan niet in tijdelijke dienst aanstellen van functionarissen, het aangaan van arbeidsovereenkomsten, het inhuren van uitzendkrachten en het aangaan van detacheringsovereenkomsten;

    • -

      het verstrekken van opdrachten aan derden, waaronder het inhuren van externen met inachtneming van de geldende budgethoudersregeling en het geldende inkoopbeleid.

    • -

      het nemen van rechtspositionele besluiten, waarbij geen sprake is van beleidsvrijheid, zoals toekenning van zwangerschapsverlof, toekenning van een gratificatie in verband met een dienstjubileum e.d.;

    • -

      het nemen van rechtspositionele besluiten waarbij sprake is van beleidsvrijheid, zoals toekenning van studiefaciliteiten, verlenen van bijzonder verlof, benoeming en ontslag anders dan op eigen verzoek;

    • -

      het regelen van afscheidsrecepties van functionarissen daarmee vergelijkbare bijeenkomsten in de personele sfeer, met uitzondering van het huishoudelijk-organisatorische deel.

Artikel 4 Medewerkers

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

  • a.

    het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen;

  • b.

    het voeren van algemene correspondentie, niet gericht op rechtsgevolg;

  • c.

    het uitoefenen van de doorzendplicht of terugzendplicht op basis van de artikelen 2:3 en 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    meewerken aan enquêtes, (CBS-)statistieken en onderzoeken;

HOOFDSTUK 2 – ORGANISATIEONDERDEEL STRATEGIE, PROGRAMMA EN CONTROL

 

Artikel 5 Strategie, Programma en Control

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot: Het verrichten van de activiteiten zoals genoemd in het “Controlstatuut, instructie voor de concerncontroller”.

 

HOOFDSTUK 3 - ORGANISATIEONDERDEEL PUBLIEKE DIENSTVERLENING

 

Artikel 6 Burgerzaken

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

  • a.

    het verlenen van bewijzen van in-leven-zijn;

  • b.

    het verstrekken van nationale paspoorten, reisdocumenten voor vreemdelingen of vluchtelingen en Nederlandse identiteitskaarten zoals bedoeld in de Paspoortwet;

  • c.

    het verstrekken van rijbewijzen als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

  • d.

    het ongeldig verklaren van rijbewijzen als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

  • e.

    het uitvoeren van de Wet basisregistratie personen;

  • f.

    het in ontvangst nemen van verklaring zoals bedoeld in artikel 21 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

  • g.

    het stellen van een andere dan de wettelijke termijn voor begraving of verbranding als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging;

  • h.

    het benoemen van onbezoldigde buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand voor de duur van één dag;

  • i.

    het legaliseren van handtekeningen.

Artikel 7 Toezicht en handhaving OR; Toezicht en handhaving bouwen/RO; Toezicht Milieu; Veiligheid

  • 1.

    Aan de manager, al dan niet plaatsvervangend belast met het beheer van deze taken, wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot besluiten over het opleggen van een last onder bestuursdwang en het opleggen van een last onder dwangsom en overige administratieve sancties, zowel reparatoir als punitief in verband met overtreding van het bepaalde bij of krachtens:

    • a.

      de Omgevingswet;

    • b.

      de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • c.

      de Wet ruimtelijke ordening;

    • d.

      de Wet milieubeheer (waaronder de Afvalstoffenverordening);

    • e.

      de Woningwet;

    • f.

      de Wegenwet;

    • g.

      de Brandbeveiligingsverordening;

    • h.

      de Algemene plaatselijke verordening;

    • i.

      de Kapverordening, ook voor zover het geen omgevingsvergunning betreft;

    • j.

      de Wet kinderopvang;

    • k.

      andere wetgeving met de handhaving waarvan het college dan wel de burgemeester is belast.

  • 2.

    Aan de manager, al dan niet plaatsvervangend belast met het beheer van deze taken, wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

    • a.

      versturen van aanschrijvingen in verband met de verkeersveiligheid als bedoeld in artikel 2.15 van de Algemene plaatselijke verordening;

    • b.

      het besluiten over het opleggen van een herplant- en/of instandhoudingsplicht als bedoeld in de kapverordening;

    • c.

      het opleggen van verplichtingen als bedoeld in artikel 13 van de Woningwet en het opleggen van voorzieningen als bedoeld in artikel 13a van de Woningwet;

    • d.

      het beschikken over de invordering van een dwangsom, ambtshalve dan wel op aanvraag van een belanghebbende;

    • e.

      het beschikken over de hoogte van de kosten van bestuursdwang, met toepassing van artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • f.

      het doen van een kennisgeving aan de veeartsenijkundige dienst en het treffen van voorlopige maatregelen als vee verschijnselen van een besmettelijke ziekte vertoont, een en ander voortvloeiend uit de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

  • 3.

    Aan de toezichthouders van deze teams, worden gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

    • a.

      het stilleggen van bouwwerkzaamheden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning en/of in strijd met voorschriften bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • b.

      het stilleggen van sloopwerkzaamheden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning en/of in strijd met de voorschriften van de Woningwet en/of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 4.

    Aan de daarmee uit hoofde van hun functie aangewezen medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid om de handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn voor de “bewaking beschikbaar stellen van gegevens” ten behoeve van de Wet Politie Gegevens (WPG).

Artikel 8 WOZ en Belastingen

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt, voor zover het betreft belastingvorderingen, gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

  • -

    het aangaan van afbetalingsregelingen met debiteuren (korte termijn);

  • -

    het geven, ondertekenen en laten uitgaan van invorderingsopdrachten;

  • -

    het laten uitgaan van aanmaningen en het uitvaardigen en laten betekenen van dwangbevelen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    het uitoefenen van privaatrechtelijke bevoegdheden met betrekking tot de invordering van geldschulden, daaronder het nemen van besluiten tot het voeren van een rechtsgeding;

HOOFDSTUK 4 - ORGANISATIEONDERDEEL BESTUURS- EN MANAGEMENTONDERSTEUNING

 

Artikel 9 Personeels- en salarisadministratie

Aan de manager, al dan niet plaatsvervangend belast met het beheer van deze taken, wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

  • a.

    doen van belastingaangifte en het doen van nominatieve opgaven van salariskosten aan ABP/USZO en belastingdienst;

  • b.

    het meewerken aan reguliere, in hypotheekakten voorziene, aanpassing van het rentepercentage bij hypothecaire geldleningen (renteconversie).

Artikel 10 Medewerker- en Organisatieontwikkeling

Aan de manager, al dan niet plaatsvervangend belast met het beheer van deze taken, wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

  • a.

    het nemen van besluiten op grond van de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders;

  • b.

    het nemen van personele besluiten met betrekking tot gewezen personeel (wachtgelden, pensioenen e.d.).

Artikel 11 Communicatie

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

  • a.

    de opdracht tot het vervaardigen van drukwerk, het inhuren van diensten van derden, het verzorgen en de aanschaf van beeldmateriaal met inachtneming van de geldende budgethoudersregeling en het geldende inkoopbeleid;

  • b.

    het aanschaffen van relatiegeschenken met inachtneming van de geldende budgethoudersregeling en het geldende inkoopbeleid.

Artikel 12 Inkoop

Aan de daarmee door of namens het bestuur belaste medewerker(s) die werkzaam zijn op het gebied van inkoop en aanbesteding wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot het verrichten van handelingen (daaronder inbegrepen het gemotiveerd afwijken van de schema’s in de Gids Proportionaliteit voor zover het de “oranje zones” betreft) ten behoeve van aanbestedingen, met uitzondering van gunningsbeslissingen.

 

Artikel 13 Financiën

  • 1.

    Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt, behoudens wat betreft belastingvorderingen, gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

    • a.

      het aangaan van afbetalingsregelingen met debiteuren (korte termijn);

    • b.

      het geven, ondertekenen en laten uitgaan van invorderingsopdrachten;

    • c.

      het laten uitgaan van aanmaningen en het uitvaardigen en laten betekenen van dwangbevelen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      het uitoefenen van privaatrechtelijke bevoegdheden met betrekking tot de invordering van geldschulden, daaronder het nemen van besluiten tot het voeren van een rechtsgeding;

    • e.

      uitbetalen van gelden binnen de begroting.

  • 2.

    Aan de met de uitoefening van de betreffende taken belaste medewerker(s) wordt machtiging verleend tot:

    • a.

      het indienen van claims bij schadevoorvallen bij verzekeringsmaatschappijen en bij het Waarborgfonds motorrijtuigen en de verdere afhandeling daarvan;

    • b.

      het beslissen over aansprakelijkstellingen tegen de gemeente Dinkelland, de gemeente Tubbergen of Noaberkracht gericht, voor zover deze voor de betreffende schade niet is verzekerd;

    • c.

      het aansprakelijk stellen van derden bij schade veroorzaakt door een onrechtmatige daad of wanprestatie.

Artikel 14 Verdagen en opschorten van beslistermijnen

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot het verdagen en/of opschorten van beslistermijnen.

 

Artikel 15 Conflicthantering

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot het verrichten van alle handelingen in het kader van titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de Regeling behandeling klachten Dinkelland Tubbergen Noaberkracht, met uitzondering van het doen van een uitspraak bedoeld in artikel 9:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

 

HOOFDSTUK 5 - ORGANISATIEONDERDEEL INFORMATIEMANAGEMENT EN FACILITAIR

 

Artikel 16 Geo- en Basisregistraties

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

  • a.

    het uitvoeren van de aan het college toekomende taken en bevoegdheden bij of krachtens de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (Wet BAG), met uitzondering van de indeling in woonplaatsen en de vaststelling van openbare ruimten;

  • b.

    het uitoefenen van alle bevoegdheden die bij en krachtens de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB) zijn toegekend aan het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    het uitvoeren van de aan het college toekomende taken en bevoegdheden bij of krachtens de Wet basisregistraties grootschalige topografie (Wet BGT);

  • d.

    één en ander geschiedt met inachtneming van het Aanwijzingsbesluit Wet BAG, Wet BGT en Wet Basisregistratie ondergrond (Wet BRO).

Artikel 17 Facilitair

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot: het regelen van het huishoudelijk-organisatorische deel van ontvangsten, partijen en dergelijke in en rond gemeentelijke accommodaties.

 

Artikel 18 Informatiebeheer

Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd het verrichten van handelingen ten behoeve van het doen uitgaan van gemeentebladen.

 

HOOFDSTUK 6 - ORGANISATIEONDERDEEL SOCIAAL

 

Artikel 19 Sociaal

  • 1.

    Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) van dit organisatieonderdeel wordt ter uitvoering van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Participatiewet, de Wet inburgering 2021, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de krachtens deze wetgeving vastgestelde regelingen gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend:

    • a.

      tot het voorbereiden en nemen van besluiten, op aanvraag dan wel ambtshalve;

    • b.

      tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen;

    • c.

      tot het verrichten van handelingen;

    • d.

      tot de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten als bedoeld in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

  • 2.

    Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot het nemen van besluiten met betrekking tot leerlingenvervoer.

  • 3.

    Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot het indienen van een verzoek tot instelling van beschermingsbewind wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden als bedoeld in artikel 1:432 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en het gebruikmaken van het adviesrecht als bedoeld in artikel 1:432a BW.

  • 4.

    Aan Stadsbank Oost Nederland wordt gemandateerd de bevoegdheid tot het afgeven van verklaringen als bedoeld in artikel 285, lid 2, van de Faillissementswet (Fw) juncto artikel 285, lid 1, onder f, van de Fw.

HOOFDSTUK 7 - ORGANISATIEONDERDEEL SAMENLEVING

 

Artikel 20 Samenleving

  • 1.

    Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt, met betrekking tot subsidies tot € 15.000,- (vijftien duizend euro), gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot het ter uitvoering van de Algemene subsidieverordening van de gemeente Dinkelland of van de gemeente Tubbergen besluiten over en vaststellen van eenmalige en periodieke subsidies en het verrichten van voorschotbetalingen.

  • 2.

    Aan de manager, al dan niet plaatsvervangend belast met het beheer van deze taken, wordt, met betrekking tot subsidies hoger dan € 15.000,- (vijftien duizend euro), mits opgenomen in de begroting, gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot het ter uitvoering van de Algemene subsidieverordening van de gemeente Dinkelland of van de gemeente Tubbergen besluiten over en vaststellen van eenmalige en periodieke subsidies en het verrichten van voorschotbetalingen.

  • 3.

    Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt, met betrekking tot bedragen tot € 15.000,- (vijftien duizend euro), gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

    • a.

      het verrichten van voorschotbetalingen aan welzijns-, onderwijs- en sportinstellingen;

    • b.

      het regelen van tentoonstellingen en overige evenementen op het terrein van welzijn, onderwijs en sport;

    • c.

      het uitvoeren van de Monumentenwet 1988, de Erfgoedwet, de Erfgoedverordening en de Monumentenverordening, met uitzondering van vergunningverlening;

    • d.

      het nemen van alle besluiten rondom de Verordening godsdienstonderwijs;

    • e.

      het nemen van alle besluiten rondom voorzieningen voor onderwijshuisvesting;

    • f.

      het uitvoeren van rijks- en gemeentelijke subsidieregelingen met betrekking tot monumenten en begraafplaatsen.

  • 5.

    Aan de manager, al dan niet plaatsvervangend belast met het beheer van deze taken, wordt, met betrekking tot bedragen hoger dan € 15.000,- (vijftien duizend euro) tot € 100.000,- (honderd duizend euro), gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

    • a.

      het verrichten van voorschotbetalingen aan welzijns-, onderwijs- en sportinstellingen;

    • b.

      het regelen van tentoonstellingen en overige evenementen op het terrein van welzijn, onderwijs en sport;

    • c.

      het uitvoeren van de Monumentenwet 1988, de Erfgoedwet, de Erfgoedverordening en de Monumentenverordening, met uitzondering van vergunningverlening;

    • d.

      het nemen van alle besluiten rondom de Verordening godsdienstonderwijs;

    • e.

      het nemen van alle besluiten rondom voorzieningen voor onderwijshuisvesting;

    • f.

      het uitvoeren van rijks- en gemeentelijke subsidieregelingen met betrekking tot monumenten en begraafplaatsen.

  • 6.

    Aan de manager en aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

    • a.

      het verkopen van bouwgrond voor bedrijfsbebouwing en de beslissingen ter uitvoering, het geven van ontheffingen en overige besluiten uit het gronduitgiftebeleid, de algemene verkoopvoorwaarden en al gesloten overeenkomsten;

    • b.

      het ontbinden van overeenkomsten van bouwgrond voor bedrijfsbebouwing;

    • c.

      het afhandelen van alle zaken met betrekking tot de inschrijving en registratie van gegadigden voor bouwgrond;

    • d.

      het verhuren, verpachten of in gebruik geven van gemeentelijke onroerende zaken met inbegrip de beëindiging daarvan;

    • e.

      het treffen van maatregelen ter correctie van onrechtmatig in gebruik genomen gemeentegrond;

    • f.

      het vestigen van zakelijke genotsrechten, met uitzondering van het besluiten tot en het aangaan van die overeenkomsten;

    • g.

      het verhuren van gemeentelijke (sport)accommodaties;

HOOFDSTUK 8 - ORGANISATIEONDERDEEL FYSIEKE LEEFOMGEVING

 

Artikel 21 WABO en Ruimtelijke ontwikkeling

Aan de manager en aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

 

Principeverzoeken

  • a.

    het beslissen op principeaanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen onder de Wabo/de omgevingsplanactiviteit onder de Omgevingswet (Ow);

  • b.

    het beslissen op principeaanvragen voor planologisch strijdig gebruik onder de Wabo/de omgevingsplanactiviteit onder de Ow over de zgn. binnenplanse afwijking;

  • c.

    het beslissen op principeaanvragen voor planologische strijdig gebruik (buitenplans) onder de Wabo/de planologische omgevingsplanactiviteit onder de Ow voor de zgn. buitenplanse omgevingsplanactiviteit na akkoord verklaring van de portefeuillehouder;

Omgevingsvergunning Wabo en Ow

  • d.

    het beslissen op aanvragen om omgevingsvergunningen, als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • e.

    het beslissen op aanvragen omgevingsvergunningen voor één of meerdere activiteiten als bedoeld in de artt. 5.1, 5.8 en 5.12 Ow;

  • f.

    het verklaren dat voor een activiteit geen omgevingsvergunning benodigd is op grond van de Wabo alsook Ow;

  • g.

    actualisering, wijziging, intrekking en revisievergunning op grond van de Wabo, alsook Ow;

  • h.

    weigeren van aanvraag omgevingsvergunning vanwege Wet Bibob als bedoeld in artikel 5.31 Ow;

  • i.

    weigeren van aanvraag omgevingsvergunning vanwege (mogelijk) ernstige nadelige gevolgen voor de gezondheid als bedoeld in artikel 5.32 Ow;

  • j.

    het stellen van nadere eisen zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder d, Wro in samenhang met de beslissing op aanvragen om omgevingsvergunning;

  • k.

    bepalen dat het besluit over de aanvraag omgevingsvergunning alleen geldt voor degene aan wie zij is verleend als de vergunninghouder van belang is voor toepassing van regels of het verlenen of weigeren op grond van artikel 5.37 lid 3 Ow;

  • l.

    bepalen van verantwoordelijkheidsverdeling voor naleven vergunningvoorschriften voor deel van de of voor de gehele activiteit(en) in de omgevingsvergunning op grond van artikel 5.37a Ow;

  • m.

    het stellen van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften op grond van artikel 4.5 Ow;

  • n.

    het geven van toestemming op aanvraag voor treffen gelijkwaardige maatregel op grond van artikel 4.7 Ow;

  • o.

    het toepassen van de artt. 5.39 en 5.40 Ow op verzoek van een ander bestuursorgaan op grond van artikel 5.41 Ow;

  • p.

    het verlenen van vergunningen, ontheffingen en andere beschikkingen, al dan niet op aanvraag, op grond van het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer, waaronder mede begrepen het stellen van nadere eisen of het nemen van andere besluiten op grond van een omgevingsvergunning of op grond van een algemene maatregel van bestuur op grond van de Wet milieubeheer;

  • q.

    het toekennen, met toepassing van artikel 6 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen van nummeraanduidingen aan verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen en het afbakenen van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen;

  • r.

    het besluiten omtrent meldingen ingevolge artikel 8.40 van de Wet milieubeheer;

  • s.

    besluiten omtrent een vaststelling van een hogere geluidgrenswaarde ingevolge artikel 83 en 110a tot en met 100h van de Wet geluidhinder, in samenhang met het verlenen van een omgevingsvergunning;

Procedures

  • t.

    het nemen van een besluit m.e.r. voor projecten op grond van artikel 16.43 Ow;

  • u.

    het nemen van een besluit op het verzoek om ontheffing MER of m.e.r.-beoordeling als bedoeld in artikel 16.44 Ow;

  • v.

    het aanhouden, buiten behandeling laten of afwijzen aanvraag m.e.r. op grond van artikel 16.49 Ow;

  • w.

    het verklaren dat afdeling 3.4 Awb van toepassing is voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit met aanzienlijke gevolgen voor de fysieke leefomgeving en naar verwachting verschillende belanghebbende bezwaren hebben op grond van artikel 16.65 lid 4 Ow;

  • x.

    het buiten toepassing laten van afdeling 3.4 Awb voor de activiteiten als benoemd in artikel 16.68 Ow;

  • y.

    het toepassen van de aanhoudingsplicht kostenverhaalsbeschikking als bedoeld in artikel 16.75 Ow;

  • z.

    het geven van gelegenheid tot zienswijzen inzake de kostenverhaalsbeschikking als bedoeld in artikel 16.76 Ow;

  • aa.

    het opschorten van de beslistermijn i.v.m. internationaalrechtelijke verplichtingen als bedoeld in artikel 16.77 Ow;

  • bb.

    het afdoen van de gehele administratieve procedure t.b.v. de voorbereiding tot vaststelling van bestemmingsplannen onder de Wro, van programma’s, omgevingsvisie en omgevingsplannen onder de Ow;

  • cc.

    het in procedure brengen van voorontwerpbestemmingsplannen en voorontwerpomgevingsplannen;

  • dd.

    het bekendmaken van het ontwerp en de vastgestelde versies van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.8 Wro en het omgevingsplan, visie en programma als bedoeld in artikel 16.77b Ow;

  • ee.

    kennisgeving van overeenkomst kostenverhaal als bedoeld in artikel 16.138 Ow;

Gedoogplichten

  • ff.

    het verlenen van alle vergunningen en ontheffingen en het opleggen van nadere eisen op grond van de Wet bodembescherming;

  • gg.

    gedoogplicht opleggen m.b.t. stortplaatsen op grond van artikel 10.13a Ow;

  • hh.

    gedoogplicht opleggen m.b.t. nazorg bodem op grond van artikel 10.13b Ow;

  • ii.

    gedoogplicht opleggen m.b.t. verontreiniging bodem zorgplicht of ongewoon voorval op grond van artikel 10.21a Ow;

  • jj.

    het verbinden van voorwaarden aan de gedoogplichtbeschikking op grond van artikel 10.22 lid 4 Ow;

  • kk.

    het wijzigen van de gedoogplichtbeschikking op verzoek van rechthebbende op grond van artikel 10.23 Ow;

Financiële bepalingen

  • ll.

    het verhalen van extra kosten op grond van artikel 13.3 Ow;

  • mm.

    het verhalen van kosten bij verontreiniging fysieke leefomgeving op grond van artikel 13.3a Ow;

  • nn.

    het afsluiten van een schadevergoedingsovereenkomst op grond van artikel 13.3c Ow;

  • oo.

    het verhalen van schadevergoeding bij beschikking op grond van artikel 13.3d Ow;

  • pp.

    het verbinden van een voorschrift aan de omgevingsvergunning voor stellen van financiële zekerheid voor bij in amvb aangewezen gevallen (gaat om storten afval, verbranding afval en IPPC) op grond van artikel 13.5 Ow;

  • a.

    het aangaan van planschade- en/of exploitatieovereenkomsten en het verrichten van daaruit voortvloeiende rechts- en feitelijke handelingen op grond van de Wro;

  • qq.

    het kostenverhaal langs privaatrechtelijke weg op grond van artikel 13.13 Ow;

  • rr.

    het kostenverhaal bij beschikking op grond van de artt. 13.18 en 13.19 Ow;

  • ss.

    het afzien van kostenverhaal bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit op grond van artikel 8.14 Ob;

  • tt.

    de privaatrechtelijke bijdrage voor een ruimtelijke ontwikkeling op grond van artikel 13.22 Ow;

  • uu.

    het besluiten op aanvraag planschade op grond van artikel 6.1 Wro/nadeelcompensatie op grond van de artt. 15.8 Ow en artikelen 4:126, 4:130 en 4:131 Awb en het verrichten van de daarbij horende rechts- en feitelijk handelingen;

  • vv.

    het inschakelen van de adviescommissie respectievelijk van adviseurs op grond van de verordening planschade dan wel op grond van de verordening nadeelcompensatie;

Bouwverordening en Bouwbesluit

  • ww.

    het verbinden van nadere voorwaarden naar aanleiding van een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 1.21 van het Bouwbesluit;

  • xx.

    het verlenen van ontheffing van bepalingen in de Bouwverordening en/of het Bouwbesluit;

  • yy.

    het afdoen van sloopmeldingen;

Artikel 22 Grondzaken

Aan de manager en aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

  • a.

    het verkopen van bouwgrond voor woningbouw en de beslissingen ter uitvoering, het geven van ontheffingen en overige besluiten uit het gronduitgiftebeleid, de algemene verkoopvoorwaarden en al gesloten overeenkomsten;

  • b.

    het afhandelen van alle zaken met betrekking tot de inschrijving en registratie van gegadigden voor bouwgrond;

  • c.

    het ontbinden van verkoopovereenkomsten voor woningbouw;

  • d.

    het verhuren, verpachten of in gebruik geven van gemeentelijke onroerende zaken met inbegrip de beëindiging daarvan;

  • e.

    het treffen van maatregelen ter correctie van onrechtmatig in gebruik genomen gemeentegrond;

  • f.

    het besluiten en het vestigen van zakelijke genotsrechten;

  • g.

    het aankopen van gronden tot een bedrag van € 50.000 euro (vijftig duizend euro);

  • h.

    het toe- of afwijzen van startersleningen;

  • i.

    het toe- en afwijzen van verzilverleningen;

  • j.

    het nemen van beschikkingen bij of krachtens de Leegstandwet;

  • k.

    het aangaan van planschade- en/of exploitatieovereenkomsten en het verrichten van daaruit voortvloeiende rechts- en feitelijke handelingen op grond van de Wro;

  • l.

    het kostenverhaal langs privaatrechtelijke weg op grond van artikel 13.13 Ow;

  • m.

    de privaatrechtelijke bijdrage voor een ruimtelijke ontwikkeling op grond van artikel 13.22 Ow;

  • n.

    het voeren van correspondentie, het verrichten van rechts- en feitelijke handelingen omtrent voorbereiding, vestiging en uitvoering van voorkeursrechtbeschikkingen als bedoeld in hoofdstuk 9 Ow;

  • o.

    het voeren van correspondentie, het verrichten van rechts- en feitelijke handelingen omtrent voorbereiding en uitvoering van onteigeningsbeschikkingen als bedoeld in artikel 11 Ow.

Artikel 23 APV en Bijzondere wetten

  • 1.

    Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend:

    • a.

      om met toepassing van artikel 9 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken:

      • -

        afschriften en uittreksels van in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluiten, beslissingen in administratief beroep of rechterlijke uitspraken, dan wel vervallenverklaringen als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, te waarmerken en te verstrekken;

      • -

        afschriften en uittreksels van in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens te waarmerken en te verstrekken; alsmede om

      • -

        schriftelijke verklaringen af te geven dat er blijkens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is;

    • b.

      het verlenen van ontheffingen ex artikel 10 jo.148 Wegenverkeerswet (wedstrijden op de weg);

    • c.

      het adviseren ter zake van loterijvergunningaanvragen aan het Ministerie van Justitie;

    • d.

      het verlenen van loterijvergunningen als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen;

    • e.

      het verbieden van een klein kansspel met toepassing van artikel 7c van de Wet op de Kansspelen;

    • f.

      het verlenen van ontheffingen en vrijstellingen op grond van de Winkeltijdenwet –en verordening;

    • g.

      het verlenen van aanwezigheidsvergunningen speelautomaten;

    • h.

      het verlenen van vergunningen op basis van artikel 3 Alcoholwet;

    • i.

      het weigeren van vergunningen vanwege Wet Bibob als bedoeld in artikel 27 Alcoholwet;

    • j.

      het weigeren van het wijzigen van het aanhangsel vanwege Wet Bibob als bedoeld in artikel 30a Alcoholwet;

    • k.

      het intrekken van vergunningen vanwege Wet Bibob als bedoeld in artikel 31 Alcoholwet;

    • l.

      het verlenen van ontheffingen op basis van artikel 35 Alcoholwet;

    • m.

      het verlenen van ontheffingen van de vastgestelde sluitingstijden als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening;

    • n.

      het verlenen van ontheffing op basis van artikel 4 lid 4 Alcoholwet van de bij of krachtens artikel 4 gestelde regels voor bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen;

    • o.

      het bepalen krachtens artikel 3 lid 2 van de Drank- en horecaverordening voor elke paracommerciële inrichting van de uren waarop alcoholhoudende drank verstrekt mag worden;

    • p.

      het verlenen van ontheffing krachtens artikel 6 lid 1 Drank- en horecaverordening permanent, dan wel tijdelijk ontheffing verlenen van het verbod in paracommerciële inrichtingen sterke drank te verstrekken;

    • q.

      het verlenen van ontheffingen van het verbod zich van afvalstoffen te ontdoen door deze buiten een inrichting te verbranden, voor zover het geen gevaarlijke afvalstoffen betreft, zoals geregeld bij of krachtens de Omgevingswet;

    • r.

      de uitvoering van artikel 2.3 van de Algemene plaatselijke verordening inzake betogingen;

    • s.

      het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening (gebruik van de weg in strijd met de publieke functie daarvan);

    • t.

      het verlenen van vergunningen en het accepteren van meldingen als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening voor het organiseren van evenementen;

    • u.

      het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 2:60 van de Algemene plaatselijke verordening van het verbod om op aangewezen plaatsen hinderlijke of schadelijke dieren aanwezig te hebben;

    • v.

      het verlenen van ontheffing op grond van o.g.v. artikel 2.73b van de Algemene plaatselijke verordening inzake carbidschieten;

    • w.

      het verlenen van ontheffingen krachtens artikel 4.6 (geluidshinder) van de Algemene plaatselijke verordening;

    • x.

      het accepteren van meldingen als bedoeld in artikel 4:3, eerste en tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening voor het houden van incidentele festiviteiten en het langer aanhouden van verlichting ten behoeven van sportactiviteiten;

    • y.

      het verlenen van ontheffing op grond van artikel 4.18 van de Algemene plaatselijke verordening inzake recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen;

    • z.

      het verlenen van ontheffingen als bedoeld in de volgende artikelen van de Algemene plaatselijke verordening:

      • -

        5:2 (stallen, herstellen, slopen, verhuren en verhandelen voertuigen);

      • -

        5:3 (te koop aanbieden voertuigen);

      • -

        5:6 (parkeren kampeermiddelen en andere voertuigen);

      • -

        5:7 (parkeren reclamevoertuigen);

      • -

        5:8 (parkeren grote voertuigen);

      • -

        5:11(aantasting groenvoorzieningen door voertuigen).

    • aa.

      het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening (standplaatsen) en in samenhang daarmee de verhuur van gemeentegrond;

    • bb.

      het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 5.34 van de Algemene plaatselijke verordening (vuur aan te leggen, te stoken of te hebben in de openlucht);

    • cc.

      het afgeven van een verklaring van geen bezwaar (burgemeestersbevoegdheid) op grond van artikel 18, tweede lid Regeling Burgerluchthavens;

    • dd.

      het toewijzen van vaste standplaatsen op grond van de Marktverordening;

    • ee.

      het verlenen van parkeervergunningen/-ontheffingen;

    • ff.

      het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 149, lid 1, sub b van de Wegenverkeerswet jo. artikel 9.1 van de Regeling voertuigen van de verboden uit artikelen 5.1.1, lid 1 aanhef en onderdeel c, en lid 2, artikel 5.1.2 en 5.1.3 van de Regeling voertuigen (breedte landbouwvoertuigen/machines);

    • gg.

      het verlenen van ontheffing vervoer personen in of op aanhangwagens en in laadruimten ex artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens;

    • hh.

      het verlenen van toestemming voor fretteren op gemeentegrond;

    • ii.

      het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 3, lid 3 van de Zondagswet van het verbod uit artikel 3, lid 1 om op Zondag zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, dat op een afstand van meer dan 200 meter van het punt van verwekking hoorbaar is;

    • jj.

      het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 4, lid 3 van de Zondagswet van het verbod uit artikel 4, lid 1 om op Zondag voor 13.00 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen;

    • kk.

      het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het exploiteren of te doen exploiteren van een speelgelegenheid;

    • ll.

      het verlenen van vrijstellingen als bedoeld in artikel 2:67 van de Algemene Plaatselijke Verordening van verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister;

    • mm.

      het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 2:81a van de Algemene Plaatselijke Verordening om een bedrijf uit te oefenen in een door de burgemeester aangewezen gebouw of gebied voor de door de burgemeester benoemde bedrijfsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 2:81 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

    • nn.

      het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening om een seksbedrijf of seksinrichting uit te oefenen;

    • oo.

      het verlenen van wijzigingsvergunningen als bedoeld in artikel 3:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening na veranderingen waardoor het seksbedrijf of seksinrichting niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens;

    • pp.

      het verlengen van vergunningen voor het uitoefenen van een seksbedrijf of seksinrichting als bedoeld in artikel 3:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

    • qq.

      het geven van bijzondere toestemming voor het laden of lossen van goederen op een voor het publiek toegankelijke plaats binnen een bebouwde kom als bedoeld in artikel 7.5.11 CV1 (1) a van de Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR);

    • rr.

      het verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 29, lid 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen van het verbod uit artikel 28 om de gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 24, lid 1 te vervoeren over andere wegen dan bij een besluit als bedoeld in artikel 24, lid 2 aangewezen wegen, indien dat noodzakelijk is voor het laden en lossen;

    • ss.

      het wijzigen van een verleende Alcoholvergunning als bedoeld in artikel 30 Alcoholwet indien de inrichting een zodanige verandering ondergaat dat zij niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving;

    • tt.

      het beschrijven van een persoon als leidinggevende op het aanhangsel of het doorhalen van de aantekening dat een leidinggevende geen bemoeienis heeft met de bedrijfsvoering of de exploitatie van het horecabedrijf of slijtersbedrijf als bedoeld in artikel 30a, lid 1 van de Alcoholwet;

    • uu.

      het opleggen van nadere voorwaarden zoals geregeld bij of krachtens de Omgevingswet aan het gebruik als bedoeld in artikel 2.1 indien deze noodzakelijk zijn voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, brandgevaar en ongevallen bij brand.

  • 2.

    Er wordt met betrekking tot het gestelde in lid 1 geen mandaat verleend voor zogeheten C-evenementen.

  • 3.

    De bevoegdheid in lid 1 bestaat, bij een voor aanvrager negatieve besluitvorming, uitsluitend na beoordeling door portefeuillehouder en manager.

HOOFDSTUK 9 - ORGANISATIEONDERDEEL OPENBARE RUIMTE

 

Artikel 24 Openbare Ruimte

  • 1.

    Aan de daarmee uit hoofde van hun functie belaste medewerker(s) wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot:

    • a.

      het besluiten over verkeersmaatregelen en verkeersbesluiten;

    • b.

      het verlenen van ontheffingen van verkeersmaatregelen;

    • c.

      het aanwijzen van gehandicaptenparkeerplaatsen;

    • d.

      het aansprakelijk stellen ter zake van schade in of aan de openbare ruimte en het voegen in strafrechtelijke gedingen als beledigde partij;

    • e.

      het aanwijzen van verkeersregelaars als bedoeld in artikel 56 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

    • f.

      het nemen van gunningsbeslissingen voor standplaatsen op de gemeentelijke kermissen in Denekamp en Ootmarsum en daaruit voortvloeiende overeenkomsten te ondertekenen;

    • g.

      het aanbesteden en uitvoeren van kapitaalwerken en opdragen tot maximaal 15% van meerwerk;

    • h.

      het vaststellen van bestekken en de bepaling van de datum van aanbestedingen;

    • i.

      het vaststellen van de tijden van de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en van de inzamelroutes;

    • j.

      het uitlenen van gemeentelijke materialen ten behoeve van evenementen;

    • k.

      het indienen van aanvragen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet natuurbescherming en de Omgevingswet;

    • l.

      het sluiten van overeenkomsten over de aansluiting van percelen op het gemeenteriool, het in verband daarmee maken van afspraken en het voeren van de daarmee samenhangende correspondentie;

    • m.

      het verlenen van vergunning als bedoeld in artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening tot het aanleggen, beschadigen of veranderen van een weg, daaronder begrepen het verlenen van vergunning krachtens artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening aan nutsbedrijven tot het leggen van kabels en leidingen;

    • n.

      het verlenen van instemmingsbesluiten bij en krachtens de Telecommunicatiewet respectievelijk de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren;

    • o.

      het aanvragen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen en het doen van meldingen bij gemeentelijke en niet-gemeentelijke bestuursorganen in verband met de uitvoering van werken;

    • p.

      het uitoefenen van alle bevoegdheden die bij en krachtens de Wet basisregistratie ondergrond zijn toegekend aan het college van burgemeester en wethouders;

    • q.

      het verhuur van het genot van de jacht op gemeentelijke eigendommen.

    • r.

      het afdoen van meldingen over praktische zaken, zoals over de huisvuildienst, de onderhoudstoestand van wegen en plantsoenen en het functioneren van de riolering.

  • 2.

    Aan de als zodanig door het college aangewezen marktmeester worden gemandateerd alle bevoegdheden aangegeven in de Marktverordening met uitzondering van het toewijzen van vaste standplaatsen.

Artikel 25 Bedrijfsleider Buitendienst Openbare Ruimte

Aan de bedrijfsleider Buitendienst Openbare Ruimte, al dan niet plaatsvervangend, wordt gemandateerd de bevoegdheid c.q. wordt volmacht c.q. wordt machtiging verleend tot het verkopen van onbruikbare/overbodige materialen.