Organisatie | Deurne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening Deurne 2024 |
Citeertitel | Financiele Verordening Deurne 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting Financiele verordening Deurne 2024 |
Deze regeling vervangt de Financiële verordening gemeente Deurne 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 12-12-2023 | 98a / 1344505 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
netto schuld per inwoner: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen gedeeld door het aantal inwoners op 31 december van het begrotingsjaar. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteurenvorderingen en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen wordt verstaan het totaal van leningen aan deelnemingen, leningen aan overige verbonden partijen, leningen aan derden, langlopende uitzettingen, kortlopende uitzettingen, debiteurenvorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Kaders en uitgangspunten begroting
De uitgangspunten voor de begroting (t) zijn:
Aantallen woningen: conform het woningbouwprogramma waarbij rekening wordt gehouden met de bouwtijd van een woning (verschil start bouw en oplevering woning) en met het gegeven dat niet alle “geraamde woningen” in een jaar ook daadwerkelijk worden afgezet (omdat bijvoorbeeld de marktsituatie dat niet toelaat)
In de begroting wordt een post onvoorzien opgenomen, die in het eerste jaar van de raadsperiode wordt bepaald op basis van € 2,50 per inwoner. In volgende jaren van de raadsperiode wordt de post onvoorzien geïndexeerd op basis van de index “prijs overheidsconsumptie netto materiaal (imoc)” zoals genoemd onder d van dit artikel.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Het college is bevoegd overschrijdingen van de geautoriseerde lasten en onderschrijdingen van de geautoriseerde baten tot een bedrag van € 25.000 te dekken uit het budget voor onvoorzien. Bedragen van meer dan € 25.000 die uit het budget voor onvoorzien worden gedekt, behoeven instemming van de raad.
Het college informeert de raad vooraf als ze verwacht dat de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten met meer dan € 50.000 dreigen te overschrijden. Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort als bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad hierover. Als daarop een aanpassing van de begroting nodig is, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 10. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diversen wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 11. Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen.
Hoofdstuk 4. Financieel beleid
Artikel 13. Waardering en afschrijving vaste activa
Materiële vaste activa worden lineair afgeschreven. Materiele vaste activa waarvan de kapitaallasten onderdeel zijn van een extern in rekening te brengen tarief, worden annuïtair afgeschreven. Afwijking van de in de vorige zin beschreven afschrijvingsmethodieken is mogelijk, als de gewenste afschrijvingsmethodiek de werkelijke waardevermindering van een actief gedurende de levensduur beter benadert.
Artikel 15. Reserves en voorzieningen
Het beleid over reserves en voorzieningen wordt vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen. Deze nota wordt door de raad vastgesteld.
Artikel 16. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Directe kosten: onder de directe kosten vallen ook de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Overhead: voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt de volgende berekening gebruikt:
totale overheadkosten gemeente = % overheadopslag
totale directe personeelskosten gemeente
De directe personeelskosten van een bepaalde activiteit worden met dit overheadpercentage verhoogd.
Artikel 17. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Als hiervan vanwege een publiek belang wordt afgeweken, gebeurt dat op basis van een gemotiveerd raadsbesluit.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Als hiervan vanwege een publiek belang wordt afgeweken, gebeurt dat op basis van een gemotiveerd raadsbesluit.
Hoofdstuk 6. Financiële organisatie en financieel beheer
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, als bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, als bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente. De waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren worden jaarlijks gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Deze verordening treedt in werking de dag nadat het is vastgesteld in de openbare raadsvergadering met dien verstande dat zijn van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening en deelverantwoordingen van het verslagjaar 2023 en later.