Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gennep

Afvalstoffenverordening gemeente Gennep 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGennep
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAfvalstoffenverordening gemeente Gennep 2024
CiteertitelAfvalstoffenverordening gemeente Gennep 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Afvalstoffenverordening van de gemeente Gennep 2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe reging

30-10-2023

gmb-2023-564884

633572

Tekst van de regeling

Intitulé

Afvalstoffenverordening gemeente Gennep 2024

De gemeenteraad van Gennep,

 

  • gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Gennep d.d. 22 augustus 2023 en 17 oktober 2023 (naar aanleiding van de opmerkingen van de besluitvormende raad d.d. 25 september 2023 is de Afvalstoffenverordening aangepast en heeft het college op 17 oktober 2023 besloten de aangepaste verordening ter vaststelling aan de raad voor te leggen);

  • gehoord de voorbereidende raadsvergadering d.d. 11 september 2023;

 

besluit:

 

de Afvalstoffenverordening gemeente Gennep 2024 vast te stellen.

 

Hoofdstuk 1  

 

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    Andere inzamelaars: de krachtens artikel 4 aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • 2.

    Gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • 3.

    Het college: Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Gennep. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 7;

  • 4.

    Inzameldienst: de krachtens artikel 3, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • 5.

    Inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • 6.

    Inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • 7.

    Inzamelplaats: daartoe op grond van artikel 5 aangewezen plaats;

  • 8.

    Inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • 9.

    Motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen, uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders;

  • 10.

    Perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan;

  • 11.

    Straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • 12.

    Ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • 13.

    Wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

  • 14.

    Wet: Wet milieubeheer.

 

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

 

Paragraaf 2. Huishoudelijke afvalstoffen

 

Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Het college wijst de inzameldienst aan belast met het ter uitvoering van de wet, de provinciale milieuverordening en de huis-aan-huis inzameling van afvalstoffen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen over de wijze waarop de inzameldienst huishoudelijke afvalstoffen inzamelt.

 

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

  • 1.

    Het is voor anderen dan de inzameldienst verboden om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

    • a.

      daartoe is aangewezen door het college;

    • b.

      bij nadere regels van het college van het verbod is vrijgesteld; of

    • c.

      verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

    • d.

      het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Het college kan aan een aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, onder a, voorschriften verbinden en beperkingen stellen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

 

Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats

Het college draagt zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.

Artikel 6. Algemene verboden

  • Het is verboden om huishoudelijke afvalstoffen:

    • a.

      ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

    • b.

      over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid; of

    • c.

      achter te laten op een andere plaats dan de inzamelplaats, als bedoeld in artikel 5.

 

Artikel 7. Gescheiden inzameling

  • 1.

    Het college stelt regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

  • 2.

    Door de inzameldienst of de krachtens artikel 4, eerste lid, aangewezen andere inzamelaars worden in ieder geval de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA);

    • b.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • c.

      autobanden;

    • d.

      bouw- en sloopafval;

    • e.

      frituurvet, -olie;

    • f.

      gasontladingslampen;

    • g.

      groente-, fruit- en tuinafval (GFT);

    • h.

      grof huishoudelijk afval;

    • i.

      grof tuinafval;

    • j.

      grond;

    • k.

      houtafval;

    • l.

      huishoudelijk restafval;

    • m.

      klein chemisch afval (KCA);

    • n.

      kringloopgoederen;

    • o.

      luiers;

    • p.

      matrassen;

    • q.

      metalen en oud ijzer;

    • r.

      oud papier en karton (OPK);

    • s.

      plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (PMD);

    • t.

      puin;

    • u.

      textiel;

    • v.

      verpakkingsglas;

    • w.

      vlakglas;

    • x.

      vloerbedekking;

    • y.

      wit- en bruingoed

    • z.

      overige door het college aangewezen afvalstoffen.

  • 3.

    Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het tweede lid.

 

Artikel 8. Gescheiden aanbieding

  • 1.

    Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:

    • a.

      ter inzameling aan te bieden;

    • b.

      achter te laten op een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

 

Artikel 9. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door het college daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor de in artikel 7 benoemde bestanddelen verschillend worden vastgesteld.

 

Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding

  • 1.

    Het is verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door het college te stellen regels over het gebruik van:

    • a.

      inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel;

    • b.

      inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel.

  • 2.

    Het is verboden om een inzamelmiddel voor of na afloop van de bepaalde dag en tijden, bedoeld in artikel 9, buiten een perceel te laten staan.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

 

Artikel 11. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

 

Paragraaf 3. Bedrijfsafvalstoffen

 

Artikel 12. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst

Het college kan bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen op grond van artikel 3, in gevallen waarin de voor deze inzameling krachtens de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Gennep verschuldigde heffing is voldaan.

 

Artikel 13. Aanbieding ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 12 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst aan te bieden of over te dragen, of bij een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5, achter te laten.

 

Artikel 14. Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden om afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door het college te stellen regels over de dagen, tijden, wijzen en plaatsen van inzameling van de krachtens artikel 12 aangewezen bedrijfsafvalstoffen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen voor het aanbieden, overdragen of achterlaten van bedrijfsafvalstoffen. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

 

Paragraaf 4. Zwerfafval en overige

 

Artikel 15. Dumpingsverbod

  • 1.

    Het is verboden om zonder ontheffing van het college, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

    • b.

      het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

    • c.

      het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

    • d.

      handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de omgevingswet of het Besluit bodemkwaliteit.

  • 3.

    Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

 

Artikel 16. Zwerfafval in de openbare ruimte

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van beperkte omvang en gewicht die zijn ontstaan buiten een perceel, achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

  • 2.

    Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

  • 3.

    Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, die in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde.

  • 4.

    Het is verboden ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of door deze anderszins te behandelen.

 

Artikel 17. Zwerfafval rondom inrichtingen

  • 1.

    Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

  • 2.

    Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen, die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd, binnen een straal van tenminste 25 meter van de inrichting.

  • 3.

    De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

 

Artikel 18. Afval en verontreiniging op de weg

  • 1.

    Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

  • 2.

    Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt, of diens opdrachtgever, zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.

 

Artikel 19. Geen opslag van afval in de open lucht

Het is verboden om afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden, achterlaten op overdragen van huishoudelijke afvalstoffen. Het verbod geldt niet als voor de opslag van afvalstoffen een omgevingsvergunning is afgegeven.

 

Artikel 20. Ontdoen van autowrakken

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen.

 

Paragraaf 5. Handhaving en toezicht

 

Artikel 21. Strafbare feiten

Overtreding van het bij of krachtens de artikelen 4, 6, 8 tot en met 10 en 13 tot en met 20 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

 

Artikel 22. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of artikel 18.6 van de Omgevingswet door het college aangewezen ambtenaren.

 

Paragraaf 6. Overgangs- en slotbepalingen

 

Artikel 23. Intrekken oude verordening

De Afvalstoffenverordening van de gemeente Gennep 2006 wordt ingetrokken.

 

Artikel 24. Overgangsbepaling

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 24, blijven- indien en voor zover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- van kracht totdat de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 24, blijven- indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken van kracht totdat de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 24, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.

  • 5.

    Gebod- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de verordening als bedoeld in artikel 24, zijn niet van toepassing:

    • a.

      gedurende 8 weken na het in werking treden van deze verordening;

    • b.

      ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 6.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 24 heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

 

Artikel 25. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt gelijktijdig in werking met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening gemeente Gennep 2024.

 

 

 

Aldus besloten in de openbare besluitvormende raadsvergadering d.d. 30 oktober 2023.

De raad voornoemd,

De griffier, Jos van der Knaap

De voorzitter, Hans Teunissen