Wijziging categorieën verplichte participatie onder de Omgevingswet

Bijlage Gevallen van activiteiten waarop verplichte participatie van toepassing is

(krachtens art. 16.55, zevende lid Omgevingswet)

Voor de volgende gevallen van activiteiten is participatie van en overleg met derden verplicht voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, kan worden ingediend.

• A.

  Binnen de bebouwde kom

• 1.

  Functiewijziging met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 150 m2.

• 2.

  Nieuwbouw van niet-woonfunctie met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 100 m2.

• 3.

  Nieuwbouw van minimaal 1 woning/appartement.

• 4.

  Nieuwbouw of functiewijziging ten behoeve van kamerbewoning.

• 5.

  De oprichting van bouwwerken geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van meer dan 10 meter.

•  

• B.

  Buiten de bebouwde kom

• 1.

  De realisatie van 1 of meer woningen of van woongebouwen ten behoeve van kamerbewoning.

• 2.

  Nieuwvestiging van agrarische bedrijven.

• 3.

  Omschakeling van een bestaand agrarisch bedrijf naar een intensieve veehouderij.

• 4.

  De oprichting van een niet-agrarisch bedrijf.

• 5.

  Functiewijziging met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 150 m2.

• 6.

  De realisatie van zonnepanelen met een oppervlakte van meer dan 150 m2.

• 7.

  Recreatieterreinen groter dan 500 m2 en/of realisatie van minimaal 2 recreatieve standplaatsen/wooneenheden/overnachtingsmogelijkheden of gebouwen ten behoeve van recreatieve doeleinden met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 150 m2.

• 8.

  De oprichting van bouwwerken geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van meer dan 10 meter.

Toelichting gevallen van activiteiten verplichte participatie

Hierna volgt per geval een toelichting.

• A.

  Bebouwde kom

Onder bebouwde kom wordt de stedenbouwkundige bebouwde kom bedoeld zoals opgenomen in hoofdstuk 6 van de gemeentelijke Omgevingsvisie, ‘Samen maken wij Gennep’. De gevallen van activiteiten binnen de bebouwde kom waarop verplichte participatie van toepassing is worden hierna afzonderlijk toegelicht.

• 1.

  Functiewijziging meer dan 150 m2. Een functiewijziging van een oppervlakte boven de 150 m2 binnen de bebouwde kom zal doorgaans gevolgen hebben voor meerdere omwonenden en andere belanghebbenden.

• 2.

  Nieuwbouw van niet woonfunctie meer dan 100 m2. Voor nieuwbouw van niet woonfuncties wordt een iets lagere norm gehanteerd dan voor functiewijziging omdat de ruimtelijke impact hiervan naar de aard groter is.

• 3.

  Nieuwbouw van 1 woningen/appartementen of meer. De nieuwbouw van woningen binnen de bebouwde kom zal diverse omliggende belangen raken.

• 4.

  Nieuwbouw of functiewijziging ten behoeve van meer dan 4 kamers. Kamerbewoning is steeds meer in opkomst en kan in de bebouwde kom een forse ruimtelijke uitstraling met zich meebrengen. Dit geldt zeker in situaties waar de bebouwing dicht op elkaar staat. Om die reden wordt participatie voor deze ontwikkelingen verplicht gesteld.

   

• 5.

  Oprichting van bouwwerken geen gebouwen zijnde groter dan 10 meter. Hoge bouwwerken hebben vaak direct gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.

•  

• B.

  Buitengebied

De gevallen van activiteiten in het buitengebied waarop verplichte participatie van toepassing is worden hierna afzonderlijk toegelicht.

• 1.

  Woningen en woongebouwen. Intensivering van woonbebouwing in het buitengebied dreigt de kwaliteiten hiervan aan te tasten. Daarnaast bestaat hierdoor ook het risico dat agrarische bedrijven in de gebruiksmogelijkheden beperkt worden door dergelijke ontwikkelingen.

• 2.

  Nieuwvestiging agrarische bedrijven. Het betreft hier het nieuw realiseren van een agrarisch bedrijf waar dit nog niet is toegestaan op grond van het Omgevingsplan. In een buitengebied waar agrarische bedrijvigheid juist afneemt en bestaande bouwvlakken niet bedrijfsmatig worden geëxploiteerd, is het vreemd om medewerking te verlenen aan een nieuwe agrarische bedrijfslocatie. Daarnaast leidt het toevoegen van bedrijvigheid in een buitengebied waar volop kwetsbare gebieden en woonfuncties aanwezig zijn ook regelmatig tot discussie.

• 3.

  Omschakeling naar intensieve veehouderij. Met alle ontwikkelingen rondom gezondheid en natuur is het belangrijk om omzettingen naar intensieve veehouderijen zorgvuldig met omwonenden te bespreken. Onder een bestaand agrarisch bedrijf moet in dit kader worden verstaan een bestaand agrarisch bouwvlak. Het is dus niet nodig dat sprake is van een feitelijk bestaand en in werking zijnde bedrijf.

• 4.

  Niet agrarische bedrijven. Niet-agrarische bedrijven horen in beginsel niet thuis in het buitengebied. Het is zodoende van belang dat dergelijke ontwikkelingen in een vroegtijdig stadium met omwonenden en andere mogelijke stakeholders worden besproken.

• 5.

  Functiewijziging meer dan 1500 m2. Hoewel het buitengebied anders is dan de bebouwde kom geldt ook hier dat voor functiewijzigingen boven een bepaalde oppervlakte verplichte participatie van toepassing is. Dergelijke ontwikkelingen komen weinig voor in het buitengebied, maar hebben wel vaak een grote ruimtelijke uitstraling waardoor veel omwonenden hierdoor geraakt kunnen worden.

   

• 6.

  Zonneparken. Zonneparken nemen een grote oppervlakte in en hebben daardoor een belangrijke uitstraling naar buiten. Hierdoor kunnen de belangen van velen geraakt worden door een dergelijke ontwikkeling.

   

• 7.

  Recreatieve ontwikkelingen. Voor recreatieve ontwikkelingen geldt eveneens dat de ruimtelijke uitstraling groot kan zijn voor omwonenden. Daarnaast hebben recreatieve ontwikkelingen ook niet zelden gevolgen voor de andere recreatieondernemers in Gennep. Dit gegeven brengt mee dat verplichte participatie hiervoor wordt toegepast.

   

• 8.

  Oprichting van bouwwerken geen gebouwen zijnde groter dan 10 meter. Hoge bouwwerken hebben vaak direct gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.