Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Beleidsregels Individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2024
CiteertitelBeleidsregels uitvoering individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de beleidsregel individuele inkomenstoeslag 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 36 van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

28-11-2023

gmb-2023-564854

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2024

 

Artikel 1: Grondslag

  • Artikel 36 Participatiewet,

  • Door de raad vastgestelde Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2024 d.d. … notanummer ...

Artikel 2: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    rechthebbende: de persoon die voldoet aan de bepalingen en voorwaarden zoals omschreven in artikel 36 Participatiewet en de Verordening Individuele inkomenstoeslag;

  • b.

    individuele inkomenstoeslag: een vorm van bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer;

  • d.

    wet: de Participatiewet;

  • e.

    referteperiode: de periode als omschreven in artikel 1 onder d van de Verordening Individuele inkomenstoeslag;

  • g.

    peildatum: datum waarop de belanghebbende een aanvraag voor individuele inkomenstoeslag indient bij de gemeente Deventer;

  • h.

    de aanvrager: de persoon die een aanvraag voor individuele inkomenstoeslag doet;

  • i.

    bijstandsnorm: de op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, verminderd met de op grond van paragraaf 3.3., door het college vastgestelde verlaging.

  • j.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • k.

    WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000;

  • i.

    student: de persoon die op de peildatum of tijdens de referteperiode een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Criteria voor een individuele inkomenstoeslag

Artikel 3. Criteria individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    Om voor de individuele inkomenstoeslag in aanmerking te komen:

    • a.

      dient de belanghebbende en diens partner op de peildatum ingeschreven te staan in de basisregistratie personen van de gemeente Deventer; en

    • b.

      dient er sprake te zijn van een langdurig laag inkomen(inkomen van maximaal 100% van de voor hen geldende bijstandsnorm) zonder uitzicht op inkomensverbetering; en,

    • c.

      mag het vermogen in de maand voorafgaand aan de peildatum niet meer zijn dan de vermogensgrens genoemd in artikel 34 lid 2 onder d en lid 3 van de wet;

    • d.

      ontbreekt bij de belanghebbende en diens partner voldoende krachten en bekwaamheden om de inkomenssituatie structureel te verbeteren.

  • 2.

    In geval van eigenwoningbezit is artikel 50 lid 1 van de wet van overeenkomstige wijze van toepassing.

Hoofdstuk 2 Recht op toekenning van de individuele Inkomenstoeslag

Artikel 4: Doelgroep

Rechthebbenden vanaf 21 jaar tot pensioengerechtigde leeftijd, woonachtig in Deventer en met een inkomen van maximaal 100% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm en in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 Participatiewet.

Artikel 5: Langdurig laag Inkomen

  • a.

    Voor de vaststelling of sprake is van een laag inkomen gedurende de referteperiode geldt niet als onderbreking: een inkomen in één kalenderjaar, gedurende de referteperiode, dat meer bedraagt dan het inkomen bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening;

  • b.

    De aanvrager dient aannemelijk te maken, aan de hand van bewijsstukken over het inkomen en vermogen, dat hij gedurende de referteperiode heeft geleefd van een laag inkomen, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening.

Artikel 6: Geen uitzicht op inkomensverbetering

Om te bepalen of de belanghebbende geen uitzicht heeft op inkomensverbetering zal gekeken worden welke inspanning (krachten en bekwaamheden) de persoon gedurende een ononderbroken periode van 36 maanden heeft verricht tot inkomensverbetering.

Weigeringsgrond

Artikel 7: Geen individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    Het college kan het recht op een inkomenstoeslag voor 12 maanden uitsluiten als belanghebbende of diens partner in de twaalf maanden voor de aanvraag (referteperiode) een maatregel van de derde categorie als bedoeld in de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deventer 2022 wegens schending van de geüniformeerde arbeidsverplichtingen of een zware bestuurlijke boete (opzet, grove schuld) opgelegd heeft gekregen wegens schending de inlichtingenplicht.

  • 2.

    Een belanghebbende of diens partner op de peildatum of in de referteperiode een inkomen geniet of heeft genoten op grond van de Wet op de studiefinanciering (WSF) of de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS).

Artikel 8: Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van een belanghebbende afwijken van de bepalingen van in deze beleidsregels indien toepassing naar hun oordeel leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 9. Intrekken oude beleidsregel

De beleidsregel individuele inkomenstoeslag 2023.

Artikel 9: Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als de ’Beleidsregels uitvoering individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2024 en treden in werking per 1 januari 2024.

Artikel 10: Slotbepaling

Onverminderd het boven gestelde, wordt aangesloten bij de begripsbepalingen van de Participatiewet.

Het college van burgemeester en wethouders,

Aldus vastgesteld op 28 november 2023 te Deventer.

De burgemeester

De gemeentesecretaris

Toelichting beleidsregels uitvoering individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer

Algemeen

De beleidsregels uitvoering individuele inkomenstoeslag ziet toe op aanvragen voor de inkomenstoeslag die vanaf 2024 worden gedaan. De grondslag van de beleidsregels is te vinden in artikel 36 Participatiewet en de Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Deventer 2023. De individuele inkomenstoeslag behoort tot de middelen waarover een gezin of alleenstaande redelijkerwijs kan beschikken. Als bijvoorbeeld bijzondere bijstand voor een koelkast wordt aangevraagd, terwijl er recent individuele inkomenstoeslag is toegekend, dan kan dit een reden zijn voor afwijzing van de aanvraag bijzondere bijstand vanwege tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1

De grondslag van de beleidsregels uitvoering individuele inkomenstoeslag is ten eerste verankerd in de wet, namelijk in artikel 36 Participatiewet.

 

Artikel 2

In artikel 2 worden de definities van begrippen weergegeven die voor de uitvoering van de individuele inkomenstoeslag van belang zijn. De individuele inkomenstoeslag wordt voortaan gezien als een vorm van bijzondere bijstand en op grond van artikel 46 lid 2 Participatiewet is de individuele inkomenstoeslag vrij van beslag. Er is onder meer een onderscheid gemaakt tussen een aanvrager van individuele inkomenstoeslag (recht op individuele inkomenstoeslag is nog niet vastgesteld) en een rechthebbende (recht op individuele inkomenstoeslag wel vastgesteld).

Een voorkomende gezinssituatie kan een samengesteld echtpaar zijn. Daarmee wordt bedoeld dat één van de partners ouder dan de pensioengerechtigde leeftijd is en de andere partner jonger is. Wanneer dit het geval is, dan dient de aanvraag individuele inkomenstoeslag afgewezen te worden vanwege het bereiken van de maximum leeftijd van één van de partners.

 

Artikel 4

De minimumleeftijd voor het recht op individuele inkomenstoeslag is op 21 jaar gesteld. Verder is bepalend de hoogte van het inkomen en niet zozeer de bron van dit inkomen. Dit betekent dat naast uitkeringsgerechtigden ook werkenden met een laag inkomen belanghebbende kunnen zijn. In Deventer wordt gekozen voor een inkomensgrens van 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, eventueel verminderd met een door het college vastgestelde verlaging.

Uit uitspraken van de CRvB blijkt dat marginale overschrijdingen van deze 100%-grens genegeerd dienen te worden. De gemeente is van mening , ondanks deze marginale overschrijding, het niet lonend is om aan het werk te gaan. Zoals inkomstenvrijlating bij parttime inkomsten.

De gemeente kiest dus voor een ruimere overschrijding van de norm, zie artikel 5.

 

Artikel 5

In dit artikel is aangegeven dat er recht op een individuele inkomenstoeslag bestaat als er sprake is van een langdurig laag inkomen. Onder langdurig laag inkomen wordt verstaan dat men gedurende een ononderbroken periode van 36 maanden op een laag inkomen moet hebben gezeten.

In lid 1 is opgenomen dat gedurende de referteperiode er een overschrijding mag zijn van maximaal één maal voor de belanghebbende geldende bijstandsnorm gedurende één kalenderjaar, in de twaalf maanden voorafgaand aan de peildatum, waarin een inkomen is ontvangen dat meer bedraagt dan het inkomen bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening. Dit is opgenomen om werken lonend te maken.

 

Artikel 6

Bij de beoordeling of er sprake is van recht op een individuele inkomenstoeslag dient gekeken te worden welke inspanningen (krachten en bekwaamheden) de persoon heeft gedaan op inkomensverbetering. Deze inspanningen zullen getoetst worden aan de hand of er gedurende een ononderbroken periode van 36 maanden er geen verlaging op de bijstand heeft plaatsgevonden op grond van artikel 18 Participatiewet en artikel 7 en 8 van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Deventer 2022.

 

Artikelen 7: Criteria en weigeringsgronden

In artikel 11 van de wet wordt aangegeven wie recht hebben op bijstand. Dit artikel is eveneens van toepassing op de verstrekking van de inkomenstoeslag. Hieruit volgt dat alleen mensen die hier te lande verblijven recht hebben op de inkomenstoeslag. Vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven en die voldoen aan het gestelde in artikel 11 lid 2 en 3 recht hebben ook een recht op een inkomenstoeslag.

Artikel 13 van de wet bepaalt wie uitgesloten zijn van het recht op bijstand. Het betreft hier zowel de bijstand voor algemene bijstand als de bijzondere bijstand. Ook dit artikel is van toepassing op de verstrekking van de inkomenstoeslag. Dus geen recht op inkomenstoeslag voor een gedetineerde, tenzij er sprake is van een bijzondere vormen van detentie.

De wet eist ook het ontbreken van voldoende krachten en bekwaamheden om de inkomenssituatie structureel te verbeteren.

Eén van de voorwaarden om voor de inkomenstoeslag in aanmerking te komen is dat een belanghebbende voldoet aan de vermogensbepalingen. In de wet worden voor eigenwoningbezit vermogensvrijlatingen genoemd. Deze vermogensvrijlatingen zijn ook van toepassing op de verlening van de inkomenstoeslag. In de wet wordt echter aangegeven dat als iemand als gevolg van een eigen woning meer vermogen heeft dan vrijgelaten mag worden er onder voorwaarden bijstand verleend kan worden in de vorm van een lening. Het is niet toegestaan om de inkomenstoeslag in de vorm van een lening te verstrekken. Een strikte toepassing van de wet, betekent dat er in een dergelijke situatie geen inkomenstoeslag verleend kan worden, hetgeen tot een onbillijke situatie kan leiden.

 

In een situatie dat iemand als gevolg van het eigen woning bezit meer vermogen heeft dan toegestaan, het duidelijk is dat het inkomen in de referteperiode en in de maand voorafgaand aan de peildatum niet meer is dan 100% van de bijstandsnorm wordt de inkomenstoeslag wel verleend.

 

Bij een verblijf in het buitenland tijdens de referteperiode is het niet objectief vast te stellen of iemand voldoet aan de bepalingen rond langdurig laag inkomen en het al of niet aanwezig zijn van vooruitzicht op inkomensverbetering.

 

Een tweede mogelijke ontzegging van de toeslag is het opgelegd krijgen van een maatregel, in de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de aanvraag, vanaf categorie 3 wegens schending van de arbeidsverplichtingen of de geüniformeerde arbeidsverplichtingen. Een inwoner die zichzelf onvoldoende inspant om zijn inkomenssituatie te verbeteren kan de inkomenstoeslag worden ontzegd afhankelijk van de ernst van de schending. Het weigeren van een baan is voldoende aanleiding tot het weigeren van de inkomenstoeslag. Ook een zware bestuurlijke boete (opzet of grove schuld) wegens schending van de inlichtingenplicht is voldoende aanleiding tot het ontzeggen van een inkomenstoeslag voor 1 jaar.

 

Studenten zijn uitgesloten van de individuele inkomenstoeslag omdat zij naar verwachting binnen afzienbare tijd een inkomensverbetering zullen realiseren.

 

Artikel 8:

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel 9:

De beleidsregels treden – net als de Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Deventer 2024 – in werking met ingang van 1 januari 2024 en worden voor onbepaalde duur aangegaan.

 

Artikel 10:

Dit artikel behoeft geen toelichting.