Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Baarn

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBaarn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2024
CiteertitelLegesverordening Baarn 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

20-12-2023

gmb-2023-564773

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Baarn;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Baarn 2024 (Legesverordening Baarn 2024).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

  • f.

    niet-commerciële evenement/activiteit: een evenement/activiteit dat/die:

    • -

      geen individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk heft: en

    • -

      in de kern/merendeel niet bedrijfsmatig van aard is: en

    • -

      niet mede door commerciële bedrijven ontplooid: en

    • -

      een beoogde doelstelling van sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve of culturele aard: en

    • -

      georganiseerd door stichtingen en verenigingen, waarvan de inkomsten worden aangewend om de continuïteit van de eigen activiteiten te waarborgen of worden ingezet voor een goed doel.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in de artikelen 2.33, 1.35 lid 1, 1.35 lid 2 en 3.6 van de bij de verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor niet-commerciële evenementen/activiteiten of indien deze evenementen/activiteiten georganiseerd worden door fondsenwervende instellingen, voorzien van CBF certificaat/verklaring van geen bezwaar CBF.

  • d.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning of ontheffing voor het plaatsen van een mobiele onderzoeks-unit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning of ontheffing voor het plaatsen van een mobiele onderzoeks-unit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend.

  • e.

    verduurzamingsmaatregelen bij monumenten of gebouwen binnen het beschermd stads- en dorpsgezicht, voor zover vergelijkbare verduurzamingsmaatregelen bij niet-monumenten of gebouwen buiten het beschermd stads- en dorpsgezicht niet-vergunningplichtig zijn. De volgende activiteiten vallen onder deze vrijstelling:

    • a.

      Het plaatsen van zonnepanelen;

    • b.

      Het plaatsen van een zonneboiler en/of warmtepomp met bijbehorende buitenunit;

    • c.

      Het plaatsen van een energie efficiënt warmtesysteem, in de vorm van vloerverwarming;

    • d.

      Het plaatsen van nieuw isolatieglas met een isolatiewaarde gelijk aan, of beter dan, de isolatiewaarde van HR++ glas; plus indien nodig daarbij vereiste aanpassing kozijn(en), uitsluitend in combinatie;

    • e.

      Isolatie van buitengevels, dak en/of vloer.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

    • a.

      van zuiver redactionele aard zijn;

    • b.

      een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

      • 1.

        paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

      • 2.

        paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

      • 3.

        artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

      • 4.

        artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

      • 5.

        artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

    een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening op de heffing en de invordering van leges 2023, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 21 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Baarn 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023.

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage Tarieventabel leges Baarn 2024

 

Tarieventabel leges Baarn 2024

 

Aanduiding

Tekst

€ tarief

Hoofdstuk 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 

1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

 

a.

in de trouwzaal van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 - 16.00 uur

€ 529,00

b.

in de trouwzaal van het gemeentehuis, op de aangewezen zaterdagen, tusen 09.00 - 14.00 uur

€ 710,00

c.

in de ondertrouwkamer van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 - 16.00 uur

€ 421,00

d.

op een externe locatie op werkdagen tussen 09.00 - 23.00 uur

€ 571,50

e.

op een externe locatie op zaterdag of zondag tussen 09.00 - 23.00 uur

€ 631,40

f.

eerste beoordeling bij het indienen externe locatie

€ 510,50

2.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap met eigen BABS:

€ 113,50

a.

in de trouwzaal van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 - 16.00 uur

€ 415,50

b.

in de ondertrouwkamer van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 - 16.00 uur

€ 307,50

c.

in de trouwzaal van het gemeentehuis, op de aangewezen zaterdagen, tussen 09.00 - 14.00 uur

€ 596,50

d.

op een externe locatie op werkdagen tussen 09.00 - 23.00 uur

€ 457,50

e.

op een externe locatie op zaterdag of zondag tussen 09.00 - 23.00 uur

€ 517,50

 

 

 

1.2

Reserveren

 

 

 

 

1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 475,70

 

 

 

1.4

Reserveren

 

 

 

 

1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 113,50

 

 

 

1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 67,00

 

 

 

1.7

Annuleren of wijzigen datum

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking of registratie van het partnerschap te annuleren of te wijzigen, anders dan als gevolg van overmacht, binnen een periode van veertien dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum, alsmede in het geval van niet verschijnen bij een kosteloos huwelijk

€ 134,50

 

 

 

1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 38,50

 

 

 

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

* € 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

* € 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

* € 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

* € 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

* € 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

* € 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

* € 63,40

 

 

 

1.10

Nederlandse identiteitskaart

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

* € 75,80

2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

* € 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

* € 36,90

 

 

 

1.11

Modaliteiten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

* € 57,05

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

* € 18,00

 

Bij het met een (*) aangeduid tarief, wordt (tenminste) het door het rijk vastgestelde maximale tarief gehanteerd met dien verstande dat dit tarief naar beneden wordt afgerond op vijf eurocenten

 

 

 

 

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 

1.12

Rijbewijzen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

* € 48,15

 

 

 

1.13

Modaliteiten

 

 

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

* € 34,10

 

 

 

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

1.14

Definities

 

 

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

 

 

1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 16,50

b.

aan anderen dan genoemd in onderdeel 1.4.2., per schriftelijke verstrekking, verhoogd met eventuele portokosten

€ 8,50

c.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 16,50

 

 

 

1.16

Reserveren

 

 

 

 

1.17

Reserveren

 

 

 

 

1.18

Reserveren

 

 

 

 

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

 

1.19

Afschriften van bestuursstukken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de programmabegroting

€ 32,70

b.

een afschrift van de bijlagen van de begroting

€ 19,85

c.

een afschrift van een afdelingsplan

€ 32,70

e.

een afschrift van een jaarrekening

€ 40,30

f.

een afschrift van een rekening van een afdeling

€ 19,85

g.

een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

€ 12,40

h.

een afschrift van één van de vastgestelde belastingverordeningen, per verordening

€ 18,65

 

 

 

1.20

Reserveren

 

 

 

 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

 

1.21

Plan- of kaartinformatie

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel a:

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,65

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 1,10

 

 

 

1.22

Informatie uit registers

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 18,10

 

 

 

1.23

Reserveren

 

 

 

 

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

 

1.24

Gemeentegarantie

 

 

Reserveren

 

 

 

 

1.25

Overige publiekszaken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

* € 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening

€ 15,15

c.

bewijs van Nederlanderschap

€ 15,15

d.

uittreksels, akten en attestaties de vita

€ 16,60

e.

wordt het in 1.15 letter c. genoemde model afgegeven als verklaring van huwelijksbevoegdheid

€ 24,15

f.

verklaring van huwelijksbevoegdheid

* € 29,00

 

 

 

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

 

1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 21,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. 

 

 

 

 

1.27

Reserveren

 

 

 

 

1.28

Reserveren

 

 

 

 

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

 

1.29

Huisvestingswet 2014

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

tot het verkrijgen van een medische indicatie mede dienende ter bepaling van de urgentie van woningzoekenden, ten behoeve van een doelmatige verdeling van de woonruimte

€ 71,00

b.

tot het verkrijgen van een sociale indicatie mede dienende ter bepaling van de urgentie van woningzoekenden, ten behoeve van een doelmatige verdeling van de woonruimte

€ 58,95

 

 

 

1.30

Leegstandswet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 108,95

b.

om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet:

€ 108,95

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

 

 

 

1.31

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

Aanwezigheidsvergunning voor 1 kansspelautomaat voor 1 jaar

€ 56,50

b.

Aanwezigheidsvergunning voor 2 kansspelautomaten voor 1 jaar

€ 90,50

c.

Aanwezigheidsvergunning voor 1 kansspelautomaat voor 4 jaar

€ 226,50

d.

Aanwezigheidsvergunning voor 2 kansspelautomaten voor 4 jaar

€ 362,50

2

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 29,55

 

 

 

1.32

Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:

€ 601,30

a.

als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

 

b.

als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 0,30

c.

als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, per overleg (maximaal twee uur)verhoogd met:

€ 300,70

d.

als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met:

€ 300,70

e.

als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

1.33

Wegenverkeerswetgeving

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

€ 50,75

b.

voor het vernieuwen van een in a. genoemde kaart of het verstrekken van een duplicaat bij verlies of diefstal, per aanvraag

€ 50,85

c.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in de directe omgeving van de woning van de aanvrager of het wijzigen hiervan bij verhuizing binnen de gemeente, per aanvraag (verhuizing)

€ 235,30

d.

voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van het kentekenbord behorend bij de gehandicaptenparkeerplaats

€ 81,10

e.

indien er voor de aanvraag als genoemd in a. een medische keuring noodzakelijke is worden de kosten verhoogd met de kosten van de keuring

 

 

 

 

Paragraaf 1.10

Diversen

 

1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

 

a.

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,65

b.

per pagina op papier van A3 formaat

€ 1,00

c.

per pagina op papier van A2 formaat

€ 4,45

d.

per pagina op papier van A1 formaat

€ 9,10

e.

per pagina op papier van A0 formaat

€ 18,10

f.

voor het scannen stukken c.q. het digitaal verstrekken van stukken, per pagina/scan

€ 0,65

g.

voor het digitaal verzenden van bovengenoemde stukken, per kwartier of gedeelte daarvan

€ 21,00

2.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot aansluiting op het riool (rioolaansluitingsrecht)

€ 300,70

3.

voor een zogenaamde standaard (doorsnee 125 mm) aansluiting op het riool (rioolaansluitingsrecht)

€ 1.142,70

4.

indien er extra werkzaamheden dienen te worden verricht wordt het bedrag genoemd in 3. verhoogd met het begrote bedrag zoals door de gemeente is aangegeven

 

5.

een verzoek om bodeminformatie over een perceel, per perceel

€ 55,60

6.

In afwijking van het gestelde in lid 1, sub a tot en met e bedragen de tarieven van kopieën in het kader van de Wet Open Overheid de maximumtarieven zoals zijn vastgesteld in het Besluit maximumtarieven open overheid.

 

 

 

 

1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

 

1.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag om geluidsontheffing als bedoeld in artikel 3.4 VfloB

€ 58,40

2.

voor een aanvraag voor een collectevergunning

€ 61,00

3.

voor het aanleggen, stoken of hebben van vuur in de open lucht als bedoeld in artikel 5.34 APV

€ 196,10

5.

voor het in behandeling nemen van het laten wijzigen van een reeds verleende Apv vergunning of ontheffing

€ 54,95

6.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning/ontheffing niet elders genoemd op grond van de APV

€ 73,90

7.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing voor het optreden als straatartiest als bedoeld in artikel 2.9 APV:

 

a.

per dag

€ 7,25

b.

per week

€ 18,10

c.

voor maximaal een jaar

€ 72,15

8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het:

 

a.

in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuter- speelzalen

€ 1.713,30

b.

in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 1.713,30

c.

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 702,05

 

 

 

Hoofdstuk 2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan, de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

 

 

 

2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

 

 

 

2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

2.4

Omgevingsoverleg

 

1.

Het in behandeling nemen van een verzoek om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen kleinschalig project voor het verbouwen en/of uitbreiden van een woning of het verbouwen of wijzigen van een bestaand bedrijf of andere instelling en het oprichten van bebouwing die al is voorzien in het omgevingsplan in het kader van de Omgevingswet vergunbaar of vergunningvrij is, bedraagt het tarief (Verzoek om vooroverleg kleine plannen woningen en bedrijven):

€ 410,90

2.

Het in behandeling nemen van een verzoek tot een eerste ambtelijke indicatie van een ruimtelijke ontwikkeling waarbij wordt bezien of verdere beoordeling in de vorm van een Omgevingsoverleg ruimtelijke ontwikkelingen als bedoeld in het derde lid zinvol is, bedraagt het tarief (Intaketafel ruimtelijke ontwikkelingen) voor maximaal 2 overleggen:

nihil

 

Het in behandeling nemen van een verzoek tot het houden van een omgevingsoverleg met betrekking tot een ruimtelijke ontwikkeling met een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief (Omgevingsoverleg cq Omgevingstafel ruimtelijke ontwikkelingen):

€ 7.500,00

 3.

voor het verstrekken van een schriftelijke verklaring dat voor een bepaalde (bouw)activiteit geen omgevingsvergunning is vereist

(zogenaamd verklaring vergunningsvrij bouwen):

 

€ 70,00

€ 410,90

€ 410,90

€ 410,90

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

 

 

 

2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

Indien de bouwkosten minder dan €10.000,- bedragen:

4,40%

 

met een minimum van:

€ 161,50

b.

Indien de bouwkosten €10.000,- tot €1.000.000,- bedragen:

€ 465,10

 

vermeerderd met:

2,80%

 

van de bouwkosten boven de € 10.000

 

c.

Indien de bouwkosten €1.000.000,- tot €10.000.000,- bedragen:

€ 29.765,30

 

vermeerder met:

2,50%

 

van de bouwkosten boven de € 1.000.000

 

d.

Indien de bouwkosten €10.000.000,- of meer bedragen:

€ 268.216,90

 

vermeerderd met:

1,20%

 

van de bouwkosten boven de € 10.000.000

 

 

 

 

2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

b.

verhoogd met een of meerdere van de navolgende tarieven:

 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 364,70

2.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 2.153,15

3.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.227,50

4.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld :

 

b.

Voor kleine bouwwerken in de voortuin, bestemd voor bergen van kliko's of fietsen niet hoger dan 1,5 m en niet groter dan 6 m2 , bij woningen waar geen mogelijkheid is tot het bereiken van de achterzijde via een "achterom", bedraagt het tarief

€ 100,00

 

 

 

2.7

Omgevingsplanactiviteit: Slopen van een bouwwerk

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 359,40

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.227,50

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.227,50

 

 

 

paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een aangewezen gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 171,85

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 171,85

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.227,50

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.227,50

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.227,50

2.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.227,50

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 171,85

 

 

 

2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 171,85

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 171,85

 

 

 

2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 10:12 van de Verordening fysieke leefomgeving Baarn in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 253,70

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.227,50

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.227,50

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

 

 

 

2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 359,40

 

 

 

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

2.12

Reserveren

 

 

 

 

2.13

Reserveren

 

 

 

 

2.14

Reserveren

 

 

 

 

2.15

Reserveren

 

 

 

 

2.16

Reserveren

 

 

 

 

2.17

Reserveren

 

 

 

 

2.18

Reserveren

 

 

 

 

2.19

Reserveren

 

 

 

 

2.20

Reserveren

 

 

 

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 171,85

 

 

 

2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 171,85

 

 

 

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

reserveren

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

reserveren

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde OF archeologische verwachtingen], als bedoeld in, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, het volgende promillage van de aanlegkosten:

€ 171,85

4.

vermeerderd met voor elke € 1.000,00 aanlegkosten of een gedeelte daarvan

€ 29,50

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 171,85

6.

vermeerderd met voor elke € 1.000,00 aanlegkosten of een gedeelte daarvan

€ 29,50

 

 

 

2.24

Reserveren

 

 

 

 

2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 171,85

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 171,85

 

 

 

2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 86,70

 

 

 

2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 294,90

 

 

 

2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 171,85

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

 

 

vermeerderd met voor elke € 1.000,00 aanlegkosten of een gedeelte daarvan

€ 29,50

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.227,50

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.227,50

 

 

 

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

2.29

Reserveren

 

 

 

 

2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in Hoofdstuk 4, Afdeling 3 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

Indien niet meer dan 10 bomen worden geveld

€ 111,15

 

Indien meer dan 10 bomen worden geveld, per boom boven het aantal van 10

€ 11,20

 

 

 

2.31

Reserveren

 

 

 

 

2.32

Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 171,85

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 171,85

 

 

 

2.33

Reserveren

 

 

 

 

2.34

Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 171,85

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 171,85

2.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.227,50

3.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 1.227,50

 

 

 

paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

 

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 

 

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

per maatwerkvoorschrift:

€ 1.227,50

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 1.227,50

 

 

 

2.36

Reserveren

 

 

 

 

2.37

Reserveren

 

 

 

 

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 

2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 1.227,50

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 1.227,50

c.

één milieubelastende activiteit:

reserveren

d.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

reserveren

 

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

reserveren

 

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

reserveren

2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 1.227,50

 

 

 

2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

€ 85,90

 

 

 

2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 85,90

 

 

 

2.42

Intrekken omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 50,85

 

 

 

2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

reserveren

 

 

 

2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

De in artikel 2.48 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

€ 171,85

 

 

 

2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: 

€ 9.655,70

 

 

 

2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 50,85

 

 

 

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

reserveren

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.227,50

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.227,50

 

 

 

2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 171,85

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 171,85

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

 

1.

Indien de beoordeling van het rapport complex is (de voor het onderzoek benodigde tijd zal meer dan vier uur bedragen), wordt het tarief als volgt berekend: Voorafgaand aan het de beoordeling van het akoestisch rapport, wordt een bedrag voor beoordeling door een specialist aan de aanvrager is medegedeeld, blijkend uit een begroting die door het College van Burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Indien een begroting als bedoeld in c.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 171,85

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

reserveren

c.

voor een advies van de agrarische commissie:

€ 171,85

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Bij de toepassing van artikel 2.52 eerste lid blijft voor het in behandeling

 

 

nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd het tarief van :

€ 171,85

 

 

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.4 eerste lid en artikel 2.4 derde lid, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het artikel 2.52 tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de in het kader van artikel 2.4 eerste lid en artikel 2.4 derde lid geheven leges voor:

100%

2.

Voor de toepassing van artikel 2.41 wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

c.

binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

 

 

 

2.53

Reserveren

 

 

 

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

2.54

Gereserveerd

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

0%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

a.

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

 

 

2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

 

 

2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

1.

Een bedrag minder dan € 125,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1

Horeca

 

3.1

Exploitatie openbare inrichting

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

1.

een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in de artikel 2.28 van de APV

€ 448,70

2.

een aanvraag tot het toevoegen of wijzigen van een leidinggevende op de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de APV

 

a.

voor de eerste leidinggevende

€ 121,75

b.

voor elke volgende leidinggevende

€ 61,05

3.

voor het verkrijgen van een ontheffing tot na het algemeen sluitingsuur geopend hebben van horecabedrijven als bedoeld in artikel 2.29 APV

 

a.

één dag

€ 92,90

b.

langer dan één dag maar ten hoogste één week

€ 124,00

c.

langer dan één week maar ten hoogste één maand

€ 185,80

d.

langer dan één maand maar ten hoogste één jaar

€ 371,40

 

 

 

3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

1.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 641,00

2.

een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 4 , vierde lid, van de Alcoholwet

 

a.

voor een verzoek met één activiteit

€ 123,60

b.

voor een verzoek met meer dan één activiteit

€ 123,60

c.

verhoogd voor elke activiteit meer dan één

€ 62,00

3.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 92,80

4.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

 

a.

voor de eerste leidinggevende

€ 123,60

b.

voor elke volgende leidinggevende

€ 62,00

5.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 105,25

6.

een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 35, vijfde lid van de Alcoholwet tot het verstrekken van zwak alcoholische drank terugkerend evenement

€ 154,60

 

 

 

paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 

3.3

Vergunning seksbedrijf

 

 

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aan- vraag om:

 

a.

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid van de APV, voor een seksbedrijf

€ 4.028,20

 

 

 

3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

a.

voor het wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging, als bedoeld in artikel 3.10 van de APV

€ 817,30

b.

voor een verlenging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.11 van de APV

€ 817,30

 

 

 

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 

3.5

Ontheffing winkeltijden

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 195,35

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 97,75

 

 

 

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

 

3.6

Organiseren evenement

 

1.

De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een vergun- ning voor het houden van een evenement en/of vermakelijkheid geldig voor één dag, voor

 

a.

0 - 150 gelijktijdige bezoekers

€ 29,65

b.

151 tot 499 gelijktijdige bezoekers

€ 193,40

c.

500 tot 999 gelijktijdige bezoekers

€ 566,15

d.

1.000 tot 2.499 gelijktijdige bezoekers

€ 943,35

e.

meer dan 2.500 gelijktijdige bezoekers

€ 1.886,75

2.

De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aan- vraag voor een vergunning voor het houden van een evenement en/of vermakelijkheid geldig voor meerdere dagen in het zelfde jaar, voor:

 

a.

0 - 150 gelijktijdige bezoekers

€ 44,40

b.

151 tot 499 gelijktijdige bezoekers

€ 290,15

c.

500 tot 999 gelijktijdige bezoekers

€ 849,30

d.

1.000 tot 2.499 gelijktijdige bezoekers

€ 1.415,05

e.

meer dan 2.500 gelijktijdige bezoekers

€ 2.830,05

3.

Indien de aanvraag voor een vergunning zoals genoemd in lid 1 a tot en met e. en lid 2 a. tot en met e. te laat wordt aangevraagd worden de verschuldigde leges verhoogd met 25%.

 

4.

Evenementen op het terrein van paleis Soestdijk

 

a.

0 - 150 gelijktijdige bezoekers

tarief?

b.

151 tot 499 gelijktijdige bezoekers

 

c.

500 tot 999 gelijktijdige bezoekers

 

d.

1.000 tot 2.499 gelijktijdige bezoekers

 

4.

Bij intrekking van de aanvraag om een vergunning genoemd in dit hoofdstuk wordt 50% geheven

 

 

 

 

3.7

Reserveren

 

 

 

 

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

 

3.8

Reserveren

 

 

 

 

3.9

Reserveren

 

 

 

 

3.10

Reserveren

 

 

 

 

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014

 

3.11

Vergunning onttrekken woonruimte

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 180,45

 

 

 

3.12

Vergunning samenvoegen woonruimte

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 180,45

 

 

 

3.13

vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: 

€ 180,45

 

 

 

3.14

Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 180,45

 

 

 

3.15

Splitsingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste[, respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 240,50

 

 

 

3.16

Gereserveerd

 

 

 

 

3.17

Gereserveerd

 

 

 

 

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

3.18

Niet benoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aan- vraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking : het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, met een minimum van:

€ 91,60

 

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.