Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden Goes 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

• a.

  “dag”

  de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur;

• b.

  “kwartaal”

  een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden aanvangende op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober;

• c.

  “jaar”

  een kalenderjaar;

• d.

  “standplaats”

  een verkoopplaats of een plaats, waar goederen of waren tentoongesteld worden;

• e.

  “eenheden”

  waar in deze verordening wordt gesproken van m², dag, kwartaal en jaar worden gedeelten daarvan voor het geheel gerekend.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven ter zake van het genot van door of vanwege de gemeente verleende diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen, dan wel het gebruik als standplaats van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer en onderhoud zijn

• 1.

  op de onderscheidene markten gedurende de voor die markten aangewezen dagen;

• 2.

  anders dan bedoeld onder 1 krachtens een door of vanwege de gemeente verleende vergunning of ontheffing op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene die een standplaats inneemt dan wel ten behoeve van wie een standplaats ingenomen wordt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

• 1.

  Het marktgeld, bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel 1, bedraagt per m² als standplaats gebruikte gemeentegrond:

  per dag: € 0,75

  per kwartaal: € 9,35

  per jaar: € 33,90

  Dit recht wordt verhoogd met een percentage van 8,7. Deze gelden, ontstaan uit deze verhoging, zullen uitsluitend worden aangewend voor reclamedoeleinden, de Goese weekmarkten ten goede komend. De aanwending en het beheer geschiedt volgens door burgemeester en wethouders te stellen regels.

• 2.

  Het marktgeld, bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel 2, bedraagt per m² als standplaats gebruikte gemeentegrond per dag € 0,75.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Met betrekking tot het marktgeld dat per kwartaal wordt geheven is het belastingtijdvak gelijk aan een kalenderkwartaal.

Bij heffing per jaar is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede verstaan wordt een nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

• 1.

  het marktgeld is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen;

• 2.

  bij aanvang van de belastingplicht is tot aanvang van het eerstvolgend kwartaal per dag het dagtarief verschuldigd;

• 3.

  indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing, indien voor het kwartaaltarief is geopteerd, voor zoveel volle kwartalen als er na beëindiging overblijven; indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing, indien voor het jaartarief is geopteerd, voor zoveel volle kwartalen als er na beëindiging overblijven, met dien verstande dat voor het aantal genoten volle en gedeeltelijke kwartalen dan het kwartaaltarief van toepassing is.

Artikel 8 Termijnen van betaling

• 1.

  In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen een maand na dagtekening van de kennisgeving.

• 2.

  De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het marktgeld.

Artikel 11 Teruggaaf

Geen teruggaaf vindt plaats van het in artikel 4 lid 1 en 2 genoemde recht, indien – buiten de schuld van de gemeente – een vaste standplaats niet wordt of niet kan worden ingenomen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  De 'Verordening Marktgeld 2023' van 22 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan de in lid 3 genoemde datum.

• 3.

  De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening marktgeld 2024'.