Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Ronde Venen

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Ronde Venen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2024
CiteertitelSubsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten De Ronde Venen 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

23-11-2023

gmb-2023-564548

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2024

De raad van de gemeente De Ronde Venen

 

gelezen het voorstel van het college van B&W;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening: Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2024

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

 

Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL): Verordening Fysieke Leefomgeving De Ronde Venen;

  • a.

    eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft of een ander zakelijk recht op een gemeentelijk monument of beeldbepalend pand in gemeente De Ronde Venen, de zakelijk gerechtigde;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

  • c.

    gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente De Ronde Venen;

  • d.

    gemeentelijk monument: een monument dat overeenkomstig de Verordening Fysieke Leefomgeving De Ronde Venen door het college is aangewezen;

  • e.

    beeldbepalend pand: een pand van cultuurhistorische waarde waarvan de uiterlijke kenmerken in een ruimtelijk plan zijn beschermd;

  • f.

    subsidiabele instandhoudingskosten: kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om een gemeentelijk monument in stand te houden. Hieronder zijn niet begrepen kosten, die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt, voor de verbetering van het wooncomfort;

  • g.

    subsidie: een aanspraak op financiële middelen, door de gemeente De Ronde Venen verstrekt met het oog op de instandhouding van een gemeentelijk monument of beeldbepalend pand;

  • h.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies voor gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden;

  • i.

    instandhoudingswerkzaamheden: onderhouds- of restauratiewerkzaamheden gericht op het behouden van de cultuurhistorische waarden van het monument of beeldbepalend pand;

  • j.

    meerwerk: uitgevoerde werkzaamheden welke niet in de beschikking tot subsidieverlening zijn opgenomen;

  • k.

    BTW: belasting over de toegevoegde waarde;

  • l.

    Monumentenwacht Utrecht: Stichting die zich ten doel stelt het verval van cultuurhistorische bouwwerken in de provincie Utrecht te voorkomen en deskundig is in het uitvoeren van bouwkundige inspecties.

Artikel 2. Subsidieplafond

  • 1.

    De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de behandeling van de begroting het budget vast voor de verstrekking van subsidie ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden op grond van deze verordening.

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt door het college bekendgemaakt voor aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

  • 3.

    Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt de wijze van verdeling vermeld.

Artikel 3. Behandeling

  • 1.

    Het college is bevoegd tot het verlenen, vaststellen en uitbetalen van subsidies als bedoeld in deze verordening.

  • 2.

    Aanvragen om subsidie worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 3.

    De volgorde van binnenkomst wordt bepaald door de datum van ontvangst van de volledige aanvraag, zoals bepaald in artikel 9.

Artikel 4. Grondslag en werkingssfeer

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op aanvragen om subsidie voor werkzaamheden aan gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden, die beogen de monumentale en cultuurhistorische waarden in stand te houden.

  • 2.

    Het college stelt een formulier vast voor het aanvragen van subsidie op grond van deze verordening.

  • 3.

    Het college stelt een formulier vast voor het aangeven van de start en het einde van de werkzaamheden.

  • 4.

    Het college stelt een formulier vast voor het aanvragen van vaststelling van de subsidie op grond van deze verordening.

Artikel 5. Toezicht

  • 1.

    Het college is bevoegd personen aan te wijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving.

  • 2.

    De eigenaar is verplicht om aan door het college aangewezen personen toegang te verschaffen tot het gemeentelijk monument of beeldbepalende pand waarvoor subsidie is verleend. Daarnaast is de eigenaar verplicht inzage te geven in alle op het werk betrekking hebbende stukken.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIE

Artikel 6. Subsidiabele instandhoudingskosten

  • 1.

    De subsidie wordt verleend over de subsidiabele instandhoudingskosten.

  • 2.

    De subsidiabele instandhoudingskosten van de werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden bepaald aan de hand van beoordeling op noodzakelijkheid, soberheid en doelmatigheid, of moeten gericht zijn op het voorkomen van verval of het vervangen van materiaal dat gebreken vertoont en zijn functie verloren heeft.

  • 3.

    De hoogte van de subsidiabele instandhoudingskosten wordt bepaald door de meest recente versie van de “Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten” van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

  • 4.

    De kosten van bouwkundig, bouwhistorisch en interieuronderzoek vallen onder de subsidiabele instandhoudingskosten zoals vermeld in artikel 6, eerste lid, mits het onderzoek noodzakelijk is en uitgevoerd is door de Monumentenwacht Utrecht of een ander, naar het oordeel van het college, gekwalificeerd bureau.

  • 5.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de leidraad, genoemd in het derde lid, afwijken.

Artikel 7 Subsidiecategorieën

De subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, bedraagt voor:

  • 1.

    een gemeentelijk monument, geen gebouw zijnde: 25% van de subsidiabele instandhoudingskosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele instandhoudingskosten minimaal € 1.250,- moeten zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 2.000,- (bij subsidiabele instandhoudingskosten van € 8.000,-);

  • 2.

    een gemeentelijk monument, gebouw zijnde: 25% van de subsidiabele instandhoudingskosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele instandhoudingskosten minimaal € 1.250,- moeten zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 6.500,- (bij subsidiabele instandhoudingskosten van € 26.000,-);

  • 3.

    een beeldbepalend pand, gebouw zijnde: 25% van de subsidiabele instandhoudingskosten. Hierbij geldt dat de subsidiabele instandhoudingskosten minimaal € 1.250,- moeten zijn. Het maximaal uit te keren subsidiebedrag bedraagt € 3.000,- (bij subsidiabele instandhoudingskosten van € 12.000,-).

HOOFDSTUK 3. DE PROCEDURE

Artikel 8. De subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt bij het college ingediend, vóórdat met de werkzaamheden een aanvang is gemaakt.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie wordt elektronisch of schriftelijk ingediend. Elektronische aanvragen worden ingediend via de internetsite www.derondevenen.nl met gebruikmaking van de daar beschikbare aanvraagmodule. Aanvragen op papier worden ingediend bij de gemeente De Ronde Venen.

  • 3.

    In te dienen bescheiden

    Bij een aanvraag om subsidie wordt gebruikt gemaakt van een hiervoor door het college vastgesteld aanvraagformulier. In een aanvraagformulier worden de volgende bescheiden gevraagd: en bevat in ieder geval:

    • a.

      (detail-)tekeningen van de bestaande situatie en de nieuwe situatie;

    • b.

      een gedetailleerde werkomschrijving;

    • c.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • d.

      foto’s van de bestaande situatie, inclusief, indien van toepassing, detailfoto’s van de gebreken.

  • 4.

    Indien er sprake is van een omvangrijke of totaalrestauratie waarbij de subsidiabele instandhoudingskosten boven de € 10.000,- liggen, moet de subsidieaanvraag vergezeld gaan van een inspectierapport dat minder dan twee jaar voor de datum van indiening is opgesteld door de Monumentenwacht Utrecht of een ander, naar het oordeel van het college, gekwalificeerd bureau.

  • 5.

    Het college kan van de aanvrager, naast de in het tweede lid genoemde gegevens, aanvullende gegevens verlangen, mits deze gegevens noodzakelijk zijn voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag.

  • 6.

    De ontvangst van de subsidieaanvraag wordt schriftelijk aan de aanvrager bevestigd.

  • 7.

    Indien een monument of beeldbepalend pand meerdere eigenaren heeft, dient de subsidieaanvraag mede door deze eigenaren te zijn ondertekend.

Artikel 9 Voorwaarden

  • 1.

    De subsidie wordt uitsluitend toegekend aan de eigenaar van het object waarvoor subsidie is aangevraagd.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie mag niet met de uitvoering van de werkzaamheden zijn begonnen voordat het college heeft beslist over de aanvraag om subsidie.

  • 3.

    Het uitvoeren van de werkzaamheden moet conform de beschikking tot verlening van subsidie geschieden. Indien werkzaamheden niet (volledig) worden uitgevoerd, meldt de aanvrager dit schriftelijk aan het college, zoals bedoeld in artikel 12.

  • 4.

    Een subsidie wordt verleend en vastgesteld op de voorwaarde dat de eigenaar het gemeentelijk monument of het beeldbepalende pand in een goede staat zal onderhouden teneinde het behoud op basis van de gesubsidieerde werkzaamheden voor een periode van 10 jaar na de vaststelling van de subsidie te waarborgen.

  • 5.

    Een aanvraag voor subsidie voor een beeldbepalend pand is uitsluitend mogelijk voor exterieuronderdelen inclusief de kap en dragende constructie, mits deze cultuurhistorische waarde hebben.

  • 6.

    Het college kan aan de subsidieverlening nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt in ieder geval afgewezen wanneer:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen het belang van monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • b.

      de aanvrager bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, en deze niet zijn aangevuld;

    • c.

      voor de uit te voeren werkzaamheden een omgevingsvergunning is vereist en deze niet is verleend;

    • d.

      voor de uit te voeren werkzaamheden een andere subsidie is toegekend;

    • e.

      de kosten op grond van een verzekering of enige andere regeling zijn gedekt;

    • f.

      niet is voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 10;

    • g.

      het beeldbepalende pand aangewezen is als rijksmonument;

    • h.

      voor het betreffende monument of beeldbepalend pand waarvoor subsidie wordt gevraagd, in de vijf kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van de aanvraag subsidie is verleend op grond van deze regeling.

    • i.

      door het verlenen van subsidie het in artikel 2 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden;

    • j.

      niet wordt voldaan aan bepalingen uit deze verordening.

Artikel 11. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    Binnen 26 weken na de verzenddatum van de beschikking tot verlening van subsidie, moet gestart zijn met de instandhoudingswerkzaamheden.

  • 2.

    De instandhoudingswerkzaamheden worden uitgevoerd conform het bepaalde in de beschikking tot verlening van subsidie.

  • 3.

    De aanvrager meldt de aanvang van de instandhoudingswerkzaamheden binnen vijf werkdagen na aanvang aan het college via het “Formulier start-einde werkzaamheden”.

  • 4.

    De instandhoudingswerkzaamheden moeten binnen twee jaar na de verzenddatum van de beschikking tot verlening van subsidie zijn voltooid.

  • 5.

    De aanvrager meldt het beëindigen van de instandhoudingswerkzaamheden binnen vijf werkdagen na beëindiging aan het college via het “Formulier start-einde werkzaamheden”.

  • 6.

    De aanvrager moet binnen twee jaar na de verzenddatum van de beschikking het college verzoeken tot vaststelling van de subsidie via het “Aanvraagformulier voor het vaststellen van subsidie gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen”.

Artikel 12. Gereedmelding werkzaamheden, vaststelling en uitbetaling subsidie

  • 1.

    Binnen dertien weken na afronding van de werkzaamheden dient het aanvraagformulier voor het vaststellen van de subsidie te worden ingediend door de aanvrager.

  • 2.

    Het college stelt de subsidie definitief vast binnen zestien weken nadat het aanvraagformulier voor het vaststellen van de subsidie met bijlagen ontvangen zijn en de in de beschikking tot verlening van subsidie opgenomen werkzaamheden bij het college zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 3.

    De subsidie wordt uitbetaald binnen zes weken na de verzenddatum van de vaststellingsbeschikking.

  • 4.

    De uitbetaling van de subsidie geschiedt op het door de aanvrager bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie opgegeven bank- of gironummer.

  • 5.

    Indien de aanvrager failliet gaat voordat de subsidie definitief is vastgesteld, kan door derden geen aanspraak gemaakt worden op uitbetaling van de subsidie.

  • 6.

    Indien de werkzaamheden niet (volledig) conform de beschikking tot subsidieverlening zijn uitgevoerd, kan het college besluiten de subsidie op een lager bedrag vast te stellen.

  • 7.

    Meerwerk en niet uitgevoerde werkzaamheden die wel in de beschikking tot verlening van subsidie zijn opgenomen komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 8.

    Instandhoudingswerkzaamheden die geheel of gedeeltelijk zijn verricht door de eigenaar of door vrijwilligers c.q. personen, die voor hun werkzaamheden geen financiële vergoeding ontvangen, komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

  • 9.

    Bij de vaststelling van de subsidie is artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht onverkort van toepassing.

Artikel 13. Intrekken en terugvorderen subsidie

Het college is bevoegd tot het intrekken of wijzigen van subsidieverlenings- of subsidievaststellingsbeschikkingen, en tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van reeds uitbetaalde subsidiegelden. Ten aanzien van deze bevoegdheden is afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht onverkort van toepassing.

HOOFDSTUK 4: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 14 Bijzondere gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen, in het belang van de monumentenzorg of het behouden van cultuurhistorische waarden, afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 15 Inwerkingtreding en intrekking oude regeling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    De Subsidieverordening gemeentelijke monumenten De Ronde Venen 2015, wordt ingetrokken.

Artikel 16. Overgangsbepaling

  • 1.

    Op subsidieaanvragen die op grond van deze verordening zijn ingediend, verleend of vastgesteld vóór 1 januari 2024 is de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015 zoals deze luidde voor de 1e Wijziging Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015 van toepassing.

  • 2.

    Op onvolledige subsidieaanvragen die zijn ingediend vóór 1 januari 2024 en die daarna volledig zijn geworden, is de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015 zoals deze luidt na de 1e Wijziging Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2015 van toepassing.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2024”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen van 23 november 2023,

De raad voornoemd,

de griffier

de voorzitter

 

Enkele onderdelen van de verordening worden hier nader toegelicht.

 

Inleiding

De “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden De Ronde Venen 2024” volgt op de voorgaande “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten De Ronde Venen 2015” en is op een aantal punten aangepast. Belangrijke verschillen zijn:

  • 1.

    Om de procedure tot vaststelling van subsidie te verbeteren is een nieuw webformulier opgesteld. Met dit formulier is het voor de aanvrager van subsidie duidelijk welke stukken ingediend moeten worden.

  • 2.

    Aanvullende subsidie voor grootschalig funderingsherstel is vervallen, doordat hier geen gebruik van gemaakt werd.

  • 3.

    Het is niet meer mogelijk jaarlijks subsidie aan te vragen ten behoeve van verschillende instandhoudingswerkzaamheden van het monument of beeldbepalend pand. Met ingang van 1-1-2024 kan eens per zes jaar subsidie aangevraagd worden voor instandhoudingswerkzaamheden voor het monument. Hiermee stimuleren we eigenaren werkzaamheden te bundelen.  

Historie

Deze verordening is de opvolger van de “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten De Ronde Venen 2015”.

 

 Artikel 1, sub b. Eigenaar

Eigenaren van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Alleen eigenaren van adressen die voorkomen in het erfgoedregister van de gemeente kunnen in aanmerking komen voor de subsidie. Eigenaren van rijksmonumenten kunnen geen aanspraak maken op een gemeentelijke subsidie op basis van deze verordening. Hiervoor zijn aparte subsidie- en financieringsmogelijkheden zoals belastingaftrek en restauratiehypotheken bij het Nationaal Restauratiefonds. Alle financierings- en subsidiemogelijkheden zijn te vinden op www.monumenten.nl. Sommige rijksmonumenten zijn ook in ruimtelijke plannen opgenomen als karakteristiek of beeldbepalend pand. Deze adressen komen niet in aanmerking voor de subsidie.

Artikel 2. Subsidieplafond 

 

Het subsidieplafond is een instrument om “open einde financiering” tegen te gaan. Jaarlijks stelt de gemeenteraad bij de behandeling van de begroting de hoogte van het budget vast voor de subsidie van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden krachtens deze verordening. Dit is tevens het subsidieplafond. Ten behoeve van een efficiënte manier van werken wordt het subsidieplafond vervolgens gepubliceerd door het college, waarbij aangegeven wordt op welke wijze de beschikbare subsidiegelden verdeeld zullen worden. Dit is geregeld in artikel 3 van de verordening.

 

Artikel 3. Behandeling

Aanvragen om subsidie worden op volgorde van binnenkomst behandeld. De volgorde van binnenkomst wordt bepaald door de datum van ontvangst van de volledige aanvraag.

 

Artikel 6. Subsidiabele instandhoudingskosten

Subsidie wordt enkel toegekend als de voorgenomen werkzaamheden noodzakelijk zijn voor het behoud van het monument of beeldbepalend pand. Daarnaast moeten de werkzaamheden sober en doelmatig zijn van aard. Reconstructie (van onderdelen) is niet subsidiabel en werkzaamheden louter ter verfraaiing van het monument of beeldbepalend pand komen niet in aanmerking voor subsidie. Wel kan subsidie verleend worden voor het voorkomen van verval, zoals schilderwerk en het verbeteren van funderingen. Ook het vervangen van materiaal dat gebreken vertoont en zijn functie verloren heeft is subsidiabel. Daarbij kan gedacht worden aan het vervangen van gebroken dakpannen of gebrekkig voegwerk waardoor de afwatering weer goed functioneert.

 

De “Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten” wordt door het Rijk opgesteld ten behoeve van de bepaling van de hoogte van de subsidiabele instandhoudingskosten bij aanvragen om subsidie voor rijksmonumenten. De expertise van het Rijk op het vlak van monumentenzorg en het bepalen van noodzakelijke werkzaamheden om monumenten te behouden wordt gebruikt om te bepalen welke werkzaamheden bij subsidieaanvragen voor gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden subsidiabel zijn. De hoogte van de subsidie wordt vervolgens berekend op basis van de bepalingen in deze verordening. Beeldbepalende panden komen bijvoorbeeld niet in aanmerking voor werkzaamheden aan het interieur. De leidraad is via de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl) terug te vinden.

 

Stichting Monumentenwacht Utrecht

Een inspectie door de Monumentenwacht Utrecht is subsidiabel. Reden hiervoor is de aangetoonde positieve invloed die de inspecties en het contact van de Monumentenwacht met eigenaren hebben op de bouwkundige staat van monumenten. Het is ook mogelijk een alternatieve instantie een inspectie te laten uitvoeren of bouwkundige rapportage te laten opstellen. In dat geval zal het college de instantie voorafgaand toetsen op deskundigheid en onafhankelijkheid.

 

Artikel 7. Subsidiecategorieën

Er zijn drie subsidiecategorieën, één voor bouwwerken zoals herinneringsmonumenten of landschapselementen, één voor gemeentelijke monumenten zoals woonhuizen, boerderijen en kerken en één voor beeldbepalende panden. Per categorie is gekeken naar een realistisch percentage en maximaal subsidiebedrag op basis van subsidieaanvragen van de afgelopen jaren. Daarnaast moet rekening gehouden worden met het jaarlijks beschikbare subsidiebudget. Het doel is om met het budget jaarlijks meerdere subsidies te beschikken die ten goede komen aan het kwalitatieve behoud van monumentale waarden van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in De Ronde Venen. De subsidie moet eigenaren tegemoetkomen in de kosten van onderhoud en restauratie.  

 

De maximale subsidie voor beeldbepalende panden is de helft van het maximum voor gemeentelijke monumenten. De reden hiervoor is dat gemeentelijke monumenten een zwaardere bescherming genieten – zowel interieur als uiterlijk – en er meer regels voor gelden. Het restaureren en / of renoveren van een monument vergt ten opzichte van een beeldbepalend pand meer maatwerk. Dit neemt niet weg dat ook de interieurs van beeldbepalende panden van grote cultuurhistorische waarde kunnen zijn. Deze zijn echter niet via regelgeving beschermd.

 

Voor de subsidiecategorieën geldt een drempelbedrag van € 1.250,- aan subsidiabele kosten om in aanmerking te komen voor subsidie. Reden voor het vaststellen van dit drempelbedrag is tweeledig. Ten eerste wordt de eigenaar aangemoedigd kwalitatief hoogwaardig onderhoud en / of restauratiewerk te laten uitvoeren voor meerdere onderdelen van het monument / beeldbepalend pand. Ten tweede beperkt een drempel de administratieve lasten.

 

Artikel 8. De subsidieaanvraag

Communicatie over ontvangst van de subsidieaanvraag, de vraag om aanvullingen en het aanleveren van ingevulde formulieren zal bij voorkeur digitaal plaatsvinden.

 

Artikel 9 en 10. Voorwaarden en Weigeringsgronden 

Indien een subsidieaanvraag niet voldoet aan één van de voorwaarden of voldoet aan één van de weigeringsgronden wordt de subsidieaanvraag door het college afgewezen. Bij twijfel over cultuurhistorische waarde van het te restaureren onderdeel van het monument of beeldbepalende pand wordt de monumentencommissie om advies gevraagd.

 

Artikel 11. Verplichtingen subsidieontvanger

De formulieren voor het aanvragen en laten vaststellen van de subsidie en de formulieren voor start- en einde werk zijn te vinden op de gemeentelijke website www.derondevenen.nl. Bij de brief met beschikking tot subsidieverlening worden de formulieren start- einde werk en het vaststellingsformulier als bijlagen toegevoegd.

 

Artikel 14. Bijzondere gevallen 

In bijzondere gevallen kan het voorkomen dat op grond van strikte toepassing van de regeling geen of slechts beperkte subsidietoekenning mogelijk is. Het college kan, mits dit strookt met de intentie van de verordening, besluiten om toch een – al dan niet afwijkende – subsidie toe te kennen.