Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wageningen

Budgethoudersregeling gemeente Wageningen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWageningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBudgethoudersregeling gemeente Wageningen 2024
CiteertitelBudgethoudersregeling gemeente Wageningen 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Budgethoudersregeling gemeente Wageningen 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Financiële verordening gemeente Wageningen, eerste wijziging
  2. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

29-08-2023

gmb-2023-564487

Tekst van de regeling

Intitulé

Budgethoudersregeling gemeente Wageningen 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen,

 

Overwegende dat:

  • het noodzakelijk is aanvullende beleidsregels vast te stellen voor budgethouders en het aangaan van verplichtingen

  • gelet op de financiële verordening gemeente Wageningen

  • mede gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

  • mede gelet op de kadernotitie Mandaten 2023 gemeente Wageningen

Besluit vast te stellende volgende Budgethoudersregeling gemeente Wageningen 2024.

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Budget: de toegekende financiële middelen voor het realiseren van een samenhangend geheel aan doelstellingen, resultaten en prestatieafspraken (waaronder kengetallen en prestatie-indicatoren).

  • b.

    Verplichting: overeenkomst tot levering van goederen en/of diensten voor of door de gemeente Wageningen, een overeenkomst tot het uitvoeren van werken voor of door de gemeente Wageningen en de besteding van beschikbaar gestelde bedragen voor subsidies, gemeenschappelijke regelingen of andere bijdragen.

  • c.

    Gemeentesecretaris/Algemeen directeur: de medewerker die ambtelijk eindverantwoordelijk is voor het totale beheer van de financiële middelen.

  • d.

    Budgethouder: de medewerker die verantwoordelijk is voor de juiste besteding en beheersing van het toegekende budget.

  • e.

    Assistent: een door de budgethouder aangewezen medewerker die bevoegd is onder verantwoordelijkheid van de budgethouder te bestellen of taken met betrekking tot een aan hem toegekend budget uit te voeren.

Artikel 2. Aanwijzing budgethouder

  • 1.

    De gemeentesecretaris wijst alle in de begroting opgenomen budgetten en de door de raad beschikbaar gestelde kredieten toe aan budgethouders.

  • 2.

    Van de budgethouders en de door hen aangewezen assistenten wordt door het cluster Financiën en Control van het team Bedrijfsvoering een mandaatlijst bijgehouden waaruit hun bevoegdheden blijken in het kader van deze regeling.

  • 3.

    De mandaatlijst wordt jaarlijks voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop het betrekking heeft vastgesteld door het MT en gepubliceerd. Tussentijdse wijzigingen worden conform toewijzing door de gemeentesecretaris verwerkt in de mandaatlijst en gepubliceerd.

Artikel 3. Bevoegdheden

  • 1.

    De budgethouder is bevoegd tot het aangaan van verplichtingen binnen de door het college vast te stellen financiële grenzen die zijn opgenomen als bijlage 1 bij deze regeling.

  • 2.

    Verplichtingen mogen slechts worden aangegaan nadat de budgethouder heeft geconstateerd dat een toereikend budget beschikbaar is. Indien geen toereikend budget beschikbaar is, wordt voorafgaand bij het bestuur aanvullend budget gevraagd.

  • 3.

    Bij het aangaan van verplichtingen wordt rekening gehouden met de wet- en regelgeving omtrent inkoop en aanbesteding en de afzonderlijke mandaatbesluiten.

  • 4.

    De bevoegdheid tot het doen van bestellingen binnen afgesloten raamovereenkomsten kan de budgethouder overdragen aan een door hem aangewezen assistent.

  • 5.

    De budgethouder is bevoegd inzage te hebben in de financiële administratie van de gemeente voor die onderdelen die betrekking hebben op de hem toegekende budgetten.

Artikel 4. Verantwoordelijkheden budgethouder

De budgethouder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    een doelmatig en rechtmatig beheer van de aan hem toegewezen budgetten en een effectieve realisatie van de doelstellingen;

  • b.

    een goede onderbouwing van de in de begroting opgenomen ramingen;

  • c.

    het vastleggen van verplichtingen in de desbetreffende systemen;

  • d.

    het controleren van de juistheid van factuur en het vaststellen of de geleverde goederen en diensten voldoen aan de vooraf overeengekomen prijs, kwaliteit en kwantiteit;

  • e.

    het aangeven ten laste van welk budget de factuur komt.

De onder c, d en e genoemde taken kan de budgethouder laten uitvoeren door een assistent.

Artikel 5. Overschrijding budget

  • 1.

    De budgethouder mag een overschrijding op een kostencategorie compenseren met een onderschrijding van een andere kostencategorie behorende tot hetzelfde budget.

  • 2.

    De budgethouder mag een overschrijding van een budget compenseren met een onderschrijding van een ander budget behorende tot zijn mandaat. Dit is alleen toegestaan indien dit niet van invloed is op de totale programmarealisatie.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid genoemde bevoegdheden gelden niet voor de ruimte bij investeringsbudgetten of budgetten met onttrekking aan voorzieningen en reserves. Voor de wijziging van investeringsbudgetten en budgetten ten laste van reserves moet de raad toestemming verlenen. Voor de wijziging van budgetten ten laste van voorzieningen moet het college toestemming verlenen.

Artikel 6. Rapportage en verantwoording

  • 1.

    De budgethouder informeert het management en college zo spoedig mogelijk over de door hem gesignaleerde c.q. verwachte afwijkingen van het toegekende budget.

  • 2.

    De budgethouder is verantwoordelijk voor de verstrekking van informatie over de werkelijke, dan wel de te verwachten uitkomsten van het budget. Deze zijn onderbouwd met analyses en toelichtingen in de frequentie en in de vorm die is vastgesteld voor de beleids- en budgetcyclus.

  • 3.

    De budgethouder verstrekt tijdig alle gegevens en stukken die voor een juiste registratie in de financiële administratie en de (jaar-)verslaglegging noodzakelijk zijn.

Artikel 7. Beperkingen/vervanging

  • 1.

    De functie van budgethouder is onverenigbaar met de functie waarin een betaalopdracht kan worden gecreëerd en functies die belast zijn met het applicatiebeheer van systemen.

  • 2.

    Bij afwezigheid van de budgethouder worden de verantwoordelijkheden van de aan hem gemandateerde bevoegdheden uitgeoefend door de inhoudelijk verantwoordelijk teammanager.

  • 3.

    Bij afwezigheid van de assistent worden de aan hem overgedragen taken uitgeoefend door de budgethouder die de taken overgedragen heeft.

  • 4.

    Als sprake is van langdurige afwezigheid kan de gemeentesecretaris een waarnemend budgethouder aanwijzen. Op voordracht van de budgethouder kan bij langdurige afwezigheid een andere assistent worden aangewezen.

Artikel 8. Overige regelingen

De budgethouder moet zich houden aan de wettelijke voorschriften, alle overige verordeningen, procedures en de administratieve inrichting die betrekking hebben op de financiële administratie en het beheer van geldmiddelen.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1.

    In die gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Deze regeling is van overeenkomstige toepassing op het budgetbeheer van de griffie, waarbij de griffier treedt in de bevoegdheden van de gemeentesecretaris.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024 onder het gelijktijdig intrekken van de Budgethoudersregeling gemeente Wageningen 2020

  • 3.

    De regeling kan worden aangehaald als Budgethoudersregeling gemeente Wageningen 2024.

Wageningen, 29 augustus 2023

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

J. de Wit

de burgemeester,

F. Vermeulen

Bijlage 1: Financiële grenzen behorende bij de Budgethoudersregeling gemeente Wageningen 2024, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders dd 29 augustus 2023

 

Functionaris

Hoogte verplichting

Besteller

Tot € 7.000, -

Budgethouder

Tot € 215.000,-

Gemeentesecretaris

Tot € 500.000,-

B&W

Vanaf € 500.000, -

 

Bij verplichtingen vanaf € 215.000,- wordt de portefeuillehouder geïnformeerd.

 

Algemene toelichting op de budgethoudersregeling 2024

Inleiding

De huidige budgethoudersregeling Wageningen is vastgesteld in 2020. Destijds is uitgegaan van het leggen van verantwoordelijkheden lager in de organisatie. Hier is een begin mee gemaakt binnen Bedrijfsvoering. Nadien is het proces gestokt.

Inspelend op de uitgangspunten van Fitte organisatie en de daaruit voortvloeiende organisatieontwikkeling (coördinatoren en opgaveleiders) bestaat behoefte aan een fitte Budgethoudersregeling. Dat is een dynamische regeling die ruimte geeft om in te spelen op nieuw beleid en op nieuwe Wet- en regelgeving.

 

Huidige situatie Wageningen

De budgethoudersregeling Wageningen 2020 regelt hoe omgegaan wordt met het beheer van budgetten, de programma- en productbegroting, de administratieve inrichting (teamkostenplaatsen) en budgetafwijkingen. De regeling regelt dat managers medewerkers kunnen aanwijzen als (deel-) producthouder. De deelproducthouders kunnen vervolgens worden aangewezen als budgethouder. In voorkomende gevallen kan ook de gemeentesecretaris (door het college) als producthouder worden aangewezen. Daarnaast werkt de regeling uit hoe omgegaan wordt met rollen en bevoegdheden van verschillende functionarissen binnen Wageningen.

Per saldo is een complexe en diffuse regeling ontstaan waarvan het de vraag is of deze past binnen de kaders van andere -bovenliggende- landelijke regelingen en gemeentelijke verordeningen. Denk hierbij aan de bepalingen van Gemeentewet, BBV en de kadernotitie Mandaat en de financiële verordening van Wageningen zelf. In de praktijk betekent dit dat verandering in wet- en regelgeving direct beoordeeld moet worden op de gevolgen voor de budgethoudersregeling. Dit heeft een grote bewerkelijkheid tot gevolg.

De huidige regeling wordt uitgevoerd binnen de mogelijkheden van de systemen, waarbij de verplichtingenregistratie onvoldoende wordt ingevuld. De registratie en verwerking van ontvangen facturen vindt plaats conform de mogelijkheden van Key 2 Financiën. Het daar ingeregelde proces voldoet aan de controle vereisten.

 

Toekomst

De budgethoudersregeling geeft invulling aan de huidige inzichten van college en MT over de sturing van de ambtelijke organisatie. Hier kan een link gelegd worden naar de ontwikkeling naar het In Control Statement (ICS), waarin de brede bedrijfsvoering het uitgangspunt is. De regeling is gebaseerd op het uitgangspunt dat het MT als geheel verantwoordelijk is. Dit past binnen de ontwikkeling van het MT op strategisch/tactisch niveau en borgt de collectieve verantwoordelijkheid van het MT voor organisatiebrede of teamoverstijgende processen en resultaten. Hierin past dat de budgetverantwoordelijkheden lager in de organisatie verankerd worden. De regeling moet bijdragen aan een slagvaardige gemeentelijke organisatie.

Deze punten leiden ertoe dat de budgethoudersregeling de bedrijfsvoering moet ondersteunen door te zorgen voor borging vanaf het aangaan van verplichtingen tot en met de budgetverantwoording.

 

We kiezen voor een aangepaste regeling die de kaders geeft voor het omgaan met budgetten en de bevoegdheden van budgethouders. Voor overige onderdelen wordt dan aangesloten op andere regelingen (zoals de financiële verordening), de P&C-cyclus of op de vastgestelde uitgangspunten voor de administratieve inrichting/organisatie.

 

De regeling geeft daarmee kaders voor de uitvoering. Voor de nieuwe regeling en de implementatie daarvan hanteren we de volgende ijkpunten:

  • 1.

    De regeling sluit aan op de organisatieontwikkeling (o.a. coördinatoren en opgaveleiders).

  • 2.

    De regeling ondersteunt de sturing van het MT binnen de door het college verstrekte mandaat.

  • 3.

    De regeling versterkt de uitvoering van de P&C-cyclus Wageningen.

  • 4.

    De regeling past binnen de wet- en regelgeving om te voldoen aan de eisen van de rechtmatigheidsverantwoording.

  • 5.

    De regeling is eenvoudig uitvoerbaar.

Uitgangspunten budgethoudersregeling 2024

Om de budgetverantwoordelijkheid lager in de organisatie te kunnen leggen is het belangrijk een aantal uitgangspunten vast te leggen. Deze uitgangspunten vormen in feite de basis voor de nieuwe budgethoudersregeling. Hieronder worden ze puntsgewijs toegelicht.

 

Uitgangspunt 1: Toekenning mandaat

De bevoegdheid van het college wordt gemandateerd aan de ambtelijke organisatie. Het mandaat van het college wordt toegekend aan de gemeentesecretaris in zijn rol als algemeen directeur. Hij is eindverantwoordelijk voor het totale beheer van de financiële middelen.

De gemeentesecretaris wijst budgethouders aan op voorstel van de verantwoordelijk teammanager. Het aanwijzen van een budgethouder is niet gebonden aan de teamgrenzen.

Het MT behoudt het overzicht over het totale beheer van de budgetten door een jaarlijks vast te stellen mandaatlijst. Deze lijst wordt beheert door F&C als onderdeel van de P&C-cyclus. Dit betekent ook dat tussentijdse wijzigingen van de mandaten in het MT gemeld worden met een bekrachtiging door de gemeentesecretaris.

 

Uitgangspunt 2: Reikwijdte van de mandaatregeling

In de aan te passen regeling zijn twee begrippen inhoudelijk belangrijk voor de uitvoeringspraktijk. Dat betreft:

  • Budget

  • Hieronder verstaan we de toegekende financiële middelen voor het realiseren van een samenhangend geheel aan doelstellingen, resultaten en prestatieafspraken (waaronder kengetallen en prestatie-indicatoren).

  • Verplichting

  • Hieronder verstaan we een overeenkomst tot levering van goederen en/of diensten aan/door de gemeente, een overeenkomst tot het uitvoeren van werken voor of door de gemeente Wageningen en de besteding van beschikbaar gestelde bedragen voor subsidies, gemeenschappelijke regelingen of andere bijdragen.

Deze twee begrippen bepalen de reikwijdte van de regeling. Voor een goede uitvoering is een nadere concretisering nodig. We kunnen verschillende vormen van budgetten en verplichtingen onderscheiden:

  • 1.

    Uitvoering van (landelijke) wet- en regelgeving. De inzet van dergelijke budgetten wordt bepaald door vooraf vastgelegde criteria/regels waarop getoetst moet worden voordat beschikt wordt (je hebt er dan recht op). Als daaraan voldaan wordt heeft de budgethouder op de inzet van het budget geen invloed. Vaak is sprake van een regeling met een open einde karakter. Veelal staat hier een vorm van rijksvergoeding tegenover. Denk bijvoorbeeld aan het verstrekken van een bijstandsuitkering. De sturing op budget is beperkt mogelijk.

  • De uitvoering van lokale regelingen (zoals Warmtetoeslag) valt hier in feite ook onder. Aangezien het om gemeentelijk geld gaat weegt het budgetrecht van de raad zwaarder en moet meer gestuurd worden op budgetprognoses.

  • 2.

    Langlopende verplichtingen, zoals arbeidsovereenkomsten met medewerkers, (ver-) huurovereenkomsten en onderhoudscontracten met IT-leveranciers. Dit zijn vaak vaste en meerjarige verplichtingen. Beïnvloeding is alleen mogelijk bij het aangaan van de verplichting (aan de voorkant). Hiervoor is vaak specifieke kennis benodigd (Inkoop en HR). Uitgaven kunnen niet of nauwelijks beïnvloed worden gedurende de looptijd van de verplichting.

  • 3.

    Uitvoering van investeringen en projecten. Hiervan wordt het budget bepaald op basis van project- of investeringsbegroting, inclusief investeringskredieten. Er is sprake van een taakstellend (meerjarig) budget en/of een investeringskrediet.

  • 4.

    Variabele en kortlopende verplichtingen die veelal direct beïnvloedbaar zijn. De kosten verschillen van jaar tot jaar. Het beschikbare budget is taakstellend.

  • 5.

    Aan- en verkoop van activa (zoals onroerend goed) en het aantrekken/verstrekken van leningen.

  • 6.

    Het verwerven van inkomsten die onder het budget vallen (zoals belastingen, leges of externe subsidies). In de mandaatlijst worden de inkomsten afzonderlijk weergegeven zodat er geen sprake is van saldering binnen het budget.

Uitgangspunt 3: Functionarissen

De specifieke rollen in de budgethoudersregeling kunnen als volgt worden omschreven:

  • Budgethouder: de medewerker die verantwoordelijk is voor de juiste besteding en beheersing van het toegekende budget.

  • Assistent: een door de budgethouder aangewezen medewerker die bevoegd is onder verantwoordelijkheid van de budgethouder te bestellen of overige taken met betrekking tot een aan hem toegekend budget uit te voeren. Dit wordt vermeld op de mandaatlijst.

De overige rollen passen binnen de reguliere bedrijfsvoering van ambtelijke organisatie.

 

Uitgangspunt 4: Financiële grenzen bij het aangaan van verplichtingen

Voor de dagelijkse praktijk is invulling gegeven aan het hanteren van financiële grenzen voor het aangaan van verplichtingen. Vanuit oogpunt van beheersing en goed werkgeverschap is het nodig een keuze te maken die bijdraagt aan transparantie en integriteit.

Het zorgt er ook voor dat het MT meer in de positie komt om te sturen omdat grote investeringen/aanschaffingen veelal ook gevolgen hebben voor andere teams.

 

In de regeling is opgenomen dat verplichtingen aangegaan kunnen worden binnen de door het college vast te stellen financiële grenzen van het mandaat om verplichtingen aan te gaan. Vanaf 2024 zijn deze grenzen als volgt bepaald:

 

Functionaris

Hoogte verplichting

Besteller

Tot € 7.000, -

Budgethouder

Tot € 215.000,-

Gemeentesecretaris

Tot € 500.000,-

B&W

Vanaf € 500.000, -

 

Bij verplichtingen vanaf € 215.000,- wordt de portefeuillehouder geïnformeerd.

 

Binnen de grenzen van het mandaat om verplichtingen aan te gaan kan de gemeentesecretaris (gemotiveerd) besluiten om af te wijken van de grenzen. Dit wordt dan afzonderlijk vermeld in de mandaatlijst. Bij grote investeringen wordt over het mandaat aan de voorkant (in het desbetreffende investeringsvoorstel) expliciet besloten door het college.

 

Om het college in staat te stellen deze financiële grenzen te wijzigen wordt de staffel afzonderlijk opgenomen als bijlage bij de budgethoudersregeling.

 

Aanbestedingen

Naast deze financiële grenzen blijft gelden dat het aangaan van de verplichting altijd getoetst wordt aan het aanbestedingsbeleid. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen per contract (prijspeil 2023):

 

Enkelvoudige ondershandse aanbesteding

Tot € 50.000,-

Meervoudig ondershandse aanbesteding

Tot € 215.000,-

Europese aanbesteding

Vanaf € 215.000,- m.u.v.:

  • Werken vanaf € 5.382.000

  • Sociale en specifieke diensten vanaf € 750.000

De aanbestedingsgrenzen zijn gebaseerd op de totale opdrachtwaarde.

 

Uitgangspunt 5: Toepassing vier ogen principe

Toepassing van dit principe is van uit controle oogpunt noodzakelijk én wordt toegepast.

Voor de toepassing hiervan wordt de volgende rolverdeling gehanteerd:

  • a.

    De budgethouder kan verplichtingen aangaan en accordeert de factuur (op prijs en levering). Hierbij is ondersteuning mogelijk door de assistent en de besteller.

  • b.

    Een fiatteur geeft uiteindelijk akkoord op de betaling van de factuur via het accorderen van het betalingsvoorstel zoals opgesteld door FA. Dit als onderdeel van het reguliere werkproces.

Relatie Kadernotitie Mandaat

De aanpak van de budgethoudersregeling past binnen de kadernotitie Mandaat. Het betreft hier de uitwerking van bijlage A1.

 

Toelichting per artikel

Aanvullend op bovenstaande uitgangspunten kan per artikel nog het volgende worden toegelicht.

 

Artikel 1 Begrippen

Dit artikel geeft de begripsbepaling voor de specifieke begrippen van de budgethoudersregeling.

 

Artikel 2 Aanwijzing budgethouder

Een goede uitvoering van de budgethoudersregeling maakt het nodig dat terug te vinden is wie budgethouder is en waarvoor hij het budget kan gebruiken. Om dit te bereiken is voorafgaande publicatie en informatievoorziening essentieel. De basis hiervan vormt de jaarlijks vast te stellen mandaatlijst. De daarin opgenomen budgetten gelden voor het jaar waarvoor de begroting door de raad is vastgesteld, tenzij het bestuur hierover anders heeft besloten.

De kwaliteit hiervan zullen we in de praktijk moeten borgen en is het bewaken van juistheid, volledigheid en tijdigheid essentieel. Dit artikel regelt de wijze van publicatie en de regierol van F&C. Dat betekent dat voorstellen voor wijziging van budgethouders en budgetten vooraf afgestemd zijn met de financieel adviseur (F&C).

Essentieel onderdeel van de regeling is de publicatie. De vastgestelde mandaatlijst wordt jaarlijks gepubliceerd op WIO. De budgethoudersregeling heeft externe werking, daarom wordt de mandaatlijst in verkorte vorm extern gepubliceerd om te voldoen aan de eisen van artikel 4.81 Algemene Wet Bestuursrecht. De externe publicatie betreft budgethouder (functie), omschrijving (waar mag het budget voor gebruikt worden) en bedrag.

 

Artikel 3. Bevoegdheden en artikel 4 Verantwoordelijkheden van de budgethouder

Deze artikelen bepalen bevoegdheden en verantwoordelijkheden om de geformuleerde uitgangspunten uit te kunnen voeren. Deze artikelen geven de juridische grenzen. Onder het bestuur zoals benoemd in artikel 3 lid 2 wordt verstaan het college dan wel de raad. De financiële verordening van de gemeente Wageningen geeft de kaders om te kunnen bepalen welk bestuursorgaan bevoegd is. De assistent (artikel 3 lid 4) is de door de budgethouder aangewezen assistent die kan bestellen; in artikel 1 is de assistent nader gedefinieerd.

Bij de implementatie van de budgethoudersregeling worden deze artikelen ingevuld in processen en systemen. Deze moeten het mogelijk maken dat de bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de budgethouder uitvoerbaar zijn. Onder systemen verstaan we alle systemen waarin verplichtingen worden vastgelegd. Denk daarbij aan Suite, Key2Financiën, Afas, Pactum.

 

Artikel 5. Overschrijding budget

Compensatie zoals beschreven in dit artikel kan alleen plaatsvinden binnen de grenzen van BBV en de geldende financiële verordening van de gemeente Wageningen.

Het artikel geeft aan de budgethouder de mogelijkheid te compenseren als dit kan binnen de programma realisatie. Die realisatie betreft de inhoudelijke realisatie van doelen en uitvoering van wettelijke taken binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget. Afhankelijk van de impact op de realisatie wordt de portefeuillehouder geïnformeerd over de compensatie.

Als budget beschikbaar is terwijl nog niet alle doelen zijn gerealiseerd kan de budgethouder niet zelfstandig besluiten tot compensatie.

 

Artikel 6. Rapportage en verantwoording

De regeling gaat uit van het toekennen van middelen voor het realiseren van een samenhangend geheel aan doelstellingen, resultaten en prestatieafspraken (waaronder kengetallen en prestatie-indicatoren). Daarmee is de budgethouder verantwoordelijk voor inhoud en aanwending van het budget. Zij bespreekt de ontwikkelingen met de inhoudelijk verantwoordelijk teammanager/eigenaar

Om dit te borgen zijn in de regeling bepalingen opgenomen omtrent rapportage en verantwoording. Voor het goed functioneren van de regeling is het essentieel dat de informatievoorziening op orde is via budgetoverzichten.

Artikel 6 regelt de basis voor rapportage en verantwoording over de besteding van het budget en inhoudelijke realisatie door de budgethouder. Hieronder valt het rapporteren van afwijkingen van het toegekende budget in de dagelijkse praktijk als onderdeel van het reguliere werkoverleg met de inhoudelijk verantwoordelijk manager of de gemeentesecretaris. Doel: vinger aan de pols, draagvlak en bijsturen indien nodig.

Daarnaast levert de budgethouder de benodigde periodieke bijdrage aan begroting, bestuursrapportages en jaarrekening binnen de beleids- en beheercyclus (P&C-cyclus). Dit draagt bij aan de verantwoording van het college aan de raad. De randvoorwaarde dat de informatie juist en tijdig wordt aangeleverd is vastgelegd in lid 3 en is noodzakelijk om de basis op orde te hebben en goed te kunnen verantwoorden.

 

Artikel 7. Beperkingen en vervanging

Dit artikel regelt de onverenigbaarheid van functies en de vervanging bij langdurige afwezigheid. Langdurige afwezigheid houdt in dat sprake is van een afwezigheid van 6 weken of langer.

 

Artikel 8. Overige regelingen

Dit artikel kadert de rechtmatigheidsvereisten voor de budgethouder.

 

Artikel 9. Slotbepalingen

Bijzonder onderdeel is de toepassing van de regeling voor de griffie. Lid 2 regelt dat de budgethoudersregeling ook daarvoor van toepassing is. Voor deze aanpak is gekozen om daarmee de gemeentelijke praktijk te standaardiseren.