Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noardeast-Fryslân

Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Noardeast-Fryslân 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoardeast-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Noardeast-Fryslân 2024
CiteertitelLegesverordening gemeente Noardeast-Fryslân 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van heffing is 1 april 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-03-2024bijlage

07-03-2024

gmb-2024-138450

29-12-202330-03-2024nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2023-564406

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Noardeast-Fryslân 2024

De raad van de gemeente Noardeast-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Noardeast-Fryslân 2024 (Legesverordening Gemeente Noardeast-Fryslân 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • 2.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • 3.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • 4.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • 5.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a)

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b)

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c)

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1)

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • 2)

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • 3)

    de diensten van een in de Friese taal opgesteld stuk in het Nederlands of van een Nederlands stuk in het Fries, voor zover dit betreft:

    • a.

      de notulen of besluitenlijsten van een vertegenwoordigend orgaan, waarbij de aanvrager een rechtstreeks belang heeft;

    • b.

      overige besluiten en handelingen waarbij de aanvrager een rechtstreeks belang heeft;

    • c.

      algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels van een vertegenwoordigend orgaan.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Voor zover in de tarieventabel uurtarieven zijn opgenomen wordt op verzoek bij de aanvraag van de dienst een raming gegeven van het aantal met de dienstverlening gemoeide uren.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een elektronisch bericht, stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of digitaal aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a)

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b)

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c)

      digitaal wordt gedaan, terstond;

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • a)

      paragraaf 1.1. (akten burgerlijke stand);

    • b)

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • c)

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • d)

      artikel 1.15 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • e)

      artikel 1.25.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • f)

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De verordening op de heffing en invordering van leges 2023 van 20 juni 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening gemeente Noardeast-Fryslân 2024.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân in zijn openbare vergadering

van 21 december 2023.

De Raad voornoemd,

de griffier,

mr. S.K. Dijkstra

de voorzitter,

mr. J.G. Kramer

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Noardeast-Fryslân 2024

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

1.1.1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetten van een geregistreerd partnerschap in huwelijk:

€ 247,85

1.1.2.

kosteloze voltrekking geldt op de volgende dagen: Dinsdag- of Donderdagochtend om 09:00 en 09:15

€ 0

1.1.3.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of geregistreerd partnerschap of omzetten van een geregistreerd partnerschap in huwelijk op zaterdag

€ 638,10

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

vervallen

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Het tarief genoemd onder 1.1.1. t/m 1.1.3. wordt verhoogd voor een huwelijksvoltrekking of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis (o.a. Engelmansplaat) met

€ 59,90

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis 

vervallen

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand te benoemen voor één dag:

€ 155,60

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 22,70

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van veertien dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum (niet van toepassing).

Artikel 1.8 Trouw-/partnerschapsboekje en overige documenten en naspeuringen

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.8.1.

Trouw-/partnerschapsboekje (of een duplicaat daarvan)

€ 32,95*

1.8.2.

Trouw-partnerschapsboekje (incl. uittreksel burgerlijke stand) VERVALLEN

1.8.3.

Verklaring huwelijksbevoegdheid

€ 29,00

1.8.4

Naspeuringen registers burgerlijke stand, per kwartier:

€ 14,30

1.8.5

Een uittreksel of afschrift uit het register van de Burgerlijke stand

€ 16,60

1.8.6

een attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (wettelijk vastgesteld tarief)

€ 16,60

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.9.1.

een nationaal paspoort:

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85*

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40*

1.9.2.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.9.1. (zakenpaspoort):

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85*

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40*

1.9.3.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85*

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40*

1.9.4.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40*

1.9.5.

Tweede paspoort (niet van toepassing)

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.10.1.

een Nederlandse identiteitskaart:

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80*

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90*

1.10.2.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90*

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.11.1.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05*

*Dit betreffen de maximumtarieven per 1 januari 2024

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 48,15.*

Artikel 1.13 Modaliteiten

1.13.1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12.1. wordt:

1.13.1.1.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 34,10

1.13.1.2.

voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het vervangen of vernieuwen van een rijbewijs bij vermissing of beschadiging geldt het in 1.12 gehanteerde tarief vermeerderd met

€ 22,50

1.13.2.

vervallen

1.13.3.

De verhogingen genoemd onder 1.13.1 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

1.13.4.

vervallen

* Dit is vanaf 1 juli 2023 het maximumtarief van € 34,95, vermeerderd met het rijkskostendeel van € 13,20.

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.14.1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.14.2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 8,70

1.15.2.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: niet van toepassing

1.15.3.

In afwijking van het bepaald in 1.15.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van:

1.15.4

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200), niet van toepassing

1.15.5

Het op grond van het onder 1.15.4 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag van de aanvrager medegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de kennisgever ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van gegevens van een aanvraag:

1.16.1.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 2,50

1.16.2.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar, niet van toepassing

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

1.17.1.In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50*

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 19,50

1.18.2.

Het op grond van 1.18.1. verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

* Dit is het maximumtarief.

 

Paragraaf 1.5 Bestuur stukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuur stukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.1.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 31,65

1.19.2.

een afschrift van de gemeenterekening:

€ 31,65

1.19.3.

afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina

€ 0,70

1.19.4.

afschrift van stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

€ 0,70

1.19.5.

afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina

€ 0,70

1.19.6.

afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€ 0,70

1.19.7.

het gemeenteblad, per pagina:

€ 0,70

1.19.8.

een afschrift van een verordening, per pagina

€ 0,70

Artikel 1.20 Abonnement op bestuur stukken

N.v.t.

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger als bedoeld in artikel 1.22.2

1.21.1.

in digitale vorm

€ 48,35

1.21.2.

het tarief zoals weergegeven in 1.21.1. wordt vermeerderd met het tarief zoals opgenomen in artikel 1.34. indien het een aanvraag voor het verstrekken van fotokopieën betreft

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

1.22.1.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 8,70

1.22.2

in afwijking van het bepaalde in 1.21.1. bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 8,70

1.22.3

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3., lid 5, van de Erfgoedwet

€ 8,70

1.22.4.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

€ 8,70

1.22.5.

voor het verstrekken van milieutechnische en planologische gegeven over onroerende zaken

€ 77,50

1.22.6.

Voor het verstrekken van milieutechnische of planologische gegevens over onroerende zaken

€ 39,55

1.22.7.

Tot afgifte verklaring en (indien van toepassing ) uittreksel op grond van de Wet Kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (WKPB), per adres

€ 98,35

1.22.8.

Voor verstrekken kadastrale informatie wordt een tarief in rekening gebracht als genoemd in de Tarievenregeling Kadaster

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

1.23.1.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€ 8,70

1.23.2.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

€ 8,70

1.23.3.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

€ 8,70

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszake

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

N.v.t.

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

1.25.1.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.25.1.1.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35*;

1.25.1.2.

tot het legaliseren van een handtekening of foto, per legalisatie

€ 7,05

1.25.1.3.

tot het verkrijgen van bewijs van Nederlanderschap

€ 11,95

1.25.1.4.

Overige verklaringen omtrent personen of zaken in belang van aanvrager opgemaakt, per exemplaar

€ 11,95

1.25.1.5.

tot het verkrijgen van een enkelvoudig verzoek optieverklaring

€ 206,00

1.25.1.6.

tot het verkrijgen van een gemeenschappelijk verzoek optieverklaring

€ 351,00

1.25.1.7

tot het verkrijgen van een mede-opterende minderjarige

€ 23,00

1.25.2

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.25.2.1.

tot een naturalisatieverzoek 1 persoon

€ 970,00

1.25.2.2.

tot en naturalisatieverzoek samen met partner

€ 1.238,00

1.25.2.3.

tot het mee-naturaliseren van een minderjarig kind, per kind

€ 143,00

1.25.2.4.

Verzoek door staatloze of vergunninghouder om asiel (1 persoon)

€ 722,00

1.25.2.5.

het verzoek door een staatloze of vergunninghouder om asiel samen met partner

€ 991,00

* Dit is het maximumtarief vanaf 1 maart 2016.

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.26.1.

voor het doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 19,50

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1.27.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk in digitale vorm

€ 39,60

1.27.2.

het tarief zoals weergegeven in 1.27.1. wordt vermeerderd met het tarief zoals opgenomen in 1.34. voor de aanvraag voor het verstrekken van fotokopieën

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

vervallen

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Vervallen

Artikel 1.30 Leegstandwet

1.30.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning voor tijdelijke verhuur van een leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet

€ 60,90

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.31.1.

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen

1.31.1.1.

Voor één kansspelautomaat voor periode van maximaal 12 maanden

€ 56,50;*

1.31.1.2.

Voor één kansspelautomaat welke vergunning geldt voor een periode tot maximaal vier jaar

€ 226,50*

1.31.1.3.

Voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van maximaal 12 maanden, voor de eerste speelautomaat

€ 56,50*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00*

1.31.1.3.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode tot maximaal vier jaar, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00*

1.31.1.4.

Voor een vergunning van één kansspelautomaat welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50;*

1.31.1.5.

Voor een vergunning van twee of meer kansspelautomaten welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50.*

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00*

1.31.2.

artikel 1.31.1 is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. Een gedeelte van een maand wordt als volle kalendermaand aangemerkt

1.31.3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 42,20

1.31.4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2.39 Van de APV

* Dit is het maximumtarief.

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet en andere nutsvoorzieningen

1.32.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden

1.32.1.1

indien het betreft tracés tot 5000 m1

€ 405,00

1.32.1.2

indien het tracés betreft vanaf 5000 m1 en meer, per m1 tracé

€ 0,07

1.32.2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van toestemming als bedoeld in de AVOI omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m1

€ 63,90

1.32.3.

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.32.1. en 1.32.2. genoemde bedrag per overleg verhoogd met

€ 367,90

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.33.1.

Om een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met een geldigheidsduur van een:

1.33.1.1 dag

€ 4,55

1.33.1.2. week

€ 18,05

1.33.1.3. halfjaar

€ 35,85

1.33.1.4. jaar

€ 71,70

1.33.2.

voor het verkrijgen van een vergunning voor parkeren op door het college van burgemeester en wethouders , bij openbaar te maken besluit, aan te wijzen weggedeelten en tijdstippen die bestemd zijn het parkeren door vergunninghouder, per jaar

€ 190,90

Indien de vergunning als bedoeld in artikel 1.33.2. in de loop van het jaar wordt vertrekt, is leges verschuldigd, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde leges als er in dat jaar na de vergunning verstrekking nog volle kalendermaanden overblijven. Indien van de vergunning als bedoeld in artikel 1.33.2 in de loop van het kalenderjaar geen gebruik meer wordt gemaakt en bij de gemeente wordt ingeleverd, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde leges als er in dat jaar, na inlevering van de vergunning, nog volle maanden overblijven.

1.33.3.

Om een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 44,50

1.33.4.

Tot verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 55,00

1.33.5.

Voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in onderdeel 1.33.4. in geval van beschadiging, verlies of diefstal

€ 55,00

1.33.6.

Het legestarief van artikel 1.33.4. wordt, wanneer ter zake van de aanvraag een geneeskundig onderzoek moet plaatsvinden verhoogd met het bedrag dat door de keuringsarts bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht.

1.33.7.

voor het verkrijgen van gereserveerde invalidenparkeerplaats (op kenteken)

€ 75,00

1.33.7.a

Het tarief bedraagt voor het wijzigen van een onderbord met kenteken

€ 29,50

1.33.8.

Als een aanvraag als bedoeld onder 1.33.4., 1.33.5. of 1.33.7. wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van de volledige ter zake verschuldigde leges met uitzondering van de kosten van een geneeskundig onderzoek als bedoeld in onderdeel 1.33.6

1.33.9.

Het tarief bedraagt voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2.10 APV

€ 36,10

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.34.1.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 9,60

1.34.2.

en het vervaardigen van (fotografische) afdrukken van tekeningen per m2

€ 9,60

1.34.3.

het tarief als bedoeld in 1.34.1. en 1.34.2. wordt berekend op basis van het papierformaat, waarbij geldt dat

1.34.3.1.

A4 formaat = 0,0625 m2

1.34.3.2..

A3 formaat = 0,125 m2:

1.34.3.3.

A2 formaat = 0,25 m2

1.34.3.4.

A1 formaat = 0,5 m2

1.34.3.5.

A0 formaat = 1 m2

1.34.4.

voor het verstrekken van fotokopieën en afdrukken per pagina:

1.34.4.1.

Zwart

1.34.4.1.1.

Formaat A4

€ 0,40

1.34.4.1.2.

Formaat A3

€ 0,50

1.34.4.2.

Kleur

1.34.4.2.1.

Formaat A4

€ 0,65

Formaat A3

€ 0,85

1.34.5.

voor het afgeven of verstrekken van scans

1.34.5.1.

minder dan 50, per scan

€ 0,30

1.34.5.2.

50 of meer, voor het meerdere per scan

€ 0,15

1.34.6.

voor het verstrekken van gegevens op een USB worden de bedragen onder 1.34.5. verhoogd met

€ 8,40

1.34.7.

a.

Voor het verstrekken van kopieën van schriftelijke stukken op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Wet openbaarheid van bestuur gelden de uitgangspunten zoals weergegeven onder artikel 1.34.2 tot en met 1.36.6.

b.

Indien het bepaalde in de artikelen 1.34.6. en 1.34.6.1. toepassing vindt, worden de daar bedoelde aanvragen in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begrote kosten aan de aanvrager zijn medegedeeld, tenzij de aanvraag voor dat tijdstip schriftelijk is ingetrokken.

1.34.8.

voor het verstrekken van stukken of uittreksels voor zover daarvoor niet elders in deze Titel of wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per exemplaar

€ 6,55

1.34.9.

voor het vertalen van een in het Fries opgesteld stuk naar het Nederlands, per kwartier

€ 15,20

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

het tarief bedraagt voor de aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning of ontheffing

1.35.1

voor het verbranden van snoeiafval, het stoken van vuur, plaatsen van tijdelijke reclameborden, staand wantvisserij, verlotingen en huis-aan-huis verkoop en collectes

€ 46,40

1.35.2.

overige nog niet in de verordening benoemde aanvraag tot vergunningen, ontheffingen, beschikking of afschrift per stuk

€ 61,20

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

Verkennen en/of beoordelen van een initiatief: Het in behandeling nemen van een schriftelijk verzoek voor het beoordelen of een initiatief haalbaar is op grond van de regels van het omgevingsplan of de evenwichtige toedeling van functies, en (mogelijk) andere regelgeving voor de fysieke leefomgeving

-

Intaketafel: een overleg dat plaatsvindt voor de fase dat een vergunning is aangevraagd met een of meerdere vertegenwoordigers van betrokken bestuursorgaan teneinde de wenselijkheid van een initiatief te toetsen aan het (tijdelijke) omgevingsplan.

-

Omgevingstafel: een overleg dat eventueel plaatsvindt na afronding van de intaketafel en voor de fase dat een vergunning is aangevraagd met een of meerdere vertegenwoordigers van betrokken bestuursorganen teneinde te onderzoeken of het initiatief mogelijk gemaakt kan worden.

-

Binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

Binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

-

Kruimelgevallenlijst: gevallen waarvoor onder aangewezen gevallen (tijdelijk) afgeweken kan worden van het bestemmingsplan die opgenomen zijn in Bijlage II, artikel 4 Besluit omgevingsrecht (Bor).

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

Omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van Verkennen en/of beoordelen van een initiatief: zoals omschreven in artikel 2.1., sub 3 die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 90,00

2.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van intaketafel over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 567,00

3.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een omgevingstafel over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

a.

voor een eerste overleg:

€ 2.232,00

b.

voor elk volgend overleg:

€ 2.232,00

Teruggave als gevolg van vooroverleg gevolgd door omgevingsvergunning binnen 6 maand

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

over het deel van de bouwkosten tot € 200.000:

1,75 %

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 150,00

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 500.000:

1,50 %

van de bouwkosten;

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000

1,25%

van de bouwkosten;

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a. 1

Aanvraag voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (voor een bouwactiviteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels voor het bouwen):

€ 567,00

a. 2

Aanvraag voor binnenplanse omgevingsplanactiviteit met toetsing aan welstandseisen zonder adviescommissie (niet van toepassing)

a. 3

Aanvraag voor binnenplanse omgevingsplanactiviteit met beoordeling bodemkwaliteit (niet van toepassing – zie 2.48 e)

a. 4

Aanvraag voor binnenplanse omgevingsplanactiviteit met beoordeling aan voorbereidingsbesluit

€ 613,20

2.6.b

Aanvraag voor binnenplanse omgevingsactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht

€ 550,00

2.6.c1

Aanvraag voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit (voor een andere bouwactiviteit die in strijd is met het omgevingsplan) bij geringe afwijking tijdelijk omgevingsplan met toepassing kruimelgevallenlijst

€ 1.250,00

2.6.c2

Aanvraag voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit (voor een andere bouwactiviteit die in strijd is met het omgevingsplan) bij grote afwijking tijdelijk omgevingsplan anders dan kruimelgeval

€ 5.375,00

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Aanvraag voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 468,00

b.

Aanvraag voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 603,00

c.

Aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 603,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening Noardeast-Fryslân 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 830,45

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 830,45

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 830,45

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 830,45

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 967,50

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 967,50

d.

Als het een archeologisch monument betreft, worden de genoemde tarieven in artikel 2.8 a, b en c gehanteerd

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 1.000,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.000,00

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening Noardeast-Fryslân (2019) in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit

€ 639,00

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 754,20

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 866,70

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.120.20

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.962,50

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Bij oprichting of verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

a.

per milieubelastende activiteit

€ 1.962,50

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

per milieubelastende activiteit

a.

Bij oprichting:

1) voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

 

€ 5.450

 

2) voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

c.

indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande

€ 7.357.50

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

per milieubelastende activiteit

a.

Bij oprichting:

1) voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

 

€ 5.450

 

2) voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

per milieubelastende activiteit

a.

Bij oprichting:

1) voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

 

€ 5.450

 

2) voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

c.

indien er sprake is van een IPPC installatie, bedraagt het tarief in afwijking van bovenstaande

€ 7.357.50

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

per milieubelastende activiteit

a.

Bij oprichting:

1) voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

 

€ 5.450

 

2) voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Per milieubelastende activiteit

a.

Bij oprichting:

1) voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

 

€ 5.450

 

2) voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

per milieubelastende activiteit

a.

Bij oprichting:

1) voor zover het de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 5.450

 

2) voor zover het niet de hele milieubelastende activiteit betreft

€ 1.962,50

b.

bij verandering of actualisatie (niet ambtshalve)

€ 1.962,50

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 675,00

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 675,00

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in de AVOI bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 555,30

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in de AVOI, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, wordt het tarief vastgesteld op grond van de uitgangspunten van artikel 1.32. van de tarieventabel behorende bij de legesverordening

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met normwaarde archeologische verwachtingswaarde en/of archeologische verwachtingen, als bedoeld in artikel het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 555,30

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 555,30

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 555,30

6.

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

€ 677,70

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

b. indrijven van voorwerpen,

c. ophogen van de grond, of

d. verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan:

€ 573,30

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 693,00

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 333,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 400,50

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 416,60

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 105,45

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (voor een aanlegactiviteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels):

€ 677,70

a.1.

Verhoging voor aanvraag voor binnenplanse omgevingsactiviteit met beoordeling aan voorbereidingsbesluit

€ 677,70

a.2.

Verhoging voor aanvraag voor binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht

€ 677,70

b.

Verhoging voor aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (voor een andere aanlegactiviteit die in strijd is met het omgevingsplan:

€ 753,30

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie

Niet van toepassing

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

1.

Aanvraag voor het kappen van een boom

€ 0,00

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan of de algemene plaatselijke verordening voorzover het meest recent gepubliceerd:

€ 0,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor zover het meest recent gepubliceerd:

€ 0,00

2.

Aanvraag voor het kappen van een beschermde boom of het vellen van een beschermde houtopstand

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel het omgevingsplan of het meest recent gepubliceerd in de algemene plaatselijke verordening

€ 0,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 0,00

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Aanvraag handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 108,65

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 108,65

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 48,50

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 48,50

c.

Aanvraag voor het plaatsen van objecten op de weg voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 48,50

d.

Aanvraag voor het plaatsen van objecten op de weg voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit

€ 92,90

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Zie hoofdstuk 3 van deze tarieventabel

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunning plichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 378,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 378,00

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 445,50

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunning plichtige activiteit:

€ 378,00

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 370,80

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 370,80

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

per milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 663,30

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 663,30

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 663,30

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief

€ 162,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief

€ 162,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief

€ 162,00

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief

€ 162,00

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 90,00

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

2.40.a.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

€ 141,35

2.40.b

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een eerder verleende omgevingsvergunning als gevolg van, een naar omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging van het project

€ 180,00

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 90,00

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 127,80

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Niet van toepassing

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 6.750,00

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 180,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verzoek tot overschrijving van een verleende vergunning

€ 180,00

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de verschuldigde leges verhoogd met:

35%

Met een maximum van:

€ 1.500,00

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 432,00

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 432,00

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 432,00

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 288,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 288,00

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 288,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 288,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 522,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 990,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 288,00

Artikel 2.50 Advies 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 524,70

b.

voor een welstandsadvies van de gemeentelijke adviescommissie Hûs en Hiem, per uur

€ 225,00

c.

voor ander advies dan welstand van de gemeentelijke adviescommissie Hûs en Hiem, per uur

€ 225,00

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in art. 2.11.5.1.1 tot en met 2.11.5.1.3 het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

2.

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

3.

Bovenstaande artikelen 2.51. 1 en 2 zijn niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen is voorafgegaan door een aanvraag om intaketafel en/of omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges voor de onder paragraaf 2.3. tot en met 2.8. verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

Maximaal 100% van de voor de aanvraag intaketafel en/of omgevingsoverleg verschuldigde leges met dien verstande dat dit niet tot een negatieve leges voor de aanvraag om de omgevingsvergunning kan leiden.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

3.

Onverminderd het voorgaande blijkt bij toepassing van het eerste lid voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning zoals benoemd in paragraaf 2.3. tot en met 2.8. in ieder geval verschuldigd:

€ 100,00

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in paragraaf 2.3 tot en met 2.8. De teruggaaf bedraagt:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in artikel 2.5. en 2.6. De teruggaaf bedraagt:

60%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges. Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking op aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure of uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt na ontvangst van de betreffende aanvraag terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges van paragraaf 2.3. tot en met 2.8. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 15 dagen na de indiening van de aanvraag:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 15 dagen tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

  • d.

    Voor een aanvraag dat is ingediend voor onjuiste activiteiten, binnen 15 dagen worden ingetrokken en om te worden hergebruikt om dit verzuim te herstellen

100%

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschriftop de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen 15 dagen na de indiening van de aanvraag:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 15 dagen tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

d.

Voor een aanvraag dat is ingediend voor onjuiste activiteiten, binnen 15 dagen worden ingetrokken en om te worden hergebruikt om dit verzuim te herstellen

100%

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- aanleg- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

30%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 50 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Uitoefenen horeca- en slijtersbedrijg

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 430,20

3.1.2

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 29,05

3.1.3

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 29,05

3.1.4

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 108,30

3.1.5

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 167,50

Artikel 3.2 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.2.1

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Gemeente Noardeast-Fryslân

 

3.2.1.1

voor een Horecabedrijf uit categorie 1 conform “richtlijnen voor de exploitatievergunning horeca”

€ 127,10

3.2.2.2

voor een Horecabedrijf uit categorie 2 conform de richtlijnen voor de exploitatievergunning horeca”

€ 374,30

3.2.2.3

voor een Horecabedrijf uit categorie 3 conform "richtlijnen voor de Exploitatievergunning horeca".

€ 472,80

3.2.2.4

Een aanvraag om een vergunning tot het aanwezig hebben van een terras op de weg bij een inrichting zoals bedoeld in artikel 2.28a van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Noardeast-Fryslân

€ 195,00

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3.5. van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een escortbedrijf:

€ 1.018,90

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 1.018,90

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.018,90

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met niet van toepassing

b.

als de aanvraag tot het verlenen van de vergunning mede ziet op een seksinrichting vermeerderd met niet van toepassing

3.

Als meerdere aanvragen als bedoeld in het eerste lid gelijktijdig worden ingediend en betrekking hebben op hetzelfde seksbedrijf en dezelfde exploitant, worden de op grond van dat lid verschuldigde leges voor iedere tweede en volgende van die aanvragen verminderd met:

.

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.5 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

a.

de exploitant aan wie de vergunning is verleend:

€ 464,40

b.

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders:

€ 464,40

c.

de activiteit waarvoor de vergunning is verleend:

€ 464,40

d.

het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt:

€ 258,00

e.

het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend:

€ 258,00

f.

het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend:

€ 258,00

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.5.1.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet:

€ 224,45

3.5.2

Tot het verlenen van toestemming om een in 3.5.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 224,45

3.5.3.

wijziging van een in onderdeel 3.5.1. bedoelde ontheffing:

€ 224,45

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

3.6.1.

Klasse A evenement zoals bedoeld in het evenementenbeleid Noardeast-Fryslân 2021-2025, zoals raadpleegbaar internetsite noardeast-fryslan.nl

€ 79,10

3.6.2.

Klasse B evenement zoals bedoeld in het evenementenbeleid Noardeast-Fryslân 2021-2025, zoals raadpleegbaar internetsite noardeast-fryslan.nl 

€ 137,10

3.6.3.

Klasse C evenement zoals bedoeld in het evenementenbeleid Noardeast-Fryslân 2021-2025, zoals raadpleegbaar internetsite noardeast-fryslan.nl 

€ 806,85

3.6.4.

Klasse 0 evenement

€ 0,00

Artikel 3.7 Organiseren markt

N.v.t. (valt onder evenement)

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 standplaatsvergunningen en andere vergunningen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke verordening:

Voor een dag

€ 15,30

c.

Voor een week

€ 24,80

d.

Voor een maand

€ 49,30

e.

Voor drie maanden

€ 92,30

f.

Voor zes maanden

€ 136,60

g.

Voor een jaar

€ 158,20

h.

Langer dan éen jaar

€ 203,75

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt 

N.v.t.

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

N.v.t.

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

 

Niet van toepassing

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

Niet van toepassing

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Niet van toepassing

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Niet van toepassing

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

Niet van toepassing

Artikel 3.16 Toeristische verhuur

Niet van toepassing

[Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

Niet van toepassing

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 55,00

 

Paragraaf 4 Geluidhinder

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag verlenen ontheffing geluidhinder

€ 30,95

 

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2023

De griffier van gemeente Noardeast-Fryslân

 

Bijlage bij tarieventabel leges

Vastgestelde richtlijnen (collegebesluit d.d. 19 november 2019) voor de exploitatievergunning horeca:

 

  • -

    horecabedrijf categorie 1; hieronder vallen horecabedrijven waarvan, gelet op de aard en de omvang ervan, mag worden verwacht dat ze niet of in zeer geringe mate de huidige en/of toekomstige woon-/leefsituatie kunnen aantasten en/of de openbare orde kunnen verstoren ( b.v. ijssalons, theeschenkerijen zonder alcoholverstrekking, hotels zonder maaltijd, mini campings, kleinschalige culturele- en/of info centra e.d.).

  • -

    een horecabedrijf categorie 2; hieronder vallen de horecabedrijven waarvan, gelet op de aard en de omgeving ervan, mag worden verwacht dat ze in geringe mate de huidige en/of toekomstige woon-/leefsituatie kunnen aantasten en/of de openbare orde kunnen verstoren (b.v.restaurants, hotels met maaltijden, cafétaria’s en snackbars geopend tot 24.00 uur, lunchrooms, dorpshuizen, sportkantines e.d.).

  • -

    een horecabedrijf categorie 3; hieronder vallen de horecabedrijven waarvan, gelet op de aard en de omvang ervan, mag worden verwacht dat zij in min of meer ernstige mate de huidige en/of toekomstige woon-/leefsituatie kunnen aantasten en/of de openbare orde kunnen verstoren (cafétaria’s en snackbars met een sluitingstijd na 24.00 uur, cafés en bars, campings, bar-dancings, discotheken, nachtclubs e.d.).

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2023

De griffier van gemeente Noardeast-Fryslân,

 

Mr S.K. Dijkstra