Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woerden

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoerden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024
CiteertitelVerordening marktgelden 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening marktgelden 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2023-564391

Z/23/063610

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

De raad van de gemeente Woerden;

 

gelezen het voorstel d.d. 14 november 2023 van:

  • -

    burgemeester en wethouders

gelet op het bepaalde artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet, de Marktverordening Woerden 2017, het Inrichtingsplan Streekmarkt Woerden 2020 en het Inrichtingsplan Woensdagse Warenmarkt Woerden 2020;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de

 

“Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024”

Artikel 1. Definities

Warenmarkt : de markt, als bedoeld in artikel 1 van het Inrichtingsplan Woensdagse Woensd Warenmarkt 2020;

Streekmarkt : de markt, als bedoeld in artikel 1 van het Inrichtingsplan Streekmarkt 2020;

Koeiemart : de markt, die jaarlijks op de eerste woensdag na 20 oktober wordt georganiseerd door de gemeente Woerden;

Standplaats : een aangewezen plaats van maximaal 10 vierkante meter zijnde één kraam;

Vaste standplaats : een plaats die door de houder van een vaste standplaatsvergunning wordt ingenomen;

Marktdag : periode van 24 uur, aangevangen op 0.00 uur.

Artikel 2. Belastbaar feit

In deze verordening wordt onder de naam marktgelden een recht geheven voor het innemen van een standplaats, als bedoeld in de Marktverordening Woerden 2017.

Artikel 3. Belastingplicht

De marktgelden worden geheven van degene die een standplaats inneemt, dan wel van degene aan wie een standplaats is toegewezen.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarieven

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een marktdag voor een gehele marktdag aangemerkt en een gedeelte van een vierkante of strekkende meter voor een gehele vierkante of strekkende meter gerekend.

  • 3.

    Bij de berekening van het aantal strekkende meters, de diepte of de ingenomen oppervlakte worden mede in aanmerking genomen de overkappingen en de ruimte binnen het latwerk en andere bevestigingsmiddelen voor overkappingen van uitstalruimte, alsmede voertuigen en andere voorwerpen die binnen de uitstalruimte zijn geplaatst.

Artikel 5. Belastingjaar

  • 1.

    Voor vaste standplaatsen is het belastingjaar gelijk aan een kalenderjaar.

  • 2.

    Voor dagstandplaatsen en gronduitstalling ten behoeve van standwerken of demonstratie is het belastingjaar gelijk aan een marktdag.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld voor een vaste standplaats wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt het marktgeld voor een dagstandplaats en gronduitstalling ten behoeve van standwerken of demonstratie geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    Het recht is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij het begin van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar begint, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde marktgelden als er in dat jaar, na het begin van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde marktgelden als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00, maar minder is dan € 7.501,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de marktgelden worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Overgangsrecht

De ‘Verordening marktgelden 2023’ van 21 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening marktgelden 2024”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woerden in zijn

openbare vergadering, gehouden op 21 december 2023.

De griffier,

drs. F.E.H.M. Backerra

De voorzitter,

V.J.H. Molkenboer

Bijlage Tarieventabel behorende bij de “Verordening marktgelden 2024”

 

Hoofdstuk 1 Warenmarkt

1.1

Voor de Warenmarkt bedraagt het marktgeld:

1.1.1

Voor een vaste standplaats per week of een gedeelte daarvan, voor elke meter front­breedte waarbij tevens geldt een diepte van 2,50 meter:

€ 2,50

1.1.2

Voor een dagstandplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld, per meter frontbreedte:

met een minimum van € 10,00

€ 4,50

1.1.3

Voor een gronduitstalling ten behoeve van standwerken of demonstratie, per marktdag, per meter frontbreedte:

met een minimum van € 10,00

€ 4,50

1.1.4

Voor het gebruikmaken van de slimme meterkast wordt het werkelijk verbruik afgerekend.

 

Hoofdstuk 2 Streekmarkt

2.1

Voor de Streekmarkt bedraagt het marktgeld:

2.1.1

Voor een vaste standplaats per week of een gedeelte daarvan, voor elke meter frontbreedte waarbij tevens geldt een diepte van 2,50 meter:

€ 5,00

2.1.2

Voor een dagstandplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld, per meter frontbreedte:

met een minimum van € 10,00

€ 5,00

2.1.3

Voor een gronduitstalling ten behoeve van standwerken of demonstratie, per marktdag, per meter frontbreedte:

met een minimum van € 10,00

€ 5,00

2.1.4

Voor het gebruikmaken van de slimme meterkast wordt het werkelijk verbruik afgerekend.

 

Hoofdstuk 3 Koeiemart

3.1

Voor de Koeiemart bedraagt het marktgeld per marktdag:

3.1.1

Voor een standplaats bij een diepte van maximaal 2,50 meter, per meter frontbreedte:

€ 16,20

3.1.2

Voor een gronduitstalling ten behoeve van standwerken of demonstratie, per meter frontbreedte:

€ 16,20

3.1.3

Voor het gebruikmaken van de slimme meterkast wordt het werkelijk verbruik afgerekend.

 

Behoort bij het raadsbesluit met nummer D/23/122826 van 21 december 2023,

 

De griffier,

 

drs. F.E.H.M. Backerra