Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Delfland

Financiële verordening Midden-Delfland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Delfland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciële verordening Midden-Delfland
CiteertitelFinanciële verordening Midden-Delfland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Financiële verordening gemeente Midden-Delfland 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 212 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2023nieuwe regeling

12-12-2023

gmb-2023-564386

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiële verordening Midden-Delfland

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

 

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023;

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

 

gelet op de artikelen 41 tot en met 45 van het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies;

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Financiële verordening Midden-Delfland

 

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie voor het besturen, functioneren en beheersen van de organisatie van de gemeente Midden-Delfland en voor het afleggen van verantwoording daarover;

  • -

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen voor het tot stand brengen en in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding;

  • -

    BBV: het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Het BBV bevat regels voor de begroting, begrotingswijzigingen, meerjarenraming, het jaarverslag en de jaarrekening;

  • -

    doelmatigheid: het realiseren van prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • -

    bruto schuld: het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;

  • -

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid worden behaald;

  • -

    financiële administratie: het verzamelen en verwerken van de financiële gegevens van de organisatie van de gemeente Midden-Delfland. Dit om te komen tot een goed inzicht in de financieel-economische positie, het financiële beheer, de uitvoering van de begroting en het afwikkelen van vorderingen en schulden. Deze dient ook voor het afleggen van rekening en verantwoording;

  • -

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Midden-Delfland;

  • -

    geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak: het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa;

  • -

    netto schuld: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak;

  • -

    overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, die niet een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid is, waarin een gemeente in staat is het beleid te bepalen. Dit doet zij eventueel samen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen. Dan wel een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;

  • -

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Midden-Delfland;

  • -

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met de begroting en wettelijke regelingen;

  • -

    rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van het college, waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving;

  • -

    reserves: vermogensbestanddelen, die als eigen vermogen zijn aan te merken en vrij te besteden zijn;

  • -

    voorzieningen: vermogensbestanddelen, die als vreemd vermogen zijn aan te merken en niet vrij te besteden zijn.

Artikel 2. Vaststelling Financiële verordening

Het college biedt bij aanvang van de nieuwe raadsperiode de Financiële verordening ter vaststelling aan.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 3. Programmabegroting

  • 1.

    De raad stelt een programma-indeling vast.

  • 2.

    De raad stelt op voorstel van het college de beleidsvelden per programma vast.

  • 3.

    De raad stelt op voorstel van het college per programma verplichte en relevante indicatoren vast.

Artikel 4. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    De begroting en de jaarstukken bestaan uit de programma's en de verplichte paragrafen.

  • 2.

    In de begroting en de jaarstukken worden per programma begrote respectievelijk gerealiseerde lasten en baten per beleidsveld weergegeven.

  • 3.

    In de begroting en de jaarstukken worden per programma de begrote respectievelijk gerealiseerde investeringen onder ieder beleidsveld weergegeven.

  • 4.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven. Daarnaast wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 5.

    Het college verzoekt de gemeenteraad in principe vóór 1 januari van het volgende jaar, bij het niet volledig besteden van specifieke exploitatiebudgetten, het overgebleven bedrag toe te voegen aan het exploitatiebudget van het volgende jaar. Het college geeft daarbij aan op welke budgetten of projecten het verzoek betrekking heeft.

  • 6.

    De in de begroting en jaarrekening opgenomen verschillenanalyses worden van een toelichting voorzien, als er sprake is van een verschil in de lasten of baten per taakveld van € 50.000,- of meer.

  • 7.

    In het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma worden posten vanaf € 50.000,- afzonderlijk gespecificeerd.

  • 8.

    Het college kan in de jaarrekening tussentijdse winstnemingen van grondexploitaties opnemen. Voor de berekening van de omvang van die winstneming wordt uitgegaan van de aanbeveling van de commissie BBV hierover.

Artikel 5. Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten, baten en investeringskredieten per programma. Tevens autoriseert de raad hiermee het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en het overzicht overhead.

  • 2.

    Overschrijding tot een maximum van totaal € 50.000,- van de uitgaven binnen een programma die volledig gedekt worden door extra inkomsten binnen dat programma, hebben bij voorbaat de instemming van de raad.

  • 3.

    Overschrijding van de kosten met tien procent van het investeringskrediet, met een maximum van € 10.000,-, heeft bij voorbaat de instemming van de raad.

  • 4.

    Het college informeert de raad vooraf, als hij verwacht dat de lasten de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden. Of als hij verwacht dat de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten dreigen te overschrijden. De raad geeft vervolgens aan of hij hiervoor een voorstel wil voor wijziging van het budget of een voorstel voor bijstelling van het beleid.

  • 5.

    Voor een investering, waarvan het investeringskrediet niet is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel aan de raad voor. Dit investeringsvoorstel bevat een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet. Bij investeringen groter dan € 1.000.000,- informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1.

    Het college informeert de raad met de halfjaarrapportage en de periodieke begrotingswijzigingen over de realisatie van de gemeentelijke begroting.

  • 2.

    In de halfjaarrapportage en de periodieke begrotingswijzigingen worden mutaties in de begroting toegelicht op de laatst vastgestelde ramingen van de baten en lasten van prioriteiten en investeringskredieten. Het betreft hierbij alleen mutaties groter dan € 25.000,-.

  • 3.

    Ook informeert het college de raad met de halfjaarrapportage en de periodieke begrotingswijzigingen over de voortgang van de planning en uitvoering van goedgekeurde investeringskredieten.

Artikel 7. Informatieplicht

  • 1.

    Het college besluit pas over de onderwerpen in het volgende lid, nadat de raad is geïnformeerd over het voornemen en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

  • 2.

    De bedoelde onderwerpen in lid 1 betreffen:

    • a.

      de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan € 500.000,-;

    • b.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 500.000,-, en;

    • c.

      het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen.

Artikel 8. EMU-saldo

  • 1.

    Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Het betreft het EMU-tekort bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën.

  • 2.

    Als het college een aanpassing van de begroting nodig vindt, doet het college de raad een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Hoofdstuk 3. Rechtmatigheidsverantwoording

Artikel 9. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

  • 1.

    De raad stelt vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid middels de vereisten genoemd in artikel 26 van deze regeling. Dit naast de verplichte onderdelen van de paragraaf bedrijfsvoering.

  • 2.

    In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteert het college aan de raad over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 1% van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves.

  • 3.

    In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen groter dan € 50.000,- nader toegelicht. Bij deze afwijkingen gaat het om fouten of onduidelijkheden.

Artikel 10. Voorwaardencriterium

  • 1.

    Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen dan wel voorwaarden zijn afkomstig uit wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

  • 2.

    Het college biedt de raad jaarlijks uiterlijk op 31 december ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien, waaronder interne regelgeving. Het college operationaliseert dit normenkader in een toetsingskader ten behoeve van de interne beheersing.

Artikel 11. Begrotingscriterium

  • 1.

    Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen.

  • 2.

    De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, als genoemd in artikel 5 van deze regeling.

  • 3.

    Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaalbedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 4.

    Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd.

  • 5.

    Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt als:

    • a.

      er sprake is van een afwijking, waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren;

    • b.

      er sprake is van een afwijking op een open-einde regeling;

    • c.

      de afwijking is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage als bedoeld in artikel 6 van deze regeling;

    • d.

      de afwijking is toegelicht in de decemberbrief aan de raad;

    • e.

      de afwijking dusdanig laat bekend was dat deze niet kon worden meegenomen in een tussentijdse rapportage.

  • 6.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de raad worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording, maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering. Ze worden opgenomen voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden.

Artikel 12. Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

  • 1.

    Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen.

  • 2.

    Het college stelt beleid en regelgeving vast voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 4. Financieel beleid

Artikel 13. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1.

    Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen.

  • 2.

    Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.

  • 3.

    Vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methodiek en de termijnen uit de Bijlage afschrijvingstermijnen bij deze verordening.

  • 4.

    In het jaar na gereedmelding van de vaste activa start de afschrijving op deze vaste activa.

  • 5.

    Restantkredieten kleiner dan € 5.000,- worden in principe niet doorgeschoven naar een volgend dienstjaar.

  • 6.

    (Restant)kredieten kunnen maximaal tweemaal doorgeschoven worden naar een volgend dienstjaar.

Artikel 14. Voorziening oninbare vorderingen

Voor de vorderingen op verbonden partijen en derden kan een voorziening wegens oninbaarheid worden gevormd. Dit op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.

Artikel 15. Rente

Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld.

Artikel 16. Aanwending reserve

  • 1.

    Voor de aanwending van een reserve geldt een drempelbedrag van € 10.000,-. Bedragen beneden de drempel komen direct ten laste van de exploitatiebegroting.

  • 2.

    Aan de reserves wordt onttrokken wat daadwerkelijk is uitgegeven tot maximaal het bedrag dat hiervoor in het betreffende begrotingsjaar is geraamd.

Artikel 17. Weerstandsvermogen

Als weerstandsvermogen is een ratio van 1-1,4 voldoende.

Artikel 18. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen, waarmee kosten in rekening worden gebracht, wordt een stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Dit is ook van toepassing op goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden.

  • 2.

    Bij deze kostentoerekening worden betrokken:

    • a.

      de directe kosten;

    • b.

      de overheadkosten;

    • c.

      de rente van de inzet van vreemd vermogen, en;

    • d.

      reserves en voorzieningen voor de financiering van de activa die in gebruik zijn.

  • 3.

    Bij directe kosten worden betrokken:

    • a.

      de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa;

    • b.

      de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa, en;

    • c.

      de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, inclusief de BTW.

  • 4.

    Voor de toerekening van overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën.

  • 5.

    De economische categorieën als bedoeld in lid 4 zijn:

    • a.

      1.1 salarissen en sociale lasten;

    • b.

      3.5.1 Ingeleend personeel dat worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen.

  • 6.

    Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs, als bedoeld in lid 4, wordt het aandeel in de totale overheadkosten gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.

  • 7.

    In afwijking van het derde lid, wordt voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van de rioolheffing, uitgegaan van het aandeel in de totale geraamde overheadkosten van de geraamde directe kosten, die met de rioolheffing maximaal in rekening kunnen worden gebracht, gedeeld door de totale directe kosten van de taakvelden.

Artikel 19. Prijzen economische activiteiten

  • 1.

    Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden, waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht.

  • 2.

    Bij afwijking van het voorgaande lid doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 3.

    Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente ten minste de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking hiervan doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

  • 4.

    Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking hiervan doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.

  • 5.

    Raadbesluiten met de motivering van het publiek belang, als bedoeld in de vorige leden, zijn niet nodig als sprake is van een van de uitzonderingen genoemd in artikel 25h van de Mededingingswet.

Artikel 20. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad in principe jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, de rioolheffing, de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten, de begrafenisrechten en de leges.

Artikel 21. Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college stelt regels op ter uitvoering van de treasury en legt deze regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en bijbehorende informatievoorziening vast in een treasurystatuut. Het college zendt het treasurystatuut ter kennisname aan de gemeenteraad.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen, garanties en risicodragend kapitaal bedingt het college indien mogelijk zekerheden.

  • 3.

    Het college informeert de raad vooraf bij een dreigende overschrijding van de wettelijke kasgeldlimiet, de wettelijke rente of de wettelijke renterisiconorm. Dit als bedoeld in artikel 1, onder f., van de Wet financiering decentrale overheden en artikel 1, onder h., van de Wet financiering decentrale overheden.

  • 4.

    Het college zorgt bij de uitoefening van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden, om de programma's binnen door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      Het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico's, koersrisico's en kredietrisico's;

    • c.

      Het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Hoofdstuk 5. Paragrafen

Artikel 22. Lokale heffingen

  • 1.

    Het college neemt bij de begroting en jaarstukken in de paragraaf lokale heffingen in ieder geval op, naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het BBV:

    • a.

      het volume en bedrag aan kwijtscheldingen;

    • b.

      de kostendekkendheid van de rioolheffing en afvalstoffenheffing.

  • 2.

    Het college biedt ten minste eenmaal in de vier jaar een nota lokale heffingen aan.

  • 3.

    Deze nota behandelt in ieder geval:

    • a.

      de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen;

    • b.

      de kostendekkendheid van de heffingen;

    • c.

      de druk van de lokale belastingen en heffingen;

    • d.

      het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.

  • 4.

    De nota bevat verder een overzicht van de verordeningen met de meest recente vaststellingsdata waarin tarieven, heffingen en prijzen zijn vastgelegd. Het college draagt er zorg voor dat in de nota een actueel overzicht staat van de tarieven, heffingen, prijzen en kosten per verstrekte dienst.

Artikel 23. Financiering

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in ieder geval op, naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het BBV:

  • a.

    de kasgeldlimiet;

  • b.

    de renterisiconorm;

  • c.

    de rentevisie;

  • d.

    de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie;

  • e.

    de schulden met een looptijd korter dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;

  • f.

    de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage.

Artikel 24. Weerstandsvermogen en risicomanagement

  • 1.

    Het college biedt ten minste eenmaal in de vier jaar een nota risicomanagement aan.

  • 2.

    In deze nota wordt ingegaan op:

    • a.

      het risicomanagement;

    • b.

      het opvangen van risico's door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins.

  • 3.

    In de nota wordt tevens de gewenste weerstandscapaciteit bepaald.

  • 4.

    Het college neemt in de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken in ieder geval op, naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het BBV:

    • a.

      de weerstandscapaciteit;

    • b.

      in hoeverre schade en verliezen, als gevolg van de risico's van materieel belang, met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

Artikel 25. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1.

    Het college neemt bij de begroting en de jaarstukken in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in ieder geval het kader voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor civiele kunstwerken en openbare verlichting op. Dit naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het BBV.

  • 2.

    Het college biedt ten minste eenmaal in de vier jaar een nota voor het onderhoud aan wegen, kunstwerken en openbare verlichting aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor wegen, kunstwerken en openbare verlichting. En daarnaast de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 3.

    Het college biedt ten minste eenmaal in de vier jaar een water- en rioleringsprogramma aan. Het plan geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering. En tevens de kwaliteit van het milieu, de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

  • 4.

    Het college biedt de raad ten minste eens in de vijf jaar een onderhoudsplan gebouwen aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen.

Artikel 26. Bedrijfsvoering

  • 1.

    Het college neemt in de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken in ieder geval op, naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het BBV:

    • a.

      de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;

    • b.

      de kosten van inhuur derden;

    • c.

      een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen;

    • d.

      welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen, voor zover deze de rapportagegrens als bedoeld in artikel 9 van deze regeling overschrijden;

    • e.

      een overzicht van en toelichting op niet-financiële onrechtmatigheden in verband met het niet naleven van bepalingen uit de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen;

    • f.

      een rapportage bij het veelvuldig niet naleven van normen uit de gids proportionaliteit of slechte documentatie hiervan.

  • 2.

    Het college rapporteert in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en jaarstukken over het gewenste beleid en de voortgang bij de bedrijfsvoering.

  • 3.

    Het college rapporteert in de jaarstukken over de bij de begroting bepaalde onderwerpen over de bedrijfsvoering en tevens over nieuwe ontwikkelingen.

Artikel 27. Verbonden partijen

  • 1.

    Het college gaat bij de begroting en de jaarstukken in de paragraaf verbonden partijen in ieder geval in op, naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 16 van het BBV:

    • a.

      nieuwe verbonden partijen;

    • b.

      het beëindigen van bestaande verbonden partijen;

    • c.

      het wijzigen van bestaande verbonden partijen;

    • d.

      eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

Artikel 28. Grondbeleid

  • 1.

    Het college neemt bij de begroting en de jaarstukken in de paragraaf grondbeleid in ieder geval op, naast de verplichte onderdelen op grond van artikel van 16 van het BBV:

    • a.

      de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • b.

      de uitvoering van het grondbeleid;

    • c.

      de belangrijkste financiële ontwikkelingen, zoals verlies en winstverwachtingen;

    • d.

      relaties van het grondbeleid met de programma's.

  • 2.

    Het college biedt ten minste eenmaal in de vier jaar een nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. Als er geen aanleiding is voor aanpassing van de nota wordt dit gemeld.

  • 3.

    De nota besteedt aandacht aan:

    • a.

      actuele wet- en regelgeving en de gevolgen daarvan voor het gemeentelijk grondbeleid in brede zin;

    • b.

      de doelstellingen van het grondbeleid in relatie tot de programma's van de begroting;

    • c.

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • d.

      samenwerkingsvormen met andere partijen, binnen de overheid of particulier;

    • e.

      de manier waarop gronden verworven en uitgegeven worden;

    • f.

      de manier waarop omgegaan wordt met winst- en verliesnemingen en de relatie daarvan met de reserve grondexploitaties.

Hoofdstuk 6. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 29. Administratie

De administratie draagt door haar opzet en werking bij aan:

  • a.

    het sturen en beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en binnen de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in onder andere de omvang van de activa, vorderingen, schulden en contracten;

  • c.

    inzicht geven in investeringskredieten en kostencalculaties maken;

  • d.

    het afleggen van de verantwoording over rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid in de gemeente als geheel;

  • e.

    de controle van gegevensregistratie en van daaraan ontleende informatie.

Artikel 30. Financiële organisatie

Het college draagt zorg voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    het maken van afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage. De rapportage omvat de voortgang van de activiteiten en de uitputting van middelen;

  • f.

    het beleid en de interne regels voor inkoop en aanbesteding van goederen, werken en diensten en waarborgen dat wordt gehandeld volgens de regels van de Europese Unie;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen, en;

  • h.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, zodat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 31. Interne controle

  • 1.

    Het college zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de deugdelijkheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Dit voor een accuraat beeld van de jaarrekening, de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente.

  • 3.

    Er vindt jaarlijks controle plaats op:

    • a.

      de waardepapieren;

    • b.

      de voorraden;

    • c.

      de uitstaande leningen;

    • d.

      de debiteurenvorderingen;

    • e.

      de liquiditeiten;

    • f.

      de opgenomen leningen;

    • g.

      de kortlopende schulden, en;

    • h.

      de vorderingen van crediteuren.

  • 4.

    Registergoederen en bedrijfsmiddelen worden ten minste eenmaal in de vier jaar gecontroleerd.

  • 5.

    Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

Artikel 32. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 33. Slotbepalingen

  • 1.

    De Financiële verordening gemeente Midden-Delfland 2019 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt de dag na bekendmaking in werking en werkt terug tot 1 januari 2024.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening Midden-Delfland.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 december 2023.

De voorzitter,

Drs. A.P.J van Hemmen

De griffier,

A. de Vos

Toelichting bij de Financiële verordening Midden-Delfland

 

Algemene toelichting

 

Algemene toelichting

 

Toelichting reserves en voorzieningen

In deze verordening wordt het beleid ten aanzien van de reserves en voorzieningen vastgelegd. Tevens wordt beoogd een actuele en transparante weergave van de gemeentelijke reserves en voorzieningen te geven.

 

In de onderstaande toelichting worden de definities en kenmerken van de reserves en voorzieningen beschreven. Het betreft de bepalingen met betrekking tot de reserves en voorzieningen die zijn vastgelegd in de artikelen 41 tot en met 45 van het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (hierna: BBV). Naast dit relevante wettelijke kader van het BBV heeft de commissie BBV het kader verder uitgewerkt via notities, stellige uitspraken, richtlijnen en antwoorden op vragen.

 

Begrippen en wettelijk kader

 

Reserves

Reserves kunnen worden omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en vrij te besteden zijn.

 

Alle mutaties in de reserves hebben de goedkeuring nodig van de gemeenteraad. Onttrekkingen en toevoegingen verlopen altijd via de zogenoemde ‘resultaatbestemming’ en dus nooit via de exploitatie.

 

Het BBV kent twee soorten reserves die samen het eigen vermogen vormen, namelijk de algemene reserve en de bestemmingsreserves (artikel 43, eerste lid, van het BBV).

 

Algemene reserve

De algemene reserve bestaat uit componenten, waaraan de raad geen bepaalde bestemming heeft gegeven. Dit is een vrij besteedbaar eigen vermogen van de gemeente. De belangrijkste functie van deze reserve is het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers.

 

Door de vorming van de reserve Weerstandsvermogen bij de gemeente Midden-Delfland vervalt deze functie in principe, want door deze reserve heeft de algemene reserve minder de functie als buffer. Daardoor is de algemene reserve nog meer een vrij besteedbare reserve. Tekorten en overschotten op de jaarrekening komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve.

 

Bestemmingsreserves

Een bestemmingsreserve is een reserve, waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Een bestemmingsreserve is weliswaar een vastgelegde toekomstige aanwending, maar geen financiële verplichting. De bestemming kan door de raad worden gewijzigd. Zolang de raad de bestemming kan wijzigen, is sprake van een bestemmingsreserve.

 

Geblokkeerde en niet-geblokkeerde reserves

Naast de bovenstaande wettelijke verdeling van reserves is er het verschil tussen geblokkeerde en niet-geblokkeerde reserves. Een reserve is (gedeeltelijk) geblokkeerd, wanneer de rente die over de reserve wordt berekend (gedeeltelijk) ten gunste van de exploitatie wordt gebracht. De term geblokkeerd houdt hier in dat de reserve niet zomaar kan worden aangesproken, omdat dit gevolgen heeft voor de dekking in de exploitatie.

 

Op het moment van vaststelling van deze verordening bedraagt het gehanteerd rentepercentage 0. Zolang dit percentage gehandhaafd blijft, heeft aanwending van een reserve geen financiële gevolgen voor de dekking in de exploitatie.

 

Voorzieningen

Doel van het treffen van voorzieningen is dat de gemeente in de toekomst kan voldoen aan financiële verplichtingen. En tevens dat duidelijk is wat voor invloed dat heeft op de financiële positie van de gemeente.

 

Voorzieningen zijn passiefposten in de balans die een schatting geven van de voorzienbare lasten in verband met risico's en verplichtingen. De omvang of het tijdstip van optreden van deze risico’s zijn per de balansdatum min of meer onzeker. Voorzieningen hangen oorzakelijk samen met de periode voorafgaande aan de balansdatum. Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen van de gemeente.

 

In artikel 44 van het BBV is over voorzieningen onder andere het volgende opgenomen.

 

Artikel 44

  • 1.

    Voorzieningen worden gevormd wegens:

    • a.

      verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;

    • b.

      op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;

    • c.

      kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;

    • d.

      de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.

  • 2.

    Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b.

  • 3.

    Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten voor gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Verschil tussen een reserve en een voorziening

 

 

Reserve

Voorziening

Onderdeel van

Eigen vermogen

Vreemd vermogen

Wijziging bestemming

Mogelijk

Niet mogelijk

Aanwending vrij

Ja*

Alleen voor betreffend doel

Rente toerekening

Mogelijk

Niet mogelijk**

Opbouw (dotatie)

Resultaatbestemming

(wordt begroot)

Resultaatbepaling

(ten laste van de exploitatie)

Onttrekking (aanwending)

Resultaatbestemming

(wordt begroot)

Ten laste van de voorziening (balansmutatie)

Besteding/uitgaven

Via de exploitatie

Rechtstreeks uit de voorziening

Verantwoordelijk voor instellen/opheffen van

Raad

College

* Bij reserves die kapitaallasten dekken, waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan of zorgen voor bijvoorbeeld een rentebaat in de exploitatiebegroting moet bij andere aanwending de vervangende dekking worden aangegeven.

** Een uitzondering betreft voorzieningen die berekend zijn op basis van Netto Contante Waarde.

 

Functies van reserves

 

Financieringsfunctie

Hierbij is de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) van belang. Deze wet beoogt een solide financieringswijze van de decentrale overheden te bevorderen en schommelingen van rentelasten zo veel mogelijk te beperken. De financiering van kapitaalgoederen kan enerzijds plaatsvinden door het gebruiken van de reserves en voorzieningen (interne financiering) of anderzijds door het aantrekken van vaste geldleningen (vaste financiering). Bij gebruik van reserves (eigen vermogen) en voorzieningen (vreemd vermogen) hoeft geen beroep te worden gedaan op de geld- en kapitaalmarkt. Als op grond van een raadsbesluit een reserve of voorziening wordt aangewend, vervalt automatisch de financieringsfunctie. Dan moet via de kapitaalmarkt een vaste geldlening worden aangetrokken ter vervanging van de weggevallen financieringsmiddelen.

 

In onze gemeente maken wij gebruik van deze functie. Kortheidshalve wordt verwezen naar het

treasurystatuut voor de randvoorwaarden voor het liquiditeitsbeheer en -beleid.

Bestedingsfunctie

Bij de bestedingsfunctie gaat het om middelen die worden gebruikt om de realisering van activa dan wel projecten mogelijk te maken. In deze gevallen wordt het gereserveerde bedrag gebruikt voor de dekking (van de kapitaallasten) van investeringsuitgaven.

 

Momenteel is er een dekkingsreserve voor de kapitaallasten van diverse grote projecten uit het verleden en voor het gemeentehuis.

 

Bufferfunctie

Dit is de belangrijkste functie van het eigen vermogen. Met name de algemene reserves (en specifiek de nieuw gevormde reserve weerstandsvermogen) dienen als bufferfunctie voor het opvangen van eventuele onvoorziene uitgaven. Deze onvoorziene uitgaven zijn incidentele, noodzakelijk uitgaven, waarmee in de planning geen rekening is gehouden.

 

Hierbij kan men denken aan:

  • -

    financiële risico's, waarvoor geen bestemmingsreserves of voorzieningen zijn gevormd, of waarvoor elders in de begroting geen financiële middelen zijn gereserveerd, omdat er nog geen accurate kwantificering van de risico's kan plaatsvinden;

  • -

    het opvangen van eventuele jaarrekeningtekorten;

  • -

    het opvangen van een (deel van) een eventueel begrotingstekort.

 

Voor het bepalen van de omvang van de hierboven genoemde risico's bestaan geen landelijke richtlijnen. Voor de berekening van de minimale hoogte van de buffer gebruiken gemeenten in de praktijk diverse criteria. Voorbeelden hiervan zijn een bedrag per inwoner, een percentage van de algemene uitkering uit het gemeentefonds of een percentage van de totale gemeentelijke exploitatie. In de nota risicomanagement wordt ingegaan op de gewenste hoogte van de algemene reserves als buffer voor het opvangen van financiële risico’s.

 

Inkomensfunctie

Het gebruiken van reserves en voorzieningen voor de financiering bespaart aan derden te betalen rente. Deze bespaarde rente wordt niet aan de reserves toegevoegd, maar gebruikt als dekkingsmiddel. Wanneer deze budgettaire ruimte wordt gebruikt als structureel dekkingsmiddel van exploitatielasten, is echter sprake van beperking in de besteedbaarheid van de reserve.

 

In het BBV is over bespaarde rente de volgende aanbeveling opgenomen.

‘Alhoewel de mogelijkheid vooralsnog blijft bestaan om een rentevergoeding (of een vergoeding voor de inflatie) over het eigen vermogen te berekenen en deze door te belasten aan de taakvelden, adviseert de commissie BBV vanwege het verlangde inzicht, de eenvoud en transparantie deze systematiek niet meer toe te passen.’ De gemeente Midden-Delfland volgt in beginsel deze aanbeveling.

 

Daarnaast is er een stellige uitspraak gedaan. ‘Als er wel een rentevergoeding over het eigen vermogen wordt berekend, dan is deze vergoeding maximaal het rentepercentage dat is gebaseerd op het gewogen samenstel van de externe rentelasten over de lang en kort aangetrokken financieringsmiddelen.’

 

Verplichtingenfunctie

De verplichtingenfunctie heeft betrekking op voorzieningen. Een voorziening heeft een karakter van een verplichting die de gemeente is aangegaan en waarvoor de benodigde middelen beschikbaar moeten zijn. Bijvoorbeeld pensioen- en wachtgeldverplichtingen van (oud) wethouders.

 

Egalisatiefunctie

Hiermee wordt het mogelijk gemaakt noodzakelijke aanpassingsprocessen geleidelijk (en dus niet

schoksgewijs) te laten verlopen. Er ontstaat op die manier een regelmatige verdeling over de jaren heen, ook om ongewenste schommelingen (pieken en dalen) te voorkomen in de tarieven en het resultaat.

Reserves

Voorheen konden de reserves en voorzieningen gebruikt worden als intern financieringsmiddel, waardoor rente werd bespaard. Na herziening van het BBV is dat veranderd en is deze mogelijkheid voor de gemeente Midden-Delfland ingeperkt.

 

Beleidsuitgangspunten

 

De gemeente Midden-Delfland heeft de onderstaande, constante beleidsuitgangspunten.

 

Een duidelijke en overzichtelijke indeling van reserves en voorzieningen

Dit betekent onder andere dat het aantal reserves en voorzieningen beperkt blijft tot het hoogst noodzakelijke. Reserves en voorzieningen moeten onderbouwd worden. De doelstelling, de noodzakelijke omvang en de wijze (en omvang) van stortingen en beschikkingen dienen tevens helder te zijn. Als er te veel potjes ontstaan (en tot een te grote omvang), bestaat het gevaar dat onnodig beslag wordt gelegd op gemeenschapsgelden.

 

Instellen nieuwe reserves en voorzieningen

Als het noodzakelijk is nieuwe reserves en voorzieningen in te stellen, gebeurt dit bij besluit van de gemeenteraad. Het budgetrecht ligt namelijk bij de gemeenteraad. In het raadsbesluit moeten in ieder geval de volgende bestanddelen staan: het doel, de budgethouder, de voeding, de maximale hoogte, de maximale duur en het verloop van de toevoegingen dan wel onttrekkingen.

 

Toevoeging en aanwending reserves

In de begroting wordt een zo reëel mogelijk beeld gegeven van de toevoegingen en aanwendingen van de reserves in een bepaald jaar. Nieuwe toevoegingen en aanwendingen worden in principe alleen via tussentijdse rapportages tot stand gebracht. Een voorbeeld hiervan is de halfjaarrapportage en de periodieke begrotingswijzigingen. Toevoeging en aanwending van reserves gebeurt bij besluit van de gemeenteraad.

 

Toevoeging en aanwending voorzieningen

Een voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting of het betreffende risico. De voeding van de voorzieningen vindt plaats via de exploitatie, maar de onttrekkingen gebeuren rechtstreeks ten laste van de voorziening.

 

Vanuit dit standpunt is duidelijk dat ook toevoegingen aan voorzieningen een besluit van de gemeenteraad vereisen. Normaal gesproken loopt dit via de begroting of een wijziging daarop.

 

Regelmatige evaluatie reservebeleid

Tussentijds kan aanleiding bestaan tot evaluatie van het reservebeleid, bijvoorbeeld door aanpassing van regelgeving. Bij de jaarlijkse begroting en in de jaarrekening in de paragraaf weerstandsvermogen, wordt verder aandacht besteed aan het reservebeleid.

 

Rentebeleid

Jaarlijks wordt bij het opmaken van de uitgangspunten voor de begroting het gewogen rentepercentage berekend. Zolang de financiële positie voor leningen en de situatie op de geldmarkt niet verandert, zal het gewogen rentepercentage ook niet veel veranderen. Mocht de situatie daar aanleiding voor geven, dan kan een ander rentepercentage worden vastgesteld.

Weerstandsvermogen

Er doen zich ook risico’s voor die nog niet zo concreet zijn dat er al een bestemmingsreserve of een voorziening voor kan worden gevormd. Op basis van het BBV moeten deze risico’s worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting. Deze verplichting geldt ook bij de jaarrekening, deze paragraaf bevat dan de verantwoording van wat is opgenomen in de overeenkomstige paragraaf in de begroting.

 

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen enerzijds de weerstandscapaciteit en anderzijds alle risico’s, waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De weerstandscapaciteit betreft de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten structureel te dekken. Bij deze niet begrote kosten gaat het om kosten die onverwachts en substantieel zijn. Bij de weerstandscapaciteit gaat het voorts om die elementen, waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden. Bijvoorbeeld de algemene reserves, maar ook de onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves.

 

Het Rijk en de provincie Zuid-Holland hanteren geen voorschriften over de noodzakelijke hoogte van een dergelijke buffer. Ook zijn er geen algemene rekenmethoden, waarmee de noodzakelijke omvang van het weerstandsvermogen kan worden bepaald.

 

In de Nota risicomanagement besteedt de gemeente Midden-Delfland aandacht aan de doelstelling van risicomanagement, het risicoprofiel van de gemeente, inventarisatie van risico’s en de verankering van risicomanagement in de werkprocessen.

 

Jaarlijks wordt het risicoregister geactualiseerd. In de begroting en de jaarrekening worden in de paragraaf weerstandsvermogen het totale financiële risico uit het risicoregister vergeleken met het weerstandsvermogen.

 

Sinds de begroting 2019-2022 vormt de gemeente Midden-Delfland een afzonderlijke reserve weerstandsvermogen. Het doel van deze reserve is een bufferfunctie voor het opvangen van de financiële gevolgen van de effecten van daadwerkelijk optredende risico’s.

 

Ratio weerstandsvermogen en norm voor de ratio

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risico-inventarisatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio van het weerstandsvermogen.

 

Ratio weerstandsvermogen =

 

beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door benodigde weerstandscapaciteit

 

De ratio kan aan de hand van onderstaande tabel (weerstandsnorm) worden beoordeeld.

 

Ratio

Betekenis

>= 2.0

Uitstekend

1.4 < 2.0

Ruim voldoende

1.0 < 1.4

Voldoende

0.8 < 1.0

Matig

0.6 < 0.8

Onvoldoende

< 0.6

Ruim onvoldoende

 

De gemeente Midden-Delfland streeft naar een voldoende weerstandsvermogen (ratio 1,4 – 2,0).

 

Bijlagen bij de Financiële verordening Midden-Delfland

 

Bijlage 1. Afschrijvingstermijnen

Kapitaaluitgaven

Afschrijvingstermijn in jaren

 

 

Investeringen met economisch nut

 

 

Gronden

N.v.t.

Gemeentehuis

50

Permanente bouw (grotendeels van steen)

40

Renovatie/ restauratie gebouwen (levensduur verlengend)

25

Semipermanente bouw (grotendeels van hout, nieuw)

20

Tijdelijke gebouwen/ noodlokalen/ opslagplaatsen

10

Technische installaties (lift, CV e.d.)

15

Inrichting gebouwen (inventaris, telefooncentrale e.d.)

10

 

 

Ondergrond kunstgrasvelden

30

Aanleg sportterreinen

15

 

 

Riolering

 

Riolering: algemeen

60

Riolering: persleidingen

45

Riolering: gemalen bouwkundig

45

Riolering: gemalen elektromechanisch (drukpompen, drainage e.d.)

15

 

 

Vervoermiddelen/ tractiemiddelen

 

Groot materieel (vrachtwagens, zoutstrooiers, tractoren e.d.)

10

Vervoermiddelen (personenauto’s, aanhangwagens e.d.)

8

Klein materieel (gereedschap, apparatuur e.d.)

5

 

 

Overige

 

Begraafplaatsen

40

Kantoorautomatisering

3

 

Investeringen met maatschappelijk nut

 

 

Bruggen

 

Stenen bruggen

80

Stalen bruggen

80

Betonnen bruggen

80

Beweegbare bruggen beton/ staal

60

Houten bruggen

30

 

 

Overige

 

Openbare verlichting armaturen

15

Lichtmasten

30

Aanleg/ reconstructie wegen

20

Beschoeiingen

30

Damwanden

30

Speeltoestellen/-voorzieningen

13

 

Bijlage 2. Overzicht reserves en voorzieningen

 

Naam

Algemene (gemeentelijke) reserve

Type

Algemene reserve

Doel

De algemene reserve is het vrij besteedbare eigen vermogen van de gemeente. Belangrijkste functie van deze reserve is het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers.

Door de vorming van de reserve Weerstandsvermogen vervalt in principe de functie van buffer voor financiële tegenvallers. Tekorten en overschotten op de jaarrekening komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve.

Saldo per 01-01-2023

€ 10.283.649

Benodigd saldo

Zie paragraaf Weerstandsvermogen in begroting.

Dotatie

Positieve jaarlijkse resultaten

Onttrekking

Negatieve jaarlijkse resultaten, incidentele bestedingen en toevoegingen aan bestemmingsreserves.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve weerstandsvermogen

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Het doel van deze reserve is bufferfunctie voor het opvangen van de financiële gevolgen van de effecten van daadwerkelijk optredende risico’s (weerstandsvermogen)

Saldo per 01-01-2023

€ 4.000.000

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

N.v.t.

Onttrekking

N.v.t.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Ja

Bijzonderheden

Deze reserve is gevormd vanuit middelen van de Nutsreserve. De omvang van deze reserve wordt bepaald door de hoogte van de financiële gevolgen van de risico’s uit het risicoregister. Een verevening op basis van de ratio weerstandsvermogen (1-1,4) vindt plaats met de Nutsreserve.

Voorstel

-

 

Naam

Nutsreserve

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Het doel van deze reserve is het creëren van een vaste inkomstenbron voor de exploitatie.

Saldo per 01-01-2023

€ 8.871.855

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

N.v.t.

Onttrekking

N.v.t.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Ja

Bijzonderheden

Van het oorspronkelijke saldo (ruim € 12 mln.) is een bedrag van € 9,2 miljoen langlopend extern belegd, het overige is intern belegd. Het deel dat extern is belegd is te verdelen in een bedrag van €7,7 miljoen dat rendeert tegen 8,15% (tot 2038), een deel van €1,4 miljoen tegen 7% (tot 2040) en een deel van 0,1 miljoen dat belegd is in het Loyalis Garantiefonds.

Vanuit deze reserve is in 2019 de Reserve Weerstandsvermogen gevormd.

Voorstel

-

 

Naam

Reserve ontwikkeling Harnaschpolder

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Dekking van de bestuurskosten die voortvloeien uit de ontwikkeling van de polder en waarvoor gelden vanuit de grondexploitatie beschikbaar zijn gesteld.

Saldo per 01-01-2023

€ 134.331

Benodigd saldo

n.v.t.

Dotatie

n.v.t.

Onttrekking

Vanaf 2009 wordt aan de reserve onttrokken ten gunste van de exploitatie, waarbij de onttrekking vanaf het jaar 2009 elk jaar met € 10.000 wordt verlaagd.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

Volgens planning vindt de laatste onttrekking uit deze reserve in 2025 plaats waarna de reserve kan worden beëindigd. Wanneer liquidatie van het bedrijvenschap eerder voltooid wordt, volgt ook eerder het voorstel om de reserve in te trekken.

 

Naam

Investeringsreserve

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Dekking van investeringen, waarvan de lasten niet binnen de exploitatie kunnen worden opgevangen.

Saldo per 01-01-2023

€ 2.369.085

Benodigd saldo

Afhankelijk van investering.

Dotatie

Investeringsbedragen(bij besluit)

Onttrekking

Investeringsbedragen naar dekkingsreserve (bij aanvang kapitaallasten).

Rentesystematiek

Er wordt rente toegevoegd aan de reserve ten behoeve van inflatiecorrectie.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

Indien besloten wordt tot een investering, waarvan de kapitaallasten worden gedekt via de bestemmingsreserves, dan wordt voor het investeringsbedrag een investeringsreserve ingesteld. Zodra deze investering (gedeeltelijk) wordt gerealiseerd wordt het bedrag (gedeeltelijk) van de investeringsreserve naar de dekkingsreserve doorgeschoven. De dekkingsreserve wordt vervolgens afgebouwd conform de levensduur van de investering.

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Monumenten

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Het ondersteunen van onderhoud van monumenten.

Saldo per 01-01-2017

€ 172.839

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

-

Onttrekking

Subsidies buiten het subsidiebudget o.b.v. de subsidieverordening.

Rentesystematiek

Er wordt rente toegevoegd aan de reserve ten behoeve van inflatiecorrectie.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

Tot 2009 werden subsidiebudgetten gefinancierd via de exploitatie. Vanaf 2010 worden deze gefinancierd uit de reserve.

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Sociaal domein

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Opvangen van fluctuaties en onvoorziene uitgaven op lange termijn.

Saldo per 01-01-2023

€ 112.475

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

N.v.t.

Onttrekking

Kosten conform het doel van deze reserve

Rentesystematiek

Er wordt rente toegevoegd aan de reserve ten behoeve van inflatiecorrectie.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Grondexploitaties

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Het afdekken van het risico op toekomstige verliezen op grondexploitaties.

Saldo per 01-01-2023

€ 2.653.000

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

Winstneming op grondexploitaties.

Onttrekking

Verliesneming op grondexploitaties.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

Ter dekking van verliesnemingen binnen de grondexploitatie zijn de afgelopen jaren middelen uit de reserve compensatie dividenden en huuropbrengsten aangewend. Indien de grondexploitatie bij afsluiting een positief saldo heeft, wordt deze weer toegevoegd aan de laatstgenoemde reserve.

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Investeringsprogramma

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Uitvoeren van investeringen die voortvloeien uit het collegeprogramma.

Saldo per 01-01-2023

€ 2.288.391

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

N.v.t.

Onttrekking

Kosten van het door de raad goedgekeurde beleid.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve compensatie dividenden en huuropbrengsten

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Het doel van deze reserve is het creëren van een vaste inkomstenbron voor de exploitatie als compensatie voor

  • a.

    het wegvallen van het dividend van CAI Westland;

  • b.

    de huuropbrengst van benzinepompen en

  • c.

    het verminderen van de dividendafhankelijkheid.

Saldo per 01-01-2017

€ 17.850.587

Benodigd saldo

€ 20.825.000.

Dotatie

N.v.t.

Onttrekking

N.v.t.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

Ter dekking van verliesnemingen binnen de grondexploitatie zijn de afgelopen jaren middelen uit deze reserve aangewend. Indien de grondexploitatie bij afsluiting een positief saldo heeft wordt deze weer toegevoegd aan deze reserve.

Voorstel

-

 

Naam

Risicoreserve erfpacht gronden

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Opvangen van risico’s van overname van erfpacht gronden van Bedrijvenschap Harnaschpolder.

Saldo per 01-01-2017

€ 700.000

Benodigd saldo

€ 1.000.000 (maximaal)

Dotatie

vanuit het verschil tussen de erfpachtcanon en de betaalde rente over de lening voor de aankoop van de ondergrond. Hierbij wordt ook rekening gehouden met een afkoopsom voor het Bedrijvenschap Harnaschpolder.

Onttrekking

Bij het optreden van het hiervoor genoemde risico.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Opstartkosten begeleiding particuliere bouwinitiatieven

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Het ondersteunen van kleine particuliere bouwinitiatieven.

Saldo per 01-01-2023

€ 17.564

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

De vergoedingen vanuit de anterieure overeenkomsten.

Onttrekking

De interne en externe begeleidingskosten.

Rentesystematiek

Er wordt rente toegevoegd aan de reserve ten behoeve van inflatiecorrectie.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Fonds Sociale Woningbouw

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Afkoopsommen sociale woningbouw inzetten voor sociale woningbouw op andere locaties.

Saldo per 01-01-2023

€ 397.782

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

Ontvangen afkoopsommen

Onttrekking

Investeringsbijdragen in het kader van sociale woningbouw.

Rentesystematiek

Er wordt rente toegevoegd aan de reserve ten behoeve van inflatiecorrectie.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Afwikkeling complexen

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Het onderbrengen van budgetten vanuit de grondexploitaties voor activiteiten die op termijn uitgevoerd gaan worden, zodat de betreffende grondexploitaties afgesloten kunnen worden.

Saldo per 01-01-2023

€ 142.014

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

Budget ter dekking van kosten voor nog uit te voeren werkzaamheden na afsluiting van grondexploitaties.

Onttrekking

Investeringsbedragen ten behoeve van afgesloten grondexploitaties waarvan eerder budget is gedoteerd.

Rentesystematiek

Er wordt rente toegevoegd aan de reserve ten behoeve van inflatiecorrectie.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Jeugd

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Reserveren van rijksbijdragen voor ontwikkelingskosten CJG

Saldo per 01-01-2023

€ 0

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

-

Onttrekking

-

Rentesystematiek

-

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

In 2018 is het volledige saldo van deze reserve onttrokken ten gunste van de exploitatiebegroting

Voorstel

Intrekken bij gebrek aan saldo

 

Naam

Reserve uitkeringslasten BUIG

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Buffer om fluctuaties in gebundelde uitkering (BUIG) van het Rijk op te vangen.

Saldo per 01-01-2023

€ 115.817

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

Conform begroting

Onttrekking

Conform begroting

Rentesystematiek

-

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Liquidatiesaldo Stadsgewest Haaglanden

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Het positieve liquidatiesaldo van het Stadsgewest Haaglanden reserveren voor personeelskosten en nieuwe vormen van regionale samenwerking.

Saldo per 01-01-2023

€ 0

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

-

Onttrekking

-

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

Intrekken bij gebrek aan saldo

 

Naam

Reserve Herwaardering deelnemingen

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Uit oogpunt van inzicht en presentatie zijn aan de debetzijde van de balans de deelnemingen tegen de nominale waarde opgenomen. Voor 2004 werd op de nominale waarde van de deelnemingen afgeschreven. Deze afschrijvingen zijn via de jaarresultaten met de Algemene reserve verrekend. In 2005 is daar de waarde toename van de aandelen Europoort aan toegevoegd.

Saldo per 01-01-2023

€ 1.122.093

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

-

Onttrekking

N.v.t.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve Onderhoud gemeentelijke gebouwen

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Deze reserve is in de Begroting 2021 ingesteld als impuls voor het inlopen van (achterstallig) onderhoud aan gemeentelijke gebouwen.

Saldo per 01-01-2023

€ 486.444

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

-

Onttrekking

Conform begroting

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Reserve onderhoud kapitaalgoederen

Type

Bestemmingsreserve

Doel

In de Begroting 2022 is deze reserve ingesteld en hier is een bedrag ingestort van € 1,7 mln. Vanuit deze reserve kan over een periode van tien jaar een kwaliteitsimpuls worden gegeven aan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en gemeentelijke gebouwen.

Saldo per 01-01-2023

€ 1.545.625

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

-

Onttrekking

Conform begroting

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Dekkingsreserve gemeentehuis

Type

Dekkingsreserve

Doel

Dekking van de investering in een nieuw gemeentehuis in de kern Schipluiden.

Saldo per 01-01-2023

€ 7.911.694

Benodigd saldo

€ 7.911.694

Dotatie

N.v.t.

Onttrekking

Jaarlijkse kapitaallasten van het nieuwe gemeentehuis.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Ja

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Dekkingsreserve

Type

Bestemmingsreserve

Doel

Het ten gunste van het exploitatieresultaat compenseren van de kapitaallasten van daartoe door de raad aangewezen en inmiddels gerealiseerde of in uitvoering zijnde projecten.

Saldo per 01-01-2023

€ 7.437.985

Benodigd saldo

N.v.t.

Dotatie

Investeringsbedragen uit de investeringsreserve.

Onttrekking

Kapitaallasten van de individuele investeringen.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Ja

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Voorziening pensioenen voormalig wethouders

Type

Voorziening

Doel

Het dekken van pensioenen aan voormalig wethouders.

Saldo per 01-01-2023

€ 2.212.742

Benodigd saldo

Het saldo wordt jaarlijks geactualiseerd o.b.v. actuariële berekeningen.

Dotatie

Op basis van actuariële berekeningen.

Onttrekking

Uitbetaling pensioenen.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

N.v.t.

Bijzonderheden

Het saldo wordt bepaald door de individuele aanspraken van de voormalig wethouders.

Voorstel

-

 

Naam

Voorziening wachtgelden wethouders

Type

Voorziening

Doel

Het dekken van wachtgelden aan voormalig wethouders.

Saldo per 01-01-2023

€ 279.798

Benodigd saldo

Het saldo wordt jaarlijks geactualiseerd o.b.v. actuariële berekeningen.

Dotatie

Op basis van actuariële berekeningen.

Onttrekking

Uitbetaling wachtgelden.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

N.v.t.

Bijzonderheden

Het saldo wordt bepaald door de individuele aanspraken van de voormalig wethouders.

Voorstel

-

 

Naam

Voorziening bijdrage in tekort Bedrijvenschap

Type

Voorziening

Doel

De geformaliseerde maximale bijdrage in het tekort van het Bedrijvenschap afdekken.

Saldo per 01-01-2023

€ 1.717.500

Benodigd saldo

De maximale bijdrage van 15% van het nadelig saldo van de grondexploitatie van het Bedrijvenschap.

Dotatie

Afhankelijk van de ontwikkeling van het nadelig saldo.

Onttrekking

Een eventuele toekomstige aanspraak op de bijdrage.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

N.v.t.

Bijzonderheden

Na uittreding van de gemeente Delft is tussen Den Haag en Midden-Delfland een andere verdeling van het saldo overeengekomen.

Voorstel

-

 

Naam

Voorziening dubieuze debiteuren Soza

Type

Voorziening

Doel

Afdekken van risico’s die kunnen ontstaan bij het verstrekken van leenbijstand.

Saldo per 01-01-2023

€ 196.400

Benodigd saldo

Het saldo van de oninbaar te achten leenbijstand.

Dotatie

Afhankelijk van het te verwachte oninbare deel van verstrekte leenbijstand.

Onttrekking

Afboekingen van oninbare leenbijstand.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

N.v.t.

Bijzonderheden

N.v.t.

Voorstel

-

 

Naam

Voorziening dubieuze debiteuren

Type

Voorziening

Doel

Afdekken van risico’s die kunnen ontstaan bij geheel of gedeeltelijk oninbare debiteuren.

Saldo per 01-01-2023

€ 36.825

Benodigd saldo

Het saldo van de oninbaar te achten posten

Dotatie

Afhankelijk van het te verwachte oninbare posten.

Onttrekking

Afboekingen van oninbare posten.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

N.v.t.

Bijzonderheden

N.v.t.

Voorstel

-

 

Naam

Voorziening grondexploitaties

Type

Voorziening

Doel

Afdekken van verliezen in de grondexploitatie.

Saldo per 01-01-2023

€ 3.855.000

Benodigd saldo

Het geprognosticeerd verlies op het totaal aan grondexploitaties.

Dotatie

Vanuit de winsten uit de grondexploitatie

Onttrekking

Bij verlies in de grondexploitatie

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Voorziening afvalstoffenheffing

Type

Voorziening

Doel

Het egaliseren van de jaarlijkse verschillen tussen de lasten en baten t.a.v. afvalstoffen(heffing) teneinde schommelingen in de tariefontwikkeling te voorkomen.

Saldo per 01-01-2023

€ 175.632

Benodigd saldo

Een positief saldo om jaarlijkse fluctuaties te kunnen opvangen.

Dotatie

Een voordelig jaarsaldo van de reinigingskosten(incl. BTW) en de afvalstoffenheffing.

Onttrekking

Een nadelig jaarsaldo van de reinigingskosten(incl. BTW) en de afvalstoffenheffing.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

-

Voorstel

-

 

Naam

Voorziening rioolheffing

Type

Voorziening

Doel

Het egaliseren van de jaarlijkse verschillen tussen de lasten en baten t.a.v. riolering/ rioolheffing teneinde schommelingen in de tariefontwikkeling te voorkomen.

Saldo per 01-01-2023

€ 7.425.256

Benodigd saldo

Een positief saldo om jaarlijkse fluctuaties te kunnen opvangen.

Dotatie

Een voordelig jaarsaldo van de rioleringskosten en de rioolrechten.

Onttrekking

Een nadelig jaarsaldo van de rioleringskosten en de rioolrechten.

Rentesystematiek

Er wordt geen rente berekend.

Geblokkeerd

Nee

Bijzonderheden

In de egalisatiereserve zijn geen bedragen opgenomen voor groot onderhoud en vervanging.

Voorstel

-